Details





Titel:

13 JUNI 2010. - Koninklijk besluit betreffende het getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van landbouwhuisdieren (NOTA : opgeheven voor het Brusselse Gewest bij BESL2019-04-25/19, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 24-05-2019)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-06-2010 en tekstbijwerking tot 14-05-2019)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 2
HOOFDSTUK II. - Personeel van verzamelcentra, controleposten en vervoerders andere dan bestuurders of verzorgers
Afdeling I. - Voorwaarden
Art. 3
Afdeling II. - Organisatie opleiding
Art. 4-5
Art. 5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HOOFDSTUK III. - Bestuurders en verzorgers
Afdeling I. - Voorwaarden
Art. 6
Afdeling II. - Examen
Art. 7-8
Art. 8 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 9-10
Afdeling III. - Aflevering van het getuigschrift van vakbekwaamheid
Art. 11-12
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2014024241  2017031922  2018012683  2018015737 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° bestuurder : een fysiek persoon die een wegvoertuig bestuurt waarmee als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten of varkens, dan wel pluimvee worden vervoerd;
  2° verzorger : een persoon die rechtstreeks verantwoordelijk is voor het welzijn van de dieren en deze bij het vervoer begeleidt;
  3° vervoerder : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening of voor rekening van een derde dieren vervoert;
  4° verzamelcentrum : plaatsen zoals bedrijven, verzamelplaatsen en markten waar als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten of varkens van verschillende bedrijven samengebracht worden om een partij dieren te vormen;
  5° controlepost : controlepost zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor halteplaatsen en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema;
  6° de Minister : de Minister bevoegd voor dierenwelzijn;
  7° de Dienst : de Federale Overheidsdienst belast met het dierenwelzijn;
  8° de verordening : Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97;
  9° vereniging : een vereniging erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 26 november 2006 houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren;
  10° Sanitel : het geïnformatiseerde gegevensbestand voor de identificatie en registratie van landbouwhuisdieren en hun operatoren.

Art.1_VLAAMS_GEWEST.    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :  1° bestuurder : een fysiek persoon die een wegvoertuig bestuurt waarmee als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten of varkens, dan wel pluimvee worden vervoerd;  2° verzorger : een persoon die rechtstreeks verantwoordelijk is voor het welzijn van de dieren en deze bij het vervoer begeleidt;  3° vervoerder : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening of voor rekening van een derde dieren vervoert;  4° verzamelcentrum : plaatsen zoals bedrijven, verzamelplaatsen en markten waar als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten of varkens van verschillende bedrijven samengebracht worden om een partij dieren te vormen;  5° controlepost : controlepost zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor halteplaatsen en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema;  6° de Minister : [1 de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn]1;  7° [1 ...]1  8° de verordening : Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97;  9° vereniging : een vereniging erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 26 november 2006 houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren;  10° Sanitel : het geïnformatiseerde gegevensbestand voor de identificatie en registratie van landbouwhuisdieren en hun operatoren.
  ----------
  (1)<BVR 2018-11-23/15, art. 19, 005; Inwerkingtreding : 25-01-2019>


Art.1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :  1° bestuurder : een fysiek persoon die een wegvoertuig bestuurt waarmee als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten of varkens, dan wel pluimvee worden vervoerd;  2° verzorger : een persoon die rechtstreeks verantwoordelijk is voor het welzijn van de dieren en deze bij het vervoer begeleidt;  3° vervoerder : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening of voor rekening van een derde dieren vervoert;  4° verzamelcentrum : plaatsen zoals bedrijven, verzamelplaatsen en markten waar als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten of varkens van verschillende bedrijven samengebracht worden om een partij dieren te vormen;  5° controlepost : controlepost zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor halteplaatsen en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema;  6° de Minister : de Minister bevoegd voor dierenwelzijn;  7° [1 Instituut : Brussels Instituut voor Milieubeheer]1;  8° de verordening : Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97;  9° vereniging : een vereniging erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 26 november 2006 houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren;  10° Sanitel : het geïnformatiseerde gegevensbestand voor de identificatie en registratie van landbouwhuisdieren en hun operatoren.
  ----------
  (1)<BESL 2017-12-07/17, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 22-12-2017>


Art.2. Overeenkomstig artikel 1, lid 5, van (EG) nr. 1/2005 is dit besluit niet van toepassing op het vervoer van dieren dat geen verband houdt met een economische bedrijvigheid.

HOOFDSTUK II. - Personeel van verzamelcentra, controleposten en vervoerders andere dan bestuurders of verzorgers
Afdeling I. - Voorwaarden
Art.3.Het personeel dat in verzamelcentra en controleposten of bij vervoerders omgaat met dieren is bekwaam en bezit :
  - hetzij het getuigschrift van vakbekwaamheid bedoeld in [1 artikel 6]1;
  - hetzij een attest van deelname aan een opleiding over minstens de technische voorschriften opgenomen in bijlage I bij de verordening, ingericht door een instelling erkend voor naschoolse landbouwvorming door de bevoegde autoriteit.
  ----------
  (1)<KB 2014-04-25/B0, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-07-2014>

Afdeling II. - Organisatie opleiding
Art.4. De opleiding bedoeld in artikel 2 wordt gegeven door lesgevers die hiervoor zijn opgeleid en geslaagd zijn voor een examen.

Art.5. De opleiding van de lesgevers wordt georganiseerd door de Dienst. Deze stelt hiertoe een leerboek op dat publiek beschikbaar is. De Dienst kan voor deze taken beroep doen op een derde.

Art.5_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    De opleiding van de lesgevers wordt georganiseerd door [1 het Instituut]1. Deze stelt hiertoe een leerboek op dat publiek beschikbaar is. De Dienst kan voor deze taken beroep doen op een derde.
  ----------
  (1)<BESL 2017-12-07/17, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 22-12-2017>


HOOFDSTUK III. - Bestuurders en verzorgers
Afdeling I. - Voorwaarden
Art.6.Bestuurders en verzorgers zijn bekwaam en beschikken over voldoende kennis van volgende onderwerpen :
  1° de artikelen 3 en 4 en de bijlagen I en II van de verordening;
  2° dierfysiologie, in het bijzonder de eet- en drinkbehoeften, diergedrag en het begrip stress;
  3° praktische aspecten van de omgang met dieren;
  4° effect van het rijgedrag op het welzijn van de vervoerde dieren en de vleeskwaliteit;
  5° eerste hulp voor dieren;
  6° veiligheid van het personeel dat met de dieren omgaat;
  7° administratieve verplichtingen;
  8° identificatie en registratie;
  9° reinigen en ontsmetten;
  10° bijkomende eisen voor lang transport.
  Als bewijs van deze kennis geldt het getuigschrift van vakbekwaamheid, afgeleverd overeenkomstig [artikel 11]. <ERRATUM, zie B.St. 20-07-2010, p. 47047>

Afdeling II. - Examen
Art.7.Om een getuigschrift van vakbekwaamheid te bekomen moet de bestuurder of verzorger slagen voor een examen georganiseerd door een vereniging [1 of door een stichting van openbaar nut als bedoeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen]1.
  De gegevens van de geslaagden worden bijgehouden in Sanitel.
  ----------
  (1)<KB 2014-04-25/B0, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 05-07-2014>

Art.8. § 1. De kandidaat heeft de mogelijkheid om enkel examen af te leggen over de diersoorten van zijn keuze.
  § 2. Het examen bestaat uit meerkeuzevragen, waaronder 15 algemene vragen en 10 vragen per diersoort.
  Deze vragen zijn afkomstig uit een door de Dienst opgestelde lijst die publiek beschikbaar is.
  De Dienst kan voor het opstellen van deze lijst beroep doen op een derde.
  § 3. Om te slagen voor het examen moet de kandidaat minstens 60 % van de punten behalen.

Art.8_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    § 1. De kandidaat heeft de mogelijkheid om enkel examen af te leggen over de diersoorten van zijn keuze.  § 2. Het examen bestaat uit meerkeuzevragen, waaronder 15 algemene vragen en 10 vragen per diersoort.  Deze vragen zijn afkomstig uit een door [1 het Instituut]1 opgestelde lijst die publiek beschikbaar is.  [1 Het Instituut]1 kan voor het opstellen van deze lijst beroep doen op een derde.  § 3. Om te slagen voor het examen moet de kandidaat minstens 60 % van de punten behalen.
  ----------
  (1)<BESL 2017-12-07/17, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 22-12-2017>


Art.9. Iedere kandidaat die zich inschrijft krijgt binnen de twee maanden de mogelijkheid om deel te nemen aan het examen.

Art.10. Het bedrag van het inschrijvingsrecht dat aan de kandidaten wordt gevraagd wordt zodanig berekend dat het slechts de kosten dekt veroorzaakt door de organisatie van het examen. Dit bedrag wordt goedgekeurd door de Minister.

Afdeling III. - Aflevering van het getuigschrift van vakbekwaamheid
Art.11. § 1. Aan de kandidaten die geslaagd zijn voor het examen levert het examencentrum een getuigschrift van vakbekwaamheid af.
  Op het getuigschrift worden de diersoorten vermeld waarvoor de kandidaat geslaagd is voor het examen.
  § 2. Het getuigschrift van vakbekwaamheid heeft een onbeperkte geldigheidsduur.

Art.12.§ 1. Als het getuigschrift van vakbekwaamheid verloren is gegaan, gestolen of beschadigd werd, onleesbaar is geworden of vernield is, kan een duplicaat aangevraagd worden bij de vereniging [1 of bij de stichting van openbaar nut]1.
  § 2. Om een duplicaat te verkrijgen :
  - doet de houder bij de dichtstbijgelegen politiedienst aangifte van het verlies, de diefstal of de vernietiging van zijn getuigschrift en hij voegt het bewijs hiervan bij zijn aanvraag;
  - dient, in geval van een aanvraag om een andere reden dan diefstal, verlies of vernietiging, het te vervangen getuigschrift bij de aanvraag gevoegd te worden.
  § 3. Het getuigschrift van vakbekwaamheid dat vervangen werd door een duplicaat verliest zijn geldigheid.
  Indien de houder nadat hem een duplicaat is afgegeven opnieuw in het bezit komt van het gestolen of verloren getuigschrift van vakbekwaamheid, dient hij dit onmiddellijk terug te bezorgen aan de vereniging [1 of de stichting van openbaar nut]1.
  § 4. Op elk duplicaat wordt de vermelding " DUPLICAAT " op duidelijke wijze aangebracht.
  ----------
  (1)<KB 2014-04-25/B0, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 05-07-2014>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 13. De Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.