4 AUGUSTUS 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van de modaliteiten van de uitvoering door de provincie van opdrachten ten gunste van de hulpverleningszone en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten genomen in uitvoering van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Modaliteiten van de uitvoering door de provincie van opdrachten ten gunste van de hulpverleningszone
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Wijzigingsbepalingen
Art. 5-10
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 11-12
2013000500 2013000689 2014000218 2014000243 2014000280 2014000401
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° "wet van 15 mei 2007": de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
2° "zone": de hulpverleningszone bedoeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007;
3° " partnerschapsovereenkomst " : de partnerschapsovereenkomst tussen de zone en de provincie bedoeld in artikel 21/1 van de wet van 15 mei 2007.
HOOFDSTUK II. - Modaliteiten van de uitvoering door de provincie van opdrachten ten gunste van de hulpverleningszone
Art.2. De partnerschapsovereenkomst heeft een maximale duur van zes jaar, hernieuwbaar.
Art.3. De partnerschapsovereenkomst vermeldt welke opdrachten kosteloos worden uitgevoerd en welke worden uitgevoerd tegen betaling.
Art.4. De partnerschapsovereenkomst somt de rechten en plichten van de zone en van de provincie op, die voortvloeien uit de uitvoering van deze overeenkomst.
HOOFDSTUK III. - Wijzigingsbepalingen
Art.5. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juli 2013 betreffende de berekening van het aantal stemmen waarover een zoneraadslid beschikt in de raad van de hulpverleningszone wordt vervangen als volgt :
"Art. 2. Treden in werking op 1 januari 2015 :
1° het artikel 51, eerste, tweede en derde lid van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
2° dit besluit.
In afwijking van het eerste lid treden het artikel 51, eerste, tweede en derde lid van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken maakt, in toepassing van het tweede lid, in het Belgisch Staatsblad het bericht bekend dat de datum vermeldt waarop artikel 51, eerste, tweede en derde lid van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en dit besluit in werking treden voor de prezones die worden beoogd in het geval waarvan sprake is in het tweede lid."
Art.6. Artikel 8 van het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de inhoud en de minimale voorwaarden van de risicoanalyse bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, wordt vervangen als volgt:
"Art. 8. Treden in werking op 1 januari 2015 :
1° het artikel 5 van de wet van 15 mei 2007;
2° dit besluit.
In afwijking van het eerste lid treden het artikel 5 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken maakt, in toepassing van het tweede lid, in het Belgisch Staatsblad het bericht bekend dat de datum vermeldt waarop artikel 5 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit in werking treden voor de prezones die worden beoogd in het geval waarvan sprake is in het tweede lid."
Art.7. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 26 februari 2014 tot indeling van de zones in categorieën bedoeld in artikel 14/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid wordt vervangen als volgt :
"Art. 6. Treden in werking op 1 januari 2015 :
1° het artikel 14/1 van de wet van 15 mei 2007;
2° dit besluit.
In afwijking van het eerste lid treden het artikel 14/1 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken maakt, in toepassing van het tweede lid, in het Belgisch Staatsblad het bericht bekend dat de datum vermeldt waarop artikel 14/1 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit in werking treden voor de prezones die worden beoogd in het geval waarvan sprake is in het tweede lid."
Art.8. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 februari 2014 betreffende de voorwaarden waaronder een zoneraadslid van een hulpverleningszone die, ingevolge een handicap niet zelfstandig zijn mandaat kan vervullen, zich voor de uitoefening van dit mandaat kan laten bijstaan door een vertrouwenspersoon, wordt vervangen als volgt :
"Art. 2. Treden in werking op 1 januari 2015 :
1° het artikel 32 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
2° dit besluit.
In afwijking van het eerste lid treden het artikel 32 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken maakt, in toepassing van het tweede lid, in het Belgisch Staatsblad het bericht bekend dat de datum vermeldt waarop artikel 32 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en dit besluit in werking treden voor de prezones die worden beoogd in het geval waarvan sprake is in het tweede lid."
Art.9. In artikel 18 van het koninklijk besluit van 26 maart 2014 tot vaststelling van het functieprofiel van de commandant van een hulpverleningszone en van de nadere bepalingen voor zijn selectie en zijn evaluatie worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "Op hetzelfde ogenblik als het koninklijk besluit waarin wordt vastgesteld dat de voorwaarden bedoeld in artikel 220 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid zijn vervuld, treden in werking" worden vervangen door de woorden "Treden in werking op 1 januari 2015".
2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende :
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 109 tot 112 en 114 tot 116 van de wet van 15 mei 2007 en de artikelen 7 tot 13 van dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken maakt, in toepassing van het tweede lid, in het Belgisch Staatsblad het bericht bekend dat de datum vermeldt waarop de artikelen 109 tot 112 en 114 tot 116 van de wet van 15 mei 2007 en de artikelen 7 tot 13 van dit besluit in werking treden voor de prezones die worden beoogd in het geval waarvan sprake is in het tweede lid."
Art.10. Artikel 12 van het koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de rechtshulp en zaakschadevergoeding voor de personeelsleden van de hulpverleningszones, wordt vervangen als volgt :
"Art. 12. Treden in werking op 1 januari 2015 :
1° de artikelen 159 tot 166 van de wet van 15 mei 2007;
2° dit besluit.
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 159 tot 166 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken maakt, in toepassing van het tweede lid, in het Belgisch Staatsblad het bericht bekend dat de datum vermeldt waarop de artikelen 159 tot 166 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit in werking treden voor de prezones die worden beoogd in het geval waarvan sprake is in het tweede lid."
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.11. § 1. Treden in werking op 1 januari 2015 :
1° de artikelen 3, 4, 6, § 1, eerste lid, en §§ 2 en 3, 7 tot 10, 16, 18 tot 20, 21/1 tot 22, 24 tot 31, 33 tot 50, 52 tot 67, eerste lid, 1° tot 3° en 5°, en het tweede en derde lid, 72, 100 tot 105, 107 tot 108, 117 tot 118, 120 tot 155, 167, 175 tot 176, 177/1, 180 tot 200, 202 tot 205, 209, 218 tot 219/1, 222 tot 223 van de wet van 15 mei 2007;
2° dit besluit.
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 3, 4, 6, § 1, eerste lid, en §§ 2 en 3, 7 tot 10, 16, 18 tot 20, 21/1 tot 22, 24 tot 31, 33 tot 50, 52 tot 67, eerste lid, 1° tot 3° en 5°, en het tweede en derde lid, 72, 100 tot 105, 107 tot 108, 117 tot 118, 120 tot 155, 167, 175 tot 176, 177/1, 180 tot 200, 202 tot 205, 209, 218 tot 219/1, 222 tot 223 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken maakt, in toepassing van het tweede lid, in het Belgisch Staatsblad het bericht bekend dat de datum vermeldt waarop de artikelen 3, 4, 6, § 1, eerste lid, en §§ 2 en 3, 7 tot 10, 16, 18 tot 20, 21/1 tot 22, 24 tot 31, 33 tot 50, 52 tot 67, eerste lid, 1° tot 3° en 5°, en het tweede en derde lid, 72, 100 tot 105, 107 tot 108, 117 tot 118, 120 tot 155, 167, 175 tot 176, 177/1, 180 tot 200, 202 tot 205, 209, 218 tot 219/1, 222 tot 223 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit in werking treden voor de prezones die worden beoogd in het geval waarvan sprake is in het tweede lid."
§ 2. Het artikel 71 van de wet van 15 mei 2007 treedt in werking de tiende dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 12. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.