26 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen
Art. 1-14
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
1974061102 1997007162 2003007270 2013007230 2013007273 2016007164
Artikel 1. In artikel 1ter, § 1, van het koninklijk besluit van 11 juni 1974 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de Krijgsmacht, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "en voor de aanvullingsvrijwilliger van de uitzonderlijke werving op de zevenentwintigste dag" opgeheven;
2° het tweede lid wordt opgeheven;
3° in het vroegere vijfde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "het derde of het vierde lid" vervangen door de woorden "het tweede of het derde lid".
Art.2. In het koninklijk besluit van 29 juli 1997 tot uitvoering van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, wordt de bijlage 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005, vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.
Art.3. In artikel 27bis, § 2, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 november 2013 en 30 juli 2018, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
"3° de resultaten van de proeven bedoeld in artikel 32, 9° en 11°, die geldig blijven tot 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de proeven afgelegd werden.".
Art.4. In artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 november 2013 en 3 juli 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) de bepaling onder 9° wordt vervangen als volgt:
"9° cognitieve proeven;";
b) het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 11°, luidende:
"11° cognitieve en psychomotorische proeven.";
c) het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De proeven bedoeld in het eerste lid, 9° en 11°, kunnen maximum drie keer worden afgelegd.".
Art.5. In artikel 42 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 3°, aangevuld met de woorden "of van de staven van de componenten";
b) paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt:
"De leden en de plaatsvervangers worden aangewezen voor één jaar door de directeur-generaal human resources, op voorstel van, naargelang het geval, de commandant van het stafdepartement operaties en training voor de leden van zijn stafdepartement, de commandanten van de componenten voor de leden van hun component, de commandant van de Koninklijke Militaire School of de commandant van de Koninklijke Militaire School voor Onderofficieren voor de leden van hun school.".
Art.6. In hetzelfde besluit, worden de bijlagen A en B, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 juli 2019, vervangen door de bijlagen 2 en 3 gevoegd bij dit besluit.
Art.7. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de beroepsinstantie binnen Defensie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 2017, wordt opgeheven.
Art.8. In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in de inleidende zin van paragraaf 1, worden de woorden "van de paragrafen 2 tot 4" vervangen door de woorden "van de paragrafen 3 tot 4";
b) in paragraaf 1, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:
"2° op voorstel van de bevoegde directeur-generaal, onderstafchef of commandant van de component, voor de militairen niet behorend tot de algemene directie human resources.";
c) paragraaf 2 wordt opgeheven;
d) in paragraaf 3 worden de woorden "artikel 178/2, zesde lid, van de wet" vervangen door de woorden "artikel 178/2, zesde lid, 2°, van de wet".
Art.9. In artikel 30, § 2, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het eerste lid, 2°, worden de woorden " tot het stafdepartement, de algemene directie of de algemene inspectie defensie" vervangen door de woorden "tot één van de stafdepartementen, één van de algemene directies, het inspectoraat-generaal of één van de staven van de componenten";
b) in het tweede lid, worden de woorden "of de inspecteur-generaal" vervangen door de woorden ", de inspecteur-generaal of hun commandant van de component".
Art.10. In artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 juni 2016 betreffende het werken op afstand binnen Defensie, worden de woorden "via het computer personeelsbeheersysteem van Defensie" ingevoegd tussen de woorden "De aanvraag wordt" en de woorden "ingediend bij de korpscommandant".
Art.11. In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "op wekelijkse wijze ingevuld" worden vervangen door de woorden "ingevuld via het computer personeelsbeheersysteem van Defensie";
2° de zin "Het model van deze punctuele toelating is in bijlage 2 bij dit besluit opgenomen." wordt opgeheven.
Art.12. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 2 opgeheven.
Art.13. De sollicitanten die aan een wervingssessie vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit deelnemen, blijven voor de duur van deze wervingssessie onderworpen aan de bepalingen die van toepassing waren vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art.14. De minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 07-02-2023, p. 21082)
Art. N2.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 07-02-2023, p. 21087)
Art. N3.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 07-02-2023, p. 21094)