Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

28 FEBRUARI 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve geldboetes inzake heffing op de lozing van afvalwater. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-04-2002 en tekstbijwerking tot 13-05-2011)



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996931500 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Als het Brussels Instituut voor Milieubeheer een overtreding vaststelt van de bepalingen van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een heffing op de lozing van afvalwater, of van de besluiten genomen ter uitvoering van die ordonnantie, deelt het zulks mede aan de Fiscale Dienst van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het deelt tevens alle gegevens en stukken mede die het bewijs van de overtreding kunnen leveren.

Art.2. De in artikel 39 van de genoemde ordonnantie bedoelde administratieve boete wordt ingekohierd voor hetzelfde aanslagjaar als datgene waarvoor de heffing waarop de inbreuk betrekking heeft wordt ingekohierd.

Art.3.[1 Alvorens de geldboete in te kohieren, stuurt de Directeur van de Directie Inkohiering van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,]1 bij een ter post aangetekende brief een bericht aan de overtreder. In dat bericht deelt hij de aard van de inbreuk mee, alsook de ordonnantie- of verordeningsbepaling die niet werd nageleefd en het bedrag van de geldboete die hij zal opleggen.
  (In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie.) <BESL 2008-02-14/41, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2008>
  ----------
  (1)<BESL 2011-04-28/31, art. 7, 004; Inwerkingtreding : onbepaald , treedt in werking op het moment van de oprichting van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest>

Art.4. De overtreder beschikt over een termijn van één maand na ontvangst van het bericht, om aan de in artikel 3 bedoelde ambtenaar zijn opmerkingen of rechtvaardigingen toe te sturen. De bovengenoemde ambtenaar kan het opleggen van de geldboete verzaken indien de rechtvaardigingen hem aannemelijk lijken.

Art.5. De ingekohierde geldboete dient betaald te worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet dat erop betrekking heeft.

Art.6. Dit besluit is van toepassing op de inbreuken die gepleegd zijn vanaf 1 januari 2001.

Art.7. (Opgeheven) <BESL 2005-06-30/43, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-08-2005>

Art. 8. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, tot wiens bevoegdheden Financiën behoren, en de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, tot wiens bevoegdheden Leefmilieu behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 28 februari 2002.
  Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek,
  F-X de DONNEA
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
  G. VANHENGEL
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel,
  D. GOSUIN.