Details





Titel:

23 MAART 1989. - WET betreffende de verkiezing van het Europese Parlement (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-12-2016 en tekstbijwerking tot 29-04-2024)



Inhoudstafel:

Titel I. Kiezers
Hoofdstuk I. Verschillende categorieën van kiezers en kiesbevoegdheidsvoorwaarden
Art. 1
Hoofdstuk II. Kiezerslijsten
Afdeling I. [Lijst van de kiezers die zijn ingeschreven of vermeld in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente] <W 1994-04-11/62, art. 2, Inwerkingtreding : 26-04-1994>
Art. 2-3, 3bis, 4
Afdeling II. - [1 Lijst van de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven]1
Art. 5-8
Titel II. Kieskringen en kiescolleges, kiesbureaus, oproeping van de kiezers
Hoofdstuk I. Kieskringen en kiescolleges
Art. 9-10
Hoofdstuk II. Kiesbureaus
Art. 11-12, 12bis, 13-15
Hoofdstuk III. Oproeping van de kiezers
Art. 16-17
Titel III.
Hoofdstuk I. Handhaving van de orde
Art. 18
Hoofdstuk II. Kandidaatstelling en stembiljetten
Art. 19-21, 21bis, 22-28
Hoofdstuk III. Stemverrichtingen
Afdeling I. Inrichting van de stembureaus en wijze van geldig stemmen
Art. 29
Afdeling II. Stemming bij volmacht
Art. 30
Afdeling III. [1 Verschillende stemwijzen voor de Belgen die in het buitenland verblijven]1
Art. 31, 31/1, 31/2, 31/3, 31/4
Afdeling IV. Datum van de verkiezing
Art. 32
Hoofdstuk IV. [1 Telling]1
Art. 33-36, 36/1, 37-38
Titel IV. Stemplicht en straffen
Art. 39-40
Titel V. Verkiesbaarheid en onverenigbaarheden
Art. 41-42, 42bis
Titel VI. Diverse bepalingen
Art. 43, 43bis, 43ter, 43quater, 43quinquies, 44-46
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Titel I. Kiezers
Hoofdstuk I. Verschillende categorieën van kiezers en kiesbevoegdheidsvoorwaarden
Artikel 1.§ 1. [5 Om kiezer te zijn voor het Europees Parlement, moet men:
   1А Belg zijn;
   2А de volle leeftijd van zestien jaar hebben bereikt;
   3А ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente, of ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters bijgehouden in een van de consulaire beroepsposten die zich in een Staat bevinden die geen lidstaat is van de Europese Unie, of ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters bijgehouden in een van de consulaire beroepsposten die zich in een lidstaat van de Europese Unie bevinden waarin zij niet voor het Europees Parlement mogen stemmen;
   4А zich niet bevinden in een der gevallen van uitsluiting of schorsing voorzien bij de artikelen 6 tot 8 van het Kieswetboek.
   De voorwaarden tot het kiesrecht, bedoeld in deze paragraaf, dienen vervuld te zijn de dag waarop de kiezerslijst wordt opgemaakt, uitgezonderd deze vermeld onder het eerste lid, 2А en 4А, waaraan dient voldaan te worden op de dag van de verkiezing]5.
  § 2. [5 De hoedanigheid van kiezer voor het Europees Parlement en de toelating om hun stemrecht uit te oefenen ten voordele van kandidaten die op Belgische lijsten staan, kunnen worden verkregen door:
   1А de Belgen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters bijgehouden in een van de consulaire beroepsposten die zich in een lidstaat van de Europese Unie bevinden waarin zij voor het Europees Parlement mogen stemmen, die voldoen aan de kiesvoorwaarden bedoeld in Ї 1, eerste lid, 2А en 4А, die erom vragen, in overeenstemming met hoofdstuk II, afdeling II, van deze titel, bij de Belgische consulaire post waarvan ze afhangen en die niet uitdrukkelijk de wens hebben uitgedrukt om hun stemrecht uit te oefenen in de lidstaat waar ze verblijven;
   2А de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, behalve wat betreft de nationaliteit, voldoen aan de voorwaarden gesteld in paragraaf 1, en die overeenkomstig paragraaf 3 de wil te kennen gegeven hebben om hun stemrecht in Belgiы uit te oefenen.
   Het stemrecht ten voordele van kandidaten die op Belgische lijsten staan, wordt ontzegd aan de personen bedoeld in het eerste lid, 2А, die ten gevolge van een individuele rechterlijke beslissing of een administratieve beslissing, voor zover deze beslissing het voorwerp kan uitmaken van een gerechtelijk beroep, in hun Staat van herkomst hun stemrecht hebben verloren.
   De minderjarigen kunnen slechts een aanvraag bedoeld in het eerste lid, 1А en 2А, indienen vanaf het moment dat ze de volle leeftijd van veertien jaar hebben bereikt.]5
  [§ 3. Om te kunnen worden ingeschreven op de kiezerslijst bedoeld in artikel 3, moeten de personen bedoeld in § 2, eerste lid, 2°, bij de gemeente waar zij hun hoofdverblijf hebben gevestigd, een schriftelijke aanvraag indienen overeenkomstig het door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde model; de aanvraag vermeldt:
  1° hun nationaliteit;
  2° het adres van hun hoofdverblijfplaats;
  3° in voorkomend geval de gemeente, de kieskring of de diplomatieke of consulaire post van de Lid-Staat van herkomst waar zij het laatst op de kiezerslijst zijn ingeschreven.
  In deze aanvraag moet de betrokken persoon verklaren:
  1° dat hij zijn stemrecht enkel voor een Belgische lijst zal uitoefenen;
  2° dat hij het stemrecht in zijn Staat van herkomst niet verloren heeft.
  De artikelen 7bis en 13 van het Kieswetboek zijn mede van toepassing.
  De kennisgevingen bedoeld in artikel 13 van het Kieswetboek worden echter door de betrokken parketten of griffies van de hoven en rechtbanken gedaan op uitdrukkelijk verzoek van de gemeentelijke overheden, wanneer deze laatste hebben vastgesteld dat de persoon die om zijn inschrijving op de kiezerslijst heeft gevraagd, onder de toepassing kan vallen van de maatregelen van uitsluiting of schorsing bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het Kieswetboek.
  Deze kennisgevingen worden binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag van de gemeentelijke overheid doorgestuurd. Indien er geen grond tot kennisgeving bestaat, wordt de gemeentelijke overheid daarvan binnen dezelfde termijn in kennis gesteld.
  In geval van kennisgeving nadat de kiezerslijst is opgemaakt, wordt de betrokkene van deze lijst geschrapt.
  Na te hebben gecontroleerd dat de kiesbevoegdheidsvoorwaarden wat hem betreft zijn vervuld, geeft het college van burgemeester en schepenen van de gemeente van verblijf aan de betrokkene kennis van zijn gemotiveerde beslissing om deze aanvraag, overeenkomstig de door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde modellen al dan niet in te willigen. In geval van weigering geschiedt de kennisgeving bij een [2 aangetekende zending]2. De inwilliging wordt in de bevolkingsregisters vermeld volgens de door de Koning vastgestelde nadere regelen.
  Onontvankelijk worden verklaard de aanvragen die worden ingediend tijdens de periode die begint op de datum van het opmaken van de kiezerslijst en afloopt op de datum van de verkiezing waarvoor ze werd opgemaakt.
  Buiten de periode bedoeld in het vorige lid kan iedereen die in de hoedanigheid van kiezer erkend is, om intrekking van deze erkenning vragen bij de gemeente waar hij zijn hoofdverblijf heeft gevestigd.
  De in voorgaande leden bedoelde erkenning blijft geldig zolang de betrokkene blijft voldoen aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden of niet om intrekking van de hem verleende erkenning gevraagd heeft. ] <W 1994-04-11/62, art. 1er, 2°, Inwerkingtreding : 26-04-1994>
  [3 § 3/1. [5 ...]5.
  § [4.] Elke kiezer heeft recht op slechts één stem. Behoudens het in artikel 30 bepaalde geval, wordt al wie meer dan een stem heeft uitgebracht of tegelijkertijd heeft gestemd 1[voor kandidaten voorgedragen op Belgische lijsten en voor kandidaten voorgedragen op lijsten van een andere Lid-Staat], gestraft met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 26 tot 200 euro. <W 1994-04-11/62, art. 1er, 3°, Inwerkingtreding : 26-04-1994>
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2018-04-19/25, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (3)<W 2022-06-01/06, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (4)<W 2023-03-28/02, art. 82, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (5)<W 2023-12-25/12, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Hoofdstuk II. Kiezerslijsten
Afdeling I. [Lijst van de kiezers die zijn ingeschreven of vermeld in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente]
Art.2.De bepalingen van titel II van het Kieswetboek met uitzondering van de artikelen 10, [...], 15 [1 ...]1 en 16, zijn van toepassing op de lijst van de kiezers bedoeld in onderhavige afdeling. <KB 1994-04-11/60, art. 1, 1°, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
  [Voor deze toepassing moet echter:
  1° artikel 17, § 1, eerste en tweede lid vervangen worden door de volgende leden:
  Het gemeentebestuur is verplicht, zodra de kiezerslijst voor het Europese Parlement bedoeld in artikel 3 opgemaakt is, [en uiterlijk 25 dagen voorafgaand aan de dag van de verkiezing van het Europese Parlement]2 exemplaren of afschriften ervan af te geven aan de personen die in naam van een politieke partij optreden, daartoe uiterlijk de vijfentwintigste van de derde maand die voorafgaat aan die tijdens welke de verkiezing van het Europese Parlement plaatsvindt, bij [2 aangetekende zending]2 een aanvraag richten aan de burgemeester, en die er zich schriftelijk toe verplichten een kandidatenlijst voor die verkiezing voor te dragen. <W 2004-04-25/43, art. 1, A, Inwerkingtreding : 17-05-2004>
  Elke politieke partij kan kosteloos twee exemplaren of afschriften van deze lijsten, [op papier [of naargelang zijn keuze] op gestandaardiseerde elektronische drager], krijgen, voor zover ze een kandidatenlijst voor de verkiezing van het Europese Parlement voorlegt in de kieskring waartoe de gemeente behoort, waarbij de aanvraag om afgifte van de lijst overeenkomstig het eerste lid ingediend werd. <W 2004-04-25/43, art. 1, B, Inwerkingtreding : 17-05-2004> <W 2009-04-14/02, art. 2, Inwerkingtreding : 15-04-2009>
  2° de verwijzing naar artikel 10, § 2, in de artikelen 18 en 19 vervangen worden door een verwijzing naar artikel 3, tweede lid, van deze wet.] <KB 1994-04-11/60, art. 1, 2°, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2018-04-19/25, art. 47, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>

Art.3.[4 De eerste dag van de tweede maand vѓѓr de verkiezing van het Europese Parlement maakt het college van burgemeester en schepenen van elke gemeente de lijst op waarop de Belgische kiezers bedoeld in artikel 1, Ї 1, die ingeschreven zijn in de bevolk-gingsregisters van deze gemeente, alsook de kiezers bedoeld in artikel 1, Ї 2, eerste lid, 2А, verzameld worden. Voor deze verrichting belast het college van burgemeester en schepenen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken ermee hem kosteloos en digitaal de in het tweede lid, eerste zin, bedoelde gegevens te leveren van elke persoon die aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden voldoet en in de bevolkingsregisters is ingeschreven. Deze gegevens worden vernietigd de dag volgend op de dag waarop de verkiezingen gevalideerd worden.]4
  [Voor elke persoon die voldoet aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden, vermeldt de kiezerslijst de naam, de voornamen, de geboortedatum, [3 de hoofdverblijfplaats en het identificatienummer bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen]3. [De lijst van de kiezers bedoeld in [artikel 1, § 2, eerste lid, 2°], vermeldt bovendien hun nationaliteit.] De lijsten worden, volgens een doorlopende nummering, per gemeente of, in voorkomend geval, per wijk van de gemeente opgemaakt, ofwel in alfabetische volgorde van de kiezers, ofwel geografisch volgens de straten.] <W 1993-07-16/31, art. 194, 2°, Inwerkingtreding : 30-07-1993> <W 1994-04-11/62, art.3, 2°, Inwerkingtreding : 26-04-1994> <W 2009-04-14/02, art. 3, Inwerkingtreding : 15-04-2009>
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2022-06-01/06, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 83, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (4)<W 2023-12-25/12, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Art. 3bis.<Ingevoegd bij W 1994-04-11/62, art. 4, Inwerkingtreding : 26-04-1994>Zodra de kiezerslijst is opgemaakt, sturen de gemeenten onverwijld, per nationaliteit, de lijst van de personen bedoeld in artikel 1, § 2, eerste lid, 2°, die erop zijn ingeschreven, aan de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn gemachtigde.
  Overeenkomstig artikel 6 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, bepaalt de Koning welke informatie de gemeenten over de personen die op deze lijst voorkomen, moeten mededelen met het oog op het bepaalde in het derde lid en kan Hij de gemeente verplichten die gegevens te verstrekken door toedoen van het Rijksregister.
  De Minister van Binnenlandse Zaken of zijn gemachtigde deelt aan elke Lid-Staat van herkomst de lijsten mede die erop betrekking hebben, om de betrokken Staat in staat te stellen na te gaan of de betrokkenen hun actief kiesrecht niet hebben verloren of in die staat niet als kiezer ingeschreven zijn.
  In voorkomend geval deelt de Minister van Binnenlandse Zaken aan de betrokken gemeenteoverheden de informatie mede die hij van de Staat van herkomst heeft ontvangen naar aanleiding van de in het vorige lid bedoelde mededeling en volgens welke communautaire kiezers hun actief kiesrecht in die Staat zouden hebben verloren. Het college van burgemeester en schepenen schrapt deze personen van de kiezerslijst en geeft hun daarvan kennis [1 via aangetekende zending]1.
  ----------
  (1)<W 2018-04-19/25, art. 48, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>

Art.4.[1 § 1. [4 De bepalingen van de artikelen 4, 89bis, 90 en 91 van het Kieswetboek zijn van toepassing op de Belgische kiezers bedoeld in artikel 1, Ї 1, die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente, alsook op de kiezers die bedoeld worden in artikel 1, Ї 2, eerste lid, 2А.]4
   § 2. Uiterlijk de vijfentwintigste dag voor die van de verkiezing stuurt het gemeentebestuur langs elektronische weg [3 aan de gouverneur of aan de door hem aangewezen ambtenaar, alsook aan de minister van Binnenlandse Zaken, de lijst van de in de gemeente georganiseerde stembureaus. Deze lijst vermeldt het aantal kiezers ingeschreven per stembureau, het adres van het stembureau en de bestemming die het lokaal dat als stembureau dient, gewoonlijk heeft]3. De gouverneur of de door hem aangewezen ambtenaar controleert de overeenstemming van deze lijst met de artikelen 90 en 91 en valideert deze met zijn elektronische handtekening, ten laatste vijftien dagen voor de verkiezing.
   Voor de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest worden die lijsten gestuurd aan de bevoegde overheid van de Brusselse agglomeratie krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen of aan de ambtenaar die deze overheid aanwijst.
   Voor de gemeenten Komen-Waasten en Voeren worden de exemplaren bedoeld in het eerste lid respectievelijk aan de arrondissementscommissaris van Moeskroen en aan de adjunct-arrondissementscommissaris van Tongeren gestuurd.]1
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2022-06-01/06, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 84, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (4)<W 2023-12-25/12, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Afdeling II. - [1 Lijst van de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven]1   ----------   (1)
Art.5.[1 § 1. Iedere Belg in het buitenland bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 3А, die voldoet aan de kiesvoorwaarden bedoeld in artikel 1, § 1, dient een aanvraagformulier tot inschrijving als kiezer in, waarvan het model door de Koning wordt vastgesteld.
   Iedere Belg in het buitenland bedoeld in artikel 1, § 2, eerste lid, 1А, kan zijn aanvraag tot deelneming aan de stemming indienen, bij middel van een formulier, waarvan het model door de Koning wordt vastgesteld.
   § 2. De personen bedoeld in paragraaf 1 worden gehecht als kiezer aan een Belgische gemeente volgens de criteria bedoeld in artikel 180, § 1, tweede lid, van het Kieswetboek.
   Zij oefenen hun stemrecht uit ofwel persoonlijk of bij volmacht in een stembureau op het grondgebied van het Koninkrijk, ofwel persoonlijk of bij volmacht in de consulaire beroepspost waarbij zij ingeschreven zijn, ofwel per briefwisseling. Deze stemwijze mag echter, en enkel wat de meerderjarige kiezers betreft, niet verschillen van de gekozen stemwijze voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, met toepassing van artikel 180bis, § 2, van het Kieswetboek.
   De consulaire beroepsposten controleren de in artikel 1 opgesomde kiesbevoegdheidsvoorwaarden.]1
  ----------
  (1)<W 2023-12-25/12, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Art.6.[1 § 1. [4 Bij de inschrijving van een Belg bedoeld in artikel 1, Ї 1, eerste lid, 3А, in de bevolkingsregisters die bijgehouden worden in de Belgische consulaire beroepsposten in het buitenland, bezorgt de Belgische consulaire beroepspost aan de Belg die minstens de volle leeftijd van zestien jaar bereikt zal hebben bij de volgende verkiezing van het Europees Parlement, een aanvraagformulier tot inschrijving bedoeld in artikel 5, Ї 1, eerste lid. De consulaire beroepspost overhandigt dit formulier ook aan elke in het consulaire bevolkingsregister ingeschreven Belg die minstens de volle leeftijd van zestien jaar bereikt zal hebben bij de volgende verkiezing van het Europees Parlement die er een aanvraag toe indient.
   De consulaire beroepspost die zich in een lidstaat van de Europese Unie bevindt, overhandigt op eenvoudig verzoek van de Belg, bedoeld in artikel 1, Ї 2, eerste lid, 1А, en die minstens de volle leeftijd van veertien jaar bereikt heeft, het aanvraagformulier tot inschrijving bedoeld in artikel 5, Ї 1, tweede lid.
   De aanvragen tot inschrijving bedoeld in het eerste en tweede lid gelden voor de deelname van de Belg aan elke verkiezing van het Europees Parlement die zal plaatsvinden vanaf de eerste dag van de vierde maand volgend op de neerlegging van het formulier, zolang als de Belg ingeschreven blijft in het bevolkingsregister van dezelfde consulaire beroepspost. Een Belg die in het buitenland verblijft in een lidstaat van de Europese Unie kan om de intrekking van zijn inschrijving vragen.
   De door minderjarigen ingediende aanvragen tot inschrijving bedoeld in het tweede lid gelden tot de dag waarop de aanvrager de volle leeftijd van achttien jaar bereikt of tot de dag waarop de lidstaat waar de aanvrager verblijft de minderjarige aanvrager toestaat om te stemmen voor het Europees Parlement. De consulaire beroepspost waar de aanvrager is ingeschreven, brengt de minderjarige aanvrager op de hoogte wanneer de lidstaat waar hij verblijft hem toestaat om te stemmen voor het Europees Parlement.]4
   § 2. De bepalingen van artikel 180bis, § 1, vierde en vijfde lid, § 2, § 3, eerste lid en § 4, van het Kieswetboek zijn van toepassing op de inschrijving op de consulaire kiezerslijst.]1
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2022-06-01/06, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 85, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (4)<W 2023-12-25/12, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Art.7.[1 § 1. Op de eerste dag van de tweede maand die voorafgaat aan deze waarin de verkiezing van het Europees Parlement plaatsvindt, maakt de consulaire beroepspost de lijst op van de Belgische kiezers die er ingeschreven zijn voor de verkiezing van het Europees Parlement.
   § 2. [4 De bepalingen van artikel 180bis, Ї 5, derde tot zesde lid, Ї 6 en Ї 7, van het Kieswetboek zijn van toepassing op de vaststelling van de consulaire kiezerslijst, onder voorbehoud van de volgende wijzigingen:
   1А voor de toepassing van artikel 180bis, Ї 5, vijfde lid, moet in plaats van het woord "kieskringhoofdbureau" het woord "provincie-hoofdbureau" gelezen worden;
   2А voor de toepassing van artikel 180bis, Ї 7, moet deze worden aangevuld met de volgende leden:
   "Tot de dag van de verkiezing worden van de consulaire kiezerslijst van de Belgen in het buitenland geschrapt, zij, bedoeld in artikel 1, Ї 2, eerste lid, 1А, die blijkens de gegevens die zijn meegedeeld door de lidstaat van de Europese Unie waar zij verblijven, in die lidstaat als kiezers werden ingeschreven.
   Als de verkiezing van het Europees Parlement plaatsvindt op dezelfde dag als de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, kunnen de meerderjarige Belgen bedoeld in het vorige lid hun stemrecht echter uitoefenen voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers]4.]1
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2019-03-19/08, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-05-2019>
  (3)<W 2022-06-01/06, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (4)<W 2023-12-25/12, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Art.8.[1 De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken bezorgt exemplaren of kopieën van de consulaire lijst van de kiezers die in het buitenland verblijven, zodra deze opgemaakt is, aan de personen die handelen in naam van een politieke partij en die hiertoe per aangetekende zending aan de minister van Buitenlandse Zaken een aanvraag doen ten laatste de vijfentwintigste van de derde maand die voorafgaat aan deze van de verkiezing van het Europees Parlement en die zich er schriftelijk toe verbinden een kandidatenlijst voor te dragen bij deze verkiezing.
   Elke politieke partij kan slechts één gratis elektronisch exemplaar van de lijst verkrijgen, voor zover deze een kandidatenlijst neerlegt voor de verkiezing van het Europees Parlement. De geleverde lijst bevat enkel de Belgische kiezers in het buitenland die gehecht zijn aan een gemeente die deel uitmaakt van het ambtsgebied van het kiescollege waarvoor de politieke partij een kandidatenlijst neerlegt.
   Indien de politieke partij geen kandidatenlijst voordraagt, kan zij van de kiezerslijst geen gebruik meer maken, ook niet voor verkiezingsdoeleinden, op straffe van de in artikel 197bis van dit Wetboek vastgestelde strafsancties.
   Artikel 17, §§ 2 en 3, van het Kieswetboek, zijn van overeenkomstige toepassing.]1
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 26, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>

Titel II. Kieskringen en kiescolleges, kiesbureaus, oproeping van de kiezers
Hoofdstuk I. Kieskringen en kiescolleges
Art.9. [De verkiezing van het Europees Parlement wordt gehouden op basis van de vier volgende kieskringen:
  1° de Vlaamse kieskring die de administratieve arrondissementen omvat die tot het Vlaamse Gewest behoren, [...];<W 2012-07-19/33, art. 26, 1°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  2° de Waalse kieskring die de administratieve arrondissementen omvat die tot het Waalse Gewest behoren, met uitzondering van de gemeenten van het Duits taalgebied;
  3° [de kieskring Brussel-Hoofdstad die het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad omvat]; <W 2012-07-19/33, art. 26, 2°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  4° de Duitstalige kieskring die de gemeenten van het Duits taalgebied omvat.] <W 1993-07-16/31, art. 199, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  2[De kolommen 3 tot 6 van de bij het Kieswetboek gevoegde tabel zijn voor de verkiezing van het Europese Parlement van toepassing, met dien verstande dat de kieskantons Eupen en Sankt-Vith de Duitstalige kieskring vormen.] <W 2012-07-19/33, art. 26, 3°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>

Art.10.<W 1993-07-16/31, art. 200, Inwerkingtreding : 30-07-1993> § 1. Er zijn drie kiescolleges: een Nederlands, een Frans en een Duitstalig.
  De personen die ingeschreven zijn op de lijst van kiezers van een gemeente van de Vlaamse kieskring, behoren tot het Nederlandse kiescollege; degenen die ingeschreven zijn op de lijst van de kiezers van een gemeente van de Waalse kieskring, behoren tot het Franse kiescollege; degenen die ingeschreven zijn op de lijst van de kiezers van een gemeente van de Duitstalige kieskring, behoren tot het Duitstalige kiescollege.
  De personen die ingeschreven zijn op de lijst van kiezers van een gemeente van [de kieskring Brussel-Hoofdstad], behoren tot hetzij het Nederlandse kiescollege, hetzij het Franse kiescollege. <W 2012-07-19/33, art. 27, 1°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  De kiezers met werkelijke verblijfplaats in de gemeenten Voeren en Komen-Waasten die te Aubel en te Heuvelland stemmen, behoren onderscheidenlijk tot het Franse en tot het Nederlandse kiescollege.
  [De kiezers van het kieskanton Sint-Genesius-Rode kunnen een stem uitbrengen hetzij voor het Nederlandse kiescollege, hetzij voor het Franse kiescollege. Deze kiezers behoren tot het Nederlandse of Franse kiescollege naar gelang van de keuze die zij maken.] <W 2012-07-19/33, art. 27, 2°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  [1 ...]1.
  § 2. Voor de verkiezingen van 12 juni 1994 kiezen de kiezers van het Nederlandse kiescollege veertien vertegenwoordigers en die van het Franse kiescollege tien.
  § 3. Voor de daaropvolgende verkiezingen wordt de verdeling van de vertegenwoordigers tussen de Nederlandse en Franse kiescolleges door de Koning bepaald in verhouding tot de bevolking.
  [Aan elk kiescollege worden evenveel zetels toegekend als het aantal maal dat de bevolking die eronder ressorteert de nationale deler bevat die wordt verkregen door het bevolkingscijfer van het Rijk, min de bevolking van de gemeenten van het Duitse taalgebied, te delen door het aantal aan België toegekende zetels van Europees volksvertegenwoordiger, na aftrek van de zetel die voor het Duitstalige kiescollege gereserveerd wordt overeenkomstig § 5.] <W 2004-03-05/36, art. 2, Inwerkingtreding : 05-04-2004>
  De overblijvende zetel wordt toegekend aan het college met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.
  De bevolking die onder het Nederlandse kiescollege ressorteert, wordt bepaald door bij de bevolking van de Vlaamse kieskring [...] het deel van de bevolking van het adminstratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, dat verkregen wordt door de bevolking van dit arrondissement te vermenigvuldigen met het percentage van het aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Nederlandstalige lijsten ten opzichte van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de verkiezing van [het Brussels Hoofdstedelijk Parlement], te voegen. <W 2006-03-27/35, art. 14, Inwerkingtreding : 21-04-2006>
  De bevolking die onder het Franse kiescollege ressorteert, wordt bepaald door bij de bevolking van de Waalse kieskring het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat verkregen wordt door de bevolking van dit arrondissement te vermenigvuldigen met het percentage van het aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Franstalige lijsten ten opzichte van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de verkiezing van [het Brussels Hoofdstedelijk Parlement], te voegen. <W 2012-07-19/33, art. 27, 3°, Inwerkingtreding : 22-08-2012> <W 2006-03-27/35, art. 14, Inwerkingtreding : 21-04-2006>
  § 4. De bevolkingscijfers die in aanmerking genomen moeten worden, zijn de meest recente die overeenkomstig artikel 49, § 3, tweede lid, van de Grondwet vastgesteld worden.
  De in § 3, derde en vierde lid, bedoelde verkiezing van [het Brussels Hoofdstedelijk Parlement] is die welke het laatst heeft plaatsgehad vóórdat de Koning, overeenkomstig het derde lid van onderhavige paragraaf, het aantal zetels dat aan elk college toekomt, bepaalt. <W 2006-03-27/35, art. 14, Inwerkingtreding : 21-04-2006>
  De Koning bepaalt het aantal zetels dat aan elk college toegekend moet worden voor de eerste maal vóór 1 januari 1998 en voor de volgende malen binnen een termijn van zes maanden na de bekendmaking van de bevolkingscijfers overeenkomstig artikel 49, § 3, tweede lid, van de Grondwet.
  § 5. De kiezers van het Duitstalige kiescollege verkiezen één vertegenwoordiger.
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>

Hoofdstuk II. Kiesbureaus
Art.11.[1 § 1. [2 Het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege stelt enerzijds een voor echt verklaard uittreksel van de kiezerslijst, opgemaakt per stemafdeling, elektronisch ter beschikking van de voorzitter van het kantonhoofdbureau en stelt anderzijds twee voor echt verklaarde uittreksels uit de lijst van de kiezers die opgeroepen werden om te stemmen in de desbetreffende afdeling, ter beschikking van elke voorzitter van een stembureau, dit telkens ten minstens veertien dagen vóór de verkiezingsdag.]2
   Tot op de dag van de verkiezing bezorgt het college van burgemeester en schepenen of gemeentecollege aan de voorzitter van elk stembureau de beslissingen die de inschrijving of schrapping van deze lijst met zich meebrengen en die de kiezers die in deze afdeling opgeroepen worden om te stemmen, betreffen. [2 Indien er ten minste veertien dagen vóór de verkiezingsdag nog geen bureauvoorzitter aangewezen is, mogen de twee voor echt verklaarde uittreksels uit de kiezerslijst van de desbetreffende stemafdeling na die datum ter beschikking gesteld worden.]2
   § 2. [2 Ten minste veertien dagen vóór de verkiezingsdag stellen de colleges van burgemeester en schepenen van de gemeenten Voeren en Komen-Waasten bovendien twee bijkomende voor echt verklaarde uittreksels uit de kiezerslijst ter beschikking van respectievelijk de adjunct-arrondissementscommissaris van Tongeren en de arrondissementscommissaris van Moeskroen, die deze onmiddellijk ter beschikking stellen van de voorzitters van de stembureaus die door de minister van Binnenlandse Zaken aangewezen werden met toepassing van artikel 89bis van het Kieswetboek.]2
   Tot op de dag van de verkiezing bezorgen ze aan de voorzitters van de stembureaus bedoeld in het eerste lid, de beslissingen die de inschrijving of schrapping van deze lijst met zich meebrengen.]1
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 86, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.12.§ 1. Elk kiescollege omvat een collegehoofdbureau, provinciehoofdbureaus, kantonhoofdbureaus, [2 telbureaus]2 en stembureaus.
  De leden van de kiesbureaus moeten [5 meerderjarig zijn op de dag van de verkiezing en]5 van Belgische nationaliteit zijn.
  § 2. [Het collegehoofdbureau is gevestigd te Mechelen voor het Nederlandse kiescollege, te Namen voor het Franse kiescollege en te Eupen voor het Duitstalige kiescollege.] <W 1993-07-16/31, art. 201, 1°, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  Het collegehoofdbureau moet ten minste [4 zes maanden vóór de verkiezingsdag]4 zijn samengesteld.
  Het wordt voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanlag gevestigd in de hoofdplaats van het college of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hem vervangt. [4 In de hoofdplaats van het kiescollege waar geen zetel van een rechtbank van eerste aanleg gevestigd is, wordt het hoofdbureau voorgezeten door de voorzitter van de afdeling van de rechtbank van eerste aanleg van de hoofdplaats of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hem vervangt.]4
  Het collegehoofdbureau bestaat, buiten de voorzitter, uit vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. De vier bijzitters en de vier plaatsvervangende bijzitters worden door de voorzitter aangewezen [6 uit de kiezers en, bij voorkeur,]6 uit de kiezers van de [4 kieskring]4 waar het collegehoofdbureau zich bevindt.
  De secretaris wordt door de voorzitter aangewezen [6 uit de kiezers en, bij voorkeur,]6 uit de kiezers van de [4 kieskring]4 waar het collegehoofdbureau zich bevindt.
  Het collegehoofdbureau is [4 met name]4 belast met de aan de verkiezing voorafgaande verrichtingen en met de algemene telling van de stemmen.
  § 3. Uiterlijk [4 vijf maanden vóór de verkiezingsdag]4 wordt in de hoofdplaats van elke provincie een provinciehoofdbureau samengesteld. Het wordt voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van de hoofdplaats of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hem vervangt.
  Het provinciehoofdbureau bestaat, buiten de voorzitter, uit vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. De vier bijzitters en de vier plaatsvervangende bijzitters worden door de voorzitter aangewezen [6 uit de kiezers en, bij voorkeur,]6 uit de kiezers van de [4 [6 provincie]6]4 waar het provinciehoofdbureau zich bevindt.
  De secretaris wordt door de voorzitter aangewezen uit de kiezers van de provincie waar het provinciehoofdbureau zich bevindt.
  De voorzitter van het provinciehoofdbureau houdt toezicht over de kiesverrichtingen in de provincie en schrijft zonodig de spoedmaatregelen voor die de omstandigheden mochten vereisen. Het bureau verzamelt de uitkomsten van de [3 telling]3 in de provincie.
  [In afwijking van de vorige leden wordt een hoofdbureau van de [kieskring Brussel-Hoofdstad] ingesteld, dat de functies van het provinciehoofdbureau uitoefent voor deze kieskring. Het zetelt te Brussel. De secretaris van dit bureau wordt door de voorzitter aangewezen [6 uit de kiezers en, bij voorkeur,]6 onder de kiezers van deze kieskring. <W 2012-07-19/33, art. 28, 1°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  Het collegehoofdbureau van het Duitstalige kiescollege oefent de aan het provinciehoofdbureau verleende functies uit voor wat de Duitstalige kieskring betreft.] <W 1993-07-16/31, art. 201, 2°, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  [§ 4.] [...] <W 1993-07-16/31, art. 201, 3°, Inwerkingtreding : 30-07-1993> <W 1998-12-18/39, art. 2, 1°, Inwerkingtreding : 03-05-1994> <W 2012-07-19/33, art. 28, 2°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  [§ 5.] <W 1998-12-18/39, art. 2, 1°, Inwerkingtreding : 03-05-1994> [Op de kantonhoofdbureaus, de [2 telbureaus]2 en de stembureaus is artikel 95, §§ 2 tot 12, van het Kieswetboek van toepassing.
  Voor deze toepassing echter moeten:
  1° [4 De voorzitter van het kantonhoofdbureau, aangewezen minstens vier maanden vóór de dag van de verkiezingen door de voorzitter van het provinciehoofdbureau waarvan het kanton afhangt, na advies van de voorzitter van de vrederechters van het gerechtelijk arrondissement wanneer de aanwijzing gebeurt met toepassing van de bepalingen van artikel 95, § 2, 4° en 5°, van het Kieswetboek, is voornamelijk belast met het toezicht op de kiesverrichtingen in het ganse kieskanton. Hij verwittigt onmiddellijk de voorzitter van het collegehoofdbureau van elke omstandigheid die zijn toezicht vereist. Hij centraliseert op het niveau van het kanton de resultaten van de telling per gemeente die tot het kanton behoort.]4
  2° in § 12 de woorden in het geval bedoeld in artikel 105, of zodra de datum van de stemming is vastgesteld in het geval bedoeld in artikel 106 geschrapt worden.] <W 1994-04-11/62, art. 4, Inwerkingtreding : 26-04-1994>
  ----------
  (1)<W 2018-04-19/25, art. 49, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 87, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 88, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (4)<W 2023-03-28/02, art. 89, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (5)<W 2023-12-25/12, art. 8, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>
  (6)<W 2024-04-14/16, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 09-12-2023>

Art. 12bis.<Ingevoegd bij W 2009-04-14/02, art. 4, Inwerkingtreding : 15-04-2009> De voorzitters van de hoofdbureaus bedoeld in artikel 12 van deze wet en in artikel 93 van het Kieswetboek delen, uiterlijk op de datum vastgesteld in artikel 3 van onderhavige wet voor het opmaken van de kiezerslijst, via digitale weg hun gegevens mee aan de [1 Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken]1.
  [1 De doorgestuurde gegevens, die gebruikt zullen worden om met deze voorzitters contact te kunnen opnemen in het kader van het beheer van de kiesverrichtingen en om de toegang van de gebruikers tot de software, bedoeld in artikel 165, eerste tot derde lid, van het Kieswetboek, te beheren, zijn de naam, de voornaam, het identificatienummer bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, de functie, het elektronisch adres en het telefoonnummer.
   Deze gegevens worden, mits het voorafgaande akkoord van de betrokken personen, door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken bewaard tot de dag van de verkiezing die volgt op de verkiezing waarvoor deze gegevens meegedeeld werden.]1
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 90, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.13.[1 Het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege wijst in elke gemeente minstens vier maanden vóór de dag van de verkiezing een personeelslid van het gemeentebestuur aan dat belast is met de coördinatie van de taken betreffende de organisatie van de verkiezingen die aan het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege toevertrouwd worden. Deze persoon is het contactpunt van de gemeente voor de kieshoofdbureaus, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de burgers.
   De contactgegevens van het in het eerste lid bedoelde personeelslid van het gemeentebestuur worden digitaal naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken doorgestuurd binnen de vierentwintig uur na zijn aanwijzing.
   De doorgestuurde gegevens, die gebruikt zullen worden om met deze personen contact te kunnen opnemen in het kader van het beheer van de kiesverrichtingen en om de toegang van deze personen tot de software waarmee de gemeenten de informatie betreffende de stem- en telbureaus kunnen uitwisselen, te beheren, zijn de naam, de voornaam, het identificatienummer bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, de functie, het elektronisch adres en het telefoonnummer.
   Deze gegevens worden, mits het voorafgaande akkoord van de betrokken personen, door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken bewaard tot de dag van de verkiezing die volgt op de verkiezing waarvoor deze gegevens meegedeeld werden.
   Het personeelslid van het gemeentebestuur van de gemeente die kantonhoofdplaats is, heeft het recht om de vergaderingen van het kantonhoofdbureau met adviserende stem bij te wonen.]1
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 91, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.14.
  <Opgeheven bij W 2016-11-17/12, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>

Art.15.[1 De bepalingen van de artikelen 100 tot 104 van het Kieswetboek zijn van toepassing op de kiesbureaus die krachtens artikel 12 van deze wet opgericht worden, met dien verstande dat in artikel 104, eerste lid, de woorden "kieskring" vervangen worden door de woorden "kiescollege, van de provinciehoofdbureaus.]1
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 92, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Hoofdstuk III. Oproeping van de kiezers
Art.16.[3 De bepalingen van artikel 107 en 107bis van het Kieswetboek zijn van toepassing op de oproeping van de Belgische kiezers bedoeld in artikel 1, § 1, ingeschreven in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente, alsook de kiezers bedoeld in artikel 1, § 2, eerste lid, 2А.]3
  [Voor de toepassing van artikel 107 dient echter de verwijzing naar artikel 10, bevat in het vijfde lid, vervangen te worden door een verwijzing naar artikel 3 van deze wet.] <KB 1994-04-11/60, art. 6, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2022-06-01/06, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (3)<W 2023-12-25/12, art. 9, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Art.17.
  <Opgeheven bij W 2016-11-17/12, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>

Titel III.
Hoofdstuk I. Handhaving van de orde
Art.18.§ 1. De bepalingen van de artikelen 108 en 114 van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Europese Parlement. Evenwel moet men in artikel 108, tweede lid, [1 in plaats van de woorden "dan met toepassing van artikel 147bis" de woorden "dan met toepassing van de bepalingen van artikel 30 van deze wet"]1, lezen.
  § 2. De bepalingen inzake handhaving van de orde bedoeld in de artikelen 109 tot 113 van het Kieswetboek zijn van toepassing op de stembureaus ingesteld met toepassing van artikel 12, § 1, van deze wet.
  Nochtans, moet men lezen:
  1° [1 in artikel 112, in plaats van de woorden "De onderrichtingen voor de kiezer [model I], de bepalingen van titel V en van de artikelen 110 en 111 van dit Wetboek" de woorden "De onderrichtingen voor de kiezer [model Ia], bijgevoegd bij deze wet, de bepalingen van titel V en van de artikelen 110 en 111 van het Kieswetboek";]1
  2° in artikel 113, in plaats van de woorden van dit Wetboek de woorden van het Kieswetboek en van deze wet.
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 93, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Hoofdstuk II. Kandidaatstelling en stembiljetten
Art.19.[1 De voordrachten van kandidaten moeten elektronisch ingediend worden bij de voorzitter van het collegehoofdbureau of persoonlijk aan hem afgegeven worden uiterlijk op zaterdag, de zevenenvijftigste dag vóór de dag van de verkiezing om 12 uur. Indien de voordracht van kandidaten persoonlijk aan de voorzitter van het collegehoofdbureau wordt afgegeven, moet dat gebeuren op vrijdag, de achtenvijftigste dag vóór de dag van de verkiezing tussen 14 en 16 uur of op zaterdag, de zevenenvijftigste dag vóór de dag van de verkiezing tussen 9 en 12 uur.]1
  Ten minste eenenzestig dagen vóór de verkiezing, maakt de voorzitter van genoemd bureau, onder vermelding van de hierboven bepaalde dagen en uren, bekend op welke plaats hij [1 de voordrachten van kandidaten fysiek in ontvangst zal nemen. De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken publiceert deze informatie tevens online]1.
  Ten minste [1 tweeëntwintig]1 dagen vóór de verkiezing maakt de voorzitter van het kantonhoofdbureau bekend op welke plaats hij de dinsdag, [1 twaalfde]1 dag vóór de verkiezing, tussen 14 en 16 uur, de aanwijzingen van de getuigen voor de [1 tel-]1 en stembureaus in ontvangst zal nemen.
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 94, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.20.[1 Elke politieke formatie die door ten minste één parlementslid vertegenwoordigd is in één van de parlementaire assemblees op Europees, federaal, gemeenschaps- dan wel gewestelijk niveau, dit na de indiening van kandidatenlijsten bij de laatste verkiezing van de desbetreffende assemblee, kan een akte neerleggen om de bescherming te vragen van het letterwoord dat zij in de voordrachtsakte bedoeld in artikel 21, § 2, wil vermelden. Het letterwoord]1 bestaat uit ten hoogste [achttien karakters]]. [1 De Koning bepaalt de lijst van de karakters die gebruikt mogen worden.]1 <W 2004-03-05/36, art. 3, A, Inwerkingtreding : 05-04-2004> <W 2004-04-25/43, art. 3, Inwerkingtreding : 17-05-2004> <W 2007-04-21/50, art. 2, Inwerkingtreding : 14-05-2007> <W 2003-02-19/41, art. 2, Inwerkingtreding : 31-03-2003>
  [De akte van neerlegging van het letterwoord [1 ...]1 moet worden ondertekend door ten minste één parlementslid bedoeld in het eerste lid, en behorend tot de politieke formatie die dat letterwoord [1 ...]1 zal gebruiken. Elke ondertekenaar mag slechts één akte van neerlegging ondertekenen.] <W 2004-03-05/36, art. 3, B), Inwerkingtreding : 05-04-2004>
  De akte van neerlegging wordt de vijfenzestigste dag vóór de verkiezing, tussen 10 en 12 uur, aan de Minister van Binnenlandse Zaken of diens gemachtigde overhandigd door een parlementslid ondertekenaar. Zij vermeldt het [letterwoord [1 ...]1] dat zal worden gebruikt door de kandidaten van de politieke formatie, alsook de naam, de voornamen en het adres van de persoon en diens plaatsvervanger, welke door de formatie zijn aangewezen om in het collegehoofdbureau te attesteren dat een kandidatenlijst door haar erkend wordt. <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003>
  De vijfenzestigste dag vóór de verkiezing, om 12 uur, houdt de Minister een loting ter aanwijzing van de volgnummers die zullen worden toegekend aan de kandidatenlijsten die een beschermd [letterwoord [1 ...]1] zullen dragen. <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003>
  De tabel van de beschermde [letterwoorden [1 ...]1] en hun volgnummer wordt binnen [1 vijf]1 dagen na de loting in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003>
  De Minister van Binnenlandse Zaken stelt de voorzitters van de collegehoofdbureaus in kennis van de verschillende beschermde [letterwoorden [1 ...]1] en hun volgnummers alsmede van de naam, de voornamen en het adres van de door de politieke formaties aangewezen personen en hun plaatsvervangers die alleen gemachtigd zijn de kandidatenlijsten voor echt te erkennen. <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003>
  De in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte tabel van de beschermde [letterwoorden [1 ...]1] beschermt zowel de benaming of benamingen die in de [letterwoorden [1 ...]1] zijn afgekort als die waaronder de politieke formaties vertegenwoordigd zijn [in één van de in het eerste lid bedoelde parlementaire assemblees]. Die benamingen worden eveneens in die tabel vermeld en op dezelfde wijze als de beschermde [letterwoorden [1 ...]1] bekendgemaakt. <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003>
  De voordrachten van kandiaten die een ingediend [letterwoord [1 ...]1] vorderen, moeten vergezeld zijn van het attest van de door de politieke formatie gemachtigde persoon of van zijn plaatsvervanger; wordt zodanig attest niet voorgelegd dan weigert de voorzitter van het hoofdbureau ambtshalve het gebruik van het beschermde [letterwoord [1 ...]1] door een niet erkende lijst. <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003> <W 2004-03-05/36, art. 3, C), Inwerkingtreding : 05-04-2004>
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 95, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.21.§ 1. [De voordracht van kandidaten moet worden ondertekend:
   hetzij door ten minste vijf Belgische parlementsleden die [2 in de Kamer van volksvertegenwoordigers of in de Senaat]2 tot de taalgroep behoren die overeenstemt met de taal vermeld in de in § 2, zesde lid, van dit artikel bedoelde taalverklaring van de kandidaten;
   hetzij door ten minste vijfduizend kiezers die zijn ingeschreven in de kiezerslijst van een gemeente van de Vlaamse kieskring of van de [kieskring Brussel-Hoofdstad] wat betreft de voordrachten neergelegd bij het collegehoofdbureau van het Nederlands kiescollege, hetzij door ten minste vijfduizend kiezers die zijn ingeschreven in de kiezerslijst van een gemeente van de Waalse kieskring of van de [kieskring Brussel-Hoofdstad] wat betreft de voordrachten neergelegd bij het collegehoofdbureau van het Frans kiescollege, hetzij door ten minste tweehonderd kiezers die zijn ingeschreven in de kiezerslijst van een gemeente van de Duitstalige kieskring wat betreft de voordrachten neergelegd bij het collegehoofdbureau van het Duitstalig kiescollege. <W 2012-07-19/33, art. 29, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  [1 Voor de toepassing van deze bepaling, wanneer de voordrachtsakte wordt ondertekend door een Belgische kiezer die in het buitenland verblijft, is de gemeente bedoeld in het eerste lid de gemeente van aanhechting zoals bepaald met toepassing van artikel 5, § 2.]1
  [3 Wanneer een minderjarige kiezer een voordrachtakte ondertekent, moet hij op het ogenblik van de ondertekening minstens de volle leeftijd van 16 jaar bereikt hebben.]3
  [4 § 1bis. Door hun handtekening verklaren de kiezers en de Belgische parlementsleden bedoeld in paragraaf 1 dat zij een kandidatenlijst ondersteunen waarvan zij kennis genomen hebben van het letterwoord, het aantal kandidaten en hun identiteit.]4
  § 2. De voordracht van kandidaten wordt aan de voorzitter van het collegehoofdbureau tegen ontvangstbewijs overhandigd [4 door één van de drie kandidaten aangewezen hetzij door de kiezers bedoeld in paragraaf 1, hetzij door de parlementsleden die kandidaten voordragen]4. [2 De Koning bepaalt de elektronische middelen die gebruikt mogen worden om de voordracht van kandidaten en de akten van bewilliging aan de voorzitter van het collegehoofdbureau te bezorgen. Hetzelfde geldt voor de ontvangstmelding afgegeven door de voorzitter van het collegehoofdbureau.]2
  [De voordrachtsakte vermeldt, wat de kandidaten betreft, de naam en de voornamen zoals vermeld in het Rijksregister van de natuurlijke personen, desgevallend de voornaam bevestigd door een akte van bekendheid die werd opgesteld door een vrederechter [4 , een burgemeester]4 of een notaris, waaronder de kandidaten zich willen voorstellen, de geboortedatum, het geslacht [4 ...]4 [2 , de hoofdverblijfplaats en het identificatienummer bedoeld in [4 artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983]4 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen]2. Desgevallend worden dezelfde vermeldingen [4 , met uitzondering van het geslacht,]4 aangebracht op de voordrachtsakte wat de kiezers die voordracht doen, betreft. De identiteit van een kandidaat/kandidate die gehuwd of weduw(e)(naar) is, mag voorafgegaan of gevolgd worden door de naam van zijn/haar echtgenoot of overleden echtgenoot.] [4 Het elektronisch adres van de kandidaat en zijn telefoonnummer mogen, mits zijn schriftelijk akkoord, door de voorzitter van het collegehoofdbureau geregistreerd worden, teneinde doorgestuurd te worden naar de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers, die deze gegevens zal kunnen gebruiken om de verkozen verklaarde kandidaten na de verkiezing te kunnen contacteren. Deze gegevens worden echter vernietigd een maand na de geldigverklaring van de stemming.]4 <W 2013-12-21/22, art. 61, Inwerkingtreding : 10-01-2014>
  [De voordracht kan het letterwoord [4 ...]4 vermelden als bedoeld in artikel 20, dat bovenaan de lijst van de kandidaten op het stembiljet wordt opgenomen.] Eenzelfde [letterwoord [4 ...]4] kan worden gesteld, hetzij in een enkele nationale taal, hetzij vertaald in een andere nationale taal, hetzij in een nationale taal samen met de vertaling in een andere nationale taal. Aan het aldus samengestelde [letterwoord [4 ...]4] kan een bijkomend element worden toegevoegd dat uit ten hoogste [achttien karakters] bestaat en de Europese politieke groep aanduidt waartoe de formatie beweert te behoren; het geheel vormt één enkel [letterwoord [4 ...]4]. Wanneer van die mogelijkheid gebruik gemaakt wordt, [4 wordt het letterwoord op één lijn gezet, waarbij de twee elementen door een streepje gescheiden zijn]4. Samen met het [letterwoord [4 ...]4] moeten worden vermeld de benaming of benamingen die er in zijn afgekort. <W 2003-02-19/41, art. 3, Inwerkingtreding : 31-03-2003> <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003> <W 2007-04-21/50, art. 3, Inwerkingtreding : 14-05-2007>
  [De vermelding van een [letterwoord [4 ...]4], in voorkomend geval met inbegrip van het bijkomend element bedoeld in het derde lid, waarvan gebruik is gemaakt door een politieke formatie [die door ten minste één parlementslid vertegenwoordigd is in een van de parlementaire assemblees, ongeacht of zulks op Europees, federaal, gemeenschapsof gewestelijk niveau is] en waaraan bij een vorige verkiezing met het oog op de vernieuwing van het Europees Parlement, van de Wetgevende Kamers of van de [Gemeenschaps- of Gewestparlementen] bescherming werd verleend, kan op gemotiveerd verzoek van die formatie, door de Minister van Binnenlandse Zaken worden verboden.] [2 Dat verzoek wordt bij deze laatste ingediend minstens zevenentachtig dagen vóór de verkiezing.]2 De lijst van de [letterwoorden [4 ...]4] waarvan het gebruik verboden is, wordt de achtenzestigste dag vóór de verkiezing in het Belgisch Staatsblad bekend gemaakt. <W 1993-07-16/31, art. 205, 2°, Inwerkingtreding : 30-07-1993> <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003> <W 2014-01-07/11, art. 7, 2°, Inwerkingtreding : 16-02-2014> <W 2006-03-27/35, art. 15, Inwerkingtreding : 21-04-2006>
  [Van zodra een voordracht van kandidaten met de vermelding van een bepaald [letterwoord [4 ...]4] is neergelegd, weigert de voorzitter van het collegehoofdbureau het gebruik van hetzelfde letterwoord door elke andere voordracht van kandidaten.] <W 1998-12-18/39, art. 4, Inwerkingtreding : 03-05-1994> <W 2003-02-19/41, art. 5, Inwerkingtreding : 31-03-2003>
  [De hoedanigheid van kiezer van de kiezers die de voordracht doen, [4 alsook hun handtekening worden gecertificeerd]4 door de gemeente waar zij ingeschreven zijn door het aanbrengen van het gemeentezegel op de voordrachtsakte [2 , behalve wanneer gebruik gemaakt wordt van elektronische middelen zoals gedefinieerd in het eerste lid]2.] [4 Wat de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven, betreft, worden de hoedanigheid van kiezer en de handtekening elektronisch erkend door de consulaire post waar zij zijn ingeschreven.]4 <W 2009-04-14/02, art. 6, Inwerkingtreding : 15-04-2009>
  De akte van bewilliging van de kandidaatstelling bestaat in een ondertekende schriftelijke verklaring, die aan de voorzitter van het collegehoofdbureau wordt overhandigd binnen de tijd bepaald voor het indienen van de voordrachten van kandidaten. [In dezelfde verklaring moeten de kandidaten die worden voorgedragen om te worden verkozen door het Nederlandse, het Franse of het Duitstalige kiescollege bevestigen dat zij respectievelijk Nederlandstalig, Franstalig of Duitstalig zijn.] [4 De akte van bewilliging van de kandidaatstelling kan gezamenlijk voor alle kandidaten van éénzelfde lijst opgemaakt worden of individueel voor één of meerdere kandidaten van éénzelfde lijst in voorkomend geval.]4 <W 1993-07-16/31, art. 205 3°, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  [Voor de Belgische kandidaten die op het grondgebied van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap verblijf houden, omvat de akte van bewilliging voor ieder van hen een schriftelijke en ondertekende verklaring waarin bevestigd wordt dat hij niet in een andere Lid-Staat kandidaat is]. <W 1994-04-11/62, art. 10, 1° Inwerkingtreding : 26-04-1994>
  [Voor de kandidaten die onderdanen zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie, omvat de akte van bewilliging voor ieder van hen een schriftelijke en ondertekende verklaring:
  1° die zijn nationaliteit, geboortedatum en -plaats, laatste adres in de lidstaat van herkomst en het adres van zijn hoofdverblijfplaats in België vermeldt;
  2° waarin bevestigd wordt dat hij tegelijkertijd niet in een andere lidstaat kandidaat is;
  3° die eveneens te kennen geeft dat zijn recht op kandidaatstelling hem in de lidstaat van herkomst niet is ontnomen ingevolge een individuele rechterlijke beslissing of een administratieve beslissing voor zover deze beslissing het voorwerp kan uitmaken van een gerechtelijk beroep.] <W 2014-01-07/11, art. 7, Inwerkingtreding : 16-02-2014>
  Wanneer de voordrachtsakte aan de voorzitter van het collegehoofdbureau is overhandigd, kan de bewilligende kandidaat zijn kandidatuurstelling niet meer op geldige wijze intrekken tenzij met de instemming van de ondertekenaars van de akte en van al zijn medekandidaten.
  De bewilligende kandidaten wier namen voorkomen op een zelfde voordrachtsakte, worden geacht een enkele lijst te vormen.
  [4 In hun akte van bewilliging wijzen de kandidaten onder hen drie kandidaten aan die zij machtigen om deze akte in te dienen.]4
  Op een zelfde lijst mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er leden te kiezen zijn.
  [4 De gegevens van de kandidaten die hun kandidaatstelling aanvaarden, mogen doorgestuurd worden met toepassing van artikel 240bis van het Kieswetboek. De namen en voornamen zoals vermeld op het stembiljet, met uitzondering van de naam van de echtgenoot of overleden echtgenoot gebruikt in toepassing van het tweede lid, en de kandidatenlijst waarop deze kandidaten voorkomen, alsook hun desbetreffende kiesresultaten, worden bewaard en zijn onbeperkt toegankelijk, met het oog op historisch onderzoek door elkeen, op de website van de kiesresultaten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en bij het Rijksarchief.]4
  § 3. De kandidaten kunnen in hun akte van bewilliging een getuige en een plaatsvervangende getuige voor het collegehoofdbureau, voor elk van de provinciehoofdbureaus en van de kantonhoofdbureaus aanwijzen om de vergaderingen en verrichtingen van die bureaus bij te wonen. [2 Elk kieshoofdbureau zorgt ervoor om voor deze verrichtingen, evenals bij verrichtingen uitgevoerd om de in artikel 36/1 bedoelde werkingsstoringen te identificeren en op te lossen de aangewezen getuigen zo snel mogelijk op te roepen via de meest gepaste middelen.]2
  § 4. De voordracht van de kandidaten wijst de volgorde aan waarin zij worden voorgedragen.
  § 5. Een kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één lijst.
  [Niemand mag, binnen dezelfde lijst, tegelijk als kandidaat-titularis en als kandidaat-opvolger worden voorgedragen.
  Niemand mag zich kandidaat stellen voor de verkiezingen van het Parlement als hij tegelijk kandidaat is voor de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, het Vlaams Parlement of het Europese Parlement, wanneer deze verkiezingen op dezelfde dag plaatsvinden.] <W 2012-07-19/29, art. 6, 1°, Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  Niemand kan een akte tot bescherming van een letterwoord [4 ...]4 ondertekenen en tegelijk kandidaat zijn op een lijst die een ander beschermd letterwoord gebruikt.
  De bewilligende kandidaat die een van de verbodsbepalingen van de [vier] vorige leden overtreedt, is strafbaar met de straffen bepaald bij artikel 202 van het Kieswetboek. Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt. Om die schrapping te verzekeren doet de voorzitter van het collegehoofdbureau, onmiddellijk na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de kandidatenlijsten, langs de snelste weg een uittreksel uit alle ingediende lijsten toekomen aan de Minister van Binnenlandse Zaken. Dit uittreksel moet de naam, voornamen, de geboortedatum van de kandidaten en het letterwoord [4 ...]4 van de lijst bepaald bij artikel 21, §2, derde lid, bevatten. <W 2012-07-19/29, art. 6, 2°, Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  In voorkomend geval geeft de Minister van Binnenlandse Zaken uiterlijk de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, aan de voorzitter van het collegehoofdbureau kennis van de gevallen van kandidaatstelling die een overtreding vormen van de bepalingen van dit artikel.
  § 6. Een kiezer mag niet meer dan één voordrachtsakte ondertekenen.
  De kiezer die dit verbod overtreedt is strafbaar met de straffen bepaald bij artikel 202 van het Kieswetboek.
  § 7. [Zodra een voordracht van kandidaten, waartussen zich een of meerdere kandida(a)t(en) die onderdaan is/zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie bevindt/bevinden, wordt overhandigd aan de voorzitter van een collegehoofdbureau, stuurt deze onverwijld aan de minister van Binnenlandse Zaken, de lijst van de kandidaten en de schriftelijke verklaringen bedoeld in § 2, negende lid.
  De minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde deelt de in § 2, negende lid, bedoelde schriftelijke verklaring mee aan de bevoegde overheden van de betrokken lidstaat van herkomst opdat deze hem ervan op de hoogte brengen of de betrokken persoon zijn recht op kandidaatstelling in deze Staat niet verloren is.
  Zodra de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde deze informatie heeft ontvangen, stuurt hij deze door naar de voorzitter van het betrokken collegehoofdbureau en naar de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers.] <W 2014-01-07/11, art. 7, 4°, Inwerkingtreding : 16-02-2014>
  [§ 8. [...]] <W 1998-06-25/48, art.8, Inwerkingtreding : 01-01-1999> <W 2004-04-25/43, art. 16, Inwerkingtreding : 17-05-2004>
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 33, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2018-04-19/25, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (3)<W 2022-06-01/06, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (4)<W 2023-03-28/02, art. 96, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art. 21bis.<W 2003-03-11/41, art. 3, Inwerkingtreding : 27-04-2003> Op elk van de lijsten mag noch het verschil tussen het aantal kandidaat-titularissen van elk geslacht, noch het verschil tussen het aantal kandidaat-opvolgers van elk geslacht, groter zijn dan één. [1 Bovendien mag het verschil tussen alle kandidaten van elk geslacht binnen éénzelfde lijst niet groter zijn dan één.]1
  Noch de eerste twee kandidaat-titularissen, noch de eerste twee kandidaatopvolgers van elke van de lijsten mogen van hetzelfde geslacht zijn.
  ----------
  (1)<W 2018-04-19/25, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>

Art.22.[De bepalingen van de artikelen [117, eerste tot vierde lid], 119, 119bis, 119ter, 119quater tot 125quater en 126 van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Europese Parlement.] <KB 1994-04-11/60, art. 9, 1°, Inwerkingtreding : 03-05-1994> <W 2003-03-11/41, art. 4, Inwerkingtreding : 27-04-2003>
  Nochtans:
  1° [a) in de artikelen 119, 119bis tot 119 sexies, 120 tot 125, 125ter en 126 dienen de woorden hoofdbureau van de kieskring te worden gelezen als collegehoofdbureau;
  b) in artikel 125bis dienen de woorden hoofdbureaus van de kieskring te worden gelezen als hoofdbureaus]; <W 2014-01-06/63, art. 27, 1°, Inwerkingtreding : 25-05-2014>
  2° [worden in artikel 117, eerste lid, de woorden voor de mandaten van volksvertegenwoordiger [...] vervangen door de woorden voor het mandaat van lid van het Europees Parlement;] <W 2000-06-26/35, art. 13, 2°, Inwerkingtreding : 24-07-2000> <W 2014-01-06/63, art. 27, 2°, Inwerkingtreding : 25-05-2014>
  3° [1 moet artikel 119, derde lid, als volgt gelezen worden :
   "Het kan ook nog uitgeoefend worden de vijfenvijftigste dag vóór de stemming, van 13 tot 16 uur.";]1
  4° moet artikel 119bis als volgt gelezen worden:
  Aan de verkiesbaarheidsvereiste vermeld in [artikel 41, eerste lid, 3°], moet uiterlijk op het ogenblik van de indiening van de voordrachtsakten voldaan zijn. <W 2004-04-25/43, art. 4, Inwerkingtreding : 17-05-2004>
  Het collegehoofdbureau wijst ambtshalve de kandidaten af, die op de datum van de verkiezing de volle leeftijd van [2 achttien]2 jaar nog niet bereikt zullen hebben of nog van het verkiesbaarheidsrecht uitgesloten of in de uitoefening ervan geschorst zullen zijn.
  [Het wijst eveneens af:
  1° [de Belgische kandidaten die op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie verblijven en die bij hun akte van bewilliging niet de verklaring bedoeld in artikel 21, § 2, achtste lid, gevoegd hebben], of die blijkens een document uitgaande van de Lid-Staat waar zij verblijf houden, in die Staat als kandidaat zijn ingeschreven; <W 2014-01-07/11, art. 8, 1°, Inwerkingtreding : 16-02-2014>
  2° [de kandidaten die onderdanen zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie die, op basis van de informatie die meegedeeld werd door de lidstaat van herkomst overeenkomstig artikel 21, § 7, tweede lid, hun recht op kandidaatstelling in die Staat hebben verloren;] ] <W 1994-04-11/62, art. 11, Inwerkingtreding : 26-04-1994> <W 2014-01-07/11, art. 8, 2°, Inwerkingtreding : 16-02-2014{GT
  [4°bis in artikel 119quater moeten in plaats van de woorden 116, § 4, vijfde lid, tweede volzin de woorden 21, § 2, zesde lid, tweede volzin, van deze wet, gelezen worden ;] <KB 1994-04-11/60, art. 9, 3°, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
  [4°bis de verwijzing naar artikel 117bis in artikel 119quinquies wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 21 bis van deze wet;] <W 1994-05-24/37, art. 11, 1°, Inwerkingtreding : 01-01-1999>
  5° a) [1 moet artikel 121, eerste lid, als volgt gelezen worden :
   "Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, één van de erop voorkomende kandidaten kunnen de vierenvijftigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het collegehoofdbureau tegen ontvangstbewijs een met redenen omkleed bezwaarschrift tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen indienen.";]1
  b) wordt hetzelfde artikel met de volgende leden aangevuld:
  De kandidaten kunnen bij het collegehoofdbureau bezwaar indienen tegen de taalverklaring voorgeschreven bij artikel 21, § 2, zesde lid, en afgelegd door een kandidaat die door kiezers is voorgedragen.
  Het bezwaarschrift moet worden ingediend zoals is bepaald in het eerste lid van dit artikel.
  Op zulk bezwaarschrift zijn de bepalingen van de artikelen 122, 123, eerste lid, 124 en 125, eerste en tweede lid, van het Kieswetboek van toepassing.
  Tegen de beslissing door het collegehoofdbureau getroffen in verband met een dergelijk bezwaarschrift kan beroep worden ingediend bij de Raad van State, waar de Nederlandse of de Franse kamer, al naar gelang van het geval, ten laatste de drieënveertigste dag vóór de verkiezing een beslissing moet nemen. De Koning bepaalt de door de Raad van State te volgen rechtspleging.
  De beslissing van de Raad van State moet onmiddellijk aan de voorzitter van het betrokken collegehoofdbureau worden medegedeeld.;
  6° [1 moet artikel 123, eerste lid, als volgt gelezen worden :
   "Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, één van de erop voorkomende kandidaten kunnen de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het collegehoofdbureau tegen ontvangstbewijs een memorie indienen tot betwisting van de onregelmatigheden waarmee bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst rekening is gehouden of die de dag na de afsluiting ingeroepen zijn. Indien de desbetreffende onregelmatigheid de onverkiesbaarheid van een kandidaat betreft, kan een memorie worden ingediend onder dezelfde voorwaarden.";]1
  [6°bis de verwijzing naar artikel 117bis die voorkomt in artikel 123, derde lid, 6°, wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 21bis van deze wet;]4 <W 1994-05-24/37, art. 11, 2°, Inwerkingtreding : 01-01-1999>
  [6°ter in artikel 123, derde lid, 7°, moeten in plaats van de woorden bedoeld in artikel 116, § 4, tweede lid, , de woorden bedoeld in artikel 20, eerste lid, van deze wet gelezen worden;] <W 2003-02-19/41, art. 4, 2°, Inwerkingtreding : 31-03-2003>
   7° in artikel 124, moet men lezen:
   in het eerste lid [1 in plaats van de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 105 bedoelde gevallen, of de vierentwintigste dag vóór de stemming, te 16 uur, in de in artikel 106 bedoelde gevallen" de woorden "de tweeënvijftigste dag vóór de stemming"]1; <W 2014-01-06/63, art. 27, 6°, Inwerkingtreding : 25-05-2014>
   in het derde lid in plaats van de woorden krachtens artikel 116, de woorden krachtens artikel 21, §3;
  8° [moet artikel 125, derde en vierde lid, als volgt worden gelezen:] <KB 1994-04-11/60, art. 9, 4°, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
  In geval van beroep in verband met de verkiesbaarheidsvereisten vermeld in 8[artikel 41, eerste lid, 1° en 2°], wordt de eenenveertigste dag vóór de verkiezing, te 10 uur 's morgens, zelfs indien die dag een feestdag is, de zaak zonder dagvaarding of oproeping voor de eerste kamer van het Hof van beroep van Antwerpen of van Luik gebracht, naargelang het kandidaten betreft die voorgedragen zijn voor het Nederlandse of het Franse kiescollege [of voor de vijfde kamer van het Hof van beroep van Luik als het kandidaten betreft die voorgedragen zijn voor het Duitstalige kiescollege]. <W 2004-04-25/43, art. 14, b), Inwerkingtreding : 17-05-2004> <W 1993-07-16/31, art. 206, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  [Tegen andere beslissingen van het collegehoofdbureau dan die welke de verkiesbaarheid van de kandidaten betreffen, kan geen beroep worden ingesteld.] <KB 1994-04-11/60, art. 9, 4°, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
  9° moet artikel 125bis, eerste lid, als volgt gelezen worden:
  De eenenvijftigste dag vóór de verkiezing, houdt de voorzitter van het Hof van beroep zich, tussen 11 en 13 uur, in zijn kabinet ter beschikking van de voorzitter van het collegehoofdbureau om er uit zijn handen te ontvangen een uitgifte van de processen-verbaal houdende verklaringen van beroep, alsmede alle stukken betreffende de geschillen waarvan het collegehoofdbureau kennis heeft gehad.
  Bijgestaan door zijn griffier, maakt hij van deze overhandiging akte op.;
  10°[1 moet artikel 125ter, eerste lid, als volgt gelezen worden :
   "De voorzitter van het Hof van beroep brengt de zaak op de rol van een terechtzitting van de eerste kamer van dit Hof, die moet plaatshebben op de éénenveertigste dag vóór de verkiezing, om 10 uur 's morgens, zelfs als die dag een feestdag is.";]1
  11° [3 moet artikel 126, vierde lid, als volgt gelezen worden:
   "Het proces-verbaal van de verkiezing staande de vergadering digitaal opgemaakt en ondertekend door de leden van het bureau, wordt onmiddellijk naar het Europees Parlement gestuurd. Een kopie van het proces-verbaal wordt naar de minister van Binnenlandse Zaken gestuurd. Uittreksels uit dit proces-verbaal worden onmiddellijk naar de verkozenen gestuurd.]3
  ----------
  (1)<W 2018-04-19/25, art. 52, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (2)<W 2021-12-12/14, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 09-04-2022>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 97, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.23.[Als het aantal kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers hoger is dan het aantal te begeven mandaten], maakt het collegehoofdbureau onmiddellijk het stembiljet op overeenkomstig het bij deze wet gevoegde model II a, [II b of II c]. <W 1993-07-16/31, art. 207, 1°, Inwerkingtreding : 30-07-1993> <W 2003-03-11/41, art. 5, Inwerkingtreding : 27-04-2003>
  De kandidatenlijsten worden onverwijld aangeplakt in alle gemeenten van respectievelijk de Vlaamse en de Waalse kieskring.
  [Een afschrift van de kandidatenlijsten wordt onmiddellijk gezonden aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel- Hoofdstad en aan de voorzitter van het hoofdbureau van het kieskanton Sint-Genesius-Rode die deze lijsten onmiddellijk doen aanplakken respectievelijk in de gemeenten van de kieskring Brussel-Hoofdstad en in de gemeenten van het kieskanton Sint-Genesius-Rode.] <W 2012-07-19/33, art. 30, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  Het aanplakbiljet vermeldt met vette letters, in zwarte inkt, [de namen en voornamen waaronder de kandidaten zich voorstellen, in de vorm van het stembiljet zoals in artikel 24 wordt bepaald [1 ...]1. De bij deze wet gevoegde onderrichtingen model I a, worden daarop ook overgenomen. <W 2013-12-21/22, art. 63, Inwerkingtreding : 10-01-2014>
  Vanaf de vijftigste dag vóór de stemming deelt de voorzitter van het collegehoofdbureau de officiële kandidatenlijst mee aan de kandidaten en aan de kiezers die hen hebben voorgedragen, indien zij het vragen.
  ----------
  (1)<W 2018-04-19/25, art. 53, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>

Art.24.§ 1.[Een afschrift van het door het Nederlandse of Franse collegehoofdbureau opgemaakte modelstembiljet wordt onverwijld gezonden aan de voorzitter van het hoofdbureau van de [kieskring Brussel-Hoofdstad]5 en aan de voorzitter van het hoofdbureau van elke provincie die, naargelang van het geval, tot de Vlaamse of Waalse kieskring behoort.] <W 1993-07-16/31, art. 208, Inwerkingtreding : 30-07-1993> <W 2012-07-19/33, art. 31, 1°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  § 2. [De bepalingen van artikel 128 van het Kieswetboek, met uitzondering van § 3, zijn van toepassing op de verkiezing van het Europese Parlement.
  Voor deze toepassing echter:
  1° [2 moeten in paragraaf 1, eerste lid, in plaats van de woorden "artikel 116, § 4, tweede lid", de woorden "artikel 21, § 2, derde lid, van deze wet" gelezen worden;]2
  [2 1° bis moeten in paragraaf 1, tweede lid, in plaats van de woorden "artikel 116, § 4, eerste lid", de woorden "artikel 21, § 2, tweede lid, van deze wet" gelezen worden;]2
  2° [2 moet paragraaf 2 vervangen worden door de volgende bepaling:
   "Het collegehoofdbureau stelt het stembiljet voor de verkiezing van het Europees Parlement vast. Het houdt daartoe rekening met de volgorde van de nummers die werden toegekend bij de loting bedoeld in artikel 20, vierde lid, van deze wet.
   Vervolgens gaat het bureau over tot een aanvullende loting teneinde een volgnummer toe te kennen aan de lijsten die er op dat ogenblik nog geen hebben, beginnend met de volledige lijsten.
   De in het tweede lid bedoelde loting gebeurt in het hoofdbureau van het Nederlandse kiescollege tussen de onpare nummers en in het hoofdbureau van het Franse kiescollege tussen de pare nummers, die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer dat is toebedeeld door de loting bedoeld in artikel 20, vierde lid.
   De voorzitters van het hoofdbureau van het Nederlandse kiescollege en van het Franse kiescollege delen het resultaat van de loting die zij overeenkomstig de voorgaande bepaling gedaan hebben, onmiddellijk elektronisch mee aan de voorzitter van het Duitstalige kiescollege. Teneinde de kandidatenlijsten te nummeren die bij dit college werden ingediend, maar nog geen volgnummer toegewezen gekregen hebben door de loting bedoeld in artikel 20, vierde lid, doet de voorzitter van het Duitstalige kiescollege een bijkomende loting tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer dat is toegekend, met toepassing van het derde lid, door de voorzitters van de hoofdbureaus van de Nederlandse en Franse kiescolleges.
   De voorzitters van de hoofdbureaus van de Neder-landse en Franse kiescolleges delen bovendien onmiddellijk elektronisch de uitslag van hun loting mee aan de voorzitters van de provinciehoofdbureaus in hun ambtsgebied, alsook aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad.
   Daarnaast sturen de voorzitters van de drie collegehoofdbureaus het resultaat van de bijkomende loting waartoe zij zijn overgegaan krachtens de voorgaande bepalingen, onmiddellijk en binnen de drie dagen door naar de minister van Binnenlandse Zaken. In de desbetreffende resultatentabel vermelden zij de letterwoorden, met inbegrip van de betekenis ervan, waarmee de nummers die door die bijkomende loting zijn toebedeeld, overeenstemmen;]2
  [1 3° moeten de woorden "De voorzitter van het kieskringhoofdbureau" in § 6 vervangen worden door de woorden "De voorzitter van het collegehoofdbureau".]1
  § 3. De voorzitter van het hoofdbureau van de [kieskring Brussel-Hoofdstad] doet op de stembiljetten bestemd voor [deze kieskring], de lijsten vermelden van de kandidaten, die zowel in het Nederlandse als in het Franse collegehoofdbureau zijn voorgedragen. <W 2012-07-19/33, art. 31, 1°, Inwerkingtreding : 22-08-2012> <W 1993-07-16/31, art. 208, 2°, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  Daartoe wordt het stembiljet opgemaakt overeenkomstig het bij deze wet gevoegde [model II d]. <W 1993-07-16/31, art. 208, 3°, Inwerkingtreding : 30-07-1993{GT
  In elke helft van het stembiljet worden de kandidatenlijsten gerangschikt zoals in § 2 wordt bepaald.
  [§ 4. De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Hoofdstad stuurt onmiddellijk, voor het drukken ervan, een afschrift van het stembiljet naar de voorzitter van het provinciehoofdbureau van de provincie Vlaams-Brabant.
  Deze laatste doet op de stembiljetten die bestemd zijn voor het kieskanton Sint-Genesius-Rode de kandidatenlijsten van het Nederlandse kiescollege en de kandidatenlijsten van het Franse kiescollege vermelden.
  Hiertoe wordt het stembiljet overeenkomstig het bij deze wet gevoegde model IIe opgesteld.] <W 2012-07-19/33, art. 31, 2°, Inwerkingtreding : 22-08-2012{GT
  ----------
  (1)<W 2018-04-19/25, art. 54, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 98, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.25.In geval van beroep verdaagt het collegehoofdbureau de verrichtingen bepaald in artikelen [1 23, tweede tot vijfde lid, en 24, §§ 1, 3 en 4,]1 en in artikel 126 eerste, tweede en derde lid van het Kieswetboek. Het vergadert de eenenveertigste dag vóór de verkiezing, te 18 uur, om tot die verrichtingen te kunnen overgaan, zodra het in kennis is gesteld van de in verband met het beroep genomen beslissingen.
  In dit geval geschiedt de in artikel 23, vijfde lid, bepaalde mededeling van de lijsten vanaf de veertigste dag vóór de stemming.
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 99, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.26.§ 1. [De voorzitter van het hoofdbureau van elke provincie, de voorzitter van het hoofdbureau van de [kieskring Brussel-Hoofdstad] en de voorzitter van het Duitstalige kiescollege laten] de stembiljetten met zwarte inkt op stempapier drukken. <W 1993-07-16/31, art. 209, 1°, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  Vijf dagen vóór de stemming [zenden de voorzitter van elk provinciehoofdbureau, de voorzitter van het hoofdbureau van de [kieskring Brussel-Hoofdstad] en die van het Duitstalige kiescollege] de voor de verkiezing nodige stembiljetten in verzegelde omslag aan de voorzitter van elk kantonhoofdbureau. Deze doet [4 , uiterlijk op de dag van de verkiezing,]4 tegen ontvangstbewijs, aan de voorzitter van elk stembureau het voor zijn bureau bestemd aantal stembiljetten overhandigen. Op de omslag wordt het adres vermeld alsook het aantal stembiljetten dat hij bevat. <W 1993-07-16/31, art. 209, 2°, Inwerkingtreding : 30-07-1993> <W 2012-07-19/33, art. 32, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  De omslag mag niet worden ontzegeld en geopend dan in aanwezigheid van het regelmatig samengestelde stembureau. De stembiljetten worden onmiddellijk nageteld en de uitslag ervan wordt in het proces-verbaal opgetekend.
  De voorzitter van het kantonhoofdbureau zendt terzelfdertijd aan de voorzitter van elk [5 telbureau]5 het formulier dat hij heeft laten opmaken en dat de voorzitters van de [2 telbureaus]2 na de [3 telling]3 moeten invullen.
  § 2. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 87, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 88, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (4)<W 2023-03-28/02, art. 100, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (5)<W 2023-03-28/02, art. 101, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.27.<W 1993-07-16/31, art. 210, Inwerkingtreding : 30-07-1993> De Staat levert het stempapier. [De stembiljetten worden gedrukt op papier waarvan de Koning de kleur en de afmetingen bepaalt.] <W 2014-01-06/63, art. 28, Inwerkingtreding : 25-05-2014>
  De in artikel 130, eerste lid, 2° tot 4°, van het Kieswetboek bedoelde uitgaven zijn ten laste van de Staat. Wanneer de verkiezing van het Europees Parlement evenwel samenvalt met die voor de [Gemeenschaps- of Gewestparlementen], zijn deze uitgaven voor de helft ten late van de Staat. <W 2006-03-27/35, art. 16, Inwerkingtreding : 21-04-2006>
  Ten laste van de gemeente zijn de stembussen, schotten, lessenaars, omslagen en potloden die zij leveren volgens de door de Koning goedgekeurde modellen.
  Onverminderd artikel 4 van [2 de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot]2 vervollediging van de federale Staatsstructuur en tot aanvulling van de kieswetgeving met betrekking tot de Gewesten en Gemeenschappen zijn alle andere verkiezingsuitgaven eveneens ten laste van de gemeente.
  [4 Alleen de in artikel 1, §§ 1 en 2, 2А, bedoelde kiezers die ingeschreven of vermeld staan in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente kunnen aanspraak maken op de in artikel 130, eerste lid, 3А, van het Kieswetboek genoemde vergoeding. ]4.
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2018-04-19/25, art. 55, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (3)<W 2022-06-01/06, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (4)<W 2023-12-25/12, art. 10, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Art.28.[2 Twaalf]2 dagen vóór de verkiezing wijzen de kandidaten ten hoogste één getuige en één plaatsvervangend getuige per stembureau en [1 telbureau]1 aan om de verrichtingen bij te wonen.
  De kandidaten van een zelfde lijst mogen slechts één getuige en één plaatsvervangend getuige per bureau aanwijzen, namens de lijst die ze vertegenwoordigen.
  Indien voor een zelfde bureau meer dan drie getuigen zijn aangewezen door alleenstaande kandidaten die zijn voorgedragen [voor de effectieve mandaten], wordt hun aantal tot drie verminderd door het kantonhoofdbureau door middel van een loting, waarbij de geweerde getuigen eventueel voor een ander stembureau van dezelfde gemeente worden aangewezen. De voorzitter van het kantonhoofdbureau geeft hun daarvan dadelijk bericht. De loting geschiedt onmiddellijk na het verstrijken van de termijn die voor het in ontvangst nemen van de getuigen-aanwijzingen is gesteld, ongeacht het aantal aanwezige leden. <W 2003-03-11/41, art. 6, Inwerkingtreding : 27-04-2003>
  De kandidaten beslissen voor iedere getuige in welk stem- of [1 telbureau]1 hij tijdens de hele duur van de verrichtingen zijn opdracht zal vervullen. Zij geven hiervan zelf kennis aan de door hen aangewezen getuigen. Deze kennisgeving, door een van de kandidaten ondertekend, wordt medeondertekend door de voorzitter van het kantonhoofdbureau.
  De getuigen moeten kiezer zijn in de kieskring.
  De kandidaten kunnen als getuige of als plaatsvervangend getuige worden aangewezen.
  [2 De bepalingen van artikel 131, vijfde en zesde lid, van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Europees Parlement.]2
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 101, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 102, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Hoofdstuk III. Stemverrichtingen
Afdeling I. Inrichting van de stembureaus en wijze van geldig stemmen
Art.29. De bepalingen van de artikelen [138 tot 140 en 142 tot 143], eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, en van de artikelen 144 tot 147, eerste, derde, vierde, achtste en negende lid van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Europese Parlement. <KB 1994-04-11/60, art. 11, 1°, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
  Nochtans:
  1° in artikel 140, moet men in plaats van de woorden model I de woorden model I a gevoegd bij deze wet lezen;
  2° [in artikel 142bis, tweede lid, wordt de verwijzing naar artikel 96, derde lid, vervangen door een verwijzing naar artikel 11, § 3, van deze wet;] <KB 1994-04-11/60, art. 11, 2°, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
  [3°] [...] <KB 1994-04-11/60, art. 11, 3°, Inwerkingtreding : 03-05-1994> <W 2014-01-06/63, art. 29, Inwerkingtreding : 25-05-2014>
  [4°] in artikel 147: <KB 1994-04-11/60, art. 11, 3°, Inwerkingtreding : 03-05-1994>
   in het derde lid, worden de woorden In het tegenovergestelde geval weggelaten;
   moet het achtste lid als volgt gelezen worden:
  De voorzitter of een door hem aangewezen bijzitter, vergezeld door de getuigen, brengt al die omslagen onmiddellijk naar het lokaal dat door de voorzitter van het kantonhoofdbureau is aangewezen overeenkomstig artikel 150, derde lid, van het Kieswetboek. Er wordt hem een ontvangstbewijs afgegeven door de gemachtigde van het college van burgemeester en schepenen van de kantonhoofdplaats.

Afdeling II. Stemming bij volmacht
Art.30.[1 De bepalingen van artikel 147bis van het Kieswetboek zijn van toepassing op de kiezers bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, 2А.]1
  ----------
  (1)<W 2023-12-25/12, art. 11, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Afdeling III. [1 Verschillende stemwijzen voor de Belgen die in het buitenland verblijven]1   ----------   (1)
Art.31.[1 De bepalingen van artikel 180ter van het Kieswetboek zijn van toepassing op de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven bedoeld in artikel 5, § 1, die persoonlijk stemmen in een stembureau op het grondgebied van het Rijk.]1
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>

Art. 31/1.[1 De bepalingen van artikel 180quater van het Kieswetboek zijn van toepassing op de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven bedoeld in artikel 5, § 1, die bij volmacht stemmen in een stembureau op het grondgebied van het Rijk.
   [2 Voor deze toepassing en uitsluitend wat de in het buitenland verblijvende meerderjarige kiezers betreft,]2 dient [3 artikel 180quater, § 1, eerste lid]3, echter aangevuld te worden met de woorden ", waarbij deze gemachtigde verplicht dezelfde kiezer zal zijn als degene die aangewezen wordt in het kader van de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers ".]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2016-11-17/12, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2022-06-01/06, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 103, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art. 31/2.[1 De bepalingen van artikel 180quinqiuies van het Kieswetboek zijn van toepassing op de kiezers die in het buitenland verblijven, bedoeld in artikel 5, § 1, die persoonlijk stemmen in de consulaire beroepspost waar ze zijn ingeschreven."
   Voor deze toepassing, echter :
   1° [2 moet artikel 180quinquies, § 2, eerste lid, als volgt gelezen worden :
   "Ten laatste op de vierentwintigste dag vóór die van de verkiezing stuurt de voorzitter van het provinciehoofdbureau de nodige stembiljetten naar de minister van Buitenlandse Zaken.";]2
   2° dient artikel 180quinquies, § 6, als volgt gelezen te worden :
   " § 6. Het gewestelijke [4 telbureau]4 stelt, voor elk van de colleges, een tabel op waarin de resultaten van de telling van de stemmen vermeld worden, in de volgorde en volgens de aanwijzingen van een modeltabel bedoeld in artikel 33, tweede lid, 4°, a).
   De resultaten van de [3 telling]3 van de stemmen van de in het buitenland verblijvende Belgen worden op elektronische wijze door de voorzitter van het gewestelijke [4 telbureau]4, opgestuurd naar de voorzitter van het collegehoofdbureau. De voorzitter van het gewestelijke [4 telbureau]4 neemt alle nodige maatregelen opdat deze resultaten tijdig bij de voorzitter van het collegehoofdbureau toekomen.
   De resultaten van de [3 telling]3 van de stemmen van de in het buitenland verblijvende Belgen die in een consulaire beroepspost gestemd hebben, worden opgenomen in het geheel van de stemmen die uitgebracht zijn in het college.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2016-11-17/12, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2018-04-19/25, art. 56, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 88, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (4)<W 2023-03-28/02, art. 101, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art. 31/3.[1 De bepalingen van artikel 180sexies van het Kieswetboek zijn van toepassing op de kiezers bedoeld in artikel 5, § 1, die bij volmacht stemmen in de consulaire beroepspost waar ze zijn ingeschreven.
   [2 Voor deze toepassing en uitsluitend wat de in het buitenland verblijvende meerderjarige kiezers betreft,]2 dient [3 artikel 180sexies, § 1, eerste lid]3, echter aangevuld te worden met de woorden ", waarbij deze gemachtigde verplicht dezelfde kiezer zal zijn als degene die aangewezen wordt in het kader van de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2016-11-17/12, art. 40, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2022-06-01/06, art. 13, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 104, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art. 31/4.[1 § 1. Ten laatste op de vierentwintigste dag vóór de dag van de verkiezing, stuurt de voorzitter van het provinciehoofdbureau, via de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, aan de in het buitenland verblijvende Belgische kiezers die ervoor gekozen hebben per briefwisseling te stemmen, een kiesomslag die het volgende omvat :
   1° een retouromslag A, met het adres van de voorzitter van het provinciehoofdbureau waartoe de in het buitenland verblijvende Belg behoort;
   2° een neutrale omslag B van blauwe kleur, met een stembiljet identiek aan deze afgegeven aan de kiezers die stemmen in de gemeente van aanhechting in België, op de keerzijde gemerkt met een stempel dragende de datum van de verkiezing alsmede de vermelding "stemming van Belgen in het buitenland - Europees Parlement";
   3° een formulier dat de kiezer verzocht wordt te ondertekenen nadat hij het heeft ingevuld met de vermelding van zijn naam, voornamen, geboortedatum en volledig adres;
   4° de onderrichtingen opgesteld door de Koning.
   Voor de voorbereiding van de kiesomslagen, baseren de provinciehoofdbureaus zich op de kiezerslijsten die hen zijn meegedeeld door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken met toepassing van artikel 7, § 2.
   Het model van de omslagen en van het formulier, bedoeld in het eerste lid, wordt door de Koning bepaald.
   § 2. De in het buitenland verblijvende Belg brengt zijn stem uit op het stembiljet dat zich bevindt in de neutrale omslag B, bedoeld in § 1, eerste lid, 2°. Hij plaatst het behoorlijk dichtgevouwen stembiljet in die omslag, die hij sluit.
   In de retouromslag A die de in het buitenland verblijvende Belgische kiezer bezorgt aan de provinciehoofdbureaus, steekt hij eensdeels de neutrale omslag B, die het stembiljet bevat en anderdeels, het door hem behoorlijk ingevulde formulier bedoeld in § 1, eerste lid, 3°.
   § 3. Wanneer de verkiezing van het Europees Parlement op dezelfde dag plaatsvindt als deze van de Kamer van volksvertegenwoordigers, gebeurt de verzending bedoeld in § 1 [2 ...]2 [3 , enkel wat de meerderjarige kiezers betreft,]3 gelijktijdig met deze voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
   Voor de verzending van zijn stem per briefwisseling, gaat de Belg die in het buitenland verblijft als volgt tewerk :
   1° de in het buitenland verblijvende Belg brengt zijn stem uit op het stembiljet dat zich bevindt in de neutrale omslag B, bedoeld in § 1, eerste lid, 2°. Hij plaatst het behoorlijk dichtgevouwen stembiljet in die omslag, welke hij sluit;
   2° in dezelfde retouromslag A bedoeld in artikel 180septies, § 1, eerste lid, 1°, van het Kieswetboek, die de in het buitenland verblijvende Belgische kiezer bezorgt aan de provinciehoofdbureaus, steekt hij eensdeels de neutrale omslag B van blauwe kleur die het stembiljet voor het Europees Parlement bevat, alsook de neutrale omslag B die het stembiljet voor de Kamer van volksvertegenwoordigers bevat, bedoeld in artikel 180septies, § 1, vierde lid, 2°, van het Kieswetboek en anderdeels het door hem behoorlijk ingevulde formulier bedoeld in artikel 180septies, § 1, eerste lid, 3°.
   § 4. Met de retouromslagen die aan de provinciehoofdbureaus toekomen na de sluiting van de in België ingestelde stembureaus, wordt geen rekening gehouden en zij worden vernietigd door de voorzitter van het provinciehoofdbureau.
   § 5. De voorzitter van het provinciehoofdbureau opent deze omslagen naarmate zij inkomen. De namen van de kiezers worden op de lijsten die door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken meegedeeld zijn, aangestipt, na verificatie van de overeenstemming van de gegevens in die lijsten met de vermeldingen van het formulier bedoeld in § 1, eerste lid, 3°.
   De neutrale omslagen B met de stembiljetten worden behoorlijk gesloten bewaard tot bij het begin van de [4 telverrichtingen]4.
   § 6. Op de dag van de verkiezing, bij de sluiting van de stembureaus, laat de voorzitter van het provinciehoofdbureau tot de opneming van de stembiljetten van de in het buitenland verblijvende Belgen overgaan door deze stembiljetten te verdelen [6 onder de daartoe specifiek samengestelde telbureaus binnen het kanton waarvan de hoofplaatsgemeente van het college deel uitmaakt, teneinde deze te tellen]6.
  [6 ...]6
   Als de stemming in het in het eerste lid bedoelde kanton volledig elektronisch gebeurt, verdeelt de voorzitter van het provinciehoofdbureau de stembiljetten die afkomstig zijn van de in het buitenland verblijvende Belgen [6 onder de daartoe specifiek samengestelde telbureaus binnen een ander kanton van deze provincie, teneinde deze te tellen]6.
   De stembiljetten van de in het buitenland verblijvende Belgische kiezers van het kieskanton Sint-Genesius-Rode worden opgenomen door het [5 telbureau]5 aangewezen door de voorzitter van het kantonhoofdbureau van Sint-Genesius-Rode.
   In de provincies waar de stemming volledig elektronisch is, verstuurt de voorzitter van het provinciehoofdbureau de stembiljetten die van de Belgen in het buitenland komen naar de voorzitter van het collegehoofdbureau, die deze verdeelt over de provincies van het college waar de stemming niet volledig elektronisch gebeurt.
   Als de stemming in het college volledig elektronisch gebeurt, vormt de voorzitter van het collegehoofdbureau één of meerdere manuele [6 telbureaus]6, overeenkomstig hetgeen bepaald is in de artikelen van deze wet.]1 [6 Het hoofdbureau kan eveneens beslissen om deze stembiljetten zelf te tellen.]6
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2016-11-17/12, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2018-04-19/25, art. 57, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (3)<W 2022-06-01/06, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (4)<W 2023-03-28/02, art. 88, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (5)<W 2023-03-28/02, art. 101, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (6)<W 2023-03-28/02, art. 105, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Afdeling IV. Datum van de verkiezing
Art.32. <W 1993-07-16/31, art. 212, Inwerkingtreding : 30-07-1993> Overeenkomstig de beslissing van de Raad [van de Europese Unie] betreffende de bepaling van de [periode] voor de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, stelt de Koning de datum van de verkiezing van het Europees Parlement vast. <W 1993-12-30/31, art. 4, Inwerkingtreding : 11-01-1994> <W 2014-01-07/11, art. 9, Inwerkingtreding : 16-02-2014>

Hoofdstuk IV. [1 Telling]1   ----------   (1)
Art.33.De bepalingen van de artikelen 149, eerste lid, 150 tot 152, [155, [156, § 1 en § 1/1], 157 tot 159], 161 en 162 van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Europese Parlement. <KB 1994-04-11/60, art. 12, 1°, Inwerkingtreding : 03-05-1994> <W 2012-07-19/33, art. 33, 1°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  Nochtans:
  1° wordt artikel 150 met de volgende leden aangevuld:
  De voorzitter van het kantonhoofdbureau wijst het lokaal aan waar de omslagen van de stembureaus moeten worden afgeleverd, tegen ontvangstbewijs af te geven door een gemachtigde van het college van burgemeester en schepenen van de kantonhoofdplaats.
  Het in voorgaande lid bedoelde college van burgemeester en schepenen zorgt voor de bewaking van die omslagen.;
  2° moet artikel 151, tweede lid, als volgt gelezen worden:
  Hij geeft onmiddellijk, bij ter post aangetekende brief, aan de voorzitters van de stembureaus en [2 telbureaus]2 kennis van de plaats van het lokaal dat hij overeenkomstig artikel 150, derde lid, heeft aangewezen.;
  3° a) moet artikel 152, eerste lid, als volgt gelezen worden:
  De Koning bepaalt het uur waarop het [4 telbureau]4 ten laatste moet zijn samengesteld, alsmede het uur waarop met de [3 telling]3 mag worden aangevangen.;
  b) [1 wordt hetzelfde artikel met volgend lid aangevuld :
   "Het [4 telbureau]4 begint met de [3 telling]3 op het tijdstip door de Koning bepaald in uitvoering van het eerste lid. Met het oog hierop ontvangen de leden van het bureau, samen met de getuigen, indien deze dit wensen, de omslagen voor hen bestemd in het in artikel 150, derde lid, aangewezen lokaal. De voorzitter van het [4 telbureau]4 geeft aan de gemachtigde van het college van burgemeester en schepenen van de kantonhoofdplaats een ontvangstbewijs af.";]1
  [De [2 telbureaus]2 van de kieskantons Namen, Mechelen en Eupen mogen hun verrichtingen pas beginnen op het tijdstip bepaald ter uitvoering van het eerste lid, nadat zij de stembiljetten afkomstig van de op het grondgebied van een andere Lidstaat [van de Europese Unie] verblijvende Belgische kiezers hebben gemengd met de in artikel 149, eerste lid, bedoelde stembiljetten.;] <W 1994-04-11/62, art. 12, Inwerkingtreding : 26-04-1994> <W 2014-01-07/11, art. 10, Inwerkingtreding : 16-02-2014>
  [3°/1 wordt artikel 156, § 1/1, als volgt gelezen:
  Elk [4 telbureau]4 van het kieskanton Sint-Genesius-Rode rangschikt de stembiljetten waarop een stem uitgebracht is in twee categorieën:
  1° de stembiljetten waarop een stem uitgebracht is voor een kandidatenlijst van het Nederlandse kiescollege;
  2° de stembiljetten waarop een stem uitgebracht is voor een kandidatenlijst van het Franse kiescollege.
  In dit kieskanton wordt de in artikel 161, tweede lid, vermelde modeltabel in tweevoud opgemaakt: een exemplaar bevat de uitslagen van de [3 telling]3 die bestemd zijn voor het Nederlandse kiescollege en het tweede exemplaar bevat de uitslagen van de [3 telling]3 die bestemd zijn voor het Franse kiescollege.
  In hetzelfde kieskanton maakt het kantonhoofdbureau eveneens de in artikel 161, negende lid, vermelde verzamelstaat in tweevoud op.
  Alle exemplaren van de in het tweede en derde lid bedoelde modeltabel en verzamelstaat worden in het Nederlands opgesteld.] <W 2012-07-19/33, art. 33, 2°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  4° [in artikel 161 moet men:
  a) het tweede lid als volgt lezen:
  De uitslagen van de [3 telling]3 worden erin vermeld in de volgorde en volgens de aanwijzingen van een modeltabel, die moet worden opgemaakt door de voorzitter van het provinciehoofdbureau.;
  b) [5 het elfde lid lezen als volgt:
   "De voorzitter van het kantonhoofdbureau of de persoon die hij daartoe aanwijst, deelt het totale aantal ingediende stembiljetten, het totale aantal geldige stembiljetten, het totale aantal blanco en ongeldige stembiljetten, het kiescijfer van elke lijst en het totale aantal naamstemmen behaald per kandidaat-titularis of kandidaat-opvolger, onmiddellijk digitaal mee aan de minister van Binnenlandse Zaken door de elektronische handtekening met behulp van zijn identiteitskaart te gebruiken.
   De voorzitter van het kantonhoofdbureau verstuurt het digitale proces-verbaal van zijn bureau, dat de samenvattende tabel bevat, onmiddellijk digitaal, door de elektronische handtekening met behulp van zijn identiteitskaart te gebruiken, naar de voorzitter van het provinciehoofdbureau, die er de ontvangst van bevestigt, en naar de minister van Binnenlandse Zaken. De dubbele exemplaren van de samenvattende tabellen van de telling worden ook naar de voorzitter van het provinciehoofdbureau verstuurd;]5
  5° [5 moet in artikel 162 het derde lid gelezen worden als volgt:
   "Het proces-verbaal, waarbij het pak met de betwiste stembiljetten is bijgevoegd, wordt in een verzegelde omslag gestoken, waarop de desbetreffende inhoud vermeld wordt. Deze omslag en de omslagen die de processen-verbaal van de stembureaus bevatten, worden samen in een gesloten, verzegeld pak gestoken, dat de voorzitter van het kantonhoofdbureau binnen de vierentwintig uur naar de voorzitter van het provinciehoofdbureau stuurt.]5
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 87, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 88, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (4)<W 2023-03-28/02, art. 101, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (5)<W 2023-03-28/02, art. 107, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.34.In de kieskantons van de [kieskring Brussel-Hoofdstad] worden in elk [2 telbureau]2, nadat definitief over de stembiljetten is beslist, de stembiljetten met geldige stemmen ingedeeld in twee categorieën: <W 2012-07-19/33, art. 34, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
  1° de stembiljetten waarop is gestemd op een kandidatenlijst ingediend bij het Nederlandse collegehoofdbureau;
  2° de stembiljetten waarop is gestemd op een kandidatenlijst ingediend bij het Franse collegehoofdbureau.
  De in het artikel 161, tweede lid, van het Kieswetboek bedoelde modeltabel wordt in de genoemde kantons in dubbel gesteld: een exemplaar in het Nederlands, waarop de uitslag van de [1 telling]1 bestemd voor het Nederlandse kiescollege wordt vermeld en een tweede exemplaar in het Frans, waarop de uitslag van de [1 telling]1 bestemd voor het Franse kiescollege wordt vermeld.
  In dezelfde kantons wordt door het kantonhoofdbureau de verzamelstaat bedoeld in artikel 161, negende lid, van het Kieswetboek op dezelfde wijze in twee exemplaren gesteld.
  [In afwijking van de twee voorgaande leden wordt het exemplaar van de modeltabel en de verzamelstaat die daarin worden bedoeld, en waarin de resultaten van de [1 telling]1 worden vermeld die bestemd zijn voor het Franse kiescollege, opgesteld in het Nederlands in de kieskantons waarvan de hoofdplaats gelegen is in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde.] <W 2000-06-26/35, art. 16, Inwerkingtreding : 24-07-2000>
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 88, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 101, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.35. Het provinciehoofdbureau totaliseert voor geheel de provincie op een verzamelstaat de cijfers die voorkomen op de verzamelstaten opgemaakt door de kantonhoofdbureaus en zendt die staat samen met deze opgemaakt door de kantonhoofdbureaus langs de snelste weg aan de voorzitter van het collegehoofdbureau.
  [Het hoofdbureau van de 2[kieskring Brussel-Hoofdstad] maakt twee verzamelstaten op: <W 2012-07-19/33, art. 35, 1°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>
   de ene in het Nederlands gesteld waarop de uitkomsten opgenomen worden die door de kantonhoofdbureaus uit de kieskring geregistreerd werden op de tabellen bestemd voor het Nederlandse collegehoofdbureau;
   de andere in het Frans gesteld waarop de uitkomsten opgenomen worden die door de kantonhoofdbureaus uit de kieskring geregistreerd werden op de tabellen bestemd voor het Franse collegehoofdbureau.] <W 1993-07-16/31, art. 214, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  Die verzamelstaten worden samen met deze opgemaakt door de kantonhoofdbureaus, langs de snelste weg, respectievelijk gezonden aan de voorzitter van het Nederlands collegehoofdbureau en aan de voorzitter van het Frans collegehoofdbureau.
  [De voorzitter van het hoofdbureau van het kieskanton Sint-Genesius- Rode zendt, langs de snelste weg, aan de voorzitter van het Nederlands collegehoofdbureau en aan de voorzitter van het Frans collegehoofdbureau het exemplaar van de verzamelstaat dat hem betreft.] <W 2012-07-19/33, art. 35, 2°, Inwerkingtreding : 22-08-2012>

Art.36.<W 1994-04-11/62, art. 13, Inwerkingtreding : 26-04-1994> De bepalingen van de artikelen [2 164, 165, 166 tot 168]2, 172 tot 174, 178 en 179 van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Europese Parlement.
  Voor die toepassing echter:
  1° moeten in artikel 164, eerste lid, de woorden hoofdbureau van de kieskring [...] worden geschrapt; <W 2014-01-06/63, art. 30, 1°, Inwerkingtreding : 25-05-2014>
  2° [3 moet artikel 164, tweede lid, als volgt worden gelezen:
   Op aanvraag van de voorzitter van het collegehoofdbureau moet het college van burgemeester en schepenen van de gemeente op het grondgebied waarvan die bureaus zich bevinden, hem het door de Koning vastgelegde aantal personeelsleden, de lokalen en het materiaal ter beschikking stellen dat zij nodig hebben voor de uitvoering van hun opdracht. De kosten die deze terbeschikkingstelling met zich meebrengt, worden verdeeld overeenkomstig art. 130, vijfde lid, van het Kieswetboek;]3
  [1 2° /1 moeten in artikel 165, eerste lid, de woorden "van de kieskring" vervangen worden door de woorden "van het college";]1
  3° moeten in artikel 167, eerste lid, [de woorden van de kieskring vervangen worden door de woorden van het college]; <W 2014-01-06/63, art. 30, 2°, Inwerkingtreding : 25-05-2014>
  4° [moeten in artikel 172, tweede lid, derde zin, [het woord kieskringhoofdbureau vervangen worden door het woord collegehoofdbureau] ] ;<W 2003-03-11/41, art. 7, Inwerkingtreding : 27-04-2003> <W 2014-01-06/63, art. 30,3 °, Inwerkingtreding : 25-05-2014>
  5° [moet artikel 178 aangevuld worden met het volgend lid:
  Indien de informatie bedoeld in artikel 21, § 7, derde lid, betreffende het verlies van het recht op kandidaatstelling van een kandidaat die onderdaan is van een andere lidstaat van de Europese Unie, doorgestuurd wordt naar het betrokken collegehoofdbureau na de definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten en voor de openbare afkondiging van de verkiezingsuitslagen, gaat het bureau, in overeenstemming met de artikelen 172 en 173, tewerk alsof deze kandidaat niet op de lijst gestaan had waarop hij zich kandidaat gesteld had. De betrokken kandidaat, die zijn recht op kandidaatstelling in zijn lidstaat van herkomst verloren heeft, mag niet gekozen verklaard worden en er wordt hem geen aandeel toegekend van het aantal stembiljetten ten gunste van de volgorde van voordracht. Er wordt echter rekening gehouden met het aantal [1 naamstemmen die naast zijn naam uitgebracht werden om zowel het stemcijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had, als het aantal stemmen ten gunste van de volgorde van voordracht in het geval bedoeld in de artikelen 172 en 173"]1.] <W 2014-01-07/11, art. 11, Inwerkingtreding : 16-02-2014>
  6° [3 ...]3
  ----------
  (1)<W 2018-04-19/25, art. 58, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (2)<W 2019-03-19/08, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 17-05-2019>
  (3)<W 2023-03-28/02, art. 108, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art. 36/1.[1 De minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde brengt systematisch en zo snel mogelijk het College van Deskundigen bedoeld in hoofdstuk 7 van de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, op de hoogte van elke vastgestelde werkingsstoring met een effect op het normale stemproces, het [2 proces van de telling]2 of het proces voor het doorsturen van de resultaten, ofwel via het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk bedoeld in de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, ofwel via een software bedoeld in artikel 165 van het Kieswetboek, ofwel via elke andere kiessoftware die of elk ander elektronisch kiessysteem dat gebruikt wordt bij de verkiezingen.
   Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde of wanneer de kieshoofdbureaus dit vragen aan de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, kan de expertise van het College gevraagd worden om met de kieshoofdbureaus mee te werken en hen te ondersteunen, welke kieshoofdbureaus begeleid worden door de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde, waarbij ze zich verzekeren van de geschiktheid van de verrichtingen die gebeuren bij de vaststelling van de werkingsstoring en het oplossingsproces ervan, alsook dat de verrichtingen transparant gebeuren en in overeenstemming met de principes tot regeling van de organisatie van democratische verkiezingen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2018-04-19/25, art. 59, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 109, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.37.[1 De voorzitter van het collegehoofdbureau stuurt het [2 digitale]2 proces-verbaal van zijn/haar bureau onverwijld en op digitale wijze door naar de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers en naar de minister van Binnenlandse Zaken, door gebruik te maken van de elektronische handtekening die aangebracht wordt door middel van zijn/haar identiteitskaart. [2 ...]2]1
  Na de beëindiging van de in artikel 43 voorziene procedure zendt de griffier van de Kamer van Volksvertegenwoordigers de processen-verbaal met een gezamenlijke lijst van de gekozenen, alsmede de nodige bescheiden voor het onderzoek van de geloofsbrieven van de gekozenen aan het Europese Parlement.
  Aan ieder gekozene wordt een uittreksel uit het proces-verbaal van het collegehoofdbureau gezonden.
  ----------
  (1)<W 2018-04-19/25, art. 60, 003; Inwerkingtreding : 03-06-2018>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 110, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.38.[1 De aan het provinciehoofdbureau toegezonden omslagen worden door dit bureau doorgestuurd naar de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers, bij wie deze blijven berusten tot na het onderzoek van de geloofsbrieven van de gekozenen.
   De voorzitter van het Europees Parlement kan zich bepaalde stukken doen overleggen indien hij het nodig acht.]1
  ----------
  (1)<W 2023-12-25/12, art. 12, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Titel IV. Stemplicht en straffen
Art.39.[3 De deelneming aan de stemming is verplicht:
   1А voor de meerderjarige Belgen die in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente ingeschreven zijn;
   2А voor de meerderjarige Belgen die op het grondgebied van een niet-lidstaat van de Europese Unie verblijven en in de bevolkingsregisters in de consulaire beroepsposten ingeschreven zijn;
   3А voor de meerderjarige Belgen die op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie verblijven en die ingeschreven zijn op de kiezerslijst bedoeld in artikel 7;
   4А voor de meerderjarige onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die ingeschreven zijn op de kiezerslijst van de gemeente waar zij verblijven, in uitvoering van artikel 3.]3
(NOTA : bij arrest nr. van 21-03-2024 (2024-03-25/02, B.St. 25-03-2024, p. 35862), heeft het Grondwettelijk Hof dit lid geschorst)
  De bepalingen van de artikelen 207 tot 210 van het Kieswetboek zijn op die kiezers van toepassing.
  Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 210 van dat Wetboek betreffende de bijzondere herhaling van niet gewettigde afwezigheid bij de stemming worden alleen de verkiezingen van het Europese Parlement in aanmerking genomen.
  ----------
  (1)<W 2016-11-17/12, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2022-06-01/06, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
  (3)<W 2023-12-25/12, art. 13, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>


Art.40. De bepalingen van Titel V van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Europese Parlement.

Titel V. Verkiesbaarheid en onverenigbaarheden
Art.41.Om verkiesbaar te zijn voor het Europese Parlement moet men:
  1° [zijn woonplaats hebben in één van de lidstaten van de Europese Gemeenschap en ofwel Belg zijn ofwel onderdaan zijn van een andere lidstaat [van de Europese Unie] ]; <W 2004-03-05/36, art. 4, A), Inwerkingtreding : 05-04-2004> <W 2014-01-07/11, art. 13, 1°, Inwerkingtreding : 16-02-2014>
  [1°bis. zich niet bevinden in één der gevallen van uitsluiting of schorsing bedoeld in de artikelen 6 tot [2 8]2 van het Kieswetboek of [niet ingevolge een individuele gerechtelijke beslissing of een administratieve beslissing, voor zover deze beslissing het voorwerp kan uitmaken van een gerechtelijk beroep, het verkiesbaarheidsrecht in zijn lidstaat van herkomst hebben verloren] ;] <W 2004-03-05/36, art. 4, B), Inwerkingtreding : 05-04-2004> <W 2014-01-07/11, art. 13, 2°, Inwerkingtreding : 16-02-2014>
  [1°ter. zich geen kandidaat hebben gesteld bij dezelfde verkiezing in een andere lidstaat;] <W 2004-03-05/36, art. 4, C), Inwerkingtreding : 05-04-2004>
  2° de volle leeftijd van [1 achttien]1 jaar hebben bereikt;
  3° [ofwel Nederlandstalig zijn indien men zich aanmeldt voor het Nederlandse kiescollege, ofwel Franstalig indien men zich aanmeldt voor het Franse kiescollege, ofwel Duitstalig indien men zich aanmeldt voor het Duitstalige kiescollege.] <W 1993-07-16/31, art. 215, Inwerkingtreding : 30-07-1993>
  Deze taalaanhorigheid wordt verklaard in de akte van bewilliging van de kandidatuur bedoeld in artikel 21, § 2, zesde lid.
  [De voorwaarden dienen vervuld te zijn op de dag van de verkiezing] [, met uitzondering van [2 de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 1° en 3°]2, waaraan uiterlijk op het ogenblik van de indiening van de voordrachtsakten moet voldaan zijn.] <W 2004-03-05/36, art. 4, D), Inwerkingtreding : 05-04-2004> <W 2004-04-25/43, art. 5, Inwerkingtreding : 17-05-2004>
  ----------
  (1)<W 2021-12-12/14, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 09-04-2022>
  (2)<W 2023-03-28/02, art. 111, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art.42. [De onverenigbaarheden en de cumulatiebeperkingen] die, krachtens de Belgische wetten, van toepassing zijn op de Belgische parlementsleden, gelden eveneens voor de leden van het Europese Parlement. <W 1999-05-04/88, art. 5, Inwerkingtreding : 31-01-2001>
  De hoedanigheid van Europees parlementslid is bovendien onverenigbaar met die van lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van de Senaat, van lid van [het Vlaams Parlement, van het Parlement van de Franse Gemeenschap of van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van lid van een Gewestparlement, van lid van een Gemeenschaps- of Gewestregering] van lid van een bestendige deputatie, van lid van een agglomeratiecollege en die van burgemeester, schepen of voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van een gemeente met méér dan 50.000 inwoners. <W 2006-03-27/35, art. 17, Inwerkingtreding : 21-04-2006>
  De Kamer van Volksvertegenwoordigers doet uitspraak over de door de Belgische wetten voorziene onverenigbaarheden. Deze beslissingen worden toegevoegd aan de documenten voorzien bij artikel 37, tweede lid.
  Een lid van het Europese Parlement kan niet een functie of mandaat, onverenigbaar met zijn mandaat van Europees parlementslid, aanvaarden, indien hij niet voorafgaandelijk afstand heeft gedaan van dit laatste mandaat.

Art. 42bis. <Ingevoegd bij W 2012-07-19/29, art. 7, Inwerkingtreding : 01-01-2014> Het lid van het Europese Parlement dat zich kandidaat heeft gesteld bij de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, het Vlaams Parlement, het Waals Parlement of het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement en dat als effectief lid wordt verkozen, verliest van rechtswege zijn hoedanigheid van lid van het Europese Parlement op de dag van de geldigverklaring van zijn nieuwe effectieve mandaat.
  Hij verliest die hoedanigheid eveneens van rechtswege zodra hij zijn nieuwe effectieve mandaat verzaakt tussen de dag van de afkondiging van de verkozenen en de dag waarop zijn nieuwe effectieve mandaat geldig wordt verklaard.

Titel VI. Diverse bepalingen
Art.43. De Kamer van Volksvertegenwoordigers doet uitspraak over de geldigheid van de kiesverrichtingen, zowel wat de gekozenen als hun opvolgers betreft.
  Zij beslist over de bezwaren die worden ingebracht op grond van de bepalingen van deze wet.
  Elk bezwaar tegen de verkiezing moet binnen de tien dagen te rekenen van de dag van de verkiezing, schriftelijk worden ingediend bij de griffier van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
  De door de Kamer van Volksvertegenwoordigers getroffen beslissing in verband met het bezwaar wordt gevoegd bij de stukken bedoeld bij artikel 37, tweede lid.

Art. 43bis. <Ingevoegd bij W 2014-01-07/11, art. 14, Inwerkingtreding : 16-02-2014> Indien de informatie bedoeld in artikel 21, § 7, derde lid, betreffende het verlies van het recht op kandidaatstelling van een kandidaat die onderdaan is van een andere lidstaat van de Europese Unie, doorgestuurd wordt naar het betrokken collegehoofdbureau en naar de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers na de openbare afkondiging van de verkiezingsuitslagen, worden volgende procedures gevolgd:
  1° als deze informatie doorgestuurd wordt voor de geldigverklaring van de kiesverrichtingen bedoeld in artikel 43, kan de verkiezing van de effectief of plaatsvervangend verkozene niet geldig verklaard worden. De Kamer van volksvertegenwoordigers verdeelt de zetels opnieuw en wijst de verkozenen opnieuw aan overeenkomstig artikel 36, tweede lid, 5°;
  2° als deze informatie doorgestuurd wordt na de geldigverklaring van de verkiezingen bedoeld in artikel 43, verliest de effectieve of plaatsvervangende verkozene deze hoedanigheid in het Europese Parlement van rechtswege.

Art. 43ter.[1 Als de [2 minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde]2 een vraag ontvangt van een andere lidstaat van de Europese Unie over het recht op kandidaatstelling van een Belgische onderdaan die in die lidstaat als kandidaat ingeschreven is voor de verkiezing van het Europees Parlement, stuurt deze aan de lidstaat van verblijf de informatie betreffende het recht op kandidaatstelling van de onderdaan, binnen een termijn van vijf werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de kennisgeving of indien mogelijk binnen een kortere termijn als de lidstaat hierom vraagt.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2016-11-17/12, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 30-12-2016>
  (2)<W 2019-03-19/08, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 17-05-2019>

Art. 43quater.[1 De gegevens betreffende de kandidaten bedoeld in artikel 21, § 2, tweede lid, met uitzondering van het identificatienummer bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, worden door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken bewaard gedurende dertig jaar na de verkiezingen. Na deze periode worden deze gegevens door het Rijksarchief bewaard met toepassing van de Archiefwet van 24 juni 1955.
   Met het oog op de uitvoering van wetenschappelijke en/of statistische onderzoeken over de verkiezingskandidaten en de kiesresultaten, mogen deze gegevens meegedeeld worden aan de personen die daartoe een schriftelijke aanvraag indienen. Deze aanvraag bevat een nauwkeurige beschrijving van het onderzoeksproject, dat aan de geldende wetenschappelijke normen moet voldoen, alsook een voldoende gedetailleerde opsomming van de te raadplegen gegevens en een beschrijving van de analysemethodes.]1
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 112, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>

Art. 43quinquies. [1 De bepalingen van artikel 203bis van het Kieswetboek zijn van toepassing op de verkiezing van het Europees Parlement.
   Echter, voor deze toepassing:
   1° moeten in paragraaf 2, tweede lid, de woorden "minstens zes weken vóór de dag van de verkiezingen in de in artikel 105 bedoelde gevallen en minstens twintig dagen vóór de dag van de verkiezingen in het in artikel 106 bedoelde geval" vervangen worden door de woorden "minstens zes weken vóór de dag van de verkiezing";
   2° moeten in paragraaf 4 de woorden "van de kieskringhoofdbureaus" vervangen worden door de woorden "van de collegehoofdbureaus".]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij W 2023-03-28/02, art. 113, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>


Art.44. Wanneer een mandaat van vertegenwoordiger openvalt, voleindigt de opvolger het mandaat van zijn voorganger.

Art.45.[1 [2 In de zes maanden voorafgaand aan de verkiezing van het Europese Parlement zendt de minister van Binnenlandse Zaken aan de Belgische minderjarigen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente, bedoeld in artikel 1, § 1, een brief waarin ze geïnformeerd worden over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop het actief kiesrecht wordt uitgeoefend en in de zes maanden voorafgaand aan de opstelling van de in artikel 3 bedoelde kiezerslijsten zendt de minister van Binnenlandse Zaken]2 aan de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie, bedoeld in artikel 1, § 2, 2°, een brief waarin ze geïnformeerd worden over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop het actief en passief kiesrecht worden uitgeoefend. Daartoe zijn de diensten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in naam en voor rekening van de minister van Binnenlandse Zaken, gemachtigd om toegang te hebben tot hun gegevens betreffende naam, voornamen, geboortedatum, nationaliteit en hoofdverblijfplaats en deze gegevens te ontvangen; deze zelfde diensten zijn tevens gemachtigd om het nummer van het nationaal register te gebruiken. De aldus verzamelde gegevens worden zes maanden na de datum van de Europese verkiezingen vernietigd.]1
  ----------
  (1)<W 2023-03-28/02, art. 114, 007; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
  (2)<W 2023-12-25/12, art. 14, 008; Inwerkingtreding : 13-01-2024>

Art.46. <Ingevoegd bij W 1994-04-11/62, art.17, Inwerkingtreding : 26-04-1994> De inschrijvingsverrichtingen die vanaf 7 februari 1994 bij de gemeentebesturen hebben plaatsgevonden overeenkomstig artikel 1, § 3, worden in aanmerking genomen voor de kiezerslijst die zal worden opgemaakt voor de verkiezing van het Europese Parlement van 12 juni 1994 alsook voor de latere Europese verkiezingen.

BIJLAGEN.
Art. N. Bijlage.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. van 25-03-1989)