18 NOVEMBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.
Art. 1-4
Artikel 1. In Afdeling II van Hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 worden de onderafdeling 1ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1987 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 1990, en de onderafdeling 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juni 1981, 18 september 1986, 23 oktober 1990 en 7 mei 1991, opgeheven.
Art.2. In Afdeling II van Hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een nieuwe onderafdeling 2 ingevoegd, luidend als volgt :
" Onderafdeling 2. - Medisch-technisch Comité
"Art. 48. Bij het Fonds wordt een medisch-technisch comité ingesteld.
Dit Comité geeft op verzoek van het Beheerscomité of uit eigen initiatief advies over :
1° alle medische problemen die rijzen in verband met de toepassing van de wet;
2° het bevorderen van het onderzoek in verband met de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid;
3° de vergoedingen, de bijslagen en de sociale bijstand bedoeld in de artikelen 58, § 1, en 58bis, § 1, van de wet in de gevallen en volgens de nadere regels die in het huishoudelijk reglement van het Beheerscomité zijn bepaald.
"Art. 49. Het comité bestaat uit een voorzitter en uit :
1° twee vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties;
2° twee vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties;
3° twee leden aangesteld op voordracht van de meest representatieve werkgeversorganisaties, gekozen wegens hun bevoegdheid inzake de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid, waarvan minstens één geneesheer is;
4° twee leden aangesteld op voordracht van de meest representatieve werknemersorganisaties, gekozen wegens hun bevoegdheid inzake de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid, waarvan minstens één geneesheer is;
5° twee vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van gehandicapten;
6° een afgevaardigde van de dienst voor arbeidsbemiddeling van elk van de Gewesten, gekozen wegens zijn kennis van de arbeidsmarkt;
7° een geneesheer van de medische dienst van het Fonds.
Onverminderd de bepalingen van artikel 48, 3°, van dit besluit hebben de vertegenwoordigers van de gehandicapten, de afgevaardigden van de dienst voor arbeidsbemiddeling en de geneesheer van het Fonds uitsluitend raadgevende stem bij de behandeling van materies bedoeld in artikel 48, 1° en 2°. "
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 november 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN