19 MAART 2015. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van de ambtenaren die belast worden met de controle en het toezicht op de geregionaliseerde bevoegdheden op het vlak van economie
Art. 1-17
1983011344 1983080068 1999011052 1999016042 1999016201 2003011323 2006022573 2006022574 2006022950 2006022951 2007011159
Artikel 1. De ambtenaren van de Directie Economische Inspectie en de Directie Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aangesteld worden voor de uitvoering van inspectieopdrachten zijn bevoegd om de inbreuken op het ministerieel besluit van 22 april 2010 betreffende het beroep van beenhouwer en spekslager op te sporen en vast te stellen.
Art.2. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1983 ter uitvoering van artikel 11bis van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen worden de woorden "de directeur-generaal van de Economische Algemene Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken" vervangen door de woorden "de directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".
Art.3. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 februari 1999 tot aanwijzing van de ambtenaren en agenten die worden belast met het toezicht op de toepassing van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en tot regeling van de minnelijke schikking worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:
"1° de ambtenaren van de Directie Economische Inspectie en de Directie Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aangesteld worden voor de uitvoering van inspectieopdrachten.";
2° de bepaling onder 2° wordt opgeheven.
Art.4. Artikel 5, derde lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.5. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 betreffende de aanstelling van de in artikel 11, § 1, eerste lid en in het artikel 6, § 2, achtste lid, van de wet van 3 december 2005 bedoelde ambtenaren betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein wordt vervangen als volgt:
"Art. 1. De ambtenaren van de Directie Economische Inspectie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aangesteld worden voor de uitvoering van inspectieopdrachten zijn bevoegd om de inbreuken op de bepalingen van de wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein op te sporen en vast te stellen.".
Art.6. In artikel 45 van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten worden de woorden "De ambtenaren en de beambten aangesteld door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie" vervangen door de woorden "De ambtenaren van de Directie Economische Inspectie en de Directie Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aangesteld worden voor de uitvoering van inspectieopdrachten".
Art.7. Het derde lid van artikel 49 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.8. In artikel 25 van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie worden de woorden "De ambtenaren en beambten aangesteld door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie" vervangen door de woorden "De ambtenaren van de Directie Economische Inspectie en de Directie Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aangesteld worden voor de uitvoering van inspectieopdrachten".
Art.9. Het derde lid van artikel 29 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.10. In het enig artikel van het ministerieel besluit van 10 oktober 1983 houdende aanstelling van de ambtenaren die ermee belast zijn aan de daders van inbreuken op de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen de minnelijke schikking als bedoeld in artikel 11bis voor te stellen worden de woorden "De directeur-generaal en, zo hij afwezig of verhinderd is, de inspecteur-generaal van de Economische Algemene Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken, worden" vervangen door de woorden "De directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt".
Art.11. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 8 februari 1999 tot aanwijzing van de ambtenaren die ermee belast worden de daders van inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 16, § 3, van dezelfde wet voor te stellen worden de woorden "De directeur-generaal, en zo hij afwezig of verhinderd is, de adviseur-generaal van het Bestuur Economische Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken, worden" vervangen door de woorden "De directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt".
Art.12. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 13 mei 2003 tot bepaling van de aangewezen ambtenaren met het oog op het voorstellen van een minnelijke schikking aan degenen die een inbreuk doen bedoeld in § 1, 1° tot 5° van het artikel 13 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten worden de woorden "De directeur-generaal, en zo hij afwezig of verhinderd is, de adviseur-generaal van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, worden" vervangen door de woorden "De directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt".
Art.13. Artikel 2 van het ministerieel besluit van 10 juni 2006 tot aanstelling van de ambtenaren bedoeld in artikel 12, § 3, eerste lid, van de wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein wordt vervangen als volgt:
"Art. 2. De directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan de som waarvan de betaling de betaling de strafvordering doet vervallen bedoeld in artikel 12, § 3, eerste lid, van de wet voorstellen aan de overtreders.".
Art.14. In artikel 2, § 2, van het ministerieel besluit van 4 april 2007 tot bepaling van diverse nadere regels inzake de centrale examencommissies voor de ondernemersvaardigheden worden de woorden "iedere werkdag plaats tussen 9 en 16 uur" vervangen door de woorden "minstens eenmaal per twee weken plaats".
Art.15. Het ministerieel besluit van 1 juni 1999 tot regeling van het toezicht op de werkzaamheden van de Kamers van ambachten en neringen in het kader van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en tot aanwijzing van de daartoe bevoegde ambtenaren wordt opgeheven.
Art.16. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Art. 17. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.