7 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake sociale zekerheid en de gevolgen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
Art. 6
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
Art. 7-9
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Art. 10
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot uitvoering van artikel 76, § 3, 1°, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
Art. 11
HOOFDSTUK 8. - Eindbepalingen
Art. 12-13
1967122103 1967122203 1969112813 1971072008 1971122105 2003022881
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
Artikel 1. In artikel 18bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, ingevoegd door het koninklijk besluit van 8 augustus 1997, worden de woorden "Onverminderd de bepalingen van de verordeningen van de Raad van de Europese Gemeenschappen en van de wederkerigheidsovereenkomsten waarbij België partij is" vervangen door de woorden "Onverminderd de bepalingen van de Europese verordeningen of van internationale overeenkomsten waar België door gebonden is, en die betrekking hebben op de sociale zekerheid".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen
Art.2. In artikel 58, § 4, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 december 2018, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
"Onder "voltijdse dagequivalenten in een buitenlandse regeling" dient verstaan te worden de dagen die in aanmerking genomen worden voor de vaststelling van een pensioen krachtens een buitenlandse regeling die niet onder het toepassingsgebied valt van Europese verordeningen of van een internationale overeenkomst die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de pensioenen van werknemers of zelfstandigen en waar België door gebonden is en die voorziet in de samentelling van verzekeringstijdvakken die geregistreerd werden in de betrokken landen en in de toekenning van een nationaal pensioen ten laste van ieder van die landen, pro rata de verzekeringstijdvakken geregistreerd door ieder van hen of krachtens een regeling die van toepassing is op het personeel van een volkenrechtelijke instelling.".
Art.3. In artikel 120, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 1989 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 juli 2007, worden de woorden "verordeningen van de Europese economische gemeenschap en van de wederkerigheidsovereenkomsten waarbij België partij is" vervangen door de woorden "Europese verordeningen of van een internationale overeenkomst die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de pensioenen van werknemers of zelfstandigen en waar België door gebonden is".
Art.4. In artikel 144 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 juli 1972 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2014, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:
"2° aan de gerechtigden anders dan deze bedoeld onder 1° die verblijven op het grondgebied van een land waar het werknemerspensioen hun, in toepassing van de Europese verordeningen of van een internationale overeenkomst die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de pensioenen van werknemers of zelfstandigen en waar België door gebonden is, zou kunnen worden uitbetaald.".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Art.5. In artikel 3bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli 1996, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 maart 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 april 2014, wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"Wat betreft de doctoraatsbeurs of de postdoctoraatsbeurs, die aan bovenvermelde voorwaarden voldoet, maar die toegekend wordt aan personen die niet in aanmerking komen voor de toepassing van de Europese verordeningen betreffende de sociale zekerheid, noch voor de toepassing van de internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid waar België door gebonden is, wordt de toepassing van de wet beperkt tot de regeling inzake verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector van de geneeskundige verzorging en uitkeringen, en tot de regeling betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
Art.6. In artikel 61, § 4, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 februari 2018 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2018, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
"Indien de adviserend arts oordeelt dat een gerechtigde, die in een andere staat woont of verblijft en valt onder het toepassingsgebied van de Europese verordeningen of internationale overeenkomsten inzake coördinatie van sociale zekerheid waar België en de staat van woonplaats of verblijf door gebonden zijn, na ontvangst van een medisch controlerapport opgesteld door de controlearts van die staat, niet langer als arbeidsongeschikt in de zin van dit besluit kan worden beschouwd, brengt hij onverwijld zijn beslissing ter kennis van de gerechtigde onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten bepaald in § 1, derde lid.".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
Art.7. In artikel 35ter van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1987 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2017, worden het zesde en zevende lid vervangen als volgt:
"De getroffene kan zich richten tot een verstrekker die wettelijk gevestigd is in een land, volgens de wetsbepalingen en bestuursrechtelijke bepalingen van dat land, waarmee België door de Europese verordeningen of internationale overeenkomsten gebonden is en die betrekking hebben op de sociale zekerheid waaronder de gezondheidszorgen die nodig zijn als gevolg van een arbeidsongeval.
Onverminderd de Europese verordeningen of internationale overeenkomsten waar België door gebonden is en die betrekking hebben op de sociale zekerheid waaronder de gezondheidszorgen die nodig zijn als gevolg van een arbeidsongeval, worden de onderhouds- of hernieuwingskosten van prothesen die werden geleverd binnen een van de hiervoor bedoelde landen, terugbetaald, als die kosten deel uitmaken van de prestaties waarop de verzekerde persoon recht heeft in België.".
Art.8. In artikel 37, § 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001, worden de woorden "de Europese Economische Gemeenschap" vervangen door de woorden "de Europese Economische Ruimte, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk".
Art.9. In artikel 63 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 november 2017, worden het vijfde en zesde lid vervangen als volgt:
"De getroffene kan zich richten tot een verstrekker die wettelijk gevestigd is in een land, volgens de wetsbepalingen en bestuursrechtelijke bepalingen van dat land, waarmee België door de Europese verordeningen of internationale overeenkomsten gebonden is en die betrekking hebben op de sociale zekerheid waaronder de gezondheidszorgen die nodig zijn als gevolg van een arbeidsongeval.
Onverminderd de Europese verordeningen, richtlijnen of internationale overeenkomsten waar België door gebonden is en die betrekking hebben op de sociale zekerheid waaronder de gezondheidszorgen die nodig zijn als gevolg van een arbeidsongeval, worden de onderhouds- of hernieuwingskosten van prothesen die werden geleverd binnen een van de hiervoor bedoelde landen, terugbetaald, als die kosten deel uitmaken van de prestaties waarop de verzekerde persoon recht heeft in België.".
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Art.10. In artikel 294, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 juni 2018, wordt het derde lid vervangen als volgt:
"De voorafgaande toestemming van de adviserend arts is niet vereist voor de personen die onder het toepassingsgebied vallen van de Verordening (EG) 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, voor wat betreft een tijdelijk verblijf in een lidstaat van de Europese Unie of een Staat behorend tot de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.".
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot uitvoering van artikel 76, § 3, 1°, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
Art.11. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot uitvoering van artikel 76, § 3, 1°, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 worden de woorden "van een andere lidstaat van de Europese Unie vaart" vervangen door de woorden "van een andere Staat vaart waarmee België gebonden is door een internationaal rechtsinstrument dat betrekking heeft op de sociale zekerheid".
HOOFDSTUK 8. - Eindbepalingen
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Art. 13. De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Sociale Zaken, de minister bevoegd voor Zelfstandigen en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.