Details





Titel:

24 MAART 2022. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen bij de besluiten van de Vlaamse Regering over het in de handel brengen van zaaizaad van landbouw- en groentegewassen, wat het gebruik van biochemische en moleculaire technieken betreft



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003201587  2005035613  2006035044  2006035060  2006035066 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van uitvoeringsrichtlijn (EU) 2021/971 van de Commissie van 16 juni 2021 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 66/401/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, bijlage I bij Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen, bijlage I bij Richtlijn 2002/54/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, bijlage I bij Richtlijn 2002/55/EG betreffende het in de handel brengen van groentezaad, en bijlage I bij Richtlijn 2002/57/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, wat het gebruik van biochemische en moleculaire technieken betreft.

Art.2. In bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 juli 2020, wordt een punt 3/1 ingevoegd dat luidt als volgt:
  "3/1. Als na de toepassing van punt 1 en 3 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de bevoegde entiteit voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, conform de toepasselijke internationale normen.".

Art.3. In bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 juli 2020, wordt een punt 7 toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "7. Als na de toepassing van punt 4 en 6 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de bevoegde entiteit voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, conform de toepasselijke internationale normen.".

Art.4. In deel A van bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen wordt een punt 5/1 ingevoegd dat luidt als volgt:
  "5/1. Als na de toepassing van punt 2 tot en met 5 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de bevoegde entiteit voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, conform de toepasselijke internationale normen.".

Art.5. Aan bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen,, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 3 juni 2016, 3 december 2018 en 23 juli 2020, wordt een punt 8 toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "8. Als na de toepassing van punt 3 en 7 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de bevoegde entiteit voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, conform de toepasselijke internationale normen.".

Art.6. In bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en van de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 juli 2020, wordt een punt 3/1 ingevoegd dat luidt als volgt:
  "3/1. Als na de toepassing van punt 1, 2 en 3 twijfel blijft bestaan over de rasechtheid van het zaad, kan de bevoegde entiteit voor het onderzoek naar die rasechtheid een internationaal erkende en reproduceerbare biochemische of moleculaire techniek gebruiken, conform de toepasselijke internationale normen.".

Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2022.