20 JULI 1995. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende delegatie van bevoegdheid inzake de provinciale belastingen die betrekking hebben op het belastingsjaar 1994 en op de voorgaande belastingsjaren. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-10-1995 en tekstbijwerking tot 13-05-2011)
Art. 1-4
Artikel 1. Dit besluit regelt een materie bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2.[1 De Directeur van de Directie Inkohiering van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt gemachtigd]1 de nodige beslissingen (zoals belastingsverminderingen, belastingsvrijstellingen, terugbetalingen ingevolge dubbele inning) te nemen inzake de nog aanhangig zijnde dossiers betreffende de provinciebelastingen voor het belastingjaar 1994 en voor de voorgaande belastingjaren, die, op grond van artikel 140quinquies van de Provinciewet, verwezen zijn naar de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
(In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.) <BESL 2008-02-14/41, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2008>
----------
(1)<BESL 2011-04-28/31, art. 9, 004; Inwerkingtreding : onbepaald , treedt in werking op het moment van de oprichting van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest>
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995.
Art. 4. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 juli 1995.
Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Ruimtelijke Ordening, Ondergeschikte Besturen en Tewerkstelling,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
J. CHABERT