12 MAART 1999. - Koninklijk besluit houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-04-1999 en tekstbijwerking tot 19-07-2021)
Art. 1
Art. 1 WAALS GEWEST
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 2
Art. 2 WAALS GEWEST
Art. 2 Vlaams Gewest
Art. 2 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 3
Art. 3 Vlaams Gewest
Art. 4
Art. 4 Vlaams Gewest
Art. 5
Art. 5 Vlaams Gewest
Art. 6
Art. 6 Vlaams Gewest
Art. 7
Art. 7 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
2000016295 2001016383 2002016176 2003023124 2004022745 2005023000 2006022790 2007023412 2009024034 2010024102 2010024367 2011024250 2012021121 2012024309 2013024290 2014024291 2015036151 2015204908 2015204909 2016036322 2017031158 2017031922 2017205349 2018014568 2018015737 2018030608 2019042434 2019200246 2021022124 2021031919 2022033743 2022034282 2023046270 2024007648
Artikel 1. Overeenkomstig artikel 36, 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, kan de Minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort, afwijking verlenen honden als last- en trekdier te gebruiken hetzij voor de organisatie van wedstrijden en voorafgaande trainingen, hetzij voor de organisatie van demonstraties overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Art.1_WAALS_GEWEST. Overeenkomstig artikel 36, 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, kan [1 de directeur-generaal van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu]1 behoort, afwijking verlenen honden als last- en trekdier te gebruiken hetzij voor de organisatie van wedstrijden en voorafgaande trainingen, hetzij voor de organisatie van demonstraties overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
----------
(1)<BWG 2021-07-08/10, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.1_VLAAMS_GEWEST. Overeenkomstig artikel 36, 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, kan [2 de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn]2, afwijking verlenen honden als last- en trekdier te gebruiken hetzij voor de organisatie van wedstrijden en [1 ...]1 trainingen, hetzij voor de organisatie van demonstraties overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
----------
(1)<BVR 2018-02-23/19, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
(2)<BVR 2018-11-23/15, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 25-01-2019>
Art. 1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. Overeenkomstig artikel 36, 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, kan [1 de Minister tot wiens bevoegdheid het Dierenwelzijn behoort]1, afwijking verlenen honden als last- en trekdier te gebruiken hetzij voor de organisatie van wedstrijden en voorafgaande trainingen, hetzij voor de organisatie van demonstraties overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
----------
(1)<BESL 2017-12-07/17, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 22-12-2017>
Art.2. De aanvraag voor het bekomen van een afwijking moet ingediend worden vóór 31 mei van elk jaar bij de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Landbouw.
Deze aanvraag vermeldt :
1° naam en adres van de organisator;
2° voorziene plaats en datum van de wedstrijd of van de demonstratie;
3° de gebruikte hondenrassen of -soorten en een beschrijving van het gespan of de gespannen;
4° de voorafgaandelijke toelating van de burgemeester van de gemeente waar de wedstrijd doorgaat, zoals voorzien in het artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden;
5° in geval van een demonstratie : de motieven van de organisatoren.
Art.2_WAALS_GEWEST. De aanvraag voor het bekomen van een afwijking moet ingediend worden vóór 31 mei van elk jaar bij [1 de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu]1. Deze aanvraag vermeldt : 1° naam en adres van de organisator; 2° voorziene plaats en datum van de wedstrijd of van de demonstratie; 3° de gebruikte hondenrassen of -soorten en een beschrijving van het gespan of de gespannen; 4° de voorafgaandelijke toelating van de burgemeester van de gemeente waar de wedstrijd doorgaat, zoals voorzien in het artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden; 5° in geval van een demonstratie : de motieven van de organisatoren.
----------
(1)<BWG 2021-07-08/10, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.2_VLAAMS_GEWEST. De aanvraag voor het bekomen van een afwijking moet ingediend worden vóór 31 mei van elk jaar bij [2 de Dienst]2. Deze aanvraag vermeldt : 1° naam en adres van de [1 organiserende vereniging]1; 2° voorziene plaats en datum van de wedstrijd of van de demonstratie; 3° [1 in geval van een wedstrijd: een toelichting dat er voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 en 4;]1 4° [1 in geval van trainingen buiten de deelname aan wedstrijden: een toelichting dat er voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3;]1 5° [1 in geval van een demonstratie: een toelichting dat er voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 en 6.]1
----------
(1)<BVR 2018-02-23/19, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
(2)<BVR 2018-11-23/15, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 25-01-2019>
Art. 2_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. De aanvraag voor het bekomen van een afwijking moet ingediend worden vóór 31 mei van elk jaar [1 bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer]1. Deze aanvraag vermeldt : 1° naam en adres van de organisator; 2° voorziene plaats en datum van de wedstrijd of van de demonstratie; 3° de gebruikte hondenrassen of -soorten en een beschrijving van het gespan of de gespannen; 4° de voorafgaandelijke toelating van de burgemeester van de gemeente waar de wedstrijd doorgaat, zoals voorzien in het artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden; 5° in geval van een demonstratie : de motieven van de organisatoren.
----------
(1)<BESL 2017-12-07/17, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 22-12-2017>
Art.3. Om aan een wedstrijd of een demonstratie deel te nemen moeten de honden ten minste één jaar oud zijn.
Art.3_VLAAMS_GEWEST. Om aan een wedstrijd of een demonstratie deel te nemen moeten de honden ten minste één jaar oud zijn. [1 Om aan een training deel te nemen, moeten de honden ten minste zes maanden oud zijn en moet de last die het dier moet trekken, aangepast zijn aan de lichaamsbouw van het dier.]1
----------
(1)<BVR 2018-02-23/19, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
Art.4. Voor de organisatie van wedstrijden en voorafgaande trainingen met de Alaskan Malamute, de Siberian Husky, de Samoyede of de Groenlandshund kan een afwijking worden verleend, indien de organisatoren aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° de organisatoren moeten lid zijn van een van volgende internationale federaties van sledehonden : de European Sled Dog Racing Association (ESDRA), la Fédération Internationale Sportive de Traineau à chiens (FISTC) en de World Sleddog Association (WSA);
2° de organisatoren moeten een erkende dierenarts aanstellen die toezicht houdt op de gezondheid en het welzijn van de honden;
3° de organisatoren dienen er zorg voor te dragen dat het parcours aangepast is aan de fysiologische mogelijkheden van de honden;
4° de organisatoren dienen in hun wedstrijdreglement te vermelden :
1) dat bij een omgevingstemperatuur van meer dan 15°C elk wedstrijdonderdeel niet langer dan 5 km mag zijn en dat de wedstrijd wordt afgelast indien de omgevingstemperatuur meer dan 20°C bedraagt;
2) dat eenzelfde hond niet mag ingespannen worden in meerdere categorieën in éénzelfde proef;
3) dat het gebruik van muilkorven en van wurghalsbanden verboden is;
4) welke sancties toegepast zullen worden bij het gebruik van stoffen bedoeld om de prestaties van de dieren te beïnvloeden;
5) dat het slaan van de honden verboden is, tenzij om vechtende honden te scheiden.
5° de organisatoren moeten aan de deelnemers van een wedstrijd, die erom vragen, een document afgeven waarin de aan de organisatoren verleende afwijking wordt beschreven. Dit genummerde document geldt als een toelating om te trainen voor die wedstrijd.
Art.4_VLAAMS_GEWEST. [1 In dit artikel wordt verstaan onder sledehond: een hond die lichamelijk in staat is om een last te trekken die aan zijn mogelijkheden aangepast is, en die van nature beschikt over een drang om die last te trekken zonder dat het dierenwelzijn daarbij geschaad wordt.]1 [1 Voor de organisatie van wedstrijden met sledehonden kan een afwijking worden verleend als de organiserende vereniging aan al de volgende voorwaarden voldoet:]1 1° [1 de organiserende vereniging is lid]1 van een van volgende internationale federaties van sledehonden : de European Sled Dog Racing Association (ESDRA), la Fédération Internationale Sportive de Traineau à chiens (FISTC) [1 , de World Sleddog Association (WSA) en de International Federation of Sleddog Sports (IFSS)]1; 2° [1 de organiserende vereniging stelt een erkende dierenarts aan]1 die toezicht houdt op de gezondheid en het welzijn van de honden; 3° [1 de organiserende vereniging zorgt ervoor]1 dat het parcours aangepast is aan de fysiologische mogelijkheden van de honden; 4° [1 de organiserende vereniging vermeldt de volgende elementen in haar wedstrijdreglement:]1 1) dat bij een omgevingstemperatuur van meer dan 15°C elk wedstrijdonderdeel niet langer dan 5 km mag zijn en dat de wedstrijd wordt afgelast indien de omgevingstemperatuur meer dan 20°C bedraagt; 2) dat eenzelfde hond niet mag ingespannen worden in meerdere categorieën in éénzelfde proef; 3) dat het gebruik van muilkorven [2 , elektrische halsbanden]2 en van wurghalsbanden verboden is; 4) welke sancties toegepast zullen worden bij het gebruik van stoffen bedoeld om de prestaties van de dieren te beïnvloeden; 5) dat het slaan van de honden verboden is, tenzij om vechtende honden te scheiden. 5° [1 de organiserende vereniging geeft aan de deelnemers van een wedstrijd, die erom vragen, een document waarin de afwijking wordt beschreven die verleend is aan de organiserende vereniging]1.
----------
(1)<BVR 2018-02-23/19, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
(2)<BVR 2018-11-23/15, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 25-01-2019>
Art.5. Voor de organisatie van wedstrijden en voorafgaande trainingen met de Alaskan Husky kan een afwijking worden verleend, indien de organisatoren voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4 en indien zij bij de aanvraag om afwijking bedoeld in artikel 2 een lijst voegen met de namen en adressen van de deelnemers en met de identificatie van hun honden.
Art.5_VLAAMS_GEWEST. [1 In afwijking van artikel 1 hoeven de leden van een vereniging als vermeld in artikel 4, tweede lid, 1°, die over een afwijking voor het organiseren van wedstrijden beschikt, geen aanvraag voor het bekomen van een afwijking in te dienen voor het voorafgaand aan de wedstrijd trainen van een sledehond voor zover ze een attest van lidmaatschap van de vermelde vereniging hebben.]1
----------
(1)<BVR 2018-02-23/19, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
Art.6. Afwijkingen voor demonstraties kunnen slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden :
- uit de motieven van de organisatoren vermeld in de aanvraag moet in de eerste plaats het opvoedkundig aspect blijken;
- de evenementen mogen geen competitief karakter hebben;
- de te trekken last en het parcours moeten aangepast zijn aan de fysiologische mogelijkheden van het gebruikte hondenras of hondensoort.
Art.6_VLAAMS_GEWEST. Afwijkingen voor demonstraties kunnen slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden : - uit de motieven van de [1 organiserende vereniging]1 vermeld in de aanvraag moet in de eerste plaats het opvoedkundig aspect blijken; - de evenementen mogen geen competitief karakter hebben; - de te trekken last en het parcours moeten aangepast zijn aan de fysiologische mogelijkheden van het gebruikte hondenras of hondensoort.
----------
(1)<BVR 2018-02-23/19, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 26-03-2018>
Art.7. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De Minister tot wiens bevoegdheid het Dierenwelzijn behoort]1 is belast met de uitvoering van dit besluit.
----------
(1)<BESL 2017-12-07/17, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 22-12-2017>