Details





Titel:

13 SEPTEMBER 2023. - Wet houdende diverse bepalingen inzake modernisering van de burgerlijke stand



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het oud Burgerlijk Wetboek
Art. 2-61
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 62-70
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Wetboek van internationaal privaatrecht
Art. 71-74
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art. 75-76
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
Art. 77-78
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de Nieuwe Gemeentewet
Art. 79
HOOFDSTUK 8. . - Wijziging van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing
Art. 80
HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
Art. 81
HOOFDSTUK 10. - Overgangsbepaling
Art. 82
HOOFDSTUK 11. - Inwerkingtreding
Art. 83



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1804032150  1804032153  1867060850  1980121550  1984900065  1988062450  2004009511  2018012858 



Uitvoeringsbesluit(en):

2023046527  2024001367  2024005790  2024005838  2024010469 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het oud Burgerlijk Wetboek
Art.2. Artikel 9, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Deze machtiging wordt gemeld voor de handtekening van de beambten van het gemeentebestuur, aan wie de machtiging is verleend."

Art.3. In artikel 11 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "De officieren aangeduid door de minister van Defensie of door de hiertoe gedelegeerde autoriteit maken de akten van overlijden op" worden vervangen door de woorden "De officier aangeduid door de minister van Defensie of de hiertoe gedelegeerde autoriteit maakt, van zodra mogelijk, een proces-verbaal van overlijden op";
  2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Het proces-verbaal van overlijden bevat de gegevens bedoeld in artikel 56 en wordt zo spoedig mogelijk bezorgd aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand, die onmiddellijk een akte van overlijden opmaakt op basis van het proces-verbaal. Het proces-verbaal wordt als bijlage in de DABS opgenomen. Het op papier opgemaakte proces-verbaal wordt bewaard door de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt tot op het ogenblik van de overdracht van het proces-verbaal aan het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën.".

Art.4. In artikel 13 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "- de laatste plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan," ingevoegd tussen de woorden "- de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan," en de woorden "- de actuele verblijfplaats van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan,".

Art.5. In artikel 18 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden de woorden "en processen-verbaal" ingevoegd tussen de woorden "gewijzigde akten" en het woord ", tenzij";
  2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
  " § 2. Onverminderd artikel 8.15, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, kan de handtekening uit een handgeschreven handtekening bestaan in geval van toepassing van artikel 14, vierde lid.".

Art.6. In artikel 21 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "en aangiften" ingevoegd tussen de woorden "alle akten" en de woorden ", met uitzondering van";
  2° in het tweede lid worden de woorden "bij de akte" ingevoegd tussen de woorden "als bijlage" en de woorden "in de DABS".

Art.7. In artikel 28 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt:
  " § 3. Een afgedrukte versie van de buitenlandse akte of de buitenlandse gerechtelijke of administratieve beslissing, en, in voorkomend geval, de beëdigde vertaling ervan, zoals als bijlage opgenomen in de DABS, worden, op verzoek, gehecht aan het afschrift van een akte van de burgerlijke stand opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of op basis van een buitenlandse gerechtelijke of administratieve beslissing.".

Art.8. In artikel 29 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
  " § 1. Eenieder heeft recht op een uittreksel van:
  1° akten van overlijden;
  2° akten van huwelijk van meer dan vijfenzeventig jaar oud;
  3° anderen akten van meer dan honderd jaar oud.";
  2° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende:
  " § 1/1. Eenieder heeft recht op een afschrift van:
  1° akten van overlijden opgemaakt na 31 maart 2019;
  2° akten van overlijden opgemaakt voor 31 maart 2019 van meer dan vijfenzeventig jaar oud;
  3° akten van huwelijk van meer dan vijfenzeventig jaar oud;
  4° anderen akten van meer dan honderd jaar oud.";
  3° een paragraaf 1/2 wordt ingevoegd, luidende:
  " § 1/2. Enkel de volgende personen hebben recht op een uittreksel of afschrift van andere akten dan deze bedoeld in de paragrafen 1 en 1/1:
  1° elke persoon van wie de akte de staat van de persoon vaststelt of wijzigt;
  2° de wettelijke vertegenwoordiger van de persoon bedoeld in de bepaling onder 1° ;
  3° de echtgenoot of echtgenote, de wettelijk samenwonende, de bloedverwanten in de opgaande of nederdalende lijn in de eerste graad en de erfgenamen van de persoon bedoeld in de bepaling onder 1°, mits bewijs van een gerechtvaardigd belang;
  4° de erfgenamen van de persoon bedoeld in de bepaling onder 1° voor akten die gewijzigd werden met toepassing van titel IV/1 of met toepassing van artikel 1385quaterdecies, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, mits bewijs van een gerechtvaardigd belang.
  De Koning bepaalt, na advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, een limitatieve lijst van gerechtvaardigde belangen alsook de wijze waarop deze gerechtvaardigde belangen kunnen worden bewezen voor de toepassing van het eerste lid.".

Art.9. In artikel 31 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, derde lid, 2°, wordt de bepaling onder c) opgeheven;
  2° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "Elke verbetering of wijziging van een akte bedoeld in het eerste lid wordt via de DABS genotificeerd aan de bevoegde procureur des Konings.".

Art.10. In artikel 32 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wetten van 21 december 2018 en 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt:
  "De volgende rechterlijke beslissingen of administratieve beslissingen geven aanleiding tot een melding:
  1° een nietigverklaring van een akte, als bedoeld in de artikelen 122, vierde lid, 134, vierde lid, 193ter, derde lid, in artikel 391octies, § 4, tweede lid, van het Strafwetboek, en in artikel 79quater, § 4, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  2° een vergunning tot naamsverandering, als bedoeld in artikel 370/7, tweede lid, en de intrekking of de vernietiging van een vergunning tot naamsverandering als bedoeld in artikel 370/8, tweede lid;
  3° een echtscheiding, als bedoeld in de artikelen 1275, § 2, tweede lid, en 1303, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek;
  4° een scheiding van tafel en bed of een verzoening na een scheiding van tafel en bed, als bedoeld in de artikelen 1306, tweede lid, en 1307, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.";
  2° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
  "3° in het geval van een vergunning tot naamsverandering: de vergunning, bedoeld in artikel 370/7, eerste lid, alsook de datum ervan, en in voorkomend geval, de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en de nieuwe naam van de betrokkene;"
  3° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 3° /1 ingevoegd, luidende:
  "3° /1 in het geval van de intrekking of de vernietiging van een vergunning tot naamsverandering: de beslissing tot intrekking of het arrest van de Raad van State, bedoeld in artikel 370/8, alsook de datum ervan en de naam die de betrokkene droeg voorafgaand aan de ingetrokken of vernietigde vergunning tot naamsverandering;";
  4° paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende:
  "6° in geval van een scheiding van tafel en bed of een verzoening na een scheiding van tafel en bed: het aktenummer van de huwelijksakte en de namen en voornamen van de partijen.";
  5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. In geval van een fout in de verzending van de gegevens met het oog op de meldingen bedoeld in paragraaf 1, worden de meldingen vervangen door de griffier of door de ambtenaar bedoeld in artikel 370/3, § 2/1, in geval van een naamsverandering.".

Art.11. In artikel 34, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 juli 2020, wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "Elke verbetering van een akte overeenkomstig artikel 33 wordt via de DABS genotificeerd aan de bevoegde procureur des Konings.".

Art.12. In artikel 34/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid worden de woorden "derde lid" vervangen door de woorden "vierde lid";
  2° het vijfde lid wordt vervangen als volgt:
  "Elke ambtshalve nietigverklaring van een akte wordt via de DABS genotificeerd aan de bevoegde procureur des Konings.".

Art.13. In artikel 35 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "of laten nietig verklaren" ingevoegd tussen de woorden "laten verbeteren" en de woorden ", kan hiertoe";
  2° paragraaf 1, derde lid, wordt vervangen als volgt:
  "De procureur des Konings kan bij de familierechtbank de verbetering of de nietigverklaring van een akte vorderen of een ontbrekende akte laten vervangen bedoeld in artikel 26, indien hij een fout in of het ontbreken van de akte vaststelt.";
  3° paragraaf 2 wordt opgeheven.

Art.14. In artikel 38 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "Onder voorbehoud van de aan-sprakelijkheid van de operationele beheerder als bepaald in artikel 73, § 1, en de verantwoordelijke voor de verwerking van de per-soonsgegevens bedoeld in artikel 73, § 2, is de ambtenaar van de burgerlijke stand" vervangen door de woorden "De ambtenaar van de burgerlijke stand is".

Art.15. Artikel 40 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 40. § 1. De procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement waartoe de gemeente van de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt behoort, houdt toezicht op de naleving van de bepalingen inzake de burgerlijke stand.
  Het College van procureurs-generaal kan richtlijnen uitvaardigen ter verduidelijking van de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde controle wordt uitgeoefend. Deze richtlijnen zijn bindend voor alle leden van het openbaar ministerie. De procureurs-generaal bij de hoven van beroep waken over de uitvoering van deze richtlijnen binnen hun rechtsgebied.
  § 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand brengt de procureur des Konings bedoeld in paragraaf 1 onmiddellijk op de hoogte van elke fout of onregelmatigheid die hij vaststelt.
  § 3. De procureur des Konings onderzoekt en vervolgt de door de ambtenaar van de burgerlijke stand in de uitoefening van zijn functie gepleegde inbreuken.".

Art.16. In artikel 41 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, 5°, wordt de bepaling onder c) vervangen als volgt:
  "c) het koninklijk besluit bedoeld in artikel 370/4, § 1, in artikel 370/8, eerste lid, alsook de datum hiervan en, in voorkomend geval, de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad of het arrest tot vernietiging bedoeld in artikel 370/8, eerste lid;";
  2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "het identificatienummer toegekend in uitvoering van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen of bij gebreke hiervan het identificatienummer toegekend in uitvoering van artikel 4 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid" vervangen door de woorden "het Rijksregisternummer";
  3° in paragraaf 2 wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zin: "De getuigen bedoeld in artikel 54, 4°, zijn geen personen op wie de akte betrekking heeft.";
  4° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "Het identificatienummer" vervangen door de woorden "Het Rijksregisternummer";
  5° een paragraaf 2/1 wordt ingevoegd, luidende:
  " § 2/1. Om het operationeel beheer van de DABS te waarborgen zijn de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken voor de DABS, bedoeld in artikel 73, gemachtigd om:
  1° gebruik te maken van het Rijksregisternummer; en
  2° toegang te verkrijgen tot de gegevens uit het Rijksregister die nodig zijn voor het operationeel beheer.".

Art.17. In artikel 45 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden "van de plaats waar het kind gevonden is";
  2° in het derde lid worden de woorden "de ambtenaar" vervangen door de woorden "deze ambtenaar".

Art.18. Artikel 48 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "De ambtenaar van de burgerlijke stand van de geboorteplaats wijzigt de geboorteakte door toevoeging van het geslacht van het kind.".

Art.19. In artikel 54, 3°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "en/of de voornaam" ingevoegd tussen de woorden "naam" en de woorden "na voltrekking".

Art.20. In artikel 56, 2°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "het levenloos aantreffen" vervangen door de woorden "van de vaststelling van het overlijden".

Art.21. In artikel 58, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "van de plaats van de bevalling" ingevoegd tussen de woorden "maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand" en de woorden "een akte van een levenloos kind op".

Art.22. In artikel 64 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, wordt de bepaling onder 3/1° ingevoegd, luidende:
  "3° /1 in voorkomend geval, de naam en/of de voornaam na echtscheiding;".

Art.23. Artikel 67, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt aangevuld met de woorden "en de wettelijke basis van de vervallenverklaring.".

Art.24. Artikel 68 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt vervangen als volgt:
  " § 1. Iedere Belg, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, legt elke buitenlandse authentieke akte die op hem betrekking heeft, voor zover deze een wijziging van de staat van een persoon tot gevolg heeft, voor aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt vervolgens een akte van de burgerlijke stand, als bedoeld in dit hoofdstuk, op basis van een buitenlandse authentieke akte op.
  De buitenlandse authentieke akte wordt voorgelegd aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand van de persoon die de akte voorlegt.
  De procureur des Konings kan verzoeken dat op basis van een buitenlandse akte een akte wordt opgemaakt.
  § 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte op basis van een buitenlandse akte op indien hem een buitenlandse authentieke akte wordt voorgelegd bij de opmaak of de wijziging van een akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.".

Art.25. Artikel 70, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 70. § 1. Iedere Belg of zijn wettelijke vertegenwoordiger legt elke buitenlandse in kracht van gewijsde gegane rechterlijke of buitenlandse definitieve administratieve beslissing, die op hem betrekking heeft, voor zover deze een wijziging van de staat van een persoon tot gevolg heeft, voor aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse rechterlijke of buitenlandse administratieve beslissing op, of wijzigt een akte van de burgerlijke stand overeenkomstig hoofdstuk 1, afdeling 6, op basis van deze beslissing.
  De buitenlandse beslissing wordt voorgelegd aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand van de persoon die de buiten-landse beslissing voorlegt.
  De procureur des Konings kan verzoeken dat op basis van een buitenlandse rechterlijke of buitenlandse administratieve beslissing een akte wordt opgemaakt.
  § 2. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte van de burgerlijke stand, bedoeld in dit hoofdstuk, op basis van een buitenlandse rechterlijke of buitenlandse administratieve beslissing op of wijzigt een akte van de burgerlijke stand, indien hem een buitenlandse in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing of een buitenlandse definitieve administratieve beslissing wordt voorgelegd bij de opmaak of wijziging van een akte van de burgerlijke stand of bij een aanpassing van het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.
  § 3. Een afschrift van de buitenlandse rechterlijke beslissing of van de buitenlandse administratieve beslissing en, in voorkomend geval, de beëdigde vertaling ervan, wordt als bijlage in de DABS opgenomen.".

Art.26. Artikel 71 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 71. De DABS wordt opgericht bij de Federale Overheidsdienst Justitie en heeft tot taak:
  1° het ondersteunen van de ambtenaren van de burgerlijke stand en van de consulaire ambtenaren in hun wettelijke opdrachten inzake het opmaken en bijhouden van de akten en de registers van de burgerlijke stand;
  2° het als authentieke bron waarborgen van de opslag, de bewaring en de ter beschikkingstelling van alle in de DABS opgenomen akten van de burgerlijke stand, zonder te raken aan de wettelijke opdrachten van het Rijksregister als authentieke bron voor de identi-ficatiegegevens van natuurlijke personen;
  3° het verzekeren van een dienstverlening aan de burgers, ongeacht waar ze zich bevinden;
  4° het vereenvoudigen van administratieve procedures door het verplicht hergebruik van de in de DABS beschikbare akten en gegevens;
  5° het ondersteunen van de rechterlijke orde bij de uitvoering van hun opdrachten;
  6° te voorzien in een uniform en centraal toezicht op het opmaken en het bewaren van de akten en het afleveren van uittreksels en afschriften ervan;
  7° de uitvoering van de internationale verdragen en akkoorden op het gebied van de burgerlijke stand mogelijk te maken;
  8° het opmaken van globale en geanonimiseerde statistieken met betrekking tot de burgerlijke stand mogelijk te maken;
  9° het instaan voor de bewaring van de akten van de burgerlijke stand tot op het ogenblik van de overdracht ervan aan het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën;
  10° te voorzien in een gelijktijdige actualisatie van de gegevens van het Rijksregister op basis van de gegevens opgenomen in de DABS.".

Art.27. Artikel 72, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 72. In de DABS worden opgenomen:
  1° alle in gedematerialiseerde vorm opgemaakte akten van de burgerlijke stand, de wijzigingen van akten van de burgerlijke stand, de meldingen op akten van de burgerlijke stand en de door de wet vereiste bijlagen, voor zover deze niet beschikbaar zijn in een andere authentieke bron;
  2° alle administratieve bijwerkingen van de akten van de burgerlijke stand sinds de inwerkingtreding van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing;
  3° de metadata en de gedematerialiseerde kopieën van de door de gemeenten en Belgische consulaten opgenomen akten van de burgerlijke stand die op papier werden opgemaakt voor de inwerkingtreding van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing;
  4° de metadata en de gedematerialiseerde kopieën van de in toepassing van artikel 31 van het Wetboek van internationaal privaatrecht geregistreerde, geweigerde of erkende buitenlandse akten van de burgerlijke stand, buitenlandse rechterlijke beslissingen van de bur-gerlijke stand en administratieve buitenlandse beslissingen van echtscheiding en naamsverandering.
  De DABS geldt als authentieke bron voor alle akten opgemaakt na 31 maart 2019, en de gegevens die erin zijn opgenomen.".

Art.28. Artikel 73 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 73. De Federale Overheidsdienst Justitie, de gemeentelijke overheden en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken zijn de gezamenlijke verantwoordelijke voor de verwerking van de gegevens in de DABS in de zin van artikel 4, 7), van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).".

Art.29. Artikel 74 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 74. § 1. Het beheerscomité van de DABS, hierna genoemd "beheerscomité", oefent de gezamenlijke verwerkingsverantwoorde-lijkheid uit.
  Het beheerscomité heeft een coördinerende functie.
  Het beheerscomité bepaalt ook welke nieuwe toegangen tot de DABS worden verleend, in uitvoering van artikel 78, § 3.
  Het beheerscomité staat daarnaast in voor de inrichting en het beheer van de DABS en bepaalt de noodzakelijke maatregelen om de onveranderlijkheid, de vertrouwelijkheid en de bewaring van de akten van de burgerlijke stand in de DABS te waarborgen.
  § 2. De gemeentelijke overheden en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken staan in voor de invoer en de wijziging van de akten van de burgerlijke stand, de inzameling en de validatie van de gegevens opgenomen in de DABS.
  § 3. De Federale Overheidsdienst Justitie, de gemeentelijke overheden en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken staan samen in voor het beheer en de ter beschikkingstelling van de gegevens opgenomen in de DABS.
  § 4. Het beheerscomité is samengesteld uit:
  1° vijf vertegenwoordigers van de gemeentelijke overheden;
  2° twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Justitie;
  3° een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.
  Het beheerscomité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de gemeentelijke overheden.
  De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels van de samenstelling en de werking van het beheerscomité.
  § 5. Een overlegcomité wordt opgericht. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere regels van de samenstelling en de werking ervan en stelt haar taken vast.
  Het overlegcomité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de gemeentelijke overheden.
  Het overlegcomité is samengesteld als volgt:
  1° de leden van het beheerscomité;
  2° een vertegenwoordiger van het College van het openbaar ministerie;
  3° een vertegenwoordiger van het College van de hoven en rechtbanken;
  4° twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;
  5° een vertegenwoordiger van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën.
  Indien de coördinatie tussen de DABS en het Rijksregister of een impact van de DABS op de werking van het Rijksregister wordt beoogd, en in het bijzonder de uitvoering van artikel 71, 10°, is het overlegcomité samengesteld als volgt:
  1° de leden van het beheerscomité;
  2° twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.".

Art.30. In artikel 76 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de woorden "artikel 71" vervangen door de woorden "artikel 72".

Art.31. Artikel 77 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt opgeheven.

Art.32. Artikel 78 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 78. § 1. De DABS is geen openbaar register.
  § 2. De gegevens van de DABS kunnen elektronisch meegedeeld worden aan de volgende personen, overheden of instellingen, in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten:
  1° de ambtenaren van de burgerlijke stand en de door hen gemachtigde beambten;
  2° de Belgische consulaire ambtenaren, de door hen gemachtigde agenten alsook de ambtenaren van de bevoegde diensten zoals aangewezen door de Koning, voor de consulaire werkzaamheden, in het bijzonder deze inzake de burgerlijke stand;
  3° de parketten;
  4° de magistraten bij de rechtscolleges en hun griffies;
  5° de ambtenaren van de diensten aangewezen door de Koning, die bevoegd zijn voor het personenrecht en voor de burgerlijke stand.
  § 3. De relevante in de DABS beschikbare elektronische gegevens kunnen meegedeeld worden aan alle overheidsdiensten, instellingen of beroepsgroepen, in het kader van hun wettelijke opdracht of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag die aan hen is opgedragen en dit, voor zover mogelijk, volgens de principes van de dienstenintegratie.
  Hiertoe wordt een protocol afgesloten overeenkomstig artikel 20 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, tenzij de modaliteiten van de mededeling ervan op eenzelfde wijze gedocumenteerd zijn in een wet of regelgevende norm.".

Art.33. In artikel 79 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "op welke wijze akten" worden vervangen door de woorden "door wie, waar en welke akten";
  2° de woorden ", historische of andere wetenschappelijke" worden vervangen door de woorden "of historische";
  3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "De aflevering van afschriften en uittreksels of de raadpleging van de akten in het kader van genealogisch of historisch onderzoek kunnen aanleiding geven tot een vergoeding die niet meer mag bedragen dan de kostprijs, vastgesteld door de afleverende autoriteit.".

Art.34. Artikel 80 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt opgeheven.

Art.35. In artikel 81 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "authentieke" wordt ingevoegd tussen de woorden "gemachtigd zijn de" en het woord "gegevens";
  2° de woorden ", met uitzondering van de personen bedoeld in artikel 78, 1° " worden opgeheven;
  3° de woorden ", een lokaal bestuur of om het even welk ander kanaal" worden vervangen door de woorden "of een andere overheid of instelling".

Art.36. In artikel 82 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
  " § 1. Het recht op rectificatie overeenkomstig artikel 16 van de algemene verordening gegevensbescherming wordt uitgeoefend ten aanzien van de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand die de vermelding, de inschrijving of de wijziging verbetert overeenkomstig hoofdstuk 1, afdeling 8.";
  2° in paragraaf 2 worden de woorden "secretariaat van het" opgeheven.

Art.37. In artikel 83 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "artikel 71" worden vervangen door de woorden "artikel 72";
  2° de bestaande tekst zal paragraaf 1 vormen;
  3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:
  " § 2. De overheidsdiensten, de instellingen en de beroepsgroepen die op enige wijze toegang hebben gekregen tot de gegevens van de DABS moeten de uitgevoerde verwerkingen kunnen verantwoorden, ongeacht of deze uitgevoerd zijn door een individuele gebruiker of door een automatisch informaticasysteem.
  Daartoe houden zij minstens logbestanden bij van elke verzameling, wijziging, raadpleging, mededeling en verwijdering van akten van de burgerlijke stand, meldingen en van metagegevens.
  Het logbestand vermeldt:
  1° het uniek identificatienummer van de individuele gebruiker en/of van het proces of het systeem dat toegang tot de gegevens heeft verkregen;
  2° het uniek identificatienummer van de betrokkene van wie de persoonsgegevens werden verwerkt;
  3° de (categorieën van) persoonsgegevens die verwerkt werden;
  4° de wijze waarop de persoonsgegevens verwerkt werden, met name de verzameling, de wijziging, de raadpleging, de mededeling of de verwijdering;
  5° de reden van de verwerking, met vermelding van de verwerkingsactiviteit, het dossiernummer en de wettelijke basis ervan;
  6° de datum en het tijdstip van de verwerking;
  7° de systemen die deze persoonsgegevens hebben verwerkt.
  De logbestanden worden tien jaar bewaard vanaf de datum van de raadpleging. De logbestanden worden ter beschikking gehouden van de Gegevens beschermingsautoriteit.".

Art.38. In artikel 166 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 4 mei 1999, worden de woorden "akte van" opgeheven.

Art.39. In artikel 191 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1999, worden de woorden "artikel 63" vervangen door de woorden "artikel 164/1".

Art.40. Artikel 193ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 2 juni 2013 en vervangen bij de wet van 18 juni 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 193ter. Indien, in geval van een verzoek tot nietigverklaring van een huwelijk, de huwelijksakte in België werd opgemaakt of in België werd overgeschreven voor 31 maart 2019, verzoekt de griffier de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt of overgeschreven tot opname van de akte in de DABS. Indien de huwelijksakte in het buitenland werd opgemaakt, verzoekt hij de verzoekende partij om een akte van huwelijk te laten opmaken op basis van de buitenlandse akte door de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.
  Elk exploot van betekening van een vonnis of arrest dat een huwelijk nietig verklaart, wordt door de instrumenterende gerechts-deurwaarder onmiddellijk in afschrift meegedeeld aan het openbaar ministerie en de griffier van het gerecht dat de beslissing heeft uitgesproken.
  Wanneer de nietigheid van het huwelijk is uitgesproken bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing, stuurt de griffier onmiddellijk de gegevens van de rechterlijke beslissing door naar de DABS, met de vermelding van de dag van het in kracht van gewijsde treden ervan.
  De DABS maakt op basis hiervan een melding op en verbindt deze met de huwelijksakte.
  Indien de huwelijksakte op dat ogenblik niet beschikbaar is in de DABS, maakt de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van nietigverklaring op en verbindt deze met de akte van huwelijk van zodra ze beschikbaar is.
  Indien het gaat om de nietigverklaring van een huwelijk dat is aangegaan met overtreding van de artikelen 146bis of 146ter wordt de nietigverklaring, met vermelding van de datum van het in kracht van gewijsde treden van de rechterlijke beslissing, onmiddellijk via de DABS aan de Dienst Vreemdelingenzaken genotificeerd.".

Art.41. In artikel 194 van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "indien hij niet een in het register van de burgerlijke stand ingeschreven akte van huwelijksvoltrekking overlegt; behoudens de gevallen genoemd in artikel 46, in de titel `Akten van de burgerlijke stand'" vervangen door de woorden "indien hij geen akte van huwelijk kan voorleggen, behalve in het geval bedoeld in artikel 26".

Art.42. In artikel 195 van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "de akte van huwelijksvoltrekking, verleden ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand," vervangen door de woorden "de akte van huwelijk".

Art.43. In artikel 196 van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "de akte van huwelijksvoltrekking, verleden ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand," vervangen door de woorden "de akte van huwelijk".

Art.44. Artikel 197 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 31 maart 1987, wordt vervangen, als volgt:
  "Art. 197. Het is niet mogelijk om de afstamming van kinderen, geboren uit twee personen die openlijk als gehuwden geleefd hebben en die beiden overleden zijn, te betwisten, met als enkele reden het niet voorleggen van de akte van huwelijk, wanneer deze afstamming blijkt uit een bezit van staat dat door de akte van geboorte niet wordt tegengesproken.".

Art.45. Artikel 327, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 19 september 2017 en gewijzigd bij de wet van 18 juni 2018, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Deze ambtenaar van de burgerlijke stand verbindt de akte van erkenning met de akten van de burgerlijke stand van het kind en van zijn afstammelingen.".

Art.46. In artikel 327/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 september 2017 en gewijzigd bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "bij het opstellen van de akte" vervangen door de woorden "op het ogenblik van de aangifte";
  2° in paragraaf 2 worden de woorden "artikel 327/2, § 1, eerste lid," telkens vervangen door de woorden "artikel 327/2, § 5,".

Art.47. In artikel 329, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 5 mei 2014 en gewijzigd bij de wet van 25 juni 2017, worden de woorden "62bis/1" vervangen door de woorden "135/2".

Art.48. In artikel 330/3, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 september 2017 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, wordt het vijfde lid vervangen als volgt:
  "Indien het gaat om de nietigverklaring van een erkenning die gedaan is met overtreding van artikel 330/1 wordt de nietigverklaring, met vermelding van de datum van het in kracht van gewijsde treden van de rechterlijke beslissing, onmiddellijk via de DABS aan de Dienst Vreemdelingenzaken genotificeerd.".

Art.49. In artikel 347-3 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003, worden de woorden "Na de overschrijving van" vervangen door de woorden "Na de opmaak van de akte van adoptie op basis van".

Art.50. In artikel 367-2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt het eerste streepje aangevuld als volgt: ", in het geval van een beslissing tot totstandkoming of omzetting van adoptie, of de akte van herroeping of herziening van adoptie, in het geval van een herroeping of herziening van adoptie";
  2° in het tweede lid wordt de eerste zin vervangen als volgt: "De overeenkomstig artikel 368-1, § 2 bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand maakt de akte van adoptie of, in voorkomend geval, de akte van herroeping of herziening van adoptie en de akte van geboorte onmiddellijk op en verbindt deze met elkaar alsook met de akten van de burgerlijke stand van de geadopteerde en van zijn afstammelingen.".

Art.51. In artikel 367-3 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden ", akte van herroeping of herziening van adoptie" ingevoegd tussen de woorden "akte van adoptie" en de woorden "en akte van geboorte";
  2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "of, in voorkomend geval, de akte van herroeping of herziening van adoptie" inge-voegd tussen de woorden "opmaak van de akte van adoptie" en de woorden "ten gevolge van dit vonnis";
  3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "of, in voorkomend geval, de akte van herroeping of herziening van adoptie" in-gevoegd tussen de woorden "de akte van adoptie" en de woorden "en, voor zover mogelijk";
  4° paragraaf 2, tweede lid, wordt aangevuld met de volgende zin: "De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt de akten van naams- en/of voornaamsverandering van de afstammelingen van de geadopteerde op indien de naam of de voornamen van de geadopteerde of van de afstammelingen veranderen.";
  5° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "of, in voorkomend geval, de akte van herroeping of herziening van adoptie" inge-voegd tussen de woorden "opmaak van de akte van adoptie" en de woorden "en, in voorkomend geval".

Art.52. In artikel 368-1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
  " § 1. De ambtenaar van de burgerlijke stand is bevoegd voor de opmaak van:
  1° een akte van adoptie ten gevolge van een in België gewezen beslissing houdende uitspraak of omzetting van een adoptie;
  2° een akte van herroeping of herziening van adoptie ten gevolge van een in België gewezen beslissing tot herroeping of herziening van een adoptie;
  3° een akte van geboorte van de geadopteerde, op basis van de buitenlandse akte van geboorte, wanneer de adoptie in België is uitgesproken of erkend.
  De buitenlandse akten en buitenlandse beslissingen worden als bijlage in de DABS opgenomen.";
  2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
  " § 2. De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand is deze:
  1° van de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de geadopteerde, of bij gebrek hieraan, van de adoptant, van de adoptanten of van één van hen, of bij gebrek hieraan;
  2° van de actuele verblijfplaats in België van de geadopteerde, of bij gebrek hieraan, van de adoptant, van de adoptanten of van één van hen, of bij gebrek hieraan;
  3° van Brussel.".

Art.53. In artikel 370/3 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° een paragraaf 2/1 wordt ingevoegd, luidende:
  " § 2/1. In voorkomend geval verzoekt de ambtenaar van de voor naamsveranderingen bevoegde dienst aangewezen door de Koning, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die beschikt over de buitenlandse akte of de buitenlandse rechterlijke of administratieve beslissing die aan de basis lag van een voorafgaande naamsverandering tot opname ervan in de DABS.".
  2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt:
  " § 3. Elke persoon die van voornamen wenst te veranderen, dient daartoe een verzoek in bij de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.".

Art.54. In artikel 370/4, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de woorden "de kinderen geboren na de indiening van het verzoek" vervangen door de woorden "de niet-ontvoogde minderjarige kinderen aan wie zijn naam werd toegekend na de indiening van het verzoek".

Art.55. In artikel 370/7, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "bevoegde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Justitie" vervangen door de woorden "ambtenaar als bedoeld in artikel 370/3, § 2/1".

Art.56. In artikel 370/8, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "ingetrokken of ver-nietigd stuurt de bevoegde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Justitie" vervangen door de woorden "ingetrokken door de Koning of vernietigd door de Raad van State, stuurt de ambtenaar als bedoeld in artikel 370/3, § 2/1".

Art.57. In artikel 370/9 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "gewijzigde akten van geboorte" vervangen door de woorden "akten van naams-verandering";
  2° paragraaf 4, tweede lid, wordt opgeheven;
  3° in paragraaf 4, vierde lid, worden de woorden "van de gewijzigde akte of, in voorkomend geval," opgeheven;
  4° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "overeenkomstig artikel 31, van de gewijzigde akte van geboorte" vervangen door de woorden "van de akte van voornaamsverandering";
  5° paragraaf 5, tweede lid, wordt opgeheven;
  6° in paragraaf 5, vierde lid, worden de woorden "de gewijzigde akte van geboorte of, in voorkomend geval," opgeheven.

Art.58. In artikel 492/1, § 1, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder 2° worden de woorden "in artikel 75 en 146" vervangen door de woorden "in de artikelen 146 en 165/1";
  2° in de bepaling onder 14°, worden de woorden "artikel 2 van de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen" vervangen door de woorden "artikel 370/3".

Art.59. In artikel 497/2, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013, worden de woorden "artikelen 75 en 146" ver-vangen door de woorden "artikelen 146 en 165/1".

Art.60. In artikel 1476 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 februari 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "wordt overhandigd" vervangen door de woorden "wordt door de partijen persoonlijk overhandigd";
  2° paragraaf 1, vierde lid, wordt vervangen als volgt:
  "De partijen leggen ieder ander authentiek stuk of bewijs voor dat, in voorkomend geval, wordt gevraagd tot staving dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden, voor zover deze niet beschikbaar zijn in een andere authentieke bron.";
  3° paragraaf 1 wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende:
  "De wettelijke samenwoning vangt aan op het ogenblik van de melding van de verklaring in het bevolkingsregister.";
  4° paragraaf 2, derde lid, wordt vervangen als volgt:
  "De verklaring van de beëindiging in onderlinge overeenstemming wordt door de partijen persoonlijk of via een bijzondere en authentieke volmacht overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van:
  1° de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de partijen, of bij gebrek hieraan, van één van hen, of bij gebrek hieraan,
  2° de laatste plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de partijen, of bij gebrek hieraan, van één van hen.";
  5° paragraaf 2, vierde lid, wordt vervangen als volgt:
  "De eenzijdige verklaring van de beëindiging wordt persoonlijk of via een bijzondere en authentieke volmacht overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van:
  1° de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de partijen, of bij gebrek hieraan, van de partij die de verklaring aflegt; of bij gebrek hieraan,
  2° de laatste plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de partijen, of bij gebrek hieraan, van één van hen.";
  6° paragraaf 2, vijfde lid, wordt vervangen als volgt:
  "De ambtenaar van de burgerlijke stand betekent binnen acht dagen de eenzijdige verklaring van de beëindiging bij gerechtsdeur-waardersexploot aan de andere partij. In elk geval moeten de kosten van de betekening en de kennisgeving vooraf worden betaald door hen die de verklaring afleggen.";
  7° paragraaf 2, zesde lid, wordt aangevuld met de volgende zin:
  "De wettelijke samenwoning eindigt op het ogenblik van de melding van de verklaring in het bevolkingsregister.";
  8° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. De Koning kan de voorwaarden bepalen om de verklaring van wettelijke samenwoning en de verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning op elektronische wijze te overhandigen.".

Art.61. In de artikelen 24, 25, 30, 33, 164/2, 327/2 en 365-4 van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "de inwerkingtreding van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing", de woorden "inwerkingtreding van die wet" en de woorden "de inwerkingtreding van deze wet" vervangen door de woorden "31 maart 2019".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art.62. In artikel 627, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, worden de woorden "of nietigverklaringen" ingevoegd tussen de woorden "om verbeteringen" en de woorden "van akten van de burgerlijke stand".

Art.63. In artikel 628, 24°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 9 mei 2007 en gewijzigd bij de wet van 25 juni 2017, worden de woorden "artikel 62bis van het" vervangen door de woorden "artikel 135/1 van het oud".

Art.64. In artikel 781 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "dat krachtens de wet in de registers van de burgerlijke stand moet worden overgeschreven," opgeheven;
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "Tenzij de wet daaromtrent anders bepaalt, stuurt de griffier de gegevens nodig voor de opmaak of wijziging van de akten van de burgerlijke stand van de betrokkene en, in voorkomend geval, van zijn afstammelingen ten gevolge van de rechterlijke beslissing over de staat van de persoon via de DABS naar de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.
  De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt onmiddellijk de akten van de burgerlijke stand op of wijzigt deze.".

Art.65. In artikel 1231-19, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "en van zijn afstammelingen" worden opgeheven;
  2° het lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt de akte van naams- en/of voornaamsverandering van de afstammelingen van de geadopteerde indien de naam of de voornamen van de geadopteerde of van de afstammelingen veranderen.".

Art.66. In artikel 1231-52, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003 en vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden "alsook met de akten van de burgerlijke stand van de geadopteerde. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte van naams- en/of voornaamsverandering op voor de afstammelingen van de geadopteerde als de naam of de voornamen van de geadopteerde of zijn afstammelingen veranderen.";
  2° de paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt de federale centrale autoriteit hiervan onmiddellijk via de DABS in kennis.".

Art.67. In artikel 1276, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 juni 1994 en gewijzigd bij de wet van 2 juni 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "Ten aanzien van vonnissen gaat de termijn bedoeld in artikel 1275, § 2, eerste lid, eerst in" worden vervangen door de woorden "In geval van een vonnis stuurt de griffier de gegevens als bedoeld in artikel 1275, § 2, eerste lid door";
  2° de woorden "gewezen ten aanzien van arresten gaat die termijn eerst in" vervangen door de woorden "gewezen. In geval van een arrest stuurt de griffier deze gegevens door".

Art.68. Artikel 1306, van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 27 april 2007, wordt hersteld als volgt:
  "Art. 1306. Wanneer het vonnis of het arrest waarbij de scheiding van tafel en bed is uitgesproken in kracht van gewijsde is gegaan, stuurt de griffier onmiddellijk de gegevens van het vonnis of arrest naar de DABS, met vermelding van de dag van het in kracht van gewijsde treden.
  De DABS maakt op basis hiervan een melding op en verbindt deze met de huwelijksakte.".

Art.69. Artikel 1307, van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 27 april 2007, wordt hersteld als volgt:
  "Art. 1307. De echtgenoten kunnen de verzoening vragen bij gezamenlijk verzoekschrift, getekend door henzelf of een advocaat. Het wordt neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg.
  Wanneer het vonnis of het arrest waarbij de verzoening is uitgesproken in kracht van gewijsde is gegaan, stuurt de griffier onmiddellijk de gegevens van het vonnis of arrest naar de DABS, met vermelding van de dag van het in kracht van gewijsde treden.
  De DABS maakt op basis hiervan een melding op en verbindt deze met de huwelijksakte.".

Art.70. In de artikelen 1231-1/3, 1231-4, 1254 en 1288bis van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "de inwerkingtreding van de wet 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing" en de woorden "de inwerkingtreding van deze wet" vervangen door de woorden "31 maart 2019".

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Wetboek van internationaal privaatrecht
Art.71. In artikel 31 van het Wetboek van internationaal privaatrecht, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of een buitenlandse administratieve beslissing van echtscheiding of naamsverandering" ingevoegd tussen de woorden "buitenlandse authentieke akte van de burgerlijke stand" en de woorden "kan slechts als basis dienen voor de opmaak of wijziging";
  2° in paragraaf 1 wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "en, naargelang van het geval, in de artikelen 39 en 57";
  3° in paragraaf 3, derde lid, wordt in de Franse tekst het woord "judiciaire" opgeheven;
  4° in paragraaf 3, vierde lid, wordt het woord "rechterlijke" opgeheven;
  5° in paragraaf 3, vierde lid, wordt het woord "rechterlijke" opgeheven;
  6° in paragraaf 4, eerste lid, wordt het woord "rechterlijke" telkens opgeheven;
  7° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "zoals bepaald in paragraaf 1," ingevoegd tussen de woorden "buitenlandse beslis-sing," en de woorden "of in geval van een gedeeltelijke erkenning van een buitenlandse akte".

Art.72. In artikel 38, derde lid, van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "en/of voornaam" worden ingevoegd tussen de woorden "een naam" en de woorden "te kiezen";
  2° de woorden "en/of voornaam" worden ingevoegd tussen de woorden "deze naam" en de woorden "in de akte van huwelijk".

Art.73. In artikel 39, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 6 juli 2017 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de woorden "of artikel 70" ingevoegd tussen de woorden "artikel 68" en de woorden "van het Burgerlijk Wetboek".

Art.74. In artikel 72 van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "een beslissing bedoeld in artikel 367-1 van hetzelfde Wetboek niet is geregistreerd" vervangen door de woorden "er geen akte van adoptie, akte van herroeping van adoptie, akte van herziening van adoptie of akte van nietigverklaring werd opgemaakt".

HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art.75. In artikel 391octies, § 4, van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 2 juni 2013 en vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
  "Indien de huwelijksakte in België werd opgemaakt of in België werd overgeschreven voor 31 maart 2019, verzoekt de griffier de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt of ingeschreven tot opname van de akte in de DABS. Indien de huwelijksakte in het buitenland werd opgemaakt, verzoekt hij de verzoekende partij om een akte van huwelijk te laten opmaken op basis van de buitenlandse akte naar analogie met afdeling 15 van boek I, titel II, hoofdstuk 2, van het oud Burgerlijk Wetboek door de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.";
  2° het derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt vervangen als volgt:
  "De nietigverklaring, met vermelding van de datum van het in kracht van gewijsde treden van de rechterlijke beslissing, wordt on-middellijk via de DABS aan de Dienst Vreemdelingenzaken genotificeerd."

Art.76. In artikel 432, § 4, van het hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 november 2000, worden de woorden "de overschrijving van de echtscheiding door onderlinge toestemming" vervangen door de woorden "de opmaak van de melding van echtscheiding of van de opmaak van de akte van echtscheiding".

HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
Art.77. In artikel 5 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juni 2018, wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende:
  " § 5. Een ieder die reeds een akte van bekendheid heeft verkregen of aan wie de rechtbank reeds toelating heeft verleend een beëdigde verklaring af te leggen, en die aantoont dat hij nog steeds in de onmogelijkheid verkeert de akte van geboorte over te leggen, kan deze vervangen door de akte van bekendheid of door de toelating, voor zover de juistheid van de gegevens die zij bevat, niet wordt weerlegd.
  De gehomologeerde akte van bekendheid of de toelating tot afleggen van een beëdigde verklaring worden als bijlage in de DABS opgenomen.".

Art.78. In artikel 22, § 4, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "bevoegd overeenkomstig het Consulair Wetboek en volgens de daar bepaalde voorwaarden" ingevoegd tussen de woorden "beroepsconsulaire post" en ". De ambtenaar van de burgerlijke stand";
  2° het tweede lid wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de Nieuwe Gemeentewet
Art.79. In artikel 126, derde lid, van de Nieuwe Gemeentewet, worden de woorden "of bij artikel 45 van het Burgerlijk Wetboek" opgeheven.

HOOFDSTUK 8. . - Wijziging van de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing
Art.80. In de artikelen 109, 110, 111, 112, 113, 114, 115, 116 en 116/3, van de wet 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, worden de woorden "de inwer-kingtreding van deze wet" vervangen door de woorden "31 maart 2019".

HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
Art.81. In artikel 79quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd bij de wet van 2 juni 2013 en laatselijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 4 wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "De nietigverklaring, met vermelding van de datum van het in kracht van gewijsde treden van de rechterlijke beslissing, wordt onmiddellijk via de DABS aan de Dienst Vreemdelingenzaken genotificeerd.";
  2° in paragraaf 6 wordt het derde lid vervangen als volgt:
  De nietigverklaring, met vermelding van de datum van het in kracht van gewijsde treden van de rechterlijke beslissing wordt onmid-dellijk via de DABS aan de Dienst Vreemdelingenzaken genotificeerd."

HOOFDSTUK 10. - Overgangsbepaling
Art.82. Artikel 10, 5°, is van toepassing op de meldingen opgemaakt vanaf 31 maart 2019.

HOOFDSTUK 11. - Inwerkingtreding
Art. 83. Deze wet treedt in werking op 1 januari 2024, met uitzondering van de artikelen 8, 24, 25, 28 en 29, die in werking treden op de datum bepaald door de Koning, en ten laatste op 1 januari 2025.