Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 OKTOBER 1983. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 11bis van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-11-1999 en tekstbijwerking tot 31-12-2015)



Inhoudstafel:


Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 2-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1983080068  1999011357  2000003474  2015031385 



Artikels:

Artikel 1.De processen-verbaal houdende vaststelling van overtredingen, bedoeld in artikel 11bis van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen, en opgemaakt door de ambtenaren en beambten, aangesteld door de Minister van Economische Zaken, worden toegezonden aan de directeur-generaal van de Economische Algemene Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken.

Artikel 1. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  De processen-verbaal houdende vaststelling van overtredingen, bedoeld in artikel 11bis van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen, en opgemaakt door de ambtenaren en beambten, aangesteld door de Minister van Economische Zaken, worden toegezonden aan [1 de directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest]1.
  ----------
  (1)<BESL 2015-03-19/21, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art.1_VLAAMS_GEWEST.    De processen-verbaal houdende vaststelling van overtredingen, bedoeld in artikel 11bis van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen, en opgemaakt door de ambtenaren en beambten, aangesteld door de Minister van Economische Zaken, worden toegezonden aan [1 het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of door diens gedelegeerde]1.
  ----------
  (1)<BVR 2015-12-18/42, art. 15, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2016>


Art.2. Bij overtreding van de bepalingen vervat in hoofdstuk I van de voornoemde wet, of van de regelingen ter uitvoering van die wetsbepalingen, mag de geldsom die aan de overtreder, bij wijze van minnelijke schikking in de zin van artikel 11bis van die wet, ter betaling wordt voorgesteld, niet minder dan (25 EUR) en niet meer dan (250.000 EUR) bedragen. Bij samenloop van verscheidene, zodanige overtredingen worden de geldsommen samengesteld, zonder dat het bedrag ervan meer dan (500.000 EUR) mag bedragen. <KB 1999-09-29/37, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-12-1999> <KB 2000-07-20/51, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art.3. Vooraleer het voorstel van betaling toe te zenden aan de overtreder wordt hem een afschrift van het proces-verbaal waarbij de overtreding wordt vastgesteld, ter kennis gebracht bij ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs en uiterlijk de dertigste dag na de datum van het proces-verbaal.

Art.4. Indien geen voorstel van betaling wordt gedaan binnen de termijn bepaald in artikel 5, eerste lid, wordt het proces-verbaal bij het verstrijken van die termijn onmiddellijk toegezonden aan de procureur des Konings.

Art.5. Elk voorstel van betaling, samen met een stortings- of overschrijvingsformulier, wordt aan de overtreder toegezonden bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal.
  Het voorstel vermeldt de termijn waarbinnen de betaling moet worden gedaan. De termijn is ten minste acht dagen en ten hoogste drie maanden.

Art.6. Bij niet-betaling binnen de termijn vermeld in het voorstel van betaling, wordt het proces-verbaal toegezonden aan de procureur des Konings.

Art. 7. Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.