Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van regelgeving met betrekking tot het dierenwelzijn, overgedragen in het kader van de zesde staatshervorming



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 april 1994 houdende uitvoering van artikel 36, 10°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden
Art. 4-7
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999 houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken
Art. 8-10
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 1 maart 2000 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren
Art. 11
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 november 2001 houdende verbod op sommige dierproeven
Art. 12
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 2 september 2005 betreffende het welzijn der dieren gebruikt in circussen en rondreizende tentoonstellingen
Art. 13-15
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 20 september 2005 houdende uitvoering van artikel 41bis van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren
Art. 16-17
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 2007 betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren
Art. 18
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 betreffende het getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van landbouwhuisdieren
Art. 19
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens
Art. 20-21
HOOFDSTUK 11. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn
Art. 22
HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 februari 2016 betreffende de bescherming van dieren bij het slachten of doden
Art. 23
HOOFDSTUK 13. - Diverse uitvoeringsbepalingen van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren
Art. 24-27
HOOFDSTUK 14. - Slotbepalingen
Art. 28-29



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994016089  1998016268  1999016092  2000016099  2001016405  2005022712  2005022833  2007022304  2010024212  2010024219  2015036598  2016035293 



Uitvoeringsbesluit(en):

2021033936 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 25 april 1994 houdende uitvoering van artikel 36, 10°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren
Artikel 1. In artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 april 1994 houdende uitvoering van artikel 36, 10°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 2010, worden de woorden "de minister bevoegd voor Dierenwelzijn" vervangen door de zinsnede "de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn".

Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 2010, worden de woorden "de betrokken provinciale controle-eenheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen" vervangen door de woorden "de Dienst".

Art.3. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 2010, worden de woorden "de minister bevoegd voor Dierenwelzijn" vervangen door de zinsnede "de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden
Art.4. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden de woorden "de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft" vervangen door de zinsnede "de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn";
  2° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "De Minister, die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft," vervangen door de zinsnede "De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn,".

Art.5. In artikel 3, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de plaatselijke inspekteur-dierenarts" vervangen door de zinsnede "de personen, vermeld in artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren,".

Art.6. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 maart 2003 en 26 maart 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, 4°, worden de woorden "De Minister tot wiens bevoegdheid de Dierenbescherming behoort" vervangen door de zinsnede "De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn,";
  2° in paragraaf 2, 2°, worden de woorden "de Minister bevoegd voor het dierenwelzijn" vervangen door de zinsnede "de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn";
  3° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "de Dienst Dierenwelzijn van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu" vervangen door de woorden "de Dienst";
  4° in paragraaf 3 wordt het woord "voornoemde" opgeheven.

Art.7. In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "De Minister, die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft," vervangen door de zinsnede "De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn,".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999 houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken
Art.8. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 maart 1999 houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018, worden de woorden "de Minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort" vervangen door de zinsnede "de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn".

Art.9. In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Landbouw" vervangen door de woorden "de Dienst".

Art.10. In artikel 4, tweede lid, 4°, 3), van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018, wordt tussen de woorden "van muilkorven" en de woorden "en van wurghalsbanden" de zinsnede ", elektrische halsbanden" ingevoegd.

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 1 maart 2000 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren
Art.11. In artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 1 maart 2000 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren worden de woorden "De Minister die de dierenbescherming onder zijn bevoegdheid heeft" vervangen door de zinsnede "De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn,".

HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 november 2001 houdende verbod op sommige dierproeven
Art.12. In artikel 1bis, § 2, van het koninklijk besluit van 30 november 2001 houdende verbod op sommige dierproeven, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2004, wordt de zinsnede "de Dienst belast met de bescherming van dieren," vervangen door de woorden "de Dienst" en worden de woorden "het Deontologisch Comité" vervangen door de zinsnede "de Proefdierencommissie, vermeld in artikel 28 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren".

HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 2 september 2005 betreffende het welzijn der dieren gebruikt in circussen en rondreizende tentoonstellingen
Art.13. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 september 2005 betreffende het welzijn der dieren gebruikt in circussen en rondreizende tentoonstellingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 april 2007 en 11 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° punt 1° wordt opgeheven;
  2° in punt 2 worden de woorden "de Minister bevoegd voor dierenwelzijn" vervangen door de zinsnede "de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn".

Art.14. In artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 februari 2014, worden de woorden "op Belgisch grondgebied" vervangen door de woorden "op het grondgebied van het Vlaamse Gewest".

Art.15. In artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 april 2007, worden de woorden "op Belgisch grondgebied" telkens vervangen door de woorden "op het grondgebied van het Vlaamse Gewest".

HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 20 september 2005 houdende uitvoering van artikel 41bis van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren
Art.16. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 september 2005 houdende uitvoering van artikel 41bis van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren wordt de zinsnede "De leidend ambtenaar-jurist van de Juridische Dienst van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is belast" vervangen door de zinsnede "De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, wijst de ambtenaar aan die belast wordt".

Art.17. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "de bijzondere rekening van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding' van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu" vervangen door de woorden "de ontvangstrekening van het Vlaams Dierenwelzijnsfonds van het Departement Omgeving".

HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 2007 betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren
Art.18. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 februari 2007 betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren wordt het punt 2° opgeheven.

HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 betreffende het getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van landbouwhuisdieren
Art.19. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 betreffende het getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van landbouwhuisdieren worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 6° worden de woorden "de Minister bevoegd voor dierenwelzijn" vervangen door zinsnede "de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn";
  2° punt 7° wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens
Art.20. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 3° worden de woorden "het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen" vervangen door de woorden "de Dienst";
  2° punt 12° wordt opgeheven.

Art.21. In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 5 opgeheven.

HOOFDSTUK 11. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn
Art.22. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 1° wordt tussen de zinsnede "afgekort Raad: de" en de woorden "Raad voor" het woord "Vlaamse" ingevoegd;
  2° in punt 3° worden de woorden "de dienst die bevoegd is voor het dierenwelzijn van het Departement Omgeving" vervangen door de woorden "de Dienst".

HOOFDSTUK 12. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 februari 2016 betreffende de bescherming van dieren bij het slachten of doden
Art.23. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 februari 2016 betreffende de bescherming van dieren bij het slachten of doden wordt punt 1° opgeheven.

HOOFDSTUK 13. - Diverse uitvoeringsbepalingen van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren
Art.24. Ter uitvoering van artikel 6, § 3, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren kan de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, personen aanwijzen die samenwerken met de Dienst om de controle van de in artikel 6, § 3, van de wet vermelde wedstrijden te organiseren.

Art.25. Ter uitvoering van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren wijst de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, de statutaire en contractuele personeelsleden, vermeld in artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, van de voormelde wet, aan.
  Ter uitvoering van artikel 34, § 1, tweede lid, van de voormelde wet leggen de contractuele personeelsleden van de Dienst voorafgaand aan de uitoefening van hun functie de eed af in handen van de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn.

Art.26. Ter uitvoering van artikel 36, 16°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren kan de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, afwijking verlenen om dieren als prijs, beloning of gift uit te loven of uit te reiken bij aankopen, wedstrijden, verlotingen, weddenschappen of andere gelijkaardige evenementen.

Art.27. De bevoegdheid om de ambtenaar of ambtenaren aan te wijzen, vermeld in artikel 42bis, § 1, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, wordt gedelegeerd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn.

HOOFDSTUK 14. - Slotbepalingen
Art.28. Het koninklijk besluit van 11 februari 1988 betreffende sommige door een religieuze ritus voorgeschreven slachtingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 april 1988 en 25 maart 1998, wordt opgeheven.

Art. 29. De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn, is belast met de uitvoering van dit besluit.