23 JANUARI 2015. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorschriften voor de activering van het betalingsrechtensysteem in 2015
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Toegang tot het betalingsrechtensysteem en berekening van de waarde van de betalingsrechten
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Specifieke gevallen van toegang tot het basisbetalingssysteem en toekenning van betalingsrechten
Art. 6-8
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 9
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° aanvraag tot overdracht van referentiegegevens: aanvraag tot een specifieke regeling van toegang tot het basisbetalingssysteem en de toekenning van betalingsrechten;
2° besluit van 24 oktober 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
HOOFDSTUK 2. - Toegang tot het betalingsrechtensysteem en berekening van de waarde van de betalingsrechten
Art.2. De verlaging, vermeld in artikel 11, § 2, derde lid, van het besluit van 24 oktober 2014, gebeurt proportioneel, meer bepaald op basis van het verschil tussen de eenheidswaarde van een betalingsrecht van de landbouwer en het regionaal gemiddelde van een betalingsrecht in 2019.
Art.3. De bevoegde entiteit bezorgt aan de landbouwer de referentiegegevens voor het bepalen van het aantal nieuwe betalingsrechten en de waarde ervan.
De referentiegegevens, vermeld in het eerste lid, zijn:
1° het aantal geconstateerde subsidiabele hectaren in 2013;
2° de totale waarde van de toeslagrechten waar de landbouwer over beschikt op 21 april 2014;
3° het toegangsrecht tot het betalingsrechtensysteem conform artikel 9 van het besluit van 24 oktober 2014.
Art.4. § 1. In de gevallen, vermeld in artikel 12, § 1, van het besluit van 24 oktober 2014, kan de landbouwer een herziening van de referentiegegevens aanvragen. Daarvoor vult hij het papieren of digitaal formulier op het e-loket in dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. Hij stuurt dat binnen de twee maanden na ontvangst van het overzicht van de referentiegegevens op.
§ 2. In geval van onjuiste of onvolledige gegevens als vermeld in artikel 12, § 1, 1°, van het besluit van 24 oktober 2014, geeft de landbouwer de reden aan waarom de gegevens onjuist of onvolledig zijn en corrigeert hij de gegevens of vult hij ze aan. Hij levert het bewijs aan de hand van voldoende bewijsstukken.
§ 3. In geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden als vermeld in artikel 12, § 1, 2°, van het besluit van 24 oktober 2014, geeft de landbouwer aan om welke categorie van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden het gaat en voegt hij de nodige bewijsstukken bij de aanvraag tot herziening.
Voor de berekening van de eenheidswaarde, vermeld in artikel 11, § 2, tweede lid, van het besluit van 24 oktober 2014, wordt een situatie van overmacht en uitzonderlijke omstandigheden in 2014 aanvaard als de waarde van de toeslagrechten waar de landbouwer over beschikt in 2014 minstens 15% lager is dan de waarde van de toeslagrechten waar de landbouwer over beschikte in het jaar dat voorafgaat aan het jaar of de jaren waarin de situatie van overmacht en uitzonderlijke omstandigheden zich heeft voorgedaan.
§ 4. De bevoegde entiteit beslist op basis van het door de landbouwer geleverde bewijs over de ontvankelijkheid en gegrondheid van de aanvraag tot herziening van de referentiegegevens.
Als de aanvraag ontvankelijk en gegrond is, wordt de herziening van de referentiegegevens toegestaan.
Als de aanvraag van de landbouwer wordt afgewezen, kan hij een met redenen omkleed bezwaar indienen bij de bevoegde entiteit. Dat bezwaar moet uiterlijk binnen dertig dagen na de kennisgeving van de weigering tot herziening aangetekend worden verstuurd.
Art.5. Om in aanmerking te komen voor de toekenning van betalingsrechten, dient de landbouwer een aanvraag in met de verzamelaanvraag voor de campagne 2015, uiterlijk op de uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag.
HOOFDSTUK 3. - Specifieke gevallen van toegang tot het basisbetalingssysteem en toekenning van betalingsrechten
Art.6. In de gevallen, vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, van het besluit van 24 oktober 2014, kan de landbouwer een aanvraag tot overdracht van referentiegegevens doen.
De aanvraag tot overdracht van referentiegegevens wordt uiterlijk op 21 april 2015 door de overnemer ingediend, via het digitaal formulier dat de bevoegde entiteit op het e-loket ter beschikking stelt. Hij voegt daarbij het bewijs aan de hand van stukken, op basis waarvan de bevoegde entiteit kan nagaan of is voldaan aan alle voorwaarden om zich in een situatie als vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, van het besluit van 24 oktober 2014, te bevinden.
Personen die niet beschikken over een e-ID of die niet de mogelijkheid hebben om te beschikken over een andere aanmeldings- en authenticatiemogelijkheid die ondersteund wordt door FedICT, mogen in afwijking van het eerste lid de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens indienen door middel van het papieren formulier dat de bevoegde entiteit ter beschikking stelt. Dat formulier wordt volledig ingevuld en ondertekend ingediend bij de bevoegde entiteit uiterlijk op de uiterste indieningsdatum, vermeld in het tweede lid.
Uit de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens blijkt dat de overlater akkoord gaat met de overdracht van de toegang tot de basisbetaling of met de overdracht van de toegekende betalingsrechten. Bij privaatrechtelijke verkoop- of verhuurcontracten als vermeld in artikel 20 of 21 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014, blijkt ook uit de aanvraag dat de overlater toestemming geeft aan de overnemer om de aanvraag in te dienen.
In een geval als vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, 4°, van het besluit van 24 oktober 2014, moet de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens de gegevens, vermeld in artikel 3, 4 of 5 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 641/2014, bevatten, alsook de aanduiding van de subsidiabele hectares die overgenomen worden. Het oorspronkelijk privaatrechtelijk verkoop- of verhuurcontract, en in voorkomend geval alle latere wijzigingen of verbeteringen aan dat contract waarin de clausule vervat zit, wordt bij de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens gevoegd.
Art.7. Onder privaatrechtelijke verkoop- of verhuurcontracten als vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, 4°, van het besluit van 24 oktober 2014 wordt verstaan:
1° bij privaatrechtelijke verkoopcontracten: een notariële verkoopakte;
2° bij privaatrechtelijke verhuurcontracten:
a) een schriftelijke pachtovereenkomst tussen de grondeigenaar en de pachter;
b) een schriftelijke onderpachtovereenkomst tussen de pachter en de onderpachter. Uit de onderpachtovereenkomst blijkt ontegensprekelijk dat de pachter voorafgaande schriftelijke toestemming heeft gekregen van de verpachter, conform artikel 30, eerste lid, van de Pachtwet, of dat de pachter, in een geval van onderpacht als vermeld in artikel 31 van de Pachtwet, de grondeigenaar op de hoogte heeft gebracht van de onderpacht aan zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of aan die van zijn echtgenoot evenals aan de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen;
c) een schriftelijke ruilpachtovereenkomst tussen de beide pachters. Het opgemaakte document moet duidelijk vermelden dat het een ruilpacht betreft als vermeld in artikel 30, derde lid, van de Pachtwet;
d) een schriftelijke seizoenpachtovereenkomst of cultuurcontract tussen de pachter en de seizoenpachter. Het opgemaakte document moet duidelijk vermelden dat het een seizoenpacht betreft dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, 2°, van de Pachtwet.
Een clausule in privaatrechtelijke verkoop- of verhuurcontracten als vermeld in artikel 13, § 1, eerste lid, 4°, van het besluit van 24 oktober 2014, is voor 21 april 2015 opgenomen in dat contract of de wijziging van dat contract, en bevat één van de volgende bepalingen:
1° dat de verkoper of de verhuurder het recht om betalingsrechten te ontvangen overdraagt aan één of meerdere kopers of huurders;
2° dat de betalingsrechten, of een deel van de betalingsrechten, overgedragen worden aan één of meerdere kopers of huurders.
Art.8. De bevoegde entiteit beslist op basis van de geleverde bewijzen en de bijgevoegde bewijsstukken over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de aanvraag.
Als de aanvraag tot overdracht van referentiegegevens van de landbouwer ontvankelijk en gegrond is, worden betalingsrechten toegekend. De waarde van die betalingsrechten wordt berekend conform artikel 14, 20 en 21 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 en artikel 6 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 641/2014.
Als de aanvraag van de landbouwer wordt afgewezen, kan hij een met redenen omkleed bezwaar indienen bij de bevoegde entiteit. Dat bezwaar moet uiterlijk binnen dertig dagen na de kennisgeving van de weigering tot herziening aangetekend worden verstuurd.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.