23 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-10-1998 en tekstbijwerking tot 15-01-2019)
HOOFDSTUK I.
Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 2-3
Art. 3 Vlaams Gewest
Art. 4
Art. 4 Vlaams Gewest
Art. 4 WAALS GEWEST
Art. 5-6
Art. 6 Vlaams Gewest
Art. 7
1999016092 2003022447 2003022448 2004022249 2016205248 2017201671
HOOFDSTUK I.
Artikel 1. § 1. Wedstrijden waarbij de kracht, de snelheid en de behendigheid van dieren op de proef worden gesteld mogen slechts georganiseerd worden met paarden, honden, duiven en andere diersoorten aangeduid door de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft.
§ 2. De Minister, die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, kan de wedstrijden aanwijzen die in elk geval onder de toepassing van § 1 vallen.
Art.1_VLAAMS_GEWEST. § 1. Wedstrijden waarbij de kracht, de snelheid en de behendigheid van dieren op de proef worden gesteld mogen slechts georganiseerd worden met paarden, honden, duiven en andere diersoorten aangeduid door [1 de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn]1. § 2. [1 De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn]1, kan de wedstrijden aanwijzen die in elk geval onder de toepassing van § 1 vallen.
----------
(1)<BVR 2018-11-23/15, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 25-01-2019>
Art.2. Het organiseren van wedstrijden zoals bedoeld in voorgaand artikel, alsook het eraan deelnemen met dieren is slechts toegestaan indien voldaan is aan de voorwaarden van dit besluit.
Art.3. Al wie wedstrijden als bedoeld in artikel 1 organiseert, moet hiervoor de voorafgaandelijke toelating krijgen van de burgemeester van de gemeente waar deze wedstrijden doorgaan.
Daartoe legt de organisator het gemeentebestuur voor :
1° het programma van de wedstrijden;
2° het reglement van de wedstrijden en van de dopingcontrole;
3° de beschrijving van het parkoers;
4° de naam van de aangenomen dierenarts belast met het veterinair toezicht;
5° de wedstrijdenkalender indien wedstrijden doorheen het jaar worden ingericht.
De burgemeester verleent zijn toestemming, al dan niet na het advies van de plaatselijke inspekteur-dierenarts te hebben ingewonnen, indien hij voldoende waarborgen heeft dat de wedstrijden in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit zullen verlopen.
Hij kan voor wedstrijden, georganiseerd door éénzelfde organisator, voor dezelfde diersoorten en op éénzelfde parkoers, maar op verschillende tijdstippen in het jaar een toelating verlenen die geldig is voor lange termijn.
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op wedstrijden met duiven.
Art.3_VLAAMS_GEWEST. Al wie wedstrijden als bedoeld in artikel 1 organiseert, moet hiervoor de voorafgaandelijke toelating krijgen van de burgemeester van de gemeente waar deze wedstrijden doorgaan. Daartoe legt de organisator het gemeentebestuur voor : 1° het programma van de wedstrijden; 2° het reglement van de wedstrijden en van de dopingcontrole; 3° de beschrijving van het parkoers; 4° de naam van de aangenomen dierenarts belast met het veterinair toezicht; 5° de wedstrijdenkalender indien wedstrijden doorheen het jaar worden ingericht. De burgemeester verleent zijn toestemming, al dan niet na het advies van [1 de personen, vermeld in artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren]1 te hebben ingewonnen, indien hij voldoende waarborgen heeft dat de wedstrijden in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit zullen verlopen. Hij kan voor wedstrijden, georganiseerd door éénzelfde organisator, voor dezelfde diersoorten en op éénzelfde parkoers, maar op verschillende tijdstippen in het jaar een toelating verlenen die geldig is voor lange termijn. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op wedstrijden met duiven.
----------
(1)<BVR 2018-11-23/15, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 25-01-2019>
Art.4. (§ 1.) De organisatoren van wedstrijden voor dieren moeten de nodige maatregelen nemen : <KB 2003-03-25/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-05-2003>
1° om deelname van zieke of gewonde dieren aan de wedstrijden te vermijden;
2° om medische behandeling te voorzien voor dieren die tijdens de wedstrijd gewond raken;
3° om onnodige risico's voor de dieren ingevolge ondermeer slechte weersomstandigheden, de staat van het parkoers en de opstelling van de toeschouwers, te vermijden;
4° om het beïnvloeden van de prestaties van de dieren op dusdanige wijze dat dit nadelig is voor het welzijn der dieren, (te controleren en) te verbieden (en/of te bestraffen). (De Minister tot wiens bevoegdheid de Dierenbescherming behoort kan, onder de voorwaarden die hij bepaalt, de door de organisator aangestelde personen belast met het opsporen van het gebruik van prestatieverbeterende stoffen in hun functie bekrachtigen.) <KB 2003-03-25/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-05-2003>
(§ 2. De organisator van wedstrijden met duiven moet bovendien de nodige maatregelen nemen opdat :
1° (...) <KB 2004-03-26/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
2° het vervoer van duiven met het oog op wedstrijden in diervriendelijke omstandigheden georganiseerd is en dan met name met betrekking tot de bezettingsdichtheid, ventilatie, temperatuur, drenken en voederen.) <KB 2003-03-25/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-05-2003>
(De Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond (K.B.D.B.) stelt een reglement op waarin de voorwaarden waaraan het vervoer van duiven over de weg moet voldoen en de sancties in geval van overtreding ervan worden vastgelegd. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister bevoegd voor het dierenwelzijn.) <KB 2004-03-26/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
(§ 3. De K.B.D.B. bezorgt de Dienst Dierenwelzijn van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu jaarlijks voor het begin van het wedstrijdseizoen alle informatie aangaande de voorziene wedstrijden, lossingsplaatsen en transporten. Eventuele wijzigingen worden onmiddellijk aan de voornoemde Dienst gemeld.) <KB 2004-03-26/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
Art.4_VLAAMS_GEWEST. (§ 1.) De organisatoren van wedstrijden voor dieren moeten de nodige maatregelen nemen : <KB 2003-03-25/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-05-2003> 1° om deelname van zieke of gewonde dieren aan de wedstrijden te vermijden; 2° om medische behandeling te voorzien voor dieren die tijdens de wedstrijd gewond raken; 3° om onnodige risico's voor de dieren ingevolge ondermeer slechte weersomstandigheden, de staat van het parkoers en de opstelling van de toeschouwers, te vermijden; 4° om het beïnvloeden van de prestaties van de dieren op dusdanige wijze dat dit nadelig is voor het welzijn der dieren, (te controleren en) te verbieden (en/of te bestraffen). [1 De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn,]1 kan, onder de voorwaarden die hij bepaalt, de door de organisator aangestelde personen belast met het opsporen van het gebruik van prestatieverbeterende stoffen in hun functie bekrachtigen.) <KB 2003-03-25/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-05-2003> (§ 2. De organisator van wedstrijden met duiven moet bovendien de nodige maatregelen nemen opdat : 1° (...) <KB 2004-03-26/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2004> 2° het vervoer van duiven met het oog op wedstrijden in diervriendelijke omstandigheden georganiseerd is en dan met name met betrekking tot de bezettingsdichtheid, ventilatie, temperatuur, drenken en voederen.) <KB 2003-03-25/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-05-2003> (De Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond (K.B.D.B.) stelt een reglement op waarin de voorwaarden waaraan het vervoer van duiven over de weg moet voldoen en de sancties in geval van overtreding ervan worden vastgelegd. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan [1 de Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn]1.) <KB 2004-03-26/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2004> (§ 3. De K.B.D.B. bezorgt [1 de Dienst]1jaarlijks voor het begin van het wedstrijdseizoen alle informatie aangaande de voorziene wedstrijden, lossingsplaatsen en transporten. Eventuele wijzigingen worden onmiddellijk aan de[1 ...]1 Dienst gemeld.) <KB 2004-03-26/36, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-05-2004>
----------
(1)<BVR 2018-11-23/15, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 25-01-2019>
Art. 4_WAALS_GEWEST. (§ 1.) De organisatoren van wedstrijden voor dieren moeten de nodige maatregelen nemen : <KB 2003-03-25/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-05-2003> 1° om deelname van zieke of gewonde dieren aan de wedstrijden te vermijden; 2° om medische behandeling te voorzien voor dieren die tijdens de wedstrijd gewond raken; 3° om onnodige risico's voor de dieren ingevolge ondermeer slechte weersomstandigheden, de staat van het parkoers en de opstelling van de toeschouwers, te vermijden; 4° om het beïnvloeden van de prestaties van de dieren op dusdanige wijze dat dit nadelig is voor het welzijn der dieren, (te controleren en) te verbieden (en/of te bestraffen). ([1 De Minister van Dierenwelzijn]1 kan, onder de voorwaarden die hij bepaalt, de door de organisator aangestelde personen belast met het opsporen van het gebruik van prestatieverbeterende stoffen in hun functie bekrachtigen.) <KB 2003-03-25/44, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-05-2003> [1 § 2. De Minister van Dierenwelzijn bepaalt de minimale regels die door de organisatoren van wedstrijden met duiven moeten nageleefd worden wat betreft : 1° het vervoer van duiven over de weg, overeenkomstig de artikelen 6 en 13 van de wet van 14 augustus 1986, hierna "de wet van 14 augustus 1986" genoemd; 2° het collectief loslaten van duiven dat op het Waalse grondgebied plaatsvindt; 3° de controle van het gebruik van de stoffen bedoeld in artikel 36, 2°, van de wet van 14 augustus 1986 wat betreft de duiven, met inbegrip van de legitimatievoorwaarden van de personen die belast zijn met het opsporen van het gebruik van deze stoffen.]1 [1 § 3. Ter uitvoering van artikel 6, § 3, van de wet van 14 augustus 1986 wijst de Minister van Dierenwelzijn voor een verlengbare periode van vijf jaar een rechtspersoon aan die representatief is voor de Waalse duivenmelkers en die belast is met de samenwerking met het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, hierna "DGARNE" genoemd, voor de organisatie van de controle van de duivenwedstrijden. De rechtspersoon bedoeld in het eerste lid is opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk en beschikt over statuten die door de Minister van Dierenwelzijn zijn goedgekeurd. De representativiteit bedoeld in het eerste lid wordt beoordeeld naargelang van het aantal aangesloten Waalse duivenmelkers waarvan de duiven aan wedstrijden deelnemen. De rechtspersoon bedoeld in het eerste lid : 1° informeert de duivenmaatschappijen en hun leden over de reglementen die van toepassing zijn op de wedstrijden voor duiven; 2° stelt de personen voor die bekrachtigd moeten worden overeenkomstig paragraaf 1, 4°, belast met de monsternemingen en hun verzending naar het laboratorium voor het opsporen van de stoffen bedoeld in artikel 36, 2°, van de wet van 14 augustus 1986; 3° informeert het DGARNE over de genomen monsters en de uitgevoerde analyses en, in voorkomend geval, geeft laatstgenoemde zo spoedig mogelijk kennis van de positieve analyses; 4° stelt aan de Minister van Dierenwelzijn de plaatsen en periodes voor die gunstig zijn voor het collectief loslaten op het Waalse grondgebied, voor de wedstrijden en voor de trainingen; 5° legt aan de Minister van Dierenwelzijn de kalender voor van de lokale, regionale, provinciale, interprovinciale, nationale en internationale wedstrijden die op het Waalse grondgebied plaatsvinden, voor de toepassing van artikel 1, § 2; 6° maakt elk jaar vóór 31 december een activiteitenverslag over dat het afgelopen seizoen dekt. Het laboratorium bedoeld in het vierde lid, 2°, wordt erkend door de Minister van Dierenwelzijn onder de voorwaarden die hij stelt. De Minister van Dierenwelzijn kan een einde maken aan de aanwijzing van de rechtspersoon die de opdrachten bedoeld in het vierde lid volgens zijn verzoeken niet vervult.]1 [1 § 4. Om deel te nemen aan een wedstrijd met duiven, moet elke persoon die een duivenhok op het Waalse grondgebied bezit, aangesloten zijn bij de rechtspersoon bedoeld in paragraaf 3. De duivenmelker die deelneemt aan een wedstrijd met duiven beschikt over een getuigschrift afgegeven door een dierenarts erkend overeenkomstig artikel 4, vierde lid, van de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde, na afloop van een jaarlijks bezoek dat betrekking heeft op het toezicht van het welzijn, de gezondheid en de zorgen voor de duiven, met inbegrip van de medische behandelingen. Het jaarlijks getuigschrift bedoeld in het tweede lid wordt getoond bij het inkorven van de duiven die aan de wedstrijden deelnemen.]1
------------
(1)<BWG 2016-10-06/07, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 31-10-2016>
Art.5. Onverminderd artikel 36, 5° en 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, moeten de wedstrijdvoorwaarden en het parkoers aangepast zijn aan de fysiologische capaciteiten van de deelnemende dieren.
Art.6. De Minister, die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, kan bijkomende bepalingen vaststellen om het welzijn van de dieren tijdens wedstrijden te waarborgen, inzonderheid met betrekking tot :
1° het parkoers;
2° de leeftijd en de gezondheidstoestand van de dieren;
3° de wedstrijdvoorwaarden;
4° het veterinair toezicht.
Art.6_VLAAMS_GEWEST. [1 De Vlaamse minister, bevoegd voor het dierenwelzijn,]1 kan bijkomende bepalingen vaststellen om het welzijn van de dieren tijdens wedstrijden te waarborgen, inzonderheid met betrekking tot : 1° het parkoers; 2° de leeftijd en de gezondheidstoestand van de dieren; 3° de wedstrijdvoorwaarden; 4° het veterinair toezicht.
----------
(1)<BVR 2018-11-23/15, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 25-01-2019>
Art. 7. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.