8 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit tot aanwijzing van de ambtenaren die ermee belast worden de daders van inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 16, § 3, van dezelfde wet voor te stellen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-04-1999 en tekstbijwerking tot 18-06-2015)
Art. 1-2
Artikel 1.De directeur-generaal, en zo hij afwezig of verhinderd is, de adviseur-generaal van het Bestuur Economische Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken, worden aangewezen om aan de daders van inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 16, § 3, van dezelfde wet voor te stellen.
Artikel 1. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST) [1 De directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt]1 aangewezen om aan de daders van inbreuken op de bepalingen van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, de minnelijke schikking bedoeld in artikel 16, § 3, van dezelfde wet voor te stellen.
----------
(1)<BESL 2015-03-19/21, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.