Details





Titel:

8 DECEMBER 2013. - [Koninklijk besluit houdende vaststelling van de nadere regels voor het indienen van een aanvraag tot aanwijzing, de procedure van de toekenning en de regels inzake controle, schorsing en intrekking van de aanwijzing van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van conformiteit met betrekking tot nationale voorschriften] <Opschrift vervangen door AR2021-03-02/03, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2020>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-12-2013 en tekstbijwerking tot 12-03-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1-4, 4/1, 5-7, 7/1, 8-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2010014284 



Uitvoeringsbesluit(en):

2016014243  2018014962  2020030539  2021040667 



Artikels:

Artikel 1.
  <Opgeheven bij KB 2021-03-02/03, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2020>

Art.2.
  <Opgeheven bij KB 2021-03-02/03, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2020>

Art.3.
  <Opgeheven bij KB 2021-03-02/03, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2020>

Art.4.[1 De aanmeldende instantie wijst de instanties aan die belast zijn met de uitvoering van de keuringsprocedure van conformiteit met betrekking tot nationale voorschriften.
   De aanvraag tot aanwijzing wordt ondertekend en aangetekend verstuurd aan de aanmeldende instantie hetzij per brief hetzij elektronisch volgens de geldende reglementering.]1
  ----------
  (1)<KB 2021-03-02/03, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2020>

Art.4/1.[1 Ten laatste zeven dagen na ontvangst van de aanvraag bedoeld in artikel 4, bevestigt [3 de aanmeldende instantie]3 de ontvangst.
   Als zij vaststelt dat de aanvraag niet alle in de artikelen 5 en 6 bedoelde stukken bevat, nodigt [3 de aanmeldende instantie]3 de aanvrager uit om de ontbrekende stukken op te sturen, binnen de maand volgend op het versturen van de ontvangstbevestiging.
   Na onderzoek van de aanvraag, kan [3 de aanmeldende instantie]3 aan de aanvrager om elke verduidelijking of bijkomende gegevens vragen die haar nuttig lijken, voor zover zij tot deze nog geen toegang heeft.
   [3 De aanmeldende instantie]3 deelt haar beslissing [2 tot aanwijzing of tot weigering]2 mee aan de aanvrager per aangetekende brief binnen de twee maanden na ontvangst van de volledige aanvraag.
   De behandelingstermijn bedoeld in het vierde lid wordt geschorst vanaf de verzending van de vraag om bijkomende stukken, verduidelijking of bijkomende gegevens bij de brengen, bedoeld in het tweede en derde lid, tot aan de datum van ontvangst van de bijkomende stukken of gegevens.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2016-07-21/42, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 22-10-2016>
  (2)<KB 2018-11-16/03, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 09-12-2018>
  (3)<KB 2021-03-02/03, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2020>

Art.5.[1 De aanvraag bevat de stukken en documenten die staven dat de instantie voldoet aan alle vereisten en voorwaarden bedoeld in artikel 205, § 1, 1° en 2° van de Spoorcodex.]1
  ----------
  (1)<KB 2021-03-02/03, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2020>

Art.6. De aanvrager verstrekt ook alle bijkomende inlichtingen op basis waarvan er kan worden beoordeeld of hij aan de aanwijzingsvoorwaarden voldoet.

Art.7.[1 Als de aanmeldende instantie vaststelt of ervan in kennis wordt gesteld dat de aangewezen instantie niet langer voldoet aan de vereisten bedoeld in bijlage 21 van de Spoorcodex, dat zij niet langer beschikt over een geldig accreditatiecertificaat of dat zij haar verplichtingen niet naleeft, legt de aanmeldende instantie, naargelang het geval, beperkingen op aan de aanwijzing, schort zij deze op of zij trekt deze in, naargelang de ernst van de inbreuk op de noodzakelijke vereisten of de na te leven verplichtingen. Zij brengt de Europese Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk op de hoogte.]1
  ----------
  (1)<KB 2021-03-02/03, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2020>

Art.7/1. [1 De aanvragen voor aanwijzing ingediend vóór de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing en de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften, zijn onderworpen aan de artikelen 1 en 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013 betreffende de criteria van aanwijzing en de nadere regels voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de veiligheidsvoorschriften zoals deze van toepassing zijn vóór de inwerkingtreding van voormeld koninklijk besluit van 21 juli 2016.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2016-07-21/42, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 22-10-2016>


Art.8. Het ministerieel besluit van 25 november 2010 betreffende de criteria van aanwijzing en de modaliteiten voor de indiening van de aanwijzingsaanvraag van instanties belast met de uitvoering van de keuringsprocedure van subsystemen door verwijzing naar de van toepassing zijnde nationale veiligheidsvoorschriften, wordt opgeheven.

Art.9. Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als de dag waarop de Spoorcodex in werking treedt.

Art. 10. De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.