Details





Titel:

17 JUNI 1997. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-09-1997 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemeen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - [1 Taken die niet tot het taken- en opdrachtenpakket van het personeel kunnen behoren]1
Art. 4, 4bis, 4ter
HOOFDSTUK III. - Directie.
Art. 5-7
HOOFDSTUK IV. - Onderwijzend personeel.
Art. 8-16
HOOFDSTUK V. - Paramedisch personeel.
Art. 16bis, 17-21
HOOFDSTUK VI. - Medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel.
Art. 22, 22bis, 23-24
HOOFDSTUK VII. - Administratief personeel.
Art. 25-26
HOOFDSTUK VIIbis. - <Ingevoegd bij BVR 2003-12-05/55, art. 3; Inwerkingtreding : 01-09-2003> Beleids- en ondersteunend personeel.
Art. 26bis, 26ter, 26quater
HOOFDSTUK VIIter. [1 - Dienstvrijstelling voor zitting in een lokaal inspraakorgaan]1
Art. 26quinquies
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen.
Art. 27-28
BIJLAGE.
Art. N.Bijlage



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemeen.
Artikel 1. De artikelen 161, § 1, 162, 163, 164 en 165 van het decreet treden in werking op 1 september 1997.

Art.2.Dit besluit is van toepassing op het personeel van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
  [1 Dit besluit is niet van toepassing op het leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.]1
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-05/08, art. 27, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° [1 ...]1
  2° decreet : het decreet betreffende het basisonderwijs van 25 februari 1997;
  3° medisch personeel : arts;
  4° [1 ...]1
  [5° [4 onderwijzend personeel:
   a) onderwijzer, onderwijzer ASV, onderwijzer Vlaamse Gebarentaal, kleuteronderwijzer, kleuteronderwijzer ASV, kleuteronderwijzer Vlaamse Gebarentaal, leermeester lichamelijke opvoeding en leermeester compensatietechniek Braille in type 6;
   b) leermeester godsdienst, leermeester niet-confessionele zedenleer;]4] <BVR 2003-07-18/50, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  6° onderwijzer : de onderwijzer belast met de functie van klastitularis, de onderwijzer belast met de functie van ambulante leerkracht, de onderwijzer belast met de functie van taakleraar, de onderwijzer belast met individueel onderwijs en de onderwijzer belast met opvoedende activiteiten, de leermeester bijzondere vakken andere dan lichamelijke opvoeding;
  7° orthopedagogisch personeel : orthopedagoog;
  [8° paramedisch personeel :
  a) in het gewoon basisonderwijs : kinderverzorger;] <BVR 2003-07-18/50, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2000>
  [b) in het buitengewoon basisonderwijs : logopedist, kinesitherapeut, ergotherapeut, verpleger en kinderverzorger;] <BVR 2003-07-18/50, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  9° psychologisch personeel : psycholoog;
  10° sociaal personeel : maatschappelijk werker.
  [11° beleids- en ondersteunend personeel : administratief medewerker, ICT-coördinator [2 , zorgcoördinator [3, beleidsondersteuner en adjunct-directeur]3]2.] <BVR 2005-09-30/58, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
  [1 12° personeel : administratief personeel bedoeld in artikel 192 van het decreet, onderwijzend, paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch, orthopedagogisch en beleids- en ondersteunend personeel;
   13° lokaal comité : het lokaal overlegorgaan of onderhandelingsorgaan bevoegd voor arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden.]1
  ----------
  (1)<BVR 2008-07-18/08, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-06-2008>
  (2)<BVR 2022-04-22/17, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (3)<BVR 2023-09-15/35, art. 31, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
  (4)<BVR 2024-07-05/18, art. 8, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2024>

HOOFDSTUK II. - [1 Taken die niet tot het taken- en opdrachtenpakket van het personeel kunnen behoren]1   ----------   (1)
Art.4.[1 De volgende taken behoren niet tot het taken- en opdrachtenpakket van het personeel en kunnen bijgevolg niet in de functiebeschrijving opgenomen worden :
   1° het organiseren van busvervoer;
   2° het uitvoeren van materieel onderhoud en/of herstellingen van en in de school;
   3° het bijwonen van en het meewerken aan godsdienstige, levensbeschouwelijke of socio-culturele activiteiten buiten schoolverband;
   4° de opvang van kinderen tijdens klasvrije namiddagen en de schoolvakanties;
   5° bijlessen of therapie geven voor en na de schooluren;
   6° huisbezoeken afleggen;
   7° middagtoezicht houden;
   8° verzekeren van busbegeleiding;
   9° het verkeer regelen op de openbare weg;
   10° het vervullen van administratieve en/of organisatorische taken die niet eigen zijn aan het uitgeoefende ambt.
   In afwijking van het eerste lid kunnen 1° en 10° tot de opdracht behoren van :
   - de personeelsleden belast met beleidsondersteuning, vermeld in artikel 154, § 2, van het decreet;
   - de personeelsleden belast met een beleidsondersteunende functie ten behoeve van de scholengemeenschap vermeld in artikel 4ter van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs.
   In afwijking van het eerste lid kan 2° tot de opdracht van de ICT-coördinator behoren voor zover het uitvoeren van materieel onderhoud en/of herstellingen eigen is aan het ambt.
   In afwijking van het eerste lid kan 6° tot de opdracht van de zorgcoördinator behoren, voor zover deze belast is met de taken en opdrachten in het kader van de bevordering van de kleuterparticipatie en op voorwaarde dat de huisbezoeken afgelegd worden in dat kader.
   In afwijking van het eerste lid kan 6° eveneens tot de opdracht van het sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel behoren.]1
  ----------
  (1)<BVR 2008-07-18/08, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-06-2008>

Art. 4bis. [1 De taken vermeld onder artikel 4, eerste lid, 5° tot en met 10°, kunnen in uitzonderlijke omstandigheden en op een niet-systematische wijze opgelegd worden aan de personeelsleden.
   De toepassing van het eerste lid is afhankelijk van de onderhandelingen in het lokaal comité met betrekking tot de invulling van de begrippen "op niet-systematische wijze" en "in uitzonderlijke omstandigheden".]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2008-07-18/08, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 01-06-2008>

Art. 4ter. [1 Voor- en naschools toezicht buiten de normale aanwezigheid van de leerlingen en zelfstandig uitvoeren van een lesopdracht mogen in geen geval deel uitmaken van de opdracht van kinderverzorgers in het gewoon kleuteronderwijs.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2012-10-12/15, art. 13, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2012>

HOOFDSTUK III. - Directie.
Art.5. De directeur heeft onder toezicht van het schoolbestuur de leiding van de school en is, behoudens gerechtvaardigde afwezigheden ten minste gedurende de hele periode van normale aanwezigheid van de leerlingen in één van de vestigingsplaatsen aanwezig.

Art.6. De directeur met een onderwijsopdracht moet de nodige regelingen treffen om tijdens die onderwijsopdracht in de klas te zijn. Hij is, behoudens gerechtvaardigde afwezigheden, ten minste gedurende de hele periode van normale aanwezigheid van de leerlingen in één van de vestigingsplaatsen aanwezig.

Art.7. De directeur die op basis van artikel 129 van het decreet de functie van adjunct-directeur vervult, voert, onder toezicht van het schoolbestuur, de opdrachten uit die hem, op voorstel van de directeur door het schoolbestuur worden toegekend. Hij is behoudens gerechtvaardigde afwezigheden, ten minste gedurende de hele periode van normale aanwezigheid van de leerlingen in één van de vestigingsplaatsen aanwezig.

HOOFDSTUK IV. - Onderwijzend personeel.
Art.8. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 163, § 2 en § 3 van het decreet bedraagt de wekelijkse schoolopdracht van het onderwijzend personeel dat voltijds in het gewoon basisonderwijs fungeert maximum 26 klokuren, te presteren binnen de periode van de normale aanwezigheid van de leerlingen.
  § 2. In afwijking van § 1 dient de schoolopdracht van het onderwijzend personeel in vestigingsplaatsen die minder dan 28 lestijden gefinancierd of gesubsidieerd krijgen zodanig vastgelegd te worden dat er gedurende de volledige periode van normale aanwezigheid van de leerlingen iemand van het bestuurs- en onderwijzend personeel aanwezig is.

Art.9. De wekelijkse hoofdopdracht van het onderwijzend personeel dat voltijds in het gewoon basisonderwijs fungeert bedraagt ten minste 24 lestijden en ten hoogste 28 lestijden.
  (De wekelijkse hoofdopdracht van een onderwijzer die voltijds in het gewoon lager onderwijs fungeert, bedraagt vanaf 1 september 2001 maximum 27 lestijden.
  De wekelijkse hoofdopdracht van een kleuteronderwijzer die voltijds in het gewoon kleuteronderwijs fungeert, bedraagt vanaf 1 september 2001 maximum 27 lestijden.) <BVR 2003-07-18/50, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2001>
  (De wekelijkse hoofdopdracht van een kleuteronderwijzer die voltijds in het gewoon kleuteronderwijs fungeert, bedraagt vanaf 1 september 2003 maximum 26 lestijden.) <BVR 2003-07-18/50, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
  (De afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen maximaal belast worden met een hoofdopdracht die het minimum van het aantal uren voor een ambt met volledige prestaties bedraagt.) <BVR 2003-09-19/32, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2003>

Art.10. <BVR 2003-07-18/50, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2001> De hoofdopdracht van het onderwijzend personeel dat voltijds in het gewoon basisonderwijs fungeert, kan bestaan uit lesopdracht, en/of bijzondere pedagogische taken, en/of, met toepassing van artikel 154, § 2, van het decreet, beleidsondersteuning.

Art.11. § 1. De wekelijkse schoolopdracht van het onderwijzend personeel dat deeltijds fungeert in het gewoon basisonderwijs bedraagt ten hoogste het evenredige deel van het in artikel 8 bedoelde aantal klokuren.
  § 2. Bij een deeltijdse opdracht, ontstaan uit het opsplitsen van een volledige opdracht wordt de hoofdopdracht, als volgt bepaald :

deeltijds opdrachthoofdopdrachthoofdopdracht
lestijdenminimum lestijdenmaximum lestijden
   
667
778
889
9910
101011
111112
121214
131315
141416
151517
161618
171719
181821
191922
202023
212124
222225
232326

  Deze regeling geldt niet voor de leermeester godsdienst, cultuurbeschouwing en niet-confessionele zedenleer (en voor de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties). <BVR 2003-09-19/32, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
  (§ 3. Bij een deeltijdse opdracht als onderwijzer en kleuteronderwijzer, ontstaan uit het opsplitsen van een volledige opdracht wordt de hoofdopdracht vanaf 1 september 2001, als volgt bepaald :

Deeltijdse opdrachtHoofdopdracht minimumHoofdopdracht maximum
Aantal lestijdenaantal lestijdenaantal lestijden
  vanaf 1-9-2001
---
667
778
889
9910
101011,5
111112,5
121213,5
131314,5
141415,5
151517
161618
171719
181820
191922
202023
212124
222225
232326

  (Deze regeling geldt niet voor de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties.) <BVR 2003-09-19/32, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
  ) <BVR 2003-07-18/50, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2001>
  (§ 4. Bij een deeltijdse opdracht als kleuteronderwijzer, die ontstaan uit het opsplitsen van een volledige opdracht wordt de hoofdopdracht vanaf 1 september 2003, als volgt bepaald :

Deeltijdse opdrachtHoofdopdracht minimumHoofdopdracht maximum
Aantal lestijdenaantal lestijdenaantal lestijden
  vanaf 1-9-2003
---
666,5
777,5
889
9910
101011
111112
121213
131314
141415
151516
161617
171718,5
181819,5
191921
202022
212123
222224
232325

  (Deze regeling geldt niet voor de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties.) <BVR 2003-09-19/32, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
  ) <BVR 2003-07-18/50, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2003>

Art.12. Onverminderd de toepassing van artikel 163 § 2 en § 3 van het decreet bedraagt de wekelijkse schoolopdracht van het onderwijzend personeel dat voltijds in het buitengewoon basisonderwijs fungeert maximum 26 klokuren, te presteren binnen de periode van de normale aanwezigheid van de leerlingen.

Art.13. <BVR 2003-07-18/50, art. 5> (De wekelijkse hoofdopdracht van het onderwijzend personeel, opgenomen in artikel 3, 5°, a en b, dat voltijds in het buitengewoon basisonderwijs fungeert bedraagt vanaf 1 september 2002 ten minste 22 lestijden en ten hoogste 27 lestijden, met dien verstande dat elke lestijd die aan de hoofdopdracht wordt besteed, uit de lestijden volgens de schalen wordt gehaald.) <BVR 2003-07-18/50, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  (De wekelijkse hoofdopdracht van de kleuteronderwijzer ASV die voltijds in het buitengewoon basisonderwijs fungeert bedraagt vanaf 1 september 2003 ten minste 22 lestijden en ten hoogste 26 lestijden, met dien verstande dat elke lestijd die aan de hoofdopdracht uit de lestijden wordt besteed, volgens de schalen wordt gehaald.) <BVR 2003-07-18/50, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
  (De afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen maximaal belast worden met een hoofdopdracht die het minimum van het aantal uren voor een ambt met volledige prestaties bedraagt.) <BVR 2003-09-19/32, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2003>

Art.14. <BVR 2003-07-18/50, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2001> De hoofdopdracht van het onderwijzend personeel dat voltijds in het buitengewoon basisonderwijs fungeert, kan bestaan uit lesopdracht, en/of bijzondere pedagogische taken, en/of, met toepassing van artikel 154, § 2, van het decreet, beleidsondersteuning.

Art.15. De wekelijkse schoolopdracht van het onderwijzend personeel dat deeltijds fungeert in het buitengewoon basisonderwijs bedraagt ten hoogste het evenredig deel van het in artikel 12 bedoelde klokuren.

Art.16. De administratieve taken verbonden aan de eigen functie behoren wel tot de opdracht, maar niet tot de schoolopdracht van het onderwijzend personeel.

HOOFDSTUK V. - Paramedisch personeel.
Art. 16bis. <Ingevoegd bij BVR 2003-07-18/50, art. 7; Inwerkingtreding : 01-09-2000> Onverminderd de toepassing van artikel 163, § 2 en § 3, van het decreet bedraagt de wekelijkse schoolopdracht van het paramedisch personeel dat voltijds in het gewoon kleuteronderwijs fungeert 32 klokuren.
  De wekelijkse schoolopdracht van het paramedisch personeel dat deeltijds fungeert in het gewoon kleuteronderwijs, bedraagt ten hoogste het evenredig deel van de 32 klokuren.

Art.17. Onverminderd de toepassing van artikel 163 § 2 en § 3 van het decreet bedraagt de wekelijkse schoolopdracht van het paramedisch personeel dat voltijds in het buitengewoon basisonderwijs fungeert maximum 26 klokuren, te presteren binnen de periode van normale aanwezigheid van de leerlingen.

Art.18. De wekelijkse hoofdopdracht van het paramedisch personeel dat voltijds in het buitengewoon basisonderwijs fungeert, bedraagt tenminste 24 lestijden en ten hoogste 28 lestijden.
  (De afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen maximaal belast worden met een hoofdopdracht die het minimum van het aantal uren voor een ambt met volledige prestaties bedraagt.) <BVR 2003-09-19/32, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2003>

Art.19. <BVR 2003-07-18/50, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2000> De hoofdopdracht van de paramedici die fungeren in het buitengewoon basisonderwijs bestaat uit een kindgebonden opdracht en/of bijzondere pedagogische taken, en/of, met toepassing van artikel 154, § 2, van het decreet, beleidsondersteuning.

Art.20. § 1. De wekelijkse schoolopdracht van het paramedisch personeel dat deeltijds fungeert, bedraagt ten hoogste het evenredige deel van het in artikel 17 bedoelde aantal klokuren.
  § 2. Bij een deeltijdse opdracht, ontstaan uit het opsplitsen van een volledige opdracht, wordt de hoofdopdracht als volgt bepaald :

deeltijdse opdrachthoofdopdrachthoofdopdracht
lestijdenminimum lestijdenmaximum lestijden
   
667
778
889
9910
101011
111112
121214
131315
141416
151517
161618
171719
181821
191922
202023
212124
222225
232326

  (Deze regeling geldt niet voor de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties.) <BVR 2003-09-19/32, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2003>

Art.21. De administratieve taken verbonden aan de eigen functie behoren wel tot de opdracht, maar niet tot de schoolopdracht van het paramedisch personeel.

HOOFDSTUK VI. - Medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel.
Art.22. Onverminderd de toepassing van artikel 163 § 2 en § 3 van het decreet bedraagt de wekelijkse schoolopdracht van artsen, maatschappelijk werkers, psychologen en orthopedagogen die voltijds in het buitengewoon basisonderwijs fungeren 32 klokuren.

Art. 22bis. <BVR 2003-07-18/50, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2001> De schoolopdracht van het medisch, sociaal, orthopedagogisch en psychologisch personeel bestaat uit taken eigen aan het uitgeoefende ambt, en/of bijzondere pedagogische taken, en/of, met toepassing van artikel 154, § 2, van het decreet, beleidsondersteuning.

Art.23. De wekelijkse schoolopdracht van het in artikel 22 bedoelde personeel dat deeltijds fungeert bedraagt ten hoogste het evenredige deel van het in artikel 22 bedoelde aantal klokuren.

Art.24. De administratieve taken verbonden aan de eigen functie behoren wel tot de opdracht, maar niet tot de schoolopdracht van de personeelsleden bedoeld in artikel 22.

HOOFDSTUK VII. - Administratief personeel.
Art.25. De wekelijkse schoolopdracht van het administratief personeel bedoeld in artikel 192 van het decreet dat voltijds in het basisonderwijs fungeert bedraagt (36 klokuren). <BVR 2003-12-05/55, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001>

Art.26. De wekelijkse schoolopdracht van het administratief personeel bedoeld in artikel 192 van het decreet dat deeltijds fungeert bedraagt een evenredig deel van het in artikel 25 bedoelde aantal klokuren.

HOOFDSTUK VIIbis. - Beleids- en ondersteunend personeel.
Art. 26bis. <Ingevoegd bij BVR 2003-12-05/55, art. 3; Inwerkingtreding : 01-09-2003> De wekelijkse opdracht van het beleids- en ondersteunend personeel dat voltijds in het basisonderwijs fungeert bedraagt 36 klokuren.

Art. 26ter. <Ingevoegd bij BVR 2003-12-05/55, art. 3; Inwerkingtreding : 01-09-2003> De wekelijkse opdracht van het beleids- en ondersteunend personeel dat deeltijds fungeert in het basisonderwijs bedraagt steeds een geheel deel van het in artikel 26bis.

Art. 26quater. <Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/58, art. 2; Inwerkingtreding : 01-09-2005> In afwijking van Hoofdstuk IV bedraagt de wekelijkse opdracht van de kleuteronderwijzer, de onderwijzer, de kleuteronderwijzer ASV en de onderwijzer ASV die voltijds worden aangesteld op basis van de puntenenveloppe zoals bedoeld in de artikels, 125novies § 1, 153sexies § 4 en 153octies van het decreet basisonderwijs of op basis van de puntenenveloppe zoals bedoeld in artikel X.52 van het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, 36 klokuren.
  De wekelijkse opdracht van het in het eerste lid vermeld personeel dat deeltijds werkt, bedraagt steeds een geheel deel van 36 klokuren.

HOOFDSTUK VIIter. [1 - Dienstvrijstelling voor zitting in een lokaal inspraakorgaan]1   ----------   (1)
Art. 26quinquies. [1 Het personeelslid dat zitting heeft in een lokaal inspraakorgaan dat opgericht is door of krachtens een wet of een decreet, krijgt dienstvrijstelling om de vergaderingen van dat inspraakorgaan bij te wonen. De dienstvrijstelling wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2011-05-27/06, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2011>

HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen.
Art.27. De bepalingen van dit besluit treden in werking op 1 september 1997.

Art.28. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.Bijlage. [1 ...]
  ----------
  (1)<Opgeheven bij BVR 2007-07-13/42, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 31-08-2007>