Details





Titel:

21 DECEMBER 1971. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-07-1981 en tekstbijwerking tot 03-05-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1
HOOFDSTUK I. Verplichtingen van de verzekeringsinstellingen.
Eerste Afdeling. De aanvraag om machtiging voor de verzekering en voor de rentedienst. (Afdeling opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
Art. 2-6, 6bis, 7
Afdeling II. - De werking.
Art. 8-13, 13bis
Afdeling III. Financiële waarborgen. (Afdeling opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
Art. 14-15, 15bis, 15ter, 16-20, 20bis, 20ter, 20quater, 20quinquies, 21-23, 23bis, 24-25
Afdeling IV. Afstand van de rechten en van de verplichtingen.
Art. 26-27
Afdeling V. Einde van de machtiging. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 12; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
Art. 28-30, 30bis
HOOFDSTUK II. Bepalingen betreffende de vergoedingen
Afdeling I. Afhoudingen van de sociale zekerheidsbijdragen
Art. 31, 31bis, 31ter, 32-34
Afdeling Ibis. <Ingevoegd bij KB 2001-06-10/60, art. 46; Inwerkingtreding : 01-01-2003> - Vaststelling van het basisloon
Art. 34bis, 34ter, 34quater, 34quinquies
Afdeling II. [1 - Prothesen en orthopedische toestellen]1
Art. 35, 35bis, 35ter, 35quater
Afdeling III. - Vergoeding voor verplaatsingskosten.
Art. 36-37
HOOFDSTUK III. - (De verplichte medische dienst). <KB 2007-06-05/38, art. 4, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007>
Art. 38-41
HOOFDSTUK IV. Indexering van de loongrenzen
Art. 42-43
HOOFDSTUK V. [1 - FEDRIS.]1
Afdeling I.
Art. 44-45
Afdeling I..[1 - Technische comités voor de arbeidsongevallen.]1
Onderafdeling 1. Algemeen technisch comité. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 15; Inwerkingtreding : 15-10-2002>
Art. 46-47
(Onderafdeling 1bis. [1 - Technisch Comité voor de preventie]1
Art. 47bis, 47ter
(Onderafdeling 1ter. Medisch-Technisch Comité.) <Opgeheven bij KB 1996-11-18/40, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 24-12-1996>
Art. 47quater, 47quinquies
Onderafdeling 1. - Medisch-Technisch Comité voor de arbeidsongevallen.]1
Art. 48-49
Onderafdeling 2. - Technische comités voor de zeelieden.]1
Art. 50-51
Onderafdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen.]1
Art. 52-56
Afdeling II. - Ambtshalve aansluiting.]1
Art. 57-60
Afdeling III. - Onderhoud en vernieuwing van prothesen en orthopedische toestellen.]1
Art. 61-66, 66bis
Afdeling IV. - Sociale bijstand.]1
Art. 66ter
HOOFDSTUK VI. Overgangs- en slotbepalingen.
Afdeling I. Overgangsbepalingen.
Art. 67-69
Afdeling II. Slotbepalingen
Art. 70-72, N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° de wet: de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;
  2° (de Minister : de Minister die de toepassing van de wet onder zijn bevoegdheid heeft;) <KB 2007-06-05/38, art. 1, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007>
  3° [1 Fedris : het Federaal agentschap voor beroepsrisico's;]1
  4° (de verzekeringsonderneming : de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 49 van de wet;) <KB 2001-11-10/40, art. 1, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  (5° de hoofdverblijfplaats : de hoofdverblijfplaats in de zin van artikel 3, eerste lid, 5° van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.) <KB 1992-12-17/39, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 01-07-1993>
  6° (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 1, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  7° (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 1, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  8° (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 1, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  9° (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 1, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  10° (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 1, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 116, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

HOOFDSTUK I. _ Verplichtingen van de verzekeringsinstellingen.
Eerste Afdeling. _ De aanvraag om machtiging voor de verzekering en voor de rentedienst. (Afdeling opgeheven)
Art.2. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art.3. (Opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art.4.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 1, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.5. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art.6.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 2, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 6bis.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 3, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.7. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 2, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Afdeling II. - De werking.
Art.8.§ 1. (De (verzekeringsonderneming) die andere aktiviteiten dan de arbeidsongevallenverzekering uitoefent, houdt voor die laatste verzekeringstak een afzonderlijk beheer, (...) op de wijze door Ons bepaald.) <KB 1980-02-12> <KB 2001-11-10/40, art. 3 en 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  [2 Voor die tak worden de wetten bedoeld in artikel 58, § 1, 9°, van de wet van elkaar onderscheiden.]2
  (§ 2. De (verzekeringsonderneming) houdt afzonderlijke stukken voor de verzekering van : <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  1° werknemers of daarmee gelijkgestelden die geheel of gedeeltelijk vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944, betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders onderverdeeld in :
  a) risico werkplaats "Arbeiders";
  b) risico werkplaats "Bedienden";
  c) risico weg van en naar het werk "Arbeiders" en "Bedienden";
  d) werkplaats en weg van en naar het werk "Dienstboden";
  2° [1 diegenen die vallen onder het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitbreiding van het toepassingsgebied en tot vaststelling van de bijzondere regels in verband met de toepassing van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, met de volgende vermeldingen : risico werkplaats en weg van en naar het werk "Uitbreiding - wet";]1
  (3° de leden van het vast, stagedoend, tijdelijk of hulppersoneel, zelfs als zij onder arbeidsovereenkomst aangeworven zijn, die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 3 juli 1967 houdende de preventie en de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor de beroepsziekten in de overheidssector onderverdeeld in :
  a) risico arbeidsplaats " arbeiders ";
  b) risico arbeidsplaats " bedienden ";
  c) risico weg van en naar het werk " arbeiders " en " bedienden ".) <KB 2007-06-05/38, art. 2, 039; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  § 3. [3 De verzekeraar of de instelling met rentedienst houdt een afzonderlijk beheer voor de renten.]3
  § 4. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 3, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  § 5. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 3, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  § 6. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 3, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  § 7. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 3, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  § 8. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 3, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  ----------
  (1)<KB 2015-04-03/11, art. 1, 043; Inwerkingtreding : 01-10-2014>
  (2)<KB 2022-11-13/07, art. 4, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
  (3)<KB 2022-11-13/07, art. 5, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.9.<KB 1993-09-22/44, art. 1, 019; Inwerkingtreding : 01-07-1993> De verzekeringscontracten halen de tekst aan van de artikelen 6, 10 tot en met 33, 45, 49, 50, 69 en 72 van de wet. Zij vermelden bovendien :
  1° dat de (verzekeringsonderneming) zich ertoe verbindt, aan de getroffene of aan zijn rechthebbenden zonder uitzondering of voorbehoud en niettegenstaande ieder vervalbeding, alle vergoedingen die bij de wet zijn vastgesteld, te betalen en dit tot het contract een einde neemt; <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  2° dat, zo de (verzekeringsonderneming) het contract opzegt om iedere andere reden dan een arbeidsongeval, behalve in de gevallen voorzien in de [2 artikelen 57, § § 2 tot 4, en 71 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen]2, zijn verplichtingen omschreven onder 1° slechts vervallen bij het verstrijken van een termijn die niet korter mag zijn dan één maand; die termijn begint te lopen vanaf de dag volgend op deze waarop de (verzekeringsonderneming), bij een ter post aangetekende brief, de werkgever in kennis stelde van de opzegging van het contract; <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  3° dat zo het contract door de (verzekeringsonderneming) of door de werkgever opgezegd wordt wegens het overkomen van een arbeidsongeval, de opzegging slechts uitwerking heeft bij het verstrijken van het lopende verzekeringsjaar, zonder dat die termijn minder dan drie maanden mag bedragen vanaf het ogenblik van de betekening van de opzegging in de vorm bepaald onder 2°; die opzegging geschiedt ten laatste één maand na de eerste uitbetaling van de dagelijkse vergoedingen aan de getroffene of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding; <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  4° dat het contract van rechtswege wordt beëindigd vanaf de datum waarop de (verzekeringsonderneming) niet meer (toegelaten) is; <KB 2001-11-10/40, art. 4 en 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  5° dat zo het contract opgezegd wordt door de werkgever om iedere andere reden dan een arbeidsongeval de opzegging van de overeenkomst dient te gebeuren bij een ter post aangetekende brief;
  6° dat de bepalingen van de [2 wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen]2 van toepassing zijn voor wat betreft de voorwaarden, de wijze en de termijnen waarop aan de verzekeringsovereenkomst een einde wordt gemaakt door de werkgever of door de (verzekeringsonderneming) voor zover er niet wordt van afgeweken door de arbeidsongevallenwet of door de hogervermelde punten. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  7° (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 4, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  (Voor het sluiten van de verzekeringsovereenkomst dient de verzekeringsonderneming aan de verzekeringsnemer mee te delen dat elke klacht over de toepassing van de bepalingen in de overeenkomst, zoals vermeld in het eerste lid, kan worden gericht aan [1 Fedris]1, met vermelding van het adres, onverminderd de mogelijkheid voor de verzekeringsnemer een gerechtelijke procedure aan te spannen.) <KB 2001-11-10/40, art. 4, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 119, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2024-04-24/04, art. 20, 055; Inwerkingtreding : 13-05-2024>

Art.10.De (verzekeringsonderneming) deelt [1 Fedris]1op de datum, op de wijze en onder de voorwaarden die (de Minister) vaststelt, het jaarlijkse verslag over zijn activiteiten inzake [2 de arbeidsongevallenverzekeringen bedoeld in artikel 58, § 1, 9°, van de wet.]2
  (Lid opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 5, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 119, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2022-11-13/07, art. 6, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.11.Het verslag bedoeld bij artikel 10 omvat tabellen omtrent:
  (1° het aantal categorieën van personeel gedekt in de contracten;) <KB 1999-01-14/43, art. 2, 027; Inwerkingtreding : 01-01-1999; Opheffing : 17-09-2001; "heeft slechts uitwerking met ingang van 1 januari 1999 tot 16 september 2001"; Justel heeft niet onderzocht welke vorm van validiteit het 1° na 16 september 2001 heeft>
  2° (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 6, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  3° (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 6, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  4° het aantal aangegeven ongevallen, met een bondige aanduiding van de aard en de gevolgen ervan [1 met inbegrip van de voorziene graad van blijvende arbeidsongeschiktheid]1;
  5° (...) de uitgevoerde verrichtingen. <KB 2001-11-10/40, art. 6, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  In de tabellen moet hetzelfde onderscheid gemaakt worden als dat bepaald bij artikel 8, § 2.
  ----------
  (1)<KB 2022-11-13/07, art. 7, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.12.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 7, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 8, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.13.De (verzekeringsonderneming) stuurt in dubbel exemplaar (...) aan [1 Fedris]1 alle stukken die hij aan het publiek mededeelt. <KB 2001-11-10/40, art. 8 en 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  (De verzekeringsonderneming deelt de algemene en speciale voorwaarden van de verzekeringscontracten, vooraleer ze in gebruik te nemen, aan [1 Fedris]1 mee. Alle wijzigingen aan deze voorwaarden worden eveneens meegedeeld aan [1 Fedris]1.) <KB 2001-11-10/40, art. 8, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 119, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art. 13bis.<Ingevoegd bij KB 2001-11-10/40, art. 9; Inwerkingtreding : 11-12-2001> § 1. Elke toegelaten verzekeringsonderneming vestigt op het eerste verzoek van [1 Fedris]1 een bankgarantie die [3 371.840,29 EUR]3 bedraagt voor het dienstjaar waarin de verzekeringsonderneming voor het eerst de arbeidsongevallenverzekering in België uitoefent.
  Voor de daarop volgende dienstjaren is de bankgarantie gelijk aan 50 % van het hoogste jaartotaal dat tijdens de laatste drie jaar aan premies of bijdragen is geïnd zonder dat het bedrag minder dan [3 371.840,29 EUR]3 en meer dan [3 1.363.414,39 EUR]3 mag bedragen.
  § 2. Wanneer de in artikel 87 van de wet bedoelde ambtenaren vaststellen dat de verzekeringsonderneming aan één van haar financiële verplichtingen bedoeld in de wet en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten en verordeningen niet voldoet, legt het [2 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]2 proportioneel met de ernst van de vastgestelde tekortkoming voor een termijn van één jaar een bijkomende bankgarantie op die maximaal tweemaal de door de verzekeringsonderneming betaalde uitkeringen van het laatste boekjaar bedraagt.
  Onder uitkeringen worden verstaan alle kosten, vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid, vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid, renten en kapitalen.
  § 3. Op het eerste verzoek van [1 Fedris]1 stelt de bank de fondsen, overeenstemmend met deze garanties, ter beschikking.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 120, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2024-04-24/04, art. 21, 055; Inwerkingtreding : 13-05-2024>

Afdeling III. _ Financiële waarborgen. (Afdeling opgeheven)
Art.14.[1 De waarborgsom bedoeld in artikel 4, 7°, bedraagt vijftien miljoen frank en geldt tot het einde van het dienstjaar waarin de machtiging wordt verleend.
   De waarborgsom van vijf miljoen frank bedoeld in artikel 6, derde lid, wordt in aanmerking genomen voor de samenstelling van de waarborgsom, bedoeld in het eerste lid.]1
  ----------
  (1)<KB 2022-11-13/07, art. 9, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.15.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 10-11, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 15bis.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 12, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 15ter.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 13, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.16.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 14, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.17. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art.18. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art.19.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 15, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.20.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 16, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 20bis.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 17, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 20ter.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 18, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 20quater.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 19, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 20quinquies.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 20, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.21. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art.22.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 21, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.23.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 22-23, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 23bis.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 24, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.24.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 25, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.25.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 10, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 26, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Afdeling IV. _ Afstand van de rechten en van de verplichtingen.
Art.26.<KB 2001-11-10/40, art. 11, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001> Bij de adviesaanvraag of de kennisgeving, bedoeld in artikel 54bis, voegt de Controledienst voor de Verzekeringen :
  1° het ontwerp van overeenkomst van afstand, van fusie of van splitsing;
  2° een uiteenzetting omtrent de redenen;
  3° een model van mededeling aan de getroffenen en aan de rechthebbenden waarin is vermeld de datum van afstand, fusie of splitsing en de gevolgen ervan op hun rechten en verplichtingen.

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 27, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.27. (NOTA : art. 27 schijnt opgeheven te worden bij KB 2001-11-10/40, art. 11. <KB 2001-11-10/40, art. 11, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>) Bij de aanvraag tot afstand gericht aan de Minister worden gevoegd:
  1° het ontwerp van overeenkomst van afstand;
  2° een uiteenzetting omtrent de redenen van de afstand;
  3° een model van mededeling aan de verzekeringsnemers, aan de getroffenen of aan de rechthebbenden waarin is vermeld:
  a) de datum van afstand;
  b) de gevolgen ervan op hun rechten en verplichtingen.

Afdeling V. _ Einde van de machtiging. (opgeheven)
Art.28. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 12, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art.29. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 12, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art.30. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 12, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

Art. 30bis.(opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 12, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 28, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

HOOFDSTUK II. _ Bepalingen betreffende de vergoedingen
Afdeling I. _ Afhoudingen van de sociale zekerheidsbijdragen
Art.31.[1 De getroffene die een vergoeding voor tijdelijke ongeschiktheid, jaarlijkse vergoeding, rente, bijslag of kapitaal ontvangt en die op het ogenblik van het ongeval, geheel of gedeeltelijk viel onder:
   1° de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944, betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
   2° de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij,
   blijft verplicht de bijdragen te betalen welke door die regelingen aan de werknemer zijn opgelegd.
   De getroffene die een vergoeding voor tijdelijke ongeschiktheid, jaarlijkse vergoeding, rente, bijslag of kapitaal ontvangt en die op het ogenblik van het ongeval, geheel of gedeeltelijk viel onder de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid voor de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden,
   - blijft tot 31 december 2002 verplicht de bijdragen te betalen welke door die regeling aan de werknemer zijn opgelegd;
   - is vanaf 1 januari 2003 verplicht de bijdragen te betalen welke door de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders aan de werknemer zijn opgelegd.
   De bijdrage is beperkt tot de sectoren waaraan de getroffene onderworpen was op het ogenblik van het ongeval.]1

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 29, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

  ----------
  (1)<KB 2015-09-27/14, art. 1, 045; Inwerkingtreding : 01-10-2015>


Art. 31bis.<KB 1983-02-02/31,art. 1, 007> De getroffene die [2 overeenkomstig artikel 27ter van de wet een indexatie of]2 een bijslag ten laste van [1 Fedris]1 ontvangt , is de bijdragen welke bedoeld zijn bij artikel 38,§2 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, verschuldigd. <KB 1987-12-10/39, art. 30, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2022-11-13/07, art. 30, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 31ter.[1 De bijdragen bedoeld bij de artikelen 31 en 31bis worden beperkt tot maximaal [4 [5 3,55]5 %]4 als het slachtoffer een rust- of overlevingspensioen ontvangt zoals bedoeld in artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 12 december 2006 tot uitvoering van artikel 42bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2015-09-27/14, art. 2, 045; Inwerkingtreding : 01-10-2015>
  (2)<KB 2017-10-15/05, art. 1, 046; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (3)<KB 2019-05-22/12, art. 1, 048; Inwerkingtreding : 01-10-2019>
  (4)<KB 2021-07-04/05, art. 1, 049; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
  (5)<KB 2023-03-12/12, art. 1, 054; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.32.[1 De bijdragen bedoeld bij de artikelen 31 en 31ter]1 worden afgehouden door de debiteur van de wettelijke vergoedingen, zonder hierbij rekening te houden met de bijdragen die door de getroffene verschuldigd zijn wegens prestaties die aanleiding geven tot toepassing van één van de sociale zekerheidsregelingen bedoeld bij artikel 31.
  De debiteur stort ze aan de instelling belast met de inning van de bijdragen van de regeling waarin de getroffene bijdrageplichtig was op het ogenblik van het ongeval. Die instelling verdeelt de bijdragen volgens de regelen die werden vastgesteld krachtens de sociale zekerheidswetten.
  (De bijdragen bedoeld bij artikel 31bis worden afgehouden door [2 Fedris]2 en gestort aan de Rijksdienst voor Maatschappelijke zekerheid). <KB 1983-02-02/31,art. 2, 007>
  ----------
  (1)<KB 2015-09-27/14, art. 3, 045; Inwerkingtreding : 01-10-2015>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 117, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.33. De debiteur van de wettelijke vergoedingen is ertoe gehouden de instellingen belast met het innen van de sociale zekerheidsbijdragen alle inlichtingen te verschaffen nodig voor de uitvoering van hun opdracht.

Art.34.
  <Opgeheven bij KB 2015-09-27/14, art. 4, 045; Inwerkingtreding : 01-10-2015>

Afdeling Ibis. - Vaststelling van het basisloon
Art. 34bis. <Ingevoegd bij KB 2001-06-10/60, art. 46; Inwerkingtreding : 01-01-2003> Worden voor de toepassing van artikel 36, § 1, derde lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 beschouwd als dagen of uren waarop arbeid werd verricht, de dagen of uren van normale werkelijke arbeid, meerprestaties zonder inhaalrust, meerprestaties mits inhaalrust, andere meerprestaties mits inhaalrust, inhaalrust, vakantie krachtens algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, bijkomende vakantie, feestdag tijdens de arbeidsovereenkomst, vervangingsdag van een feestdag, afwezigheid met gewaarborgd dagloon wegens arbeidsongeschiktheid, afwezigheid met gewaarborgd dagloon wegens een andere reden dan arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon eerste week, arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd maandloon, kort verzuim, technische stoornis in de onderneming, dwingende redenen met behoud van loon en sluiting van de onderneming ter bescherming van het leefmilieu, alsmede de andere afwezigheden waarvoor de werknemer een normaal loon ontving.
  Worden eveneens beschouwd als dagen of uren waarop arbeid werd verricht de dagen of uren wettelijke vakantie voor zover zij gedekt zijn door de tegenwaarde van het wettelijk enkel vakantiegeld.

Art. 34ter. <Ingevoegd bij KB 2001-06-10/60, art. 46; Inwerkingtreding : 01-01-2003> Worden voor de toepassing van artikel 36, § 1, tweede lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 beschouwd als ontbrekende dagen of uren de dagen of uren afwezigheid eerste dag wegens slecht weer bouwbedrijf, feestdag of vervangingsdag tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid, arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon tweede week, arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis of nr. 13bis, arbeidsongeschiktheid met arbeidsongevallenvergoeding in toepassing van artikel 54 van de arbeidsongevallenwet, aangepaste arbeid met loonverlies, alsmede de andere afwezigheden waarvoor de werknemer geen loon ontving.
  Worden eveneens beschouwd als ontbrekende dagen of uren de dagen of uren wettelijke vakantie voor zover zij niet gedekt zijn door de tegenwaarde van het wettelijk enkel vakantiegeld.

Art. 34quater. <Ingevoegd bij KB 2001-06-10/60, art. 46; Inwerkingtreding : 01-01-2003> Worden voor de toepassing van artikel 36, § 1, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 beschouwd als rusttijden de dagen en uren waarop de werknemer geacht wordt te rusten overeenkomstig zijn normaal werkrooster.

Art. 34quinquies. <Ingevoegd bij KB 2001-06-10/61, art. 3; Inwerkingtreding : 01-01-2003> Wanneer de loon- en arbeidstijdgegevens aangegeven worden per kwartaal en slechts een gedeelte van dit kwartaal ligt binnen de referteperiode bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, worden deze gegevens toegewezen aan dit gedeelte van het kwartaal op basis van de volgende regels :
  a) de in het kwartaal aangegeven dagen of uren waarop arbeid werd verricht, zoals bedoeld in artikel 34bis, eerste lid, en het ermee overeenstemmend loon worden maximaal in aanmerking genomen tot beloop van het aantal dagen waarop de getroffene overeenkomstig zijn normaal werkrooster binnen het bedoelde gedeelte van het kwartaal geacht wordt arbeid te verrichten;
  b) indien in de overige kwartalen van de referteperiode het aantal dagen wettelijke vakantie lager ligt dan het aantal waarop de getroffene voor een vakantiedienstjaar aanspraak kan maken overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971, worden de in het kwartaal aangegeven dagen wettelijke vakantie geacht zich te situeren binnen dit gedeelte van het kwartaal tot het maximaal aantal wettelijke vakantiedagen voor een jaar bereikt wordt en wordt vervolgens de regel onder a) toegepast.

Afdeling II. [1 - Prothesen en orthopedische toestellen]1   ----------   (1)
Art.35.<KB 1987-12-10/39, art. 31, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988> Worden als prothese of orthopedisch toestel aangezien :
  1° de eigenlijke prothese of het eigenlijke orthopedisch toestel;
  2° alle functionele bijhorigheden;
  3° het reservetoestel, naargelang van de aard van de letsels.
  (4° De volgende aanpassingen aan de woning :
  - de traplift;
  - de monolift.) <KB 2007-06-05/38, art. 3, 1°, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007>
  (Het slachtoffer heeft recht op prothesen of orthopedische toestellen waarvan de noodzakelijkheid erkend wordt op het ogenblik van de bekrachtiging van de overeenkomst tussen de partijen of van de beslissing bedoeld in artikel 24 van de wet of op elk ander ogenblik.) <KB 2007-06-05/38, art. 3, 2°, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 31, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 35bis.<Ingevoegd bij KB 1987-12-10/39, art. 31, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988> Vooraleer de (verzekeringsonderneming) het ontwerp van overeenkomst, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 december 1987 houdende vaststelling van de wijze en de voorwaarden van de bekrachtiging van de overeenkomsten door [1 Fedris]1, aan de getroffene toestuurt, vraagt hij het akkoord van [2 Fedris]2 over de prothesen en orthopedische toestellen die nodig zijn. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  Hij vraagt tevens het akkoord omtrent de elementen die hij zich voorneemt aan te wenden voor de berekening van de bijkomende vergoeding, bedoeld in artikel 28bis, derde lid, van de wet (...). <KB 2001-11-10/40, art. 13, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  Na dat akkoord wordt die vergoeding vastgesteld op grond van het barema G dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd. (...) <KB 2001-11-10/40, art. 13, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 31, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 117, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>


Art. 35ter.<Ingevoegd bij KB 1987-12-10/39, art. 31, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988> De getroffene die een beroep doet op de tussenkomst van de (verzekeringsonderneming) met het oog op het onderhoud of de vernieuwing van zijn prothese of van zijn orthopedisch toestel richt hiertoe een aanvraag tot deze (verzekeringsonderneming). <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  De (verzekeringsonderneming) deelt aan de getroffene de beslissing mede en stuurt hem, zo het onderhoud of de vernieuwing niet onmiddellijk kan gebeuren de lijst van de erkende orthopedisten en erkende medische centra voor prothese en orthopedie. (Deze mededelingen gebeuren aan de hoofdverblijfplaats van de getroffene, behoudens afwijking op diens schriftelijk verzoek.) <KB 1992-12-17/39, art. 4, 017; Inwerkingtreding : 01-07-1993> <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  De orthopedist of het medisch centrum maakt aan de (verzekeringsonderneming) een nauwkeurige prijsopgave van de kosten van het onderhoud of van de vernieuwing over. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  Alleen de orthopedisten en de medische centra die door [2 Fedris]2 erkend worden, kunnen met het onderhoud of de vernieuwing van de toestellen worden belast.
  In geval van weigering van de (verzekeringsonderneming) om de volledige prijs ten laste te nemen wegens het luxe-karakter van de uitgaven kan het probleem voor advies aan het (medisch-technisch comité) voorgelegd worden. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001> <KB 2001-11-10/40, art. 14, 034; Inwerkingtreding : 15-10-2002>
  [3 De getroffene kan zich richten tot een verstrekker die wettelijk gevestigd is in een land, volgens de wetsbepalingen en bestuursrechtelijke bepalingen van dat land, waarmee België door de Europese verordeningen of internationale overeenkomsten gebonden is en die betrekking hebben op de sociale zekerheid waaronder de gezondheidszorgen die nodig zijn als gevolg van een arbeidsongeval.
   Onverminderd de Europese verordeningen of internationale overeenkomsten waar België door gebonden is en die betrekking hebben op de sociale zekerheid waaronder de gezondheidszorgen die nodig zijn als gevolg van een arbeidsongeval, worden de onderhouds- of hernieuwingskosten van prothesen die werden geleverd binnen een van de hiervoor bedoelde landen, terugbetaald, als die kosten deel uitmaken van de prestaties waarop de verzekerde persoon recht heeft in België.]3

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 31, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

  ----------
  (1)<KB 2015-09-08/05, art. 2, 044; Inwerkingtreding : 11-10-2015>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 117, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2022-10-07/12, art. 7, 051; Inwerkingtreding : 01-01-2021>


Art. 35quater.<Ingevoegd bij KB 1987-12-10/39, art. 31, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988> De orthopedist of het medisch centrum die het toestel aan de getroffene levert, is ertoe gehouden aan de (verzekeringsonderneming) alle gegevens te verstrekken met het oog op de identificatie van het toestel. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  De verzendingskosten van de toestellen worden gedragen door de (verzekeringsonderneming). <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 31, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Afdeling III. - Vergoeding voor verplaatsingskosten.
Art.36.De getroffene heeft ten laste van de (verzekeringsonderneming) recht op vergoeding van de kosten voor verplaatsing die voortvloeien uit het ongeval, telkens als hij zich moet verplaatsen hetzij: <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  1° op verzoek van de (verzekeringsonderneming) of elke persoon die in zijn naam optreedt; <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  2° op verzoek van de rechtbank of van de arbeidsinspecteur;
  3° op verzoek van de door de rechter aangeduide expert (of van de bemiddelende geneesheer bedoeld in artikel 64bis van de wet); <KB 2006-03-05/49, art. 1, 037; Inwerkingtreding : 01-09-2006>
  4° op verzoek van [1 Fedris]1;
  5° op zijn verzoek, met toelating van de (verzekeringsonderneming) of van [1 Fedris]1; <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  6° met het oog op een wedertewerkstelling volgens de modaliteiten vermeld in artikel 23 van de wet;
  7° om (.....) medische redenen. <KB 1982-05-18/02,art. 1,1°, 004>
  Zo de verplaatsing gebeurt met behulp van een gemeenschappelijk vervoermiddel worden de werkelijke reiskosten terugbetaald.
  (Gebeurt de verplaatsing met behulp van een ander vervoermiddel en bedraagt de af te leggen afstand tenminste 5 km vanaf de woonplaats, dan worden de reiskosten vergoed tegen [2 0,3704 euro]2 per kilometer.) [2 Dit bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 111,53 (basis 2013 = 100) van toepassing op 1 januari 2022. Het wordt jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. Voor de toepassing van deze wet wordt rekening gehouden met de afgevlakte gezondheidsindex overeenkomstig artikel 3 bis van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.]2 <KB 1982-05-18/02,art. 1,2°, 004> <KB 2002-01-22/36, art. 1, 035; Inwerkingtreding : 01-03-2002>
  Zo de verplaatsing gebeurt met behulp van een ziekenwagen of om dringende medische redenen, worden de werkelijke kosten vergoed.
  Zo de verplaatsing aanleiding geeft tot overnachting die kosten veroorzaakt, worden de kosten vergoed op grond van de werkelijke prijs met een maximum van (28,50 euro) per overnachting, ontbijt inbegrepen. <KB 2003-12-01/39, art. 1, 036; Inwerkingtreding : 01-03-2004>
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2022-12-11/08, art. 1, 053; Inwerkingtreding : 31-12-2022>

Art.37.§ 1. De echtgenoot, de kinderen en de ouders hebben ten laste van de (verzekeringsonderneming), onder de hierna volgende voorwaarden, recht op vergoeding van de kosten voor verplaatsing die voortvloeien uit het ongeval: <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  1° zo het verblijf van de getroffene in de verplegingsdienst ten minste twee en ten hoogste zeven dagen bedraagt, wordt voor één van die personen één reis vergoed;
  (1°bis zo het verblijf van de getroffene in een rust- of verzorgingstehuis, in een psychiatrisch verzorgingstehuis of in een rustoord voor bejaarden ten minsten twee en ten hoogste zeven dagen bedraagt, wordt één van deze personen één reis vergoed, voor zover het verblijf hoofdzakelijk wegens het arbeidsongeval nodig is;) <KB 2001-10-16/35, art. 1, 031; Inwerkingtreding : 29-11-2001>
  2° er wordt op dezelfde wijze één bijkomende reis vergoed per bijkomende verblijfperiode van drie dagen.
  § 2. Zo op grond van een medisch advies blijkt dat het leven van de getroffene in gevaar is, hebben de echtgenoot en één kind recht op de vergoeding van één reis per dag.
  De ouders van de getroffene hebben ieder recht op vergoeding van één reis per week.
  Is er geen echtgenoot of bestaat er een feitelijke scheiding, dan treedt voor de toepassing van het eerste lid eventueel één kind in de plaats van de echtgenoot.
  Is er geen echtgenoot of bestaat er een feitelijke scheiding en is er slechts één kind, dan treedt voor de toepassing van het eerste lid, één van de ouders van de getroffene in de plaats van de echtgenoot.
  Is er geen echtgenoot of bestaat er een feitelijke scheiding en zijn er geen kinderen, dan heeft ieder van de ouders van de getroffene recht op vergoeding voor één reis per dag.
  § 3. De vergoeding van de kosten gebeurt op grond van de bepalingen van artikel 36, tweede, derde (en vijfde lid). <KB 2001-10-16/35, art. 1, 031; Inwerkingtreding : 29-11-2001>
  (De vergoeding van de verplaatsingen bedoeld in § 1, 1°bis, wordt echter beperkt tot een maximumafstand van 100 km heen en terug.) <KB 2001-10-16/35, art. 1, 031; Inwerkingtreding : 29-11-2001>
  § 4. Zo de verplaatsingen bedoeld in dit artikel geschieden van of naar de plaats gelegen buiten [1 de Europese Economische Ruimte, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk]1, moet de (verzekeringsonderneming) zijn toestemming geven. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  § 5. (Voor de toepassing van dit artikel geldt de dag van de opname in de verplegingsdienst, in het rust- of verzorgingstehuis, in het psychiatrisch verzorgingstehuis of in het rustoord voor bejaarden als eerste dag en de dag van het ontslag uit deze instellingen als laatste van het verblijf.) <KB 2001-10-16/35, art. 1, 031; Inwerkingtreding : 29-11-2001>
  ----------
  (1)<KB 2022-10-07/12, art. 8, 051; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

HOOFDSTUK III. - (De verplichte medische dienst).
Art.38.<KB 2007-06-05/38, art. 4, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007> § 1. De werkgever die de verplichting heeft om over te gaan tot de verkiezing van een ondernemingsraad overeenkomstig [1 artikel 6, § 1, van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen]1 kan een medische dienst, zoals bedoeld in artikel 29 van de wet, instellen voor alle in artikel 28 van de wet bedoelde zorgen, met uitzondering van de ziekenhuiszorgen.
  Hij richt de aanvraag tot erkenning van die dienst tot de Minister die welzijn op het werk onder zijn bevoegdheid heeft, die het advies van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg inwint.
  § 2. Bij zijn aanvraag, voegt de werkgever :
  1° het bewijs dat de dienst een erkenning heeft op het niveau van de gemeenschappen;
  2° het bewijs dat hij met het oog op het verstrekken van de onmiddellijke hulp en de meest dringende zorgen, de maatregelen vastgesteld bij de artikelen 174 tot en met 183ter van het algemeen reglement op de arbeidsbescherming genomen heeft;
  3° het bewijs dat aan de voorwaarde vastgesteld in artikel 29, 3°, van de wet voldaan is. Het dossier bevat de namen van de zorgverstrekkers;
  4° het advies van het comité voor preventie en bescherming op het werk waarin het geografisch vastlegt tot waar de verplichting geldt om zich tot de verplichte medische dienst te wenden.
  ----------
  (1)<KB 2024-04-24/04, art. 22, 055; Inwerkingtreding : 13-05-2024>

Art.39. <KB 2007-06-05/38, art. 4, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007> De werkgever die deel uitmaakt van een groep van bedrijven, waarvan ten minste één over een erkende medische dienst beschikt, en de werkgever die zijn activiteit uitoefent in een zeehaven kunnen aansluiten bij een erkende medische dienst onder de volgende voorwaarden :
  1° het comité voor preventie en bescherming op het werk of, bij ontstentenis ervan, de syndicale delegatie of, desgevallend, de werknemers via de rechtstreekse participatie bedoeld in artikel 53 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, hebben vooraf een gunstig advies uitgebracht;
  2° de namen van de zorgverstrekkers bedoeld in artikel 29, 3°, van de wet zijn vermeld in het arbeidsreglement;
  3° de werkgever bij wiens medische dienst men wenst aan te sluiten, en zijn comité voor preventie en bescherming op het werk werden geconsulteerd.

Art.40. <KB 2007-06-05/38, art. 4, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007> De erkenning van de medische dienst wordt, na advies van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk, ingetrokken zo de voorwaarden vastgesteld in artikel 38 of 39 niet meer vervuld zijn of indien blijkt dat de werking van de medische dienst ernstige tekortkomingen vertoont.
  De werkgever licht de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk en het comité voor preventie en bescherming op het werk in indien er zich een wijziging voordoet in de voorwaarden waaraan volgens artikel 38 of 39 moet worden voldaan.
  De werkgever die de erkende medische dienst instelde, mag op ieder ogenblik om de intrekking ervan verzoeken. Hij richt zijn aanvraag aan de Minister.
  Over de intrekking wordt door Ons beslist.

Art.41. <KB 2007-06-05/38, art. 4, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007> Ons besluit houdende erkenning of intrekking van een medische dienst wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het kan bijkomende voorwaarden vaststellen, zo de omstandigheden die vereisen.
  Het comité voor preventie en bescherming op het werk brengt jaarlijks ten behoeve van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg verslag uit over de werking van de erkende medische dienst.

HOOFDSTUK IV. _ Indexering van de loongrenzen
Art.42. De bedragen vastgesteld bij artikel 39, eerste en tweede lid, van de wet, worden gekoppeld aan de spilindex welke op de datum van de inwerkingtreding van de wet het bedrag van de bezoldigingsgrenzen inzake sociale zekerheid bepaalt bij toepassing van de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Art.43. De bedragen bedoeld bij artikel 42 worden op 1 januari van ieder jaar en voor het eerst op 1 januari 1973 aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen aangepast door er artikel 4, § 1, eerste en derde lid, van de voormelde wet van 2 augustus 1971 op toe te passen.
  De alzo aangepaste bedragen worden ieder jaar in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

HOOFDSTUK V. [1 - FEDRIS.]1   ----------   (1)
Afdeling I.   
Art.44.
  <Opgeheven bij KB 2017-11-23/22, art. 108, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.45.
  <Opgeheven bij KB 2017-11-23/22, art. 108, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Afdeling I..[1 - Technische comités voor de arbeidsongevallen.]1   ----------   (1)
Onderafdeling 1. _ Algemeen technisch comité. (opgeheven)
Art.46. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 15, 034; Inwerkingtreding : 15-10-2002>

Art.47. (opgeheven) <KB 2001-11-10/40, art. 15, 034; Inwerkingtreding : 15-10-2002>

(Onderafdeling 1bis. [1 - Technisch Comité voor de preventie]1   ----------   (1)
Art. 47bis.<Ingevoegd bij KB 1987-12-10/39, art. 32, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988> [2 Bij Fedris]2 wordt een Technisch Comité voor de preventie ingesteld. Dit comité geeft op verzoek van het beheerscomité of uit eigen initiatief advies over :
  1° het formuleren van aanbevelingen in verband met de preventie van arbeidsongevallen;
  2° de gegevens betreffende de preventie op te nemen in de centrale gegevensbank van [2 Fedris]2 met het oog op hun statistische verwerking;
  3° de organisatie van vormen van samenwerking tussen de preventiediensten van de (verzekeringsondernemingen) en de andere organismen en diensten gelast met de preventie; <KB 2001-11-10/40, art. 42, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  4° het bevorderen van het onderzoek in verband met preventiemaatregelen;
  5° het opstellen van richtlijnen voor de jaarlijkse werkingsverslagen van de preventiediensten van de (verzekeringsondernemingen); <KB 2001-11-10/40, art. 42, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  6° het verlenen van een financiële tussenkomst van [2 Fedris]2 in algemene of bijzondere projecten inzake preventie;
  7° de preventie die [2 Fedris]2 organiseert in het kader van de verzekering van de zeelieden.
  [1 8° het aantal ondernemingen waarop de forfaitaire preventiecontributie van toepassing mag zijn, zoals bepaald [3 in artikel 2, achtste lid, van het koninklijk besluit van 23 december 2008]3 tot uitvoering van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 in verband met de onevenredig verzwaarde risico's.]1

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 32, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
  ----------
  (1)<KB 2009-01-19/32, art. 1, 041; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<KB 2021-11-07/05, art. 14, 050; Inwerkingtreding : 12-12-2021>
  (3)<KB 2024-04-24/04, art. 23, 055; Inwerkingtreding : 13-05-2024>

Art. 47ter.<Ingevoegd bij KB 1987-12-10/39, art. 32, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988> Het comité bestaat, benevens de voorzitter, uit :
  1° (vijf) vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties;
  2° (vijf) vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties; <KB 1991-05-22/34, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 14-07-1991>
  3° twee vertegenwoordigers van de technische arbeidsinspectie van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; (deze vertegenwoordigers hebben raadgevende stem) <KB 1991-05-22/34, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 14-07-1991>
  (4° (zes leden) gekozen wegens hun bijzondere bevoegdheid inzake preventie op het vlak van arbeidsongevallen; minstens één ervan wordt gekozen binnen de preventiediensten van de (verzekeringsondernemingen). Voor elk van deze (zes leden) draagt het Beheerscomité twee kandidaten voor, na advies van het technisch comité voor de preventie. Deze leden hebben raadgevende stem.) <KB 1991-05-22/34, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 14-07-1991> <KB 2001-11-10/40, art. 42, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001> <KB 2006-10-19/36, art. 1, 038; Inwerkingtreding : 18-11-2006>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 32, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

(Onderafdeling 1ter. _ Medisch-Technisch Comité.)
Art. 47quater.<Opgeheven bij KB 1996-11-18/40, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 24-12-1996>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 33, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art. 47quinquies.<Opgeheven bij KB 1996-11-18/40, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 24-12-1996>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 33, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Onderafdeling 1. - Medisch-Technisch Comité voor de arbeidsongevallen.]1   ----------   (1)
Art.48.<KB 1996-11-18/40, art. 2, 021; Inwerkingtreding : 24-12-1996> Bij [2 Fedris]2 wordt een medisch-technisch comité ingesteld.
  Dit Comité geeft op verzoek van het [3 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]3 of uit eigen initiatief advies over :
  1° alle medische problemen die rijzen in verband met de toepassing van de wet;
  2° het bevorderen van het onderzoek in verband met de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid;
  3° de vergoedingen, de bijslagen en de sociale bijstand bedoeld in de artikelen 58, § 1, en 58bis, § 1, van de wet in de gevallen en volgens de nadere regels die in het huishoudelijk reglement van het [3 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]3 zijn bepaald.
  (4° het verlenen of intrekken van de erkenning van de (verplichte medische diensten); <KB 2007-06-05/38, art. 5, 039; Inwerkingtreding : 22-06-2007>
  5° het verlenen of intrekken van de erkenning van de orthopedisten en van de medische centra voor prothese en orthopedie;
  6° de vaststelling van de prijzen van de prothesen en orthopedische toestellen met vermelding van hun duur en van de benaderende jaarlijkse kosten die uit het onderhoud ervan voortvloeien.) <KB 2001-11-10/40, art. 16, 034; Inwerkingtreding : 15-10-2002>
  7° [1 de toekenning van attesten bedoeld in artikel 7, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 91 van 20 december 2007, aan de werknemers met ernstige lichamelijke problemen die worden ontslagen en die, overeenkomstig artikel 3, § 6, van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact, op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn en op dat ogenblik een beroepsverleden van minstens 35 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, volgens de nadere regels die in het huishoudelijk reglement van het [3 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]3 zijn bepaald.]1
  ----------
  (1)<KB 2010-10-04/06, art. 1, 042; Inwerkingtreding : 04-11-2010>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2017-11-23/22, art. 120, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.49.<KB 1996-11-18/40, art. 2, 021; Inwerkingtreding : 24-12-1996> Het comité bestaat uit een voorzitter en uit :
  1° twee vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties;
  2° twee vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties;
  3° twee leden aangesteld op voordracht van de meest representatieve werkgeversorganisaties, gekozen wegens hun bevoegdheid inzake de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid, waarvan minstens één geneesheer is;
  4° twee leden aangesteld op voordracht van de meest representatieve werknemersorganisaties, gekozen wegens hun bevoegdheid inzake de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid, waarvan minstens één geneesheer is;
  5° twee vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van gehandicapten;
  6° een afgevaardigde van de dienst voor arbeidsbemiddeling van elk van de Gewesten, gekozen wegens zijn kennis van de arbeidsmarkt;
  7° een [2 arts]2 van de medische dienst van [1 Fedris]1.
  (Bij de behandeling van de dossiers bedoeld in artikel 48, tweede lid, 7°, is het comité samengesteld uit de leden bedoeld in het eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4° en 7°.) <KB 2008-12-23/52, art. 2, 1°, 040; Inwerkingtreding : 26-01-2009>
  Onverminderd de bepalingen van artikel 48, 3°, van dit besluit hebben de vertegenwoordigers van de gehandicapten, de afgevaardigden van de dienst voor arbeidsbemiddeling en de geneesheer van [1 Fedris]1 uitsluitend raadgevende stem bij de behandeling van materies bedoeld in artikel 48, 1° en 2°. (De geneesheer van [1 Fedris]1 heeft eveneens uitsluitend raadgevende stem bij de behandeling van de dossiers bedoeld in artikel 48, tweede lid, 7°.) <KB 2008-12-23/52, art. 2, 2°, 040; Inwerkingtreding : 26-01-2009>
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2021-11-07/05, art. 15, 050; Inwerkingtreding : 12-12-2021>

  [1Onderafdeling 2. - Technische comités voor de zeelieden.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 111, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.50.Er worden bij [2 Fedris]2 twee technische comités voor de zeelieden ingesteld, waarvan het ene bevoegd is voor de zeelieden ter koopvaardij en te Antwerpen zijn zetel heeft, en het andere voor de zeevissers dat zijn zetel heeft te Oostende.   Die comités geven op verzoek van het [3 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]3 of uit eigen initiatief advies over:   1° de basislonen bedoeld bij artikel 79 van de wet;   2° de bedragen van de premies door de reder verschuldigd [4 ...]4 bij toepassing van artikel 81, tweede lid, van de wet;   3° over de aanvragen tot schadeloosstelling ingediend door de zeelieden of hun rechthebbenden, telkens als [1 Fedris]1 twijfelt over de toepassing van de wet op het ongeval.   ----------   (1)   (2)   (3)   (4)
Art.51. Ieder van de comités bedoeld in artikel 50, bestaat, benevens uit de voorzitter, uit:
  1° vier vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de reders ter koopvaardij of van de reders ter zeevisserij;
  2° vier vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de zeelieden ter koopvaardij of van de vissers.

  [1Onderafdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 112, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.52.Het mandaat van de leden van de technische comités vervalt terzelfder tijd als dat van de leden van het [1 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]1. Het mandaat kan worden vernieuwd.
  Het lid dat vóór de normale beëindiging van zijn mandaat ophoudt van het technisch comité deel uit te maken, wordt binnen drie maanden vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 120, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.53. De Koning benoemt de voorzitters en de leden van de technische comités.   De voorzitter heeft raadgevende stem.   In geval van verhindering van de voorzitter van het technisch comité wordt het voorzitterschap door het oudste lid der aanwezige leden waargenomen.
Art.54.<KB 1986-09-18/30, art. 2, 009> De administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal of een door het [1 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]1 aangewezen ambtenaar woont met raadgevende stem de vergaderingen van de technische comités bij.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 120, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.55.Het secretariaat van de technische comités wordt verzekerd door een ambtenaar van [1 Fedris]1, die door het [2 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]2 daartoe wordt aangewezen.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 120, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.56.De voorzitter en de leden van de technische comités hebben recht op presentiegeld en op vergoeding voor verblijf- en reiskosten, waarvan het bedrag wordt bepaald overeenkomstig de regelen die toepasselijk zijn op de voorzitter en leden van het [1 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]1. (Evenwel worden het presentiegeld en de vergoeding voor verblijfkosten van de voorzitter van de technische comités per vergadering vastgesteld op één elfde van de jaarlijkse forfaitaire vergoeding van de voorzitter van het [1 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]1, zonder dat, op jaarbasis de laatstgenoemde vergoeding kan worden overschreden.) <KB 1999-02-05/34, art. 1, 026; Inwerkingtreding : 16-03-1999>
  Deze bepaling is niet toepasselijk op personen die deel uitmaken van een rijksdienst of van een andere overheidsdienst, behalve indien het comité ten vroegste vanaf 17 uur of op een andere dag dan een werkdag vergadert.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 120, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

  [1Afdeling II. - Ambtshalve aansluiting.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 113, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.57.De (verzekeringsonderneming) is ertoe gehouden [1 Fedris]1 de naam, het adres en het polisnummer mede te delen van: <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  1° de werkgevers die met hem een lopend verzekeringscontract afgesloten hadden op het ogenblik dat de wet in werking treedt;
  2° de werkgevers met wie hij een contract afsluit na het in werking treden van de wet;
  3° de werkgevers wier contract [2 geschorst of]2 beëindigd wordt na het in werking treden van de wet. <KB 1987-12-10/39, art. 34, 011, Inwerkingtreding : 01-01-1988>
  De gegevens bedoeld bij het eerste lid, 1°, worden door de (verzekeringsonderneming) uiterlijk op 31 maart 1972 verstrekt. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  De gegevens bedoeld bij het eerste lid, 2° en 3°, worden verstrekt op het ogenblik dat het contract [3 afgesloten, geschorst of beëindigd]3 wordt. <KB 1987-12-10/39, art. 35, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 119, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2022-11-13/07, art. 34, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
  (3)<KB 2022-11-13/07, art. 35, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Art.58.De ambtenaren of beambten belast met het toezicht op de naleving van de sociale zekerheidswetten zijn verplicht [1 Fedris]1 onmiddellijk te verwittigen zo zij vaststellen dat een werkgever of daarmee gelijkgestelde geen arbeidsongevallenverzekering afsloot.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 117, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.59. De werkgever die verzuimt een verzekeringscontract af te sluiten bij een (...) (verzekeringsonderneming), is aan [1 Fedris]1een bijdrage voor ambtshalve aansluiting verschuldigd voor iedere werknemer die in de loop van een kalendermaand in dienst is of was.   De jaarlijkse bijdrage is gelijk aan 2,5 % van het bedrag vastgesteld in artikel 39, eerste lid, van de wet, en aangepast overeenkomstig het derde lid van dit artikel. Zij wordt berekend per twaalfden.   (Het percentage bedoeld in het vorige lid bedraagt :   - 3 pct. indien het verzuim, bedoeld in het eerste lid, over meer dan 3 doch minder dan 7 opeenvolgende kalendermaanden verspreid is;   - 4 pct. indien het verzuim over meer dan 6 doch minder dan 13 opeenvolgende kalendermaanden verspreid is;   - 5 pct. indien het verzuim over meer dan 12 opeenvolgende kalendermaanden verspreid is.)   De bijdrage wordt aan [1 Fedris]1 bezorgd binnen de maand die volgt op de datum waarop de afrekening aan de werkgever is betekend door middel van een aangetekend schrijven.   Gewijzigd door:      ----------   (1)
Art.60. De ambtshalve aansluiting neemt een einde zo de werkgever bewijst:
  1° hetzij geen werkgever meer te zijn in de zin van de wet;
  2° hetzij een verzekeringscontract afgesloten te hebben overeenkomstig artikel 49 van de wet.

  [1Afdeling III. - Onderhoud en vernieuwing van prothesen en orthopedische toestellen.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 114, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.61.Worden als prothese of orthopedisch toestel aangezien en komen als zodanig in aanmerking voor onderhoud en vernieuwing ten laste van [1 Fedris]1:
  1° de eigenlijke prothese of het eigenlijke orthopedische toestel;
  2° alle functionele bijhorigheden;
  3° het reservetoestel, naar gelang van de aard van de letsels.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.62.De getroffene die een beroep doet op de tussenkomst van [2 Fedris]2 met het oog op het onderhoud of de vernieuwing van zijn prothesen of van zijn orthopedisch toestel richt hiertoe een geschreven aanvraag tot [3 Fedris]3.
  [1 Fedris]1 onderzoekt de gegrondheid van de aanvraag.
  [1 Fedris]1 kan, met het oog op het uitvoeren van het onderzoek een beroep doen op één of meer geneesheren-deskundigen, te kiezen uit een lijst samengesteld door het [4 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]4.
  Het [4 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]4 stelt een tarief vast voor de vergoeding van de deskundige.
  Dit tarief wordt goedgekeurd door de Minister.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 117, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 118, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2017-11-23/22, art. 119, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (4)<KB 2017-11-23/22, art. 120, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.63.[2 Fedris]2 deelt aan de getroffene de beslissing mee en stuurt hem, zo het onderhoud of de vernieuwing niet onmiddellijk kan gebeuren de lijst van de erkende orthopedisten en erkende medische centra voor prothese en orthopedie. (Deze mededelingen gebeuren aan de hoofdverblijfplaats van de getroffene, behoudens afwijking op diens schriftelijk verzoek.) <KB 1992-12-17/39, art. 5, 017; Inwerkingtreding : 01-07-1993>
  De getroffene deelt aan [3 Fedris]3 de naam mede van één uit de lijst gekozen orthopedist of medisch centrum die of dat met de uitvoering van het onderhoud of de vernieuwing mag belast worden.
  [2 Fedris]2 verzoekt de aangewezen orthopedist of het aangewezen medisch centrum om een nauwkeurige prijsopgave van de kosten van het onderhoud of van de vernieuwing.
  Alleen de orthopedisten en de medische centra die door [2 Fedris]2 erkend werden, kunnen met het onderhoud of de vernieuwing van de toestellen worden belast.
  [4 De getroffene kan zich richten tot een verstrekker die wettelijk gevestigd is in een land, volgens de wetsbepalingen en bestuursrechtelijke bepalingen van dat land, waarmee België door de Europese verordeningen of internationale overeenkomsten gebonden is en die betrekking hebben op de sociale zekerheid waaronder de gezondheidszorgen die nodig zijn als gevolg van een arbeidsongeval.
   Onverminderd de Europese verordeningen, richtlijnen of internationale overeenkomsten waar België door gebonden is en die betrekking hebben op de sociale zekerheid waaronder de gezondheidszorgen die nodig zijn als gevolg van een arbeidsongeval, worden de onderhouds- of hernieuwingskosten van prothesen die werden geleverd binnen een van de hiervoor bedoelde landen, terugbetaald, als die kosten deel uitmaken van de prestaties waarop de verzekerde persoon recht heeft in België.]4
  ----------
  (1)<KB 2015-09-08/05, art. 3, 044; Inwerkingtreding : 11-10-2015>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 117, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2017-11-23/22, art. 119, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (4)<KB 2022-10-07/12, art. 9, 051; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.64.De kosten voor verplaatsing van de getroffene naar de orthopedist of naar het geneeskundig centrum vallen ten laste van [1 Fedris]1 overeenkomstig de bepalingen van artikel 36.   [1 Fedris]1 dekt het loonverlies dat de getroffene lijdt ingevolge de verplaatsingen nodig voor het onderhoud of de vernieuwing van de toestellen.   De verzendingskosten van de toestellen worden gedragen door het Fonds.   ----------   (1)
Art.65.De orthopedist of het medisch centrum die of dat toestel aan de getroffene levert is ertoe gehouden aan [1 Fedris]1 alle gegevens te verstrekken met het oog op de identificatie van het toestel.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 119, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.66.[1 Fedris]1 kan op ieder ogenblik een beroep doen op de deskundige bedoeld bij artikel 62, derde lid, inzonderheid voor onderzoek van iedere klacht of betwisting betreffende het onderzoek of de vernieuwing van de toestellen.
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 117, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art. 66bis.[1 De bepalingen van deze afdeling gelden slechts voor de ongevallen overkomen voor 1 januari 1988.]1
  ----------
  (1)<KB 2022-11-13/07, art. 37, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

Afdeling IV. - Sociale bijstand.]1
  ----------
  (1)<KB 2017-11-23/22, art. 115, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art. 66ter.<Ingevoegd bij KB 1987-12-10/39, art. 38, 011; Inwerkingtreding : 01-01-1988> [2 Fedris]2 verleent :
  1° bijstand aan de getroffene of de rechthebbende met het oog op de vrijwaring van hun rechten die, rechtstreeks of onrechtstreeks volgen uit het arbeidsongeval;
  2° bijzondere bijstand, die in een financiële hulp kan bestaan, aan de getroffene of rechthebbende, telkens als het [4 beheerscomité voor de arbeidsongevallen]4, op grond van een gemotiveerd verslag, van oordeel is dat de tussenkomst van een andere instelling onmogelijk of ontoereikend is;
  3° aan de getroffene een financiële bijstand voor zijn aanspraak op toekenning onderhoud en vernieuwing van de door [2 Fedris]2 als noodzakelijk erkende prothesen en orthopedische toestellen;
  [1 4° een financiële bijstand aan de getroffene voor medische en heelkundige zorgen en verplegingszorgen in het buitenland voor het resterende bedrag dat niet wordt terugbetaald volgens artikel 1, zevende lid en artikel 3, tweede lid van het koninklijk besluit van 17 oktober 2000 tot vaststelling van de voorwaarden en het tarief voor geneeskundige verzorging toepasselijk inzake arbeidsongevallen.]1
  Binnen de maand na de beslissing bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de wet, maakt de (verzekeringsonderneming) aan [3 Fedris]3 een afschrift over van deze beslissing. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>

  Gewijzigd door:

  <KB 2022-11-13/07, art. 38, 052; Inwerkingtreding : 01-01-1988>

  ----------
  (1)<KB 2015-09-08/05, art. 4, 044; Inwerkingtreding : 11-10-2015>
  (2)<KB 2017-11-23/22, art. 117, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (3)<KB 2017-11-23/22, art. 119, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
  (4)<KB 2017-11-23/22, art. 120, 047; Inwerkingtreding : 01-01-2017>


HOOFDSTUK VI. _ Overgangs- en slotbepalingen.

Afdeling I. _ Overgangsbepalingen.

Art.67. De (verzekeringsondernemingen) en de instellingen met rentedienst, gemachtigd krachtens de wet betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit de arbeidsongevallen, samengeordend bij koninklijk besluit van 28 september 1931, blijven gemachtigd voor de arbeidsongevallenverzekering en de rentedienst overeenkomstig de wet en onderhavig besluit.   Zij zijn ertoe gehouden zich vóór 1 januari 1974 in orde te stellen met de bepalingen van de artikelen 2, § 3, 4, 7°, 15 en 20.   De kapitalen gevestigd vóór 1 januari 1972 blijven gevestigd op grond van de tarieven die van kracht waren vóór die datum.
Art.68. De medische, farmaceutische en verplegingsdiensten ingesteld door de werkgever of de (verzekeringsonderneming) krachtens de wet betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit de arbeidsongevallen, samengeordend bij koninklijk besluit van 28 september 1931, en erkend op 31 december 1971, blijven erkend. <KB 2001-11-10/40, art. 41, 033; Inwerkingtreding : 11-12-2001>
  Zij moeten vóór 1 januari 1974 in orde zijn met de bepalingen van artikel 29 van de wet en van artikel 39 van dit besluit.

Art.69.   
Afdeling II. _ Slotbepalingen
Art.70. Worden opgeheven:
  1° het koninklijk besluit van 10 oktober 1890 betreffende de Steun- en voorzorgskas ten behoeve van door arbeidsongevallen getroffenen, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 31 oktober 1958 en 14 februari 1961;
  2° het koninklijk besluit van 10 januari 1904 tot instelling der commissie voor de arbeidsongevallen;
  3° het koninklijk besluit van 19 december 1904 tot bepaling der voorwaarden waaronder de neerlegging van titels de hoofden van onderneming zou ontslaan van de verplichting om het kapitaal der rente te storten (artikel 16, lid 3, van de wet van 24 december 1903 op de vergoeding der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen);
  4° het koninklijk besluit van 26 juni 1905 houdende aanwijzing der uitvoering van de wet van 24 december 1903, van de ambtenaren en beambten belast met de inontvangstneming van de aan de Staat betekende dagvaardigingen en de vertegenwoordiging van de Staat ten overstaan van de vrederechter, in de gedingen waarop zij betrekking hebben;
  5° het koninklijk besluit van 20 mei 1930 houdende oprichting van de Gemeenschappelijke Kas voor zeevissers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juni 1930, 12 december 1934, 26 februari 1935, 8 oktober 1936 en 14 februari 1961;
  6° het koninklijk besluit van 21 juni 1930 betreffende de statuten der Gemeenschappelijke Kas voor de koopvaardij, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 september 1939;
  7° het koninklijk besluit van 5 maart 1931, tot oprichting van het Nationaal Werk voor wezen van de arbeidsslachtoffers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 oktober 1960, 14 februari 1961 en 16 juni 1967;
  8° het ministerieel besluit van 7 juni 1931 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de beheerraad van het Nationaal Werk voor wezen van de arbeidsslachtoffers;
  9° het koninklijk besluit van 7 december 1931, houdende samenordening der koninklijke besluiten d.d. 29 augustus 1904, 20 december 1911, 5 januari 1914, 20 januari 1920, 7 december 1920, 12 december 1921, 10 september 1929, 4 februari 1930, 18 mei 1931 en 7 augustus 1931, houdende algemene verordening van de verzekering tegen de arbeidsongevallen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1933, 27 oktober 1933, 5 december 1935, 6 juli 1937 en 23 maart 1939, de besluiten van de Regent van 15 januari 1946, 3 juni 1946 en 27 januari 1948 en de koninklijke besluiten van 7 februari 1958, 10 februari 1958, 16 november 1962, 15 oktober 1964 en 16 april 1965;
  10° het koninklijk besluit van 26 april 1932 houdende organiek reglement van het Waarborgfonds ingesteld bij de wet betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit de arbeidsongevallen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 april 1938 en 14 maart 1940, het besluit van de Regent van 3 juni 1946 en de koninklijke besluiten van 23 maart 1961 en 16 september 1966;
  11° het koninklijk besluit van 22 februari 1936 tot inrichting van een Nationale Dienst voor kunstmatige leden;
  12° het koninklijk besluit van 13 april 1936 tot wijziging van de tafel van berekening der renten en der wiskundige reserves, gewijzigd bij het besluit van de Regent van 15 mei 1949 en bij het koninklijk besluit van 15 oktober 1951;
  13° het koninklijk besluit van 22 december 1936, tot nadere vaststelling van de werkzaamheden van de Rijksdienst voor kunstledematen, opgericht bij koninklijk besluit van 22 februari 1936, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 augustus 1937;
  14° het koninklijk besluit van 14 april 1938 tot verschaffing zonder kosten, en als hulpbetoon, van kunstledematen of orthopedische toestellen aan de gerechtigden op de speciale en aanvullende toelagen, ten behoeven van sommige categoriëen van door arbeidsongevallen getroffenen voorzien;
  15° het besluit van 17 augustus 1940, tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 maart 1932 betreffende de verbandtrommels voor onmiddellijke zorgen inzake arbeidsongevallen;
  16° het besluit van de Regent van 3 juni 1946, tot verhoging van de waarborgsom, vereist van de ondernemingshoofden, die ontheven zijn van de verplichting tot het Waarborgfonds bij te dragen;
  17° het besluit van de Regent van 25 november 1947 tot bepaling van de datum van het einde van de oorlogstijd voor de werkzaamheid van het Speciaal Fonds voor de vergoeding der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen ingevolge oorlogsfeiten;
  18° het koninklijk besluit van 28 november 1950 waarbij het "Speciaal Fonds voor de vergoeding der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen ingevolge oorlogsfeiten" in vereffening wordt gesteld;
  19° het ministerieel besluit van 12 december 1950 waarbij aan de Steun- en Voorzorgskas ten behoeve van de slachtoffers der arbeidsongevallen het overschot wordt toegekend ontstaan uit de vereffening van het Speciaal Fonds voor de vergoeding der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen ingevolge oorlogsfeiten;
  20° het koninklijk besluit van 14 juli 1951 betreffende het afsluiten van de vereffening van het "Speciaal Fonds voor de vergoeding der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen ingevolge oorlogsfeiten";
  21° het koninklijk besluit van 11 oktober 1951 tot regeling van de betalingsmodaliteiten der bijdragen van maatschappelijke zekerheid, verschuldigd door de door arbeidsongevallen getroffenen, begunstigd bij de wetgeving betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit deze ongevallen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 april 1954;
  22° het koninklijk besluit van 7 mei 1953 betreffende de verdeling van de opbrengst der bijdragen van maatschappelijke zekerheid, verschuldigd door de door een arbeidsongeval getroffenen, begunstigd bij de wetgeving betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit deze ongevallen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 april 1954;
  23° het koninklijk besluit van 16 september 1963 tot raming van sommige voordelen in natura voor de toepassing van de besluitwet van 20 september 1945 waarbij de wet betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit arbeidsongevallen, op de dienstboden wordt van toepassing gemaakt;
  24° het koninklijk besluit van 16 september 1966 tot vaststelling van het jaarlijks bedrag van de bijdrage die overeenkomstig de arbeidsongevallenwetgeving aan het Waarborgfonds verschuldigd is;
  25° het koninklijk besluit van 7 februari 1968 tot vaststelling van het aantal leden van het beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen;
  26° het koninklijk besluit van 3 december 1968 tot oprichting van een algemeen technisch comité en van een technisch comité voor bijzondere uitkeringen bij het Fonds voor arbeidsongevallen;
  27° het koninklijk besluit van 9 december 1969 tot toepassing van de wetgeving betreffende de vergoeding der schade voortspruitende uit de arbeidsongevallen op de personen tot wie de toepassing van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders uitgebreid wordt.

Art.71. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1972.

Art.72. Onze Minister van Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.

Artikel N. BIJLAGE.   I. BAREMA E geïnterpoleerd per maand, voor het berekenen van de te vestigen kapitalen van renten en van de wiskundige reserves.   Tarief I. Lijfrenten.      Tarief II. Tijdelijke lijfrenten.      II. BAREMA F geïnterpoleerd per maand, voor het berekenen van de kapitalen betaalbaar aan de getroffenen of aan de rechthebbenden.   Tarief I. Lijfrenten.      Tarief II. Tijdelijke lijfrenten.      III. BAREMA G : Tabel voor het berekenen van de prothese-kapitalen.