25 JUNI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-11-2004 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs.
Art. 2-9
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 10, 10bis, 11, 11bis, 11ter, 12-18
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op :
1° de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de scholen voor het gewoon basisonderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse gemeenschap;
2° de leden van het beleids- en ondersteunend personeel van de scholen voor het gewoon basisonderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse gemeenschap;
3° de leden van het paramedisch personeel van het gewoon onderwijs;
4° [1 ...]1
5° [1 ...]1
----------
(1)<BVR 2023-07-14/23, art. 58, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
HOOFDSTUK II. - Ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs.
Art.2.De ambten die de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel kunnen uitoefenen in het gewoon basisonderwijs, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1° wervingsambten :
a) kleuteronderwijzer;
b) onderwijzer;
c) leermeester lichamelijke opvoeding;
d) leermeester godsdienst;
e) leermeester niet-confessionele zedenleer;
2° selectieambten : nihil
3 ° bevorderingsambt : directeur.
[1 f) kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal;
g) onderwijzer Vlaamse Gebarentaal;]1
----------
(1)<BVR 2024-07-05/18, art. 19, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2024>
Art.3.De ambten die de leden van het beleids- en ondersteunend personeel kunnen uitoefenen in het gewoon basisonderwijs, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1° wervingsambten :
a) administratief medewerker;
b) (ICT-coördinator); <BVR 2005-09-30/62, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
(c) zorg-coördinator;
[1 d) beleidsondersteuner;]1 <BVR 2005-09-30/62, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
2° selectieambten : [2 adjunct-directeur]2
3° bevorderingsambten : nihil.
----------
(1)<BVR 2022-04-22/17, art. 37, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
(2)<BVR 2023-09-15/35, art. 40, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.4. De ambten die de leden van het paramedisch personeel kunnen uitoefenen in het gewoon kleuteronderwijs, worden vastgesteld en ingedeeld als volgt :
1° wervingsambten : kinderverzorger
2° selectieambten : nihil
3° bevorderingsambten : nihil.
Art.5.
<Opgeheven bij BVR 2023-07-14/23, art. 59, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.6.
<Opgeheven bij BVR 2023-07-14/23, art. 59, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.7.
<Opgeheven bij BVR 2023-07-14/23, art. 59, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.8.
<Opgeheven bij BVR 2023-07-14/23, art. 59, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.9.
<Opgeheven bij BVR 2023-07-14/23, art. 59, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.10. De ambten opgesomd in artikel 2 van dit besluit vervangen de volgende ambten :
1° Het wervingsambt van kleuteronderwijzer vervangt de wervingsambten van kleuteronderwijzer in het kleuteronderwijs en van kleuteronderwijzer in het basisonderwijs.
2° Het wervingsambt van onderwijzer vervangt de wervingsambten van onderwijzer in het lager onderwijs en van onderwijzer in het basisonderwijs.
3° Het wervingsambt van leermeester godsdienst vervangt de wervingsambten van leermeester godsdienst in het lager onderwijs en van leermeester godsdienst in het basisonderwijs.
4° Het wervingsambt van leermeester niet-confessionele zedenleer vervangt de wervingsambten van leermeester niet-confessionele zedenleer in het lager onderwijs en van leermeester niet-confessionele zedenleer in het basisonderwijs.
5° Het wervingsambt van leermeester lichamelijke opvoeding vervangt de wervingsambten van leermeester lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs en van leermeester lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs.
6° Het bevorderingsambt van directeur vervangt de bevorderingsambten van directeur van een kleuterschool, directeur van een lagere school en directeur van een basisschool.
Art. 10bis. <Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/62, art. 2; Inwerkingtreding : 01-09-2005> Het wervingsambt van ICT-coördinator vervangt de wervingsambten van administratief medewerker of beleidsmedewerker, ingericht op basis van de puntenenveloppe ICT, vermeld in artikel X.52 van het decreet betreffende het onderwijs XIV van 14 februari 2003, en/of ingericht op basis van de puntenenveloppe, toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor ICT als vermeld in artikel 125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997.
Het wervingsambt van zorg-coördinator vervangt de wervingsambten van beleidsmedewerker, ingericht op basis van de puntenenveloppe zorg en/of ingericht op basis van de puntenenveloppe toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor zorg, als respectievelijk vermeld in artikel 153quinquies en artikel 125duodecies van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Art.11. De personeelsleden die vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in dienst waren in één van de ambten die door dit besluit worden vervangen, worden geacht zich in het nieuwe ambt in dezelfde administratieve toestand te bevinden, als in het ambt dat vervangen wordt. De diensten, gepresteerd in het opgeheven ambt, worden geacht te zijn gepresteerd in het vervangend ambt.
Art. 11bis. <Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/62, art. 3; Inwerkingtreding : 01-09-2005> (leden afgeschaft) <BVR 2006-09-01/99, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
De personeelsleden die op 31 augustus 2005 vastbenoemd zijn in het ambt van administratief medewerker op basis van de puntenenveloppe ICT, zoals bedoeld in artikel X.52. van het decreet betreffende het onderwijs XIV van 14 februari 2003 behouden het voordeel van de weddenschaal verbonden aan het door hen op 31 augustus 2005 uitgeoefende ambt.
Art. 11ter. (opgeheven) <BVR 2006-09-01/99, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
Art.12. De op 31 augustus 1990 bestaande betrekkingen van leermeester bijzondere vakken, andere specialiteiten dan lichamelijke opvoeding, en de op dezelfde datum bestaande betrekkingen van het selectieambt van leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool, andere dan lichamelijke opvoeding, blijven behouden tot op de dag dat de titularis van het ambt de betrekking definitief verlaat.
Art.13. De personeelsleden die op 31 augustus 1990 hetzij vast benoemd zijn, hetzij vast benoemd en als dusdanig erkend, daar waar deze erkenning vereist is, hetzij gelijkgesteld zijn met de vastbenoemde of definitief erkende personeelsleden in één van de selectieambten van onderwijzer aan een lagere oefenschool, van kleuteronderwijzer aan een oefenschool voor kleuteronderwijzers of van leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool behouden het voordeel van de weddenschaal die verbonden is aan het door hen op 31 augustus 1990 uitgeoefende selectieambt. Zij blijven ertoe gehouden verder de opdrachten te vervullen die verbonden zijn aan dit selectieambt.
Art.14. De personeelsleden die op 31 augustus 1990 hetzij vast benoemd zijn, hetzij vast benoemd en als dusdanig erkend, daar waar deze erkenning vereist is, hetzij gelijkgesteld zijn met de vastbenoemde of definitief erkende personeelsleden in één van de bevorderingsambten van hoofdkleuteronderwijzeres van een oefenschool voor kleuteronderwijzers of van hoofdonderwijzer aan een lagere oefenschool behouden de weddenschaal 210/1 vastgesteld bij het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 de schalen worden vastgesteld, die verbonden zijn aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst,belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen, verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat.
Art.15. Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 tot vaststelling en rangschikking van de ambten in het gewoon kleuter-, lager en basisonderwijs wordt opgeheven.
Art.16. Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1990 tot vaststelling en indeling van de ambten van de leden van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen, gewijzigd bij besluiten van de Vlaams Regering van 19 oktober 1994, 28 augustus 2000 en 24 januari 2003, wordt vervangen door wat volgt :
" Artikel 1.
De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de leden van het opvoedend hulppersoneel van :
- de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs met volledig leerplan;
- de door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde instellingen voor voltijds secundair onderwijs, voor voltijds secundair onderwijs die deeltijds beroepssecundair onderwijs organiseren of voor voltijds secundair zeevisserijonderwijs die deeltijds secundair zeevisserijonderwijs organiseren.
Ze zijn eveneens van toepassing op de leden van het opvoedend hulppersoneel van :
- de internaten georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap, toegankelijk voor kinderen te plaatsen door de Jeugdrechtbank;
- de instituten en medisch pedagogische instituten georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap.
De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op de leden van het opvoedend hulppersoneel van de semi-internaten georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap en op de leden van het opvoedend hulppersoneel zoals bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van ...... tot vaststelling en indeling van de ambten in de instellingen van het gewoon basisonderwijs. "
Art.17. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2003 met uitzondering van :
1° artikel 2 dat in werking treedt op 1 september 2002 met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 2002 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging, vaste benoeming en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
2° artikelen 4, 5, 6 en 8 die in werking treden op 1 september 2000 met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 2000 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging, vaste benoeming en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling.
Art. 18. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.