Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 FEBRUARI 1996. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanstelling van de ambtenaren bevoegd voor de vestiging en de invordering van sommige belastingen voorzien in de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-05-1996 en tekstbijwerking tot 26-01-2012)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1997031420 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit regelt een materie bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit dient onder "de ordonnantie betreffende de gewestbelasting" te worden verstaan, de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen (, gewijzigd door de ordonnantie van 17 juli 1997 tot wijziging van de procedure van het onderzoek, de inning en de vervolgingen inzake gewestelijke autonome fiscaliteit). <BESL 1997-09-11/34, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 11-10-1997>

Art.3.[1 § 1. De ambtenaren belast met de uitvoering van de artikelen 14, 26 en 31 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, zijn :
   1° De Directeur van de Directie Inkohiering van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de uitvoerbaarverklaring van de kohieren van deze belastingen, overeenkomstig artikel 12, § 1, van de ordonnantie betreffende de gewestbelasting.
   In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohiering niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen deze Directie;
   2° de Directeur van de directie Inning van de fiscale administratie, van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het viseren en uitvoerbaar verklaren van het dwangbevel overeenkomstig artikel 19, § 1, tweede lid, van de ordonnantie betreffende de gewestbelasting;
   3° de Directeur-generaal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor :
   a) de oplossing van de in artikel 18 van de ordonnantie betreffende de gewestbelasting bedoelde moeilijkheden die kunnen rijzen vooraleer het geding aanhangig wordt gemaakt;
   b) de ondertekening van het aanstellingsbewijs bedoeld in artikel 11, § 3, van de ordonnantie betreffende de gewestbelasting;
   4° [2 de rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken]2, voor de inning van deze belastingen, overeenkomstig artikel 19, § 1, eerste lid van de ordonnantie betreffende de gewestbelasting.
   § 2. In geval de betrekking van Directeur van de directie Inning van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden bedoeld in de vorige paragraaf, rubriek 2°, uitgeoefend door de Directeur Generaal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
   In geval van afwezigheid van de Directeur van de directie Inning van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door de Directeur-generaal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
   § 3. In geval de betrekking van Directeur-generaal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden hem toegekend in de vorige paragrafen van dit artikel, uitgeoefend door de Adjunct-Secretaris-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
   In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.]1
  [2 § 4. In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in § 1 van dit artikel uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.]2
  ----------
  (1)<BESL 2011-04-28/31, art. 5, 006; Inwerkingtreding : onbepaald , treedt in werking op het moment van de oprichting van de fiscale administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest>
  (2)<BESL 2011-12-15/28, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2012>

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.

Art. 5. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 15 februari 1996.
  Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
  Ch. PICQUE
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen,
  J. CHABERT
  De Gewestelijke Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
  E. TOMAS