Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de inhoud en de minimale voorwaarden van de risicoanalyse bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-10-2013 en tekstbijwerking tot 20-10-2014)



Inhoudstafel:


Art. 1-9
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2014000654 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder:
  1° wet van 15 mei 2007 : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
  2° recurrente risico's : dagelijks voorkomende risico's, voor dewelke men over voldoende waarnemingen beschikt zodat ze meetbaar zijn op basis van statistische gegevens. De recurrente risico's worden gedekt door de adequate middelen van de zone, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, 4° van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
  3° punctuele risico's : risico's die een aantal specifieke locaties omvatten waarvoor het onmogelijk is om te schatten hoe vaak incidenten zich voordoen, maar waarvan de gevolgen ernstig kunnen zijn. De punctuele risico's vereisen specifieke interventiemiddelen of de inzet van belangrijke middelen inzake personeel of materieel;
  4° zone : de zone zoals bedoeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007 en de dienst voor brandweer en dringende medische hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art.2. De risicoanalyse bestaat uit een inventaris van de risico's en een evaluatie van de risico's.
  De inventaris van de risico's bestaat uit een exhaustieve oplijsting van de recurrente en punctuele risico's die zich bevinden op het grondgebied van de zone.
  De evaluatie van de risico's bestaat uit een objectieve studie van ieder geïnventariseerd risico om te bepalen of de gevolgen gelinkt aan het zich voordoen van een incident dat het risico veroorzaakt, een operationeel antwoord vereisen en om de noodzakelijke middelen te bepalen om het gepaste operationele antwoord te geven.

Art.3. De zone gebruikt statistieken van de laatste drie jaar voor het opstellen van de beschrijving en de inventarissen bedoeld in de bijlagen 1, 2 en 3.
  Als er geen statistieken beschikbaar zijn voor de laatste drie jaar, kan de referentieperiode ingekort worden tot diegene waarvoor statistieken beschikbaar zijn, met een minimum van één jaar.

Art.4. De zone maakt een gedetailleerde beschrijving van de kenmerken van de zone en van de gemeenten die er deel van uitmaken, zoals opgenomen in bijlage 1.

Art.5. § 1. De zone maakt een inventaris op van de recurrente risico's op haar grondgebied, waarbij ten minste rekening gehouden wordt met het gemiddeld aantal interventies van de volgende categorieën van interventies :
  1° binnenbranden;
  2° buitenbranden;
  3° andere dringende interventies
  4° dringende geneeskundige hulpverlening;
  5° niet-dringende interventies.
  Om de elementen aan te brengen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het meerjarenbeleidsplan bedoeld in artikel 23 van de wet van 15 mei 2007, zowel voor het gehele grondgebied van de zone als voor de gemeentelijke grondgebieden, wordt de inventaris van de recurrente risico's opgemaakt per gemeente van de zone. De zone kan de inventaris opmaken op een kleinere of grotere schaal dan het gemeentelijke grondgebied indien het netwerk van posten het vereist.
  § 2. De zone maakt een analyse van de recurrente risico's overeenkomstig de indeling van de interventietypes bedoeld in bijlage 2.
  De statistische analyse van de recurrente risico's laat toe om, op basis van de door de zone bepaalde adequate middelen, de gelijkwaardigheid te verifiëren tussen de beschikbare operationele middelen en de middelen die noodzakelijk zijn om te beantwoorden aan de door de zone uitgevoerde opdrachten.
  Voor de recurrente risico's bevat de risicoanalyse ten minste :
  1° de studie over de waarschijnlijkheid van de gelijktijdige vertrekken uit de posten van de zone;
  2° de dekkingsgraad voor een gegeven grondgebied (gedekte oppervlakte voor een gegeven interventietermijn);
  3° de dekkingsgraad voor een gegeven bevolking (aantal gedekte burgers voor een gegeven interventietermijn);
  4° de dekkingsgraad per groep van opdrachten zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid.

Art.6. De zone maakt een inventaris op van de punctuele risico's en evalueert deze risico's overeenkomstig bijlage 3. De zone kan andere punctuele risico's, die zij als relevant beschouwt, toevoegen.

Art.7. De risicoanalyse wordt overgemaakt aan de algemene inspectie van de diensten van de civiele veiligheid bedoeld in titel VII van de wet van 15 mei 2007.

Art.8.[1 Treden in werking op 1 januari 2015 :
   1° het artikel 5 van de wet van 15 mei 2007;
   2° dit besluit.
   In afwijking van het eerste lid treden het artikel 5 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.
   De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken maakt, in toepassing van het tweede lid, in het Belgisch Staatsblad het bericht bekend dat de datum vermeldt waarop artikel 5 van de wet van 15 mei 2007 en dit besluit in werking treden voor de prezones die worden beoogd in het geval waarvan sprake is in het tweede lid.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-08-04/15, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art.9. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Minimaal op te nemen elementen in de gedetailleerde beschrijving van de voorstelling van de zone
  1. Geografische situatie
  a) aangrenzende zones
  b) grenzen
  c) oppervlakte
  2. Natuurlijke omgeving
  a) landschappen (stedelijk, landelijk, plateau, vlakte, ...)
  b) hydrografisch netwerk
  c) bevaarbare waterlopen
  d) grenzen van de natuurlijke elementen
  e) oppervlakte van de natuurlijke elementen
  3. Bevolking
  a) aantal inwoners
  b) bevolkingsdichtheid
  c) landelijke zones
  d) stedelijke zones
  e) bevolkingsverschuiving in de loop van het jaar (toeristische periodes)
  4. Bestuurlijke structuur
  a) aantal gemeenten
  b) arrondissement
  5. Economische activiteit
  a) landbouw
  b) industrie
  c) tertiaire sector
  d) toerisme
  6. De transportwerken
  a) wegennetwerk
  - autosnelwegen
  - gewestwegen
  b) spoorwegennetwerk (trein, tram, metro)
  - klassieke spoorwegen
  - hogesnelheidslijnen
  - reizigersstations
  - rangeerstations
  - speciale treinen
  c) luchthavens
  - aantal luchthavens
  - type luchthavens
  - grootte van luchthavens
  d) rivierennetwerk
  - beschrijving van de bevaarbare waterlopen
  - speciale transporten
  7. Onder- en bovengrondse netwerken
  a) gas
  b) elektriciteit
  c) andere gevaarlijke gassen of vloeistoffen
  8. Cartografie
  Alle in de beschrijving opgenomen elementen zijn zichtbaar op kaartmateriaal.

Art. N2. Bijlage 2. - Indeling interventies in categorieën van recurrente risico's
  1. Binnenbranden
  a) Melding branddetectie
  b) Brandgeur binnen
  c) Controle van goede blussing binnen
  d) Controle rookontwikkeling
  e) Tunnel, ondergrondse parking, metrostation
  f) Gebouw
  g) Industrie
  h) Explosie binnen
  i) Hoogspanningscabine of -installatie
  j) Schoorsteenbrand
  2. Buitenbranden
  a) Auto, landbouwvoertuig
  b) Brandgeur buiten
  c) Controle van goede blussing buiten
  d) Bus, trein, tram
  e) Vrachtwagen
  f) Bos en heide (uitgestrekte brand)
  g) Explosie buiten
  h) Luchtvaartuig
  i) Container, vuilnisbak
  j) Berm, gras, talud
  3. Andere dringende interventies
  Alle door de hulpverleningszone uitgevoerde interventies bedoeld in bijlage 1, punten 2, 3 en 4, van het koninklijk besluit van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen
  4. Dringende geneeskundige hulpverlening
  Alle door de hulpverleningszone uitgevoerde interventies in het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening.
  5. Niet-dringende interventies
  Alle door de hulpverleningszone uitgevoerde interventies anders dan deze opgenomen in punt 1 tot en met 4 van deze bijlage.

Art. N3. Bijlage 3. - Inventaris en analyse van de punctuele risico's
  1. Natuurlijke risico's
  a) Definitie
  Het natuurlijk risico wordt gedefinieerd als de kruising tussen een natuurverschijnsel (overstroming, bosbrand...) en menselijke kwetsbaarheden, dit wil zeggen activiteiten of installaties die beschadigd kunnen worden door het optreden van het verschijnsel waarvan sprake. Het natuurlijk risico kan in verschillende categorieën worden onderverdeeld :
  - aardbevingen;
  - grondverschuivingen;
  - overstromingen;
  - atmosferische depressies;
  - regenbuien die ijzel veroorzaken;
  - bosbranden.
  b) Analyse
  Voor elk type natuurlijk risico, stelt de zone een inventaris van deze risico's op door zich te baseren op de historiek van de interventies en de geografische en geologische gegevens van de sectoren.
  Zij stelt een cartografie van elk van de risico's op.
  Zij bepaalt de middelen waarover de posten moeten beschikken om onmiddellijk te reageren op het zich voordoen van natuurlijke risico's en bepaalt de gespecialiseerde middelen om het hoofd te bieden aan een natuurlijk incident van grote omvang.
  2. Industriële risico's
  a) Definitie
  Het industrieel risico is een toevallige gebeurtenis die zich voordoet op een industrieterrein. Hierbij worden gevaarlijke producten en werkwijzen gebruikt en het risico veroorzaakt onmiddellijke ernstige gevolgen voor het personeel, de naburige bevolking, de goederen of de omgeving.
  De voornaamste uitingen van het industrieel risico zijn :
  - de brand van vaste, vloeibare of gasvormige ontvlambare producten, waarvan de gevolgen van verbranding gecombineerd kunnen worden met risico's op verstikking verbonden aan de emissie van toxische producten;
  - de ontploffing te wijten aan de vorming van bijzonder reactieve mengsels of aan een brand, waarvan de gevolgen tegelijkertijd thermisch (brandwonden), maar ook mechanisch (overdruk en raketeffect) zijn;
  - de emissie, en vervolgens de verspreiding in de lucht, het water of de bodem van gevaarlijke toxische producten door inademing, inname of contact met de huid, waaruit een vervuiling van het milieu en een risico voor de mens kan voortvloeien.
  b) Analyse
  Voor elk type industrieel risico, stelt de zone een inventaris van deze risico's op door zich te baseren op de eigenschappen van de hoge risico's.
  Zij stelt een cartografie van elk van de risico's op.
  Zij verdeelt de verschillende types risico's op het grondgebied van de zone :
  - brand;
  - ontploffing;
  - chemische risico's en risico's voor het milieu;
  - natuurlijke risico's.
  3. Risico's op het niveau van de gebouwen met daarin personen die een bijzondere waakzaamheid vereisen en gebouwen die bij brand uitzonderlijk ernstige risico's inhouden
  a) Definitie
  Gebouw met daarin personen die een bijzondere waakzaamheid vereisen of gebouw of gebouwencomplex en gebouwen dat bij brand uitzonderlijk ernstige risico's inhoudt.
  b) Analyse
  De zone stelt een inventaris op van de gebouwen met daarin personen die een bijzondere waakzaamheid vereisen en van gebouwen die bij brand uitzonderlijk ernstige risico's inhouden.
  Zij stelt een cartografie van elk van de risico's op.
  Zij bepaalt de gespecialiseerde middelen waarover zij dient te beschikken om het hoofd te bieden aan een incident in dit type vestiging.
  4. Risico's in verband met transport
  a) Definitie
  De risico's verbonden aan het transport betreffen de risico's verbonden aan het wegvervoer, het spoorwegvervoer, het vervoer op het water, het luchtvervoer, het vervoer van gevaarlijke stoffen, de zeevracht.
  b) Analyse
  Voor elk type risico verbonden aan het transport, stelt de zone een inventaris van deze risico's op door zich te baseren op de historiek van de interventies en de geografische gegevens van de sectoren (snelwegennet, rivierennet, ...).
  Zij stelt een cartografie van elk van de risico's op.
  Zij bepaalt de middelen waarover de posten moeten beschikken om onmiddellijk te reageren bij het zich voordoen van risico's in verband met het transport en bepaalt de gespecialiseerde middelen om het hoofd te bieden aan een incident verbonden aan het transport.
  5. Nucleaire - Radiologische - Biologische en Chemische risico's
  a) Definitie
  Het betreft de interventie van de hulpdiensten bij een incident of een groot ongeval van technologische aard of, bij een daad van kwaadwilligheid waarbij industriële producten of stoffen voor oorlogvoering zijn betrokken.
  b) Analyse
  De zone stelt de lijst van de technologische risico's op die aanwezig zijn in de zone. Zij bepaalt voor elk hiervan de gevolgen die hieraan inherent zijn (toxisch risico, risico op ontploffing, brandrisico, risico op vervuiling).
  Zij bepaalt hoe zij het hoofd zal bieden aan dergelijke risico's en stelt in haar schema inzake de organisatie van de operationele dekking op welke de gespecialiseerde teams zijn die moeten worden opgericht om het hoofd te bieden aan dergelijke incidenten.
  De organisatie bij dergelijke incidenten houdt rekening met de specialiteiten van andere zones of van andere nabije hulpdiensten.
  Zij stelt een cartografie van elk van de risico's op.
  6. Maatschappelijke risico's
  a) Definitie
  De maatschappelijke risico's stemmen overeen met de risico's die veroorzaakt worden door de plotselinge verhoging van de bevolkingsdichtheid op een bepaalde plaats en tijdens een bepaalde tijd.
  De in aanmerking genomen elementen zijn :
  - het toerisme;
  - massabijeenkomsten.
  b) Analyse
  Voor elke type maatschappelijk risico, stelt de zone een inventaris van deze risico's op door zich te baseren op de historiek van de interventies en de gegevens eigen aan de toeristische sites.
  Zij stelt een cartografie van elk van de risico's op.