Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

14 FEBRUARI 2008. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995, 20 juli 1995, 15 februari 1996, 7 november 1996, 21 januari 1999, 28 februari 2002 en 30 juni 2005 waarbij de ambtenaren aangesteld werden voor de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheden inzake fiscaliteit.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995031214  1995031215  1995031512  1996031139  1996931500  1999031066  2002031084 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997 en bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005, wordt aangevuld met volgend lid : " In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie. "

Art.2. Artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997 en bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005, wordt aangevuld met volgend lid : " In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie. "

Art.3. Artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 juli 1995 houdende delegatie van bevoegdheid inzake de provinciale belastingen die betrekking hebben op het belastingjaar 1994 en op de voorgaande belastingsjaren, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005, wordt aangevuld met volgend lid : " In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie. "

Art.4. Artikel 3, 1°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 februari 1996 tot aanstelling van de ambtenaren bevoegd voor de vestiging en de invordering van sommige belastingen voorzien in de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997 en bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005, wordt aangevuld met volgend lid : " In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie. ".

Art.5. Artikel 53 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 november 1996 tot bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van de heffing op de lozing van afvalwater, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997, bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 februari 2002 en bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005, wordt aangevuld met volgend lid : " In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie. "

Art.6. Artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005, wordt aangevuld met volgend lid : " In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie. "

Art.7. Artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 februari 2002 betreffende de administratieve geldboetes inzake heffing op de lozing van afvalwater, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005, wordt aangevuld met volgend lid : " In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie. "

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2008.

Art. 9. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren, en de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 14 februari 2008.
  De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid,
  Ch. PICQUE
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
  G. VANHENGEL
  De Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid,
  Mevr. E. HUYTEBROECK.