2 MAART 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten met het oog op de omzetting van de technische pijler van het vierde spoorwegpakket
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 januari 2006 tot oprichting van een nationale Autoriteit voor de beveiliging van het spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de beveiliging van het intermodaal vervoer
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2010 tot bepaling van de maatregelen te nemen door de veiligheidsinstantie in geval van niet-naleving van de procedure van de " EG "-verklaring van conformiteit of in geval van niet-conformiteit van interoperabiliteitsonderdelen
Art. 3-5
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 201 van de Spoorcodex
Art. 6-12
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing, de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften en de nadere regels voor schorsing en intrekking van de aanwijzing
Art. 13-19
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 september 2015 tot aanduiding van de entiteit, bedoeld in artikel 203 van de Spoorcodex
Art. 20-23
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 mei 2019 tot bepaling van de procedure van toelating tot indienstelling van de subsystemen van structurele aard, van voertuigen en van voertuigtypes
Art. 24
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 2020 tot aanneming van de van toepassing zijnde vereisten op het rollend materieel voor het gebruik van rijpaden
Art. 25
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art. 26-27
2006014027 2011014008 2013014737 2013014738 2015014231 2019041212 2020016460
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Dit besluit strekt tot gedeeltelijke omzetting van de richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 januari 2006 tot oprichting van een nationale Autoriteit voor de beveiliging van het spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de beveiliging van het intermodaal vervoer
Art.2. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 januari 2006 tot oprichting van een nationale Autoriteit voor de beveiliging van het spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de beveiliging van het intermodaal vervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2016, worden de woorden "een veiligheidscertificaat deel B" vervangen door de woorden "een uniek veiligheidscertificaat".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2010 tot bepaling van de maatregelen te nemen door de veiligheidsinstantie in geval van niet-naleving van de procedure van de " EG "-verklaring van conformiteit of in geval van niet-conformiteit van interoperabiliteitsonderdelen
Art.3. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 december 2010 tot bepaling van de maatregelen te nemen door de veiligheidsinstantie in geval van niet-naleving van de procedure van de " EG "-verklaring van conformiteit of in geval van niet-conformiteit van interoperabiliteitsonderdelen wordt vervangen als volgt:
"Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie.".
Art.4. Artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 september 2015, wordt vervangen als volgt:
"Als de veiligheidsinstantie, overeenkomstig artikel 166 van de Spoorcodex, vaststelt dat een interoperabiliteitsonderdeel dat voorzien is van de "EG"-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik en in de handel is gebracht, de naleving van de essentiële eisen in gevaar dreigt te brengen indien het conform zijn bestemming wordt gebruikt, kan zij het toepassingsgebied van dat onderdeel beperken, het gebruik ervan verbieden of het uit de handel nemen.".
Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 september 2015, wordt vervangen als volgt:
"Art. 6. Als de aanmeldende instantie, overeenkomstig artikel 167 van de Spoorcodex, door de veiligheidsinstantie op de hoogte wordt gebracht dat een interoperabiliteitsonderdeel dat voorzien is van de "EG"-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik niet conform blijkt te zijn aan de essentiële eisen, kan zij ten aanzien van de entiteit die de verklaring heeft opgesteld de maatregelen bedoeld in artikel 4/1 van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 202 van de Spoorcodex, nemen.".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 201 van de Spoorcodex
Art.6. In het opschrift van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot bepaling van de nadere regels voor het indienen van een erkenningsdossier, de procedure voor de toekenning van de erkenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de erkenning van de instanties bedoeld in artikel 201 van de Spoorcodex, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, worden de woorden "201 van de Spoorcodex" vervangen door de woorden "202 van de Spoorcodex".
Art.7. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie.".
Art.8. Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 november 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 2. De aanmeldende instantie erkent de conformiteitsbeoordelingsinstanties die belast zijn met de uitvoering van de procedure voor de beoordeling van de conformiteit of de geschiktheid voor gebruik bedoeld in de artikelen 162 tot 165 van de Spoorcodex alsook van de keuringsprocedure bedoeld in artikel 172, paragrafen 1 tot en met 7, van de Spoorcodex, met het oog op hun aanmelding.
De aanvraag tot erkenning wordt ondertekend en aangetekend verstuurd aan de aanmeldende instantie hetzij per brief hetzij elektronisch volgens de geldende reglementering.".
Art.9. In artikel 2/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 november 2018, worden de woorden "het bestuur" telkens vervangen door de woorden "de aanmeldende instantie".
Art.10. Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, wordt opgeheven.
Art.11. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.12. Artikel 4/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016 en vervangen bij het koninklijk besluit van 16 november 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 4/1. Als de aanmeldende instantie vaststelt of ervan in kennis wordt gesteld dat de aangemelde instantie niet langer voldoet aan de vereisten bedoeld in bijlage 21 van de Spoorcodex, dat zij niet langer beschikt over een geldig accreditatiecertificaat of dat zij haar verplichtingen niet naleeft, legt de aanmeldende instantie, naargelang het geval, beperkingen op aan de aanmelding, schort zij deze op of zij trekt deze in, naargelang de ernst van de inbreuk op de noodzakelijke vereisten of de na te leven verplichtingen. Zij brengt de Europese Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk op de hoogte.".
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing, de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften en de nadere regels voor schorsing en intrekking van de aanwijzing
Art.13. Het opschrift van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing, de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften en de nadere regels voor schorsing en intrekking van de aanwijzing, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, wordt vervangen als volgt:
"Koninklijk besluit houdende vaststelling van de nadere regels voor het indienen van een aanvraag tot aanwijzing, de procedure van de toekenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de aanwijzing van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van conformiteit met betrekking tot nationale voorschriften".
Art.14. Artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, wordt opgeheven.
Art.15. De artikelen 2 en 3 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.16. Artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 november 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 4. De aanmeldende instantie wijst de instanties aan die belast zijn met de uitvoering van de keuringsprocedure van conformiteit met betrekking tot nationale voorschriften.
De aanvraag tot aanwijzing wordt ondertekend en aangetekend verstuurd aan de aanmeldende instantie hetzij per brief hetzij elektronisch volgens de geldende reglementering.".
Art.17. In artikel 4/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 november 2018, worden de woorden "het bestuur" telkens vervangen door de woorden "de aanmeldende instantie".
Art.18. Artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016, wordt vervangen als volgt:
"Art. 5. De aanvraag bevat de stukken en documenten die staven dat de instantie voldoet aan alle vereisten en voorwaarden bedoeld in artikel 205, § 1, 1° en 2° van de Spoorcodex.".
Art.19. Artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 november 2018, wordt vervangen als volgt:
"Art. 7. Als de aanmeldende instantie vaststelt of ervan in kennis wordt gesteld dat de aangewezen instantie niet langer voldoet aan de vereisten bedoeld in bijlage 21 van de Spoorcodex, dat zij niet langer beschikt over een geldig accreditatiecertificaat of dat zij haar verplichtingen niet naleeft, legt de aanmeldende instantie, naargelang het geval, beperkingen op aan de aanwijzing, schort zij deze op of zij trekt deze in, naargelang de ernst van de inbreuk op de noodzakelijke vereisten of de na te leven verplichtingen. Zij brengt de Europese Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk op de hoogte".
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 september 2015 tot aanduiding van de entiteit, bedoeld in artikel 203 van de Spoorcodex
Art.20. Het opschrift van het koninklijk besluit van 11 september 2015 tot aanduiding van de entiteit, bedoeld in artikel 203 van de Spoorcodex, wordt vervangen als volgt:
"Koninklijk besluit van 11 september 2015 tot aanduiding van de entiteit bedoeld in artikel 200/1 van de Spoorcodex".
Art.21. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Artikel 1. Dit besluit strekt tot gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2016/797/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie.".
Art.22. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 2. De entiteit bedoeld in artikel 200/1 van de Spoorcodex, ook de aanmeldende instantie genoemd, is het Directoraat-generaal van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer die bevoegd is voor spoorwegvervoer.
Het Directoraat-generaal, bedoeld in het eerste lid, stuurt de aanvraag tot aanmelding aan de Europese Commissie naar de Federale Overheidsdienst Economie die bevoegd is voor de overmaking van aanmeldingen van erkende instanties aan de Europese Commissie.".
Art.23. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3 ingevoegd, luidende:
"Art. 3. De Minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.".
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 mei 2019 tot bepaling van de procedure van toelating tot indienstelling van de subsystemen van structurele aard, van voertuigen en van voertuigtypes
Art.24. Het koninklijk besluit van 23 mei 2019 tot bepaling van de procedure van toelating tot indienstelling van de subsystemen van structurele aard, van voertuigen en van voertuigtypes wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 2020 tot aanneming van de van toepassing zijnde vereisten op het rollend materieel voor het gebruik van rijpaden
Art.25. In het koninklijk besluit van 6 december 2020 tot aanneming van de van toepassing zijnde vereisten op het rollend materieel voor het gebruik van rijpaden, worden de volgende wijzingen aangebracht:
1° de woorden "toelating tot indienststelling" of "toelatingen tot indienststelling" worden telkens vervangen door respectievelijk de woorden "vergunning voor het in de handel brengen" of "vergunningen voor het in de handel brengen";
2° in de Nederlandstalige tekst worden de woorden "aanvraag tot indienststelling" vervangen door de woorden "aanvraag voor vergunning voor het in de handel brengen";
3° in artikel 2, §§ 1 en 2 worden de woorden "artikelen 180 tot en met 199 van de Spoorcodex en zijn uitvoeringsbesluiten" telkens vervangen door de woorden "artikelen 179/4 tot en met 179/20 van de Spoorcodex";
4° in artikel 2, §§ 4 en 5, worden de woorden "in dienst" telkens vervangen door de woorden "in dienst of in de handel gebracht";
5° in artikel 2, wordt paragraaf 6, eerste lid, vervangen als volgt:
" § 6. De aanvrager toont aan dat voldaan is aan de vereisten opgenomen in de bijlage aan de hand van een technisch dossier dat is opgesteld door een instantie aangewezen overeenkomstig de artikelen 205 tot en met 205/2 van de Spoorcodex, in overeenstemming met artikel 172, § 4 en de bijlage 19 van de Spoorcodex en de verordening (EU) 2018/545 van de Commissie van 4 april 2018 tot vaststelling van de praktische regelingen voor het proces voor de afgifte van typegoedkeuringen en vergunningen voor spoorvoertuigen overeenkomstig richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad.";
6° in de lijst van afkortingen van de bijlage, wordt de bepaling onder 25° opgeheven;
7° in de bepalingen onder 11 en 12 van punt 12.2.1.a, van de delen A en B van de bijlage, worden de woorden "voor de eerste maal in dienst gesteld" vervangen door de woorden "voor de eerste maal in dienst gesteld of in de handel gebracht";
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art.26. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de wet van 20 januari 2021 tot wijziging van de wet van 30 augustus 2013 houdende de Spoorcodex.
Art. 27. De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.