Details





Titel:

24 NOVEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-02-1999 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-16
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1984010367 





Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het gewoon en het buitengewoon lager onderwijs, erkend, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het decreet : het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;
  2° Minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs;
  3° leerling : leerling die voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 20 van het decreet, behoudens de afwijking zoals voorzien in de artikelen 23 en 24.

Art.3.
  <Opgeheven bij BVR 2022-09-02/20, art. 4, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.4.<Opgeheven bij BVR 2015-06-12/12, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2015>

Art.5.§ 1.[1 [2 De klassenraad beslist op grond van alle beschikbare informatie over de toekenning van het getuigschrift van basisonderwijs. De toekenning van het getuigschrift impliceert ook het verlenen van het gunstig advies als bedoeld in artikel 14/1, § 1 van het decreet, voor het lopende schooljaar.]2 De beraadslaging van de klassenraad wordt schriftelijk vastgelegd. Elk lid van de klassenraad is tot geheimhouding daarover verplicht.]1
  [3 § 1/1. Aan het getuigschrift basisonderwijs wordt bij leerlingen ingeschreven in de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal, vermeld in artikel 52° bis/2 van het decreet, een studiebewijssupplement Vlaamse Gebarentaal en dovencultuur, toegevoegd.]3
  § 2. De notulen van de beraadslaging van de klassenraad worden opgenomen in een speciaal register dat gedurende ten minste vijftien jaar op school aanwezig moet zijn en door de onderwijsinspectie kan worden gecontroleerd.
  De notulen worden ondertekend door de voorzitter en door alle leden van de klassenraad.
  § 3. [1In het register vermeld in § 2 wordt naast de naam, voornaam en geboortedatum van elke leerling vermeld of het getuigschrift basisonderwijs al dan niet werd uitgereikt [3 en of het studiebewijssupplement Vlaamse Gebarentaal en dovencultuur aan het getuigschrift basisonderwijs werd toegevoegd]3.]1
  ----------
  (1)<BVR 2015-06-12/12, art. 2, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
  (2)<BVR 2022-09-02/20, art. 5, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  (3)<BVR 2024-07-05/18, art. 16, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2024>

Art.6.
  <Opgeheven bij BVR 2022-09-02/20, art. 6, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.7.[1 De examencommissies, vermeld in artikel 56 van het decreet, gaan na of de deelnemer het getuigschrift basisonderwijs kan krijgen. Dat gebeurt door een brede evaluatie en beoordeling van alle leergebieden, vermeld in artikel 40 van het decreet, en van de onderdelen van deze leergebieden, zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 27 mei 1997 tot bepaling van de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen van het gewoon basisonderwijs.
   De organiserende school staat tijdens de examenperiode in voor het toezicht op de deelnemers aan het examen en zorgt voor hun begeleiding tijdens het examen. De organiserende school reikt een getuigschrift basisonderwijs uit aan de geslaagden.]1
  ----------
  (1)<BVR 2022-09-02/20, art. 7, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2022>


Art.8.[1 Het [3 Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]3]1 laat elk schooljaar vóór 15 mei een mededeling van het examen verschijnen, met de vermelding van de twee schooladressen per provincie, in het Belgisch Staatsblad [2 en ten minste op de website van dit agentschap]2.
  ----------
  (1)<BVR 2011-03-04/03, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 01-03-2011>
  (2)<BVR 2013-06-28/13, art. 3, 013; Inwerkingtreding : 01-05-2013>
  (3)<BVR 2015-07-03/14, art. 3, 015; Inwerkingtreding : 01-07-2015>

Art.9.De deelnemer zelf of in voorkomend geval de ouder, deelt uiterlijk op 1 juni [1 schriftelijk]1 aan de schooldirectie van de gekozen school mee dat hij of zij, in voorkomend geval dat zijn/haar kind wenst deel te nemen aan het examen voor het behalen van het getuigschrift basisonderwijs.
  ----------
  (1)<BVR 2013-06-28/13, art. 4, 013; Inwerkingtreding : 01-05-2013>

Art.10.[1 De onderwijsinspectie houdt toezicht op het verloop en de correctheid van het examen en stelt daarover een rapport op vóór eind juni van het lopende schooljaar.]1
  ----------
  (1)<BVR 2011-03-04/03, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 01-03-2011>

Art.11.Het getuigschrift basisonderwijs dat aan de deelnemer wordt uitgereikt, wordt (...) afgeleverd [1 uiterlijk op 30 juni]1. Er wordt jaarlijks een alfabetische lijst van deelnemers opgesteld met erop de vermelding "geslaagd" of "niet geslaagd". Deze lijst wordt bewaard in het archief van de inspecteur-generaal. <BVR 2000-06-16/35, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2000>
  ----------
  (1)<BVR 2022-09-02/20, art. 8, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.12.[1 De schoolbesturen ontvangen jaarlijks vanwege het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen een vergoeding van 1000 euro in het jaar dat hun school fungeert als examencommissie.]1
  ----------
  (1)<BVR 2023-09-22/14, art. 12, 017; Inwerkingtreding : 01-09-2022>

Art.13.Het getuigschrift van basisonderwijs wordt opgesteld overeenkomstig [1 het model dat bij dit besluit is gevoegd]1.
  [2 Het studiebewijssupplement Vlaamse Gebarentaal en dovencultuur wordt opgesteld overeenkomstig het model dat bij dit besluit is gevoegd.]2
  ----------
  (1)<BVR 2022-09-02/20, art. 9, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  (2)<BVR 2024-07-05/18, art. 17, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2024>

Art.14. Het koninklijk besluit van 15 juni 1984 tot vaststelling van de vorm en de regels voor de uitreiking van het getuigschrift van basisonderwijs, met uitzondering van artikel 3, wordt opgeheven.

Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998, met uitzondering van artikelen 8 tot en met 14, die in werking treden met ingang van 1 mei 1998.

Art.16.De Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1.[1 (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 27-12-2022, p. 99364)]1

  Gewijzigd bij :
  <BVR 2022-09-02/20, art. 10, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  <BVR 2024-06-21/34, art. 11, 018; Inwerkingtreding : 01-09-2024>



Art. N2.opnieuw geïntegreerd door :

  <BVR 2024-07-05/18, art. 18, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2024>