Details





Titel:

5 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997betreffende de programmatie- en de rationalisatienormen in het gewoon basisonderwijs
Art. 4-7
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs
Art. 8
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
Art. 9-15
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan
Art. 16-18
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004 tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs
Art. 19
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toekenning van een bepaalde niet-verworven salarisschaal aan sommige personeelsleden van het onderwijs
Art. 20
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Art. 21
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs
Art. 22
HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art. 23-24
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991030242  1997035827  1997035969  1997035972  1999035081  2004036699  2005035710  2016035127  2018040749 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs
Artikel 1. Aan artikel 7, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019, wordt een punt 39° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "39° bewijs VGT:
  a) een diploma van graduaat in de tolk Vlaamse Gebarentaal;
  b) een diploma van master in het tolken met Vlaamse Gebarentaal als derde taal;
  c) een diploma van postgraduaat tolken Vlaamse Gebarentaal;
  d) een diploma van bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs (Nederlands) gebarentaal;
  e) een diploma van bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Nederlands doventolk;
  f) een certificaat Vlaamse gebarentaal richtgraad 2;
  g) een GVSO groep 1 gebarentaal;
  h) een diploma van HOKT tolk voor doven;
  i) een diploma van HSO tolk voor doven.".

Art.2. In artikel 15bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019, 9 september 2022 en 15 september 2023, wordt de datum "1 september 2023" vervangen door de datum "1 september 2024".

Art.3. Bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, wordt vervangen door de bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997betreffende de programmatie- en de rationalisatienormen in het gewoon basisonderwijs
Art.4. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de programmatie- en de rationalisatienormen in het gewoon basisonderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, wordt een punt 6° bis ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "6° bis taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal: de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal, vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet;".

Art.5. In hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 16 mei 2008, wordt het opschrift van afdeling 2 opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Afdeling 2. Oprichting van een taalafdeling Nederlands-Vlaamse gebarentaal".

Art.6. Artikel 4 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2008, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Art. 4. Conform artikel 112bis van het decreet kan een school die voldoet aan de normen, vermeld in artikel 3 of 6 van dit besluit, vanaf 1 september een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal oprichten en worden gefinancierd of gesubsidieerd als ze op de eerste schooldag van oktober van het oprichtingsjaar de programmatienormen, vermeld in het derde en het vierde lid, bereikt.
  Voor een verdere financiering of subsidiëring moet de taalafdeling in het tweede en derde bestaansjaar telkens op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar de programmatienormen, vermeld in het derde of vierde lid, bereiken.
  Als er bij de oprichting, vermeld in het eerste lid, nog geen taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal in een school van die groep binnen de provincie bestaat, is de norm 6.
  Als er bij de oprichting, vermeld in het eerste lid, al een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal in een school van die groep binnen de provincie bestaat, is de norm 18.".

Art.7. Artikel 7 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Art. 7. Om met toepassing van artikel 112bis en 120 van het decreet, na het derde bestaansjaar van de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal nog gefinancierd of gesubsidieerd te blijven, moet de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal op de teldag, vermeld in artikel 114 van het decreet, de rationalisatienormen, vermeld in het tweede of derde lid, bereiken.
  Als er bij de oprichting, vermeld in artikel 4, nog geen taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal in een school van die groep binnen de provincie bestaat, is de norm 6.
  Als er bij de oprichting, vermeld in artikel 4, al een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal in een school van die groep binnen de provincie bestaat, is de norm 12.".

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs
Art.8. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, wordt punt 5° vervangen door wat volgt:
  "5° onderwijzend personeel:
  a) onderwijzer, onderwijzer ASV, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal, kleuteronderwijzer, kleuteronderwijzer ASV, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal, leermeester lichamelijke opvoeding en leermeester compensatietechniek Braille in type 6;
  b) leermeester godsdienst, leermeester niet-confessionele zedenleer;".

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
Art.9. In artikel 5bis van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van 26 februari 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, 2° wordt de zinsnede "opvoeding." vervangen door de zinsnede "opvoeding;";
  2° aan paragraaf 1 wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor de scholen gewoon basisonderwijs die een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal als vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet inrichten, ook in het ambt van kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal.";
  3° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 2. De basisomkadering van het kleuteronderwijs, verkregen volgens artikel 131 van het decreet, wordt als volgt omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of, in voorkomend geval, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal:
  1° van de basisomkadering van het kleuteronderwijs worden de lestijden onderwijsopdracht die, in voorkomend geval, de directeur of de adjunct-directeur presteren in het kleuteronderwijs, afgetrokken;
  2° de overige lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of, in voorkomend geval, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.";
  4° in paragraaf 4, 3° wordt de zinsnede "zedenleer." vervangen door de zinsnede "zedenleer;";
  5° in paragraaf 4 wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° voor de scholen gewoon basisonderwijs die een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal als vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet inrichten, ook in het ambt van onderwijzer Vlaamse Gebarentaal.";
  6° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 5. De basisomkadering van het lager onderwijs, verkregen volgens artikel 131 van het decreet, wordt als volgt omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer of, in voorkomend geval, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal:
  1° van de basisomkadering van het lager onderwijs worden, in voorkomend geval, de lestijden onderwijsopdracht afgetrokken die de directeur of de adjunct-directeur presteren in het lager onderwijs;
  2° de overige lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer of, in voorkomend geval, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijk aantal volledige betrekkingen.".

Art.10. In artikel 20bis, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 22 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, 2° wordt de zinsnede "opvoeding." vervangen door de zinsnede "opvoeding;";
  2° aan het eerste lid wordt een punt 3° toegevoegd dat luidt als volgt:
  "3° voor de scholen gewoon basisonderwijs die een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal als vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet inrichten, ook in het ambt van kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal.";
  3° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of, in voorkomend geval, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of, in voorkomend geval, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.".

Art.11. In artikel 20ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 22 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, 3° wordt de zinsnede "zedenleer." vervangen door de zinsnede "zedenleer;";
  2° aan het eerste lid wordt een punt 4° toegevoegd dat luidt als volgt:
  "4° voor de scholen gewoon basisonderwijs die een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal als vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet inrichten, ook in het ambt van onderwijzer Vlaamse Gebarentaal.";
  3° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer of, in voorkomend geval, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer of, in voorkomend geval, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.".

Art.12. In artikel 20quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 22 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt de zinsnede "opvoeding." vervangen door de zinsnede "opvoeding;";
  2° aan paragraaf 1, eerste lid wordt een punt 3° toegevoegd dat luidt als volgt:
  "3° voor de scholen gewoon basisonderwijs die een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal als vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet inrichten, ook in het ambt van kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal.";
  3° paragraaf 1, tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of, in voorkomend geval, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of, in voorkomend geval, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.";
  4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "zedenleer." vervangen door de zinsnede "zedenleer;";
  5° aan paragraaf 2, eerste lid wordt een punt 4° toegevoegd dat luidt als volgt:
  "4° voor de scholen gewoon basisonderwijs die een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal als vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet inrichten, ook in het ambt van onderwijzer Vlaamse Gebarentaal.";
  6° paragraaf 2, tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer of, in voorkomend geval, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer of, in voorkomend geval, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.".

Art.13. In artikel 20sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 22 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt de zinsnede "opvoeding." vervangen door de zinsnede "opvoeding;";
  2° aan paragraaf 1, eerste lid wordt een punt 3° toegevoegd dat luidt als volgt:
  "3° voor de scholen gewoon basisonderwijs die een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal als vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet inrichten, ook in het ambt van kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal.";
  3° paragraaf 1, tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of, in voorkomend geval, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding of, in voorkomend geval, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.";
  4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "zedenleer." vervangen door de zinsnede "zedenleer;";
  5° aan paragraaf 2, eerste lid wordt een punt 4° toegevoegd dat luidt als volgt:
  "4° voor de scholen gewoon basisonderwijs die een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal als vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet inrichten, ook in het ambt van onderwijzer Vlaamse Gebarentaal.";
  6° paragraaf 2, tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer of, in voorkomend geval, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer, leermeester lichamelijke opvoeding, leermeester godsdienst of niet-confessionele zedenleer of, in voorkomend geval, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.".

Art.14. Onderafdeling 3 van hoofdstuk III, afdeling B, van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van 12 oktober 2012, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Onderafdeling 3. Aanvullende lestijden voor de inrichting van de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal".

Art.15. Artikel 23 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van 12 oktober 2012, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Art. 23. § 1. Met toepassing van artikel 139vicies, § 5, van het decreet kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139vicies, § 2, van het decreet verkregen worden, in het gewoon kleuteronderwijs betrekkingen worden ingericht in het ambt van kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal.
  De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.
  § 2. Met toepassing van artikel 139vicies, § 5, van het decreet kunnen, uit de lestijden die conform artikel 139vicies, § 3, van het decreet verkregen worden, in het gewoon lager onderwijs betrekkingen worden ingericht in het ambt van onderwijzer Vlaamse Gebarentaal.
  De lestijden worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse of deeltijdse betrekkingen van onderwijzer Vlaamse Gebarentaal: de lestijden worden gedeeld door 24 tot op de eenheid voor het ambt van onderwijzer Vlaamse Gebarentaal. Het quotiënt is gelijk aan het mogelijke aantal volledige betrekkingen.".

HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan
Art.16. In artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2015, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt:
  " § 1/1. Aan het getuigschrift basisonderwijs wordt bij leerlingen ingeschreven in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal, vermeld in artikel 52° bis/2 van het decreet, een studiebewijssupplement Vlaamse Gebarentaal en dovencultuur, toegevoegd.";
  2° aan paragraaf 3 wordt de zinsnede "en of het studiebewijssupplement Vlaamse Gebarentaal en dovencultuur aan het getuigschrift basisonderwijs werd toegevoegd" toegevoegd.

Art.17. Aan artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Het studiebewijssupplement Vlaamse Gebarentaal en dovencultuur wordt opgesteld overeenkomstig het model dat bij dit besluit is gevoegd.".

Art.18. Bijlage 2 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, wordt opnieuw opgenomen met de bijlage 2 die bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004 tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs
Art.19. Aan artikel 2, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2004 tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs worden een punt f) en een punt g) toegevoegd, die luiden als volgt:
  "f) kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal;
  g) onderwijzer Vlaamse Gebarentaal;".

HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toekenning van een bepaalde niet-verworven salarisschaal aan sommige personeelsleden van het onderwijs
Art.20. In het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toekenning van een bepaalde niet-verworven salarisschaal aan sommige personeelsleden van het onderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, wordt een artikel 2quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 2quinquies. De niet-verworven salarisschaal 020 wordt toegekend aan de tijdelijke of vastbenoemde personeelsleden die aangesteld of geaffecteerd zijn in een betrekking in een van de volgende ambten, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap hun salaris of salaristoelage uitbetaalt, en die in het bezit zijn van een bewijs VGT als vermeld in artikel 7, § 1, 39°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs:
  1° de kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal;
  2° de onderwijzer Vlaamse Gebarentaal;
  3° de kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming;
  4° de onderwijzer algemene en sociale vorming.".

HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Art.21. Aan artikel 6, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2020, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "In afwijking van het tweede lid wordt in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal, vermeld in artikel 3, 52° bis/2, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, de ten laste genomen dienstverlening, vermeld in het tweede lid, voor een gebruiker die is ingeschreven in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal, beperkt tot 20% van het maximumaantal lesuren dat aan een gebruiker kan worden toegekend, vermeld in het tweede lid.".

HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs
Art.22. De bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 houdende de salarisschalen van bepaalde personeelsleden van het onderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023 wordt vervangen door de bijlage, die als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art.23. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2024, met uitzondering van artikel 22 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2022.

Art.24. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-08-2024, p. 99662)