Details





Titel:

16 MEI 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de taken en van de nadere regels voor de samenstelling en de werking van het overlegcomité van de DABS



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Taken
Afdeling 1. - Overlegcomité
Art. 1
Afdeling 2. - Beperkt overlegcomité
Art. 2
HOOFDSTUK II. - Samenstelling
Art. 3
HOOFDSTUK III. - Werking
Art. 4-9
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 10-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Taken
Afdeling 1. - Overlegcomité
Artikel 1. § 1. Het overlegcomité van de DABS, hierna "overlegcomité" genoemd, bedoeld in artikel 74, § 5, derde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, is een overlegplatform met de overheden en instellingen die structureel gebruik maken van de DABS.
  Het overlegcomité verstrekt adviezen aan het beheerscomité van de DABS, bedoeld in artikel 74, § 1 van het oud Burgerlijk Wetboek.
  § 2. Het overlegcomité richt op verzoek van het beheerscomité van de DABS of op eigen initiatief, adviezen en voorstellen aan dit beheerscomité, die in hoofdzaak betrekking hebben op :
  1° de werking van de DABS;
  2° het juridisch kader van de DABS als authentieke bron;
  3° de structuur en kwaliteit van de informatiegegevens;
  4° de verbeteropportuniteiten voor de werking van de DABS;
  5° de ontwikkeling van nieuwe toepassingen en functies in de DABS;
  6° de verbetering van de gebruiksvriendelijkheid van de DABS;
  7° de vereenvoudiging van het gebruik van de DABS.

Afdeling 2. - Beperkt overlegcomité
Art.2. § 1. Het overlegcomité in de samenstelling bedoeld in artikel 74, § 5, vierde lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, hierna "beperkt overlegcomité" genoemd, is een overlegplatform tussen de FOD Binnenlandse Zaken en het beheerscomité DABS.
  Het beperkt overlegcomité verstrekt adviezen aan het beheerscomité van de DABS. Die adviezen worden overgemaakt aan de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken.
  § 2. Het beperkt overlegcomité richt op verzoek van het beheerscomité van de DABS, van het Overlegcomité of op eigen initiatief, adviezen en voorstellen aan het beheerscomité van de DABS, die in hoofdzaak betrekking hebben op :
  1° de optimalisering van de informatiedoorstroming tussen de DABS en het Rijksregister;
  2° de structuur en kwaliteit van de informatiegegevens, met het oog op de optimalisering van de informatiedoorstroming tussen de DABS en het Rijksregister.

HOOFDSTUK II. - Samenstelling
Art.3. § 1. De leden van het Beheerscomité DABS, bedoeld in artikel 74, § 5, van het oud Burgerlijk Wetboek maken van rechtswege deel uit van het overlegcomité .
  De overige leden van het overlegcomité worden benoemd door de Minister van Justitie.
  § 2. Het College van het openbaar ministerie, het College van de hoven en rechtbanken, de Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken en het Algemeen Rijksarchief en het Rijksarchief in de Provinciën dragen hun respectievelijke vertegenwoordigers voor.
  § 3. Voor elk effectief lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen, volgens de procedure bedoeld in de paragrafen 1 en 2.
  Bij afwezigheid dient het vaste lid zijn plaatsvervanger tijdig te verwittigen. Het plaatsvervangend lid vervangt het verhinderde lid.
  § 4. De leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar.
  Na het verstrijken van de periode van 4 jaar blijven de leden van het overlegcomité in functie totdat ze worden vervangen of totdat hun mandaat wordt hernieuwd.
  § 5. Wanneer een vast lid om enige reden zijn mandaat niet kan voltooien, wordt het lid, dat hem vervangt, vast lid en wordt een nieuw plaatsvervangend lid benoemd door de Minister van Justitie voor de verdere duur van het mandaat.
  § 6. Het overlegcomité wijst in zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan uit de vertegenwoordigers van de verenigingen van steden en gemeenten die tot verschillende taalrollen behoren.
  § 7. De §§ 1 tot en met 6 zijn mutatis mutandis van toepassing op het beperkt overlegcomité.

HOOFDSTUK III. - Werking
Art.4. § 1. Het overlegcomité vergadert ten minste twee keer per jaar.
  Het overlegcomité vergadert, na bijeenroeping door haar voorzitter, ambtshalve of op verzoek van:
  1° één van de organisaties zoals vermeld in artikel 74, § 5, derde lid, 2° tot 5°, van het oud Burgerlijk Wetboek;
  2° een lid van het beheerscomité van de DABS.
  § 2. De voorzitter roept de leden minstens 15 kalenderdagen vooraf bijeen.
  De uitnodiging vermeldt de agenda. De uitnodiging op verzoek vermeldt de punten die de betrokken leden op de agenda plaatsen. De noodzakelijke documenten voor de agendapunten die een beslissing vragen worden tegelijk met de agenda overgemaakt.
  § 3. Het beperkt overlegcomité vergadert ten minste twee keer per jaar.
  Het beperkt overlegcomité vergadert, na bijeenroeping door haar voorzitter, ambtshalve of op verzoek van:
  1° één van de vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, zoals vermeld in artikel 74, § 5, vierde lid, 2°, van het oud Burgerlijk Wetboek;
  2° een lid van het beheerscomité van de DABS.
  § 4. De voorzitter roept de leden minstens 15 kalenderdagen vooraf bijeen.
  De uitnodiging vermeldt de agenda. De uitnodiging op verzoek bedoeld in het tweede lid vermeldt de punten die de betrokken leden op de agenda plaatsen. De noodzakelijke documenten voor de agendapunten die een beslissing vragen worden tegelijk met de agenda overgemaakt.

Art.5. De adviezen en voorstellen worden uitgebracht namens het overlegcomité of het beperkt overlegcomité.
  Het overlegcomité en het beperkt overlegcomité trachten unanieme adviezen en voorstellen uit te brengen. Indien geen unanimiteit kan bereikt worden, geven de adviezen en voorstellen het meerderheidsstandpunt weer en worden eventuele afwijkende standpunten als minderheidsstandpunten opgenomen.

Art.6. Het overlegcomité en het beperkt overlegcomité kunnen deskundigen raadplegen die geen lid zijn en hen uitnodigen om deel te nemen aan hun vergaderingen.

Art.7. De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het overlegcomité en het beperkt overlegcomité mogen geen gegevens bekendmaken waarvan zij in het kader van hun functie kennis hebben genomen.

Art.8. De leden van het overlegcomité en het beperkt overlegcomité en de deskundigen hebben recht op een vergoeding als terugbetaling van de reis- en verblijfskosten, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, voor zover zij geen recht hebben op een terugbetaling van deze kosten op een andere wettelijke basis.

Art.9. § 1. Het secretariaat van het overlegcomité en het beperkt overlegcomité wordt waargenomen door de Federale Overheidsdienst Justitie.
  Het secretariaat voert de volgende taken uit :
  1° de agenda van de vergaderingen voorbereiden;
  2° de leden oproepen voor de vergaderingen;
  3° de notulen van de vergaderingen opstellen;
  4° het registreren en opvolgen van alle correspondentie.
  § 2. De zetel van het overlegcomité en het beperkt overlegcomité is gevestigd bij de Federale Overheidsdienst Justitie.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.10. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.

Art. 11. De Minister van Justitie, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Economie en Werk, Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, ieder wat zijn bevoegdheid betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.