Details





Titel:

23 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit houdende diverse bepalingen betreffende de selectie van het rijkspersoneel en taalexamens



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut
Art. 3-4, 6bis, 5-6
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel
Art. 7
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966
Art. 8-19
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten
Art. 20-22
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
Art. 23
HOOFDSTUK 8. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 24-25



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1937100201  1939080750  1973010803  1997002014  2000002123  2001002020  2005002101  2013002052 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel
Artikel 1. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 1, 7°, worden de woorden "en dit, te rekenen vanaf 3 jaar na de ontslagbeslissing of na de definitieve uitspraak van de tuchtstraf in een dienst van het federaal administratief openbaar ambt, zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken" vervangen door de woorden "te rekenen vanaf drie jaar na de ontslagbeslissing of na de definitieve uitspraak van de tuchtstraf."
  b) paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende:
  "3° ofwel aan de statutaire ambtenaren van een gefedereerde entiteit die benoemd zijn in een niveau bepaald bedoeld in de conversietabel bedoeld in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt voor de als gelijkwaardig erkende niveaus van het statuut van het rijkspersoneel overeenkomstig dezelfde conversietabel onverminderd artikel 17, § 1, A en B."

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel
Art.2. Artikel 23 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt aangevuld met vier leden, luidende:
  "De bevordering naar de klasse A2 omvat minimaal een mondelinge proef. De bevordering naar de klasse A3 of hoger omvat minimaal een interactieve proef. De leden van selectiecommissie brengen hun bevindingen ter kennis van de leden van het directiecomité.
  In afwijking van het tweede lid kan het directiecomité afzien van de organisatie van de mondelinge of interactieve proef op basis van een gemotiveerde beslissing.
  Het directiecomité duidt de leden van de selectiecommissie voor de bevorderingsproeven aan.
  In afwijking van het vierde lid duidt de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning duidt de leden van de selectiecommissie aan in de volgende gevallen:
  - de betrekking wordt opengesteld voor bevordering naar de hogere klasse en voor mobiliteit, in toepassing van artikel 6bis, § 1, derde lid, tweede streepje, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel;
  - de betrekking wordt opengesteld voor bevordering naar de hogere klasse en voor mobiliteit en er wordt gelijktijdig beroep gedaan op de aanwerving, in toepassing van artikel 6bis, § 1, vierde lid, van het voormelde koninklijk besluit."

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut
Art.3. In artikel 3, paragraaf 1, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2013, wordt de bepaling onder 23° vervangen als volgt:
  "23° Het huishoudelijk reglement van 4 augustus 2020 van de directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning met betrekking tot de selecties en de taalexamens;".

Art.4. Artikel 6bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2016, wordt vervangen als volgt:
  " Art. 6bis. - Artikel 6bis moet als volgt worden gelezen:

Art. 6bis. § 1. De benoemende overheid bepaalt welke vacant geworden betrekking wordt toegekend en volgens welke procedure.
  De betrekking kan altijd worden toegekend via overgang naar het hogere niveau als ze daarvoor in aanmerking komt.
  In geval van een betrekking in de klassen A2 tot A5, wordt er beroep gedaan:
  - hetzij alleen op de bevordering naar de hogere klasse van de ambtenaren van de betrokken instelling;
  - hetzij gelijktijdig op de bevordering naar de hogere klasse en op de mobiliteit.
  Voor de betrekkingen in de klassen A2 tot A4, wanneer de keuze wordt gemaakt de betrekking gelijktijdig open te stellen voor de bevordering naar de hogere klasse zonder zich te beperken tot de ambtenaren van de betrokken instelling en voor de mobiliteit, kan de benoemende overheid echter ook tegelijkertijd een beroep doen op de aanwerving. In dat geval leidt de procedure tot een reserve op basis van de rangschikking opgemaakt door het directieraad. De reserve heeft een geldigheidsduur van één jaar.
  Voor de klassen A3 en A4 kan er niet enkel een beroep gedaan worden op de aanwerving. Voor klasse A2, in afwijking van het derde lid, kan er enkel beroep gedaan worden op de aanwerving.
  Wanneer de betrekking wordt toegekend overeenkomstig de regels inzake aanwerving wordt van de kandidaten een nuttige ervaring voor de functie geëist van zes jaar voor de klasse A3 en van negen jaar voor de klasse A4.
  In afwijking van het vijfde en zesde lid, kunnen artsen meteen aangeworven worden in klasse A3, zonder dat er een nuttige professionele ervaring voor de functie vereist is."

Art.5. Artikelen 7, 8 en 8bis van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art.6. In artikel 9 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2015, worden de woorden de "afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning".

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel
Art.7. In hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het rijkspersoneel wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende:
  "Art. 7bis. De kandidaat die zijn bijkomende proef wenst te annuleren, dient dit ten minste één kalenderdag op voorhand te melden. Indien de kandidaat deze voorwaarden niet respecteert, wordt hij gedurende drie maanden geweerd uit alle bijkomende proeven georganiseerd op dezelfde reserve vanaf de datum van de bijkomende proef waarvoor hij afwezig was.
  In afwijking van het eerste lid wordt de kandidaat niet geweerd, indien hij binnen de zeven kalenderdagen aantoont dat zijn afwezigheid gerechtvaardigd was wegens één van de volgende redenen:
  1° ziekte;
  2° een noodgeval met betrekking tot een gezinslid of een familielid;
  3° onmisbare aanwezigheid op het werk;
  4° een onderbreking of vertraging van het openbaar vervoer van minstens dertig minuten;
  5° overmacht.
  Onder gezinslid bedoeld in het tweede lid, 2°, wordt verstaan: elke persoon die samenleeft met de kandidaat op dezelfde woonplaats.
  Onder familielid bedoeld in het tweede lid, 2°, wordt verstaan: de echtgenoot van de kandidaat of de persoon met wie de kandidaat wettelijk samenwoont zoals geregeld in de artikelen 1475 en verder van het Burgerlijk Wetboek, alsook de bloedverwanten in de eerste of tweede graad van de kandidaat.
  De uitsluiting wordt aan de betrokkene betekend volgens de modaliteiten die de directeur-generaal heeft bepaald in het huishoudelijk reglement."

HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966
Art.8. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 februari 2017, wordt aangevuld met de bepalingen onder 6° en 7°, luidende:
  6° "directeur-generaal": de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;
  7° "directoraat-generaal": het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning."

Art.9. In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "De directeur-generaal".

Art.10. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning" opgeheven;
  2° in het eerste lid, eerste zin, worden de woorden "of een door hem gecertificeerd personeelslid van een federale dienst" ingevoegd tussen de woorden "zijn directoraat-generaal" en de woorden "kan zijn";
  3° in het derde lid worden de woorden "van de Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "van de directeur-generaal".

Art.11. In artikel 4 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2, derde streepje, worden de woorden "de Directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning" vervangen door de woorden "de directeur-generaal";
  2° in paragraaf 3 worden de woorden "De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "De directeur-generaal".

Art.12. In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 juli 2009, worden de woorden "De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "De directeur-generaal".

Art.13. In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 juli 2009, worden de woorden "de Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "de directeur-generaal".

Art.14. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de woorden "de Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "de directeur-generaal".

Art.15. In artikel 17, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "De directeur-generaal".

Art.16. In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de woorden "de Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "de directeur-generaal".

Art.17. In artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 november 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "de directeur-generaal".
  2° in het derde lid wordt het woord "Selor" vervangen door de woorden "het directoraat-generaal".

Art.18. In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juli 2009, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:
  " § 1. De kandidaat die zijn taalproef wenst te annuleren, dient dit ten minste één kalenderdag op voorhand te melden. Indien de kandidaat deze voorwaarden niet respecteert, wordt hij gedurende drie maanden geweerd uit alle taalproeven die de federale overheid organiseert te rekenen vanaf de datum van de taalproef waarvoor hij afwezig was.
  In afwijking van het eerste lid wordt de kandidaat niet geweerd, indien hij binnen de zeven kalenderdagen aantoont dat zijn afwezigheid gerechtvaardigd is wegens één van de volgende redenen:
  1° ziekte;
  2° een noodgeval met betrekking tot een gezinslid of een familielid;
  3° onmisbare aanwezigheid op het werk;
  4° een onderbreking of vertraging van het openbaar vervoer van minstens dertig minuten;
  5° overmacht.
  Onder gezinslid bedoeld in het tweede lid, 2°, wordt verstaan: elke persoon die samenleeft met de kandidaat op dezelfde woonplaats.
  Onder familielid bedoeld in het tweede lid, 2°, wordt verstaan: de echtgenoot van de kandidaat of de persoon met wie de kandidaat wettelijk samenwoont zoals geregeld in de artikelen 1475 en verder van het Burgerlijk Wetboek, alsook de bloedverwanten in de eerste of tweede graad van de kandidaat.
  De uitsluiting wordt aan de betrokkene betekend volgens de modaliteiten die de directeur-generaal heeft bepaald in het huishoudelijk reglement."

Art.19. In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "De directeur-generaal".
  2° in het derde lid worden de woorden "de Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid" vervangen door de woorden "de directeur-generaal".

HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten
Art.20. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in het eerste lid wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt:
  "4° slagen voor:
  a) een vergelijkende selectie met een niet verstreken geldigheidsduur en in overeenstemming met het niveau van de uit te oefenen functie;
  b) bij ontstentenis van een selectie bedoeld in de bepaling onder a), een selectietest met het oog op indienstneming bij arbeidsovereenkomst in overeenstemming met het niveau van de uit te oefenen functie of met het functieprofiel;
  c) de eerste module bedoeld in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel van een vergelijkende selectie die overeenstemt met het niveau van de uit te oefenen functie, bij ontstentenis van een selectie bedoeld in de bepalingen onder a) en b).";
  b) het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "De voorwaarde bedoeld in het eerste lid, 4°, is niet van toepassing op personen met een handicap bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage, aangeworven met een contract van bepaalde duur voor zover de aanwervende overheidsdienst niet voldoet aan het quotum bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage.";
  c) het derde lid wordt vervangen als volgt:
  "Er wordt een afwijking van de diplomavoorwaarde bedoeld in het eerste lid, 3°, toegestaan overeenkomstig artikel 16 § 2, 1°, 2° of 3° van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel."

Art.21. In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 november 2012, wordt het woord "Selor" vervangen door de woorden "Het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning".

Art.22. In artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 november 2012, wordt het woord "Selor" vervangen door de woorden "het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning".

HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
Art.23. In artikel 11, § 1, van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "De personeelsleden aangeworven door privaatrechtelijke rechtspersonen, belast met opdrachten van algemeen belang, of publiekrechtelijke rechtspersonen die niet bedoeld zouden worden in het eerste lid worden beschouwd als behorend tot de overheidsdiensten."

HOOFDSTUK 8. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.24. De bevorderingsprocedures die voor de inwerkingtreding van dit besluit bekend zijn gemaakt, blijven geregeld door de bepalingen die op het moment van hun bekendmaking van toepassing waren.

Art. 25. De minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.