Details





Titel:

24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-09-2006 en tekstbijwerking tot 19-03-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Betreffende ambulante activiteiten die niet aan het toepassingsgebied van de wet onderworpen zijn.
Art. 6
Art. 6 Vlaams Gewest
Art. 7
Art. 7 Vlaams Gewest
Art. 8
Art. 8 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 9
Art. 9 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 10
Art. 10 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 11
Art. 11 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 12
Art. 12 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HOOFDSTUK IV. - Betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten.
Afdeling I. - Betreffende de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten.
Afdeling I. Brussels Hoofdstedelijk Gewest. [1 - Vergunning voor ambulante activiteiten ten huize van de consument]1.
Art. 13
Art. 13 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 13 Vlaams Gewest
Art. 14
Art. 14 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 14 Vlaams Gewest
Art. 14/1
Art. 14/1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 15
Art. 15 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 15 Vlaams Gewest
Art. 16
Art. 16 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 17
Art. 17 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 17 Vlaams Gewest
Art. 18
Art. 18 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 18/1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Afdeling II. - Betreffende de voorwaarden tot uitoefening van ambulante activiteiten.
Art. 19-20
Art. 20 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 20 Vlaams Gewest
Art. 21
Art. 21 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 22
Art. 22 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 22 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK V. - Betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en het openbaar domein.
Afdeling I. - Betreffende de organisatie van openbare markten.
Onderafdeling I. - Algemeenheden.
Art. 23
Art. 23 Vlaams Gewest
Art. 24
Art. 24 Vlaams Gewest
Onderafdeling II. - Betreffende de personen aan wie de standplaatsen op de openbare markten kunnen toegewezen worden alsook zij die deze kunnen innemen.
Art. 25
Art. 25 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 26
Art. 26 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 26 Vlaams Gewest
Onderafdeling III. - Betreffende de toewijzingsregels inzake losse standplaatsen op de openbare markten.
Art. 27
Art. 27 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 27 WAALS GEWEST
Art. 27 Vlaams Gewest
Onderafdeling IV. - Betreffende de toewijzingsregels inzake standplaatsen per abonnement op de openbare markten.
Art. 28
Art. 28 Vlaams Gewest
Art. 29-30
Art. 30 Vlaams Gewest
Art. 31
Art. 31 Vlaams Gewest
Art. 32
Art. 32 Vlaams Gewest
Art. 33-34
Art. 34 Vlaams Gewest
Onderafdeling V. - Betreffende de onderverhuring van standplaatsen, hun overdracht alsook de opschorting van abonnementen.
Onderafdeling V. Vlaams Gewest. - [1 De overdracht van standplaatsen en de opschorting van abonnementen]1.
Art. 35
Art. 35 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 35 WAALS GEWEST
Art. 35 Vlaams Gewest
Art. 36
Art. 36 Vlaams Gewest
Art. 37
Art. 37 Vlaams Gewest
Afdeling II. - Betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein.
Onderafdeling I. - Algemeenheden.
Art. 38-39
Art. 39 Vlaams Gewest
Onderafdeling II. - Betreffende de personen aan wie de standplaatsen op het openbaar domein kunnen toegewezen worden alsook zij die deze kunnen innemen.
Art. 40-41
Onderafdeling III. - Betreffende de toewijzingsregels inzake de standplaatsen op het openbaar domein.
Art. 42
Art. 42 Vlaams Gewest
Art. 43
Art. 43 Vlaams Gewest
Afdeling III. - De personen belast met de praktische organisatie van de openbare markten en de uitoefening van ambulante activiteiten op het openbaar domein.
Art. 44
Art. 44 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK VI. - Betreffende het onderzoek en de vaststelling van overtredingen.
Art. 45
Art. 45 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK VII. - Betreffende de minnelijke schikking.
Art. 46-49
Art. 49 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 49 Vlaams Gewest
Art. 50-51
HOOFDSTUK VIII. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 52-54
BIJLAGEN.
Art. N1
Art. N1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. N2
Art. N2 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. N3
Art. N3 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. N4
Art. N4 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. N5
Art. N5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995016115 





Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° de wet : de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;
  2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Middenstand behoort.

Art. 1_VLAAMS_GEWEST.    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :  1° de wet : de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;  2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Middenstand behoort;  [1 3° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art.2.De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten op de plaatsen bedoeld in artikel 4, § 1, van de wet, [1 ...]1 is onderworpen aan de bepalingen van de wet, behalve indien het diensten betreft die behoren tot beroepen die onderworpen zijn aan regels inzake deontologie, goedgekeurd door de openbare machten.
  ----------
  (1)<W 2016-06-29/01, art. 54, 005; Inwerkingtreding : 16-07-2016>

Art.3.
  <Opgeheven bij W 2016-06-29/01, art. 55, 005; Inwerkingtreding : 16-07-2016>

Art.4. Overeenkomstig artikel 4, § 1, vierde lid, van de wet is de uitoefening van de volgende ambulante activiteiten toegestaan op de volgende plaatsen :
  1° de verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van bloemen in cafés, hotels en restaurants;
  2° de verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten aan de ingang van en op de plaatsen waar culturele en sportieve manifestaties plaatsvinden, tijdens het verloop van de manifestatie; de verkoop moet bijkomstig blijven aan de manifestatie en de goederen en diensten moeten erop betrekking hebben;
  3° de verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten op private plaatsen waar manifestaties plaatsvinden van de verkoop van goederen die aan de verkoper toebehoren, bedoeld in artikel 6.

Art.5.
  <Opgeheven bij W 2016-06-29/01, art. 56, 005; Inwerkingtreding : 16-07-2016>

HOOFDSTUK III. - Betreffende ambulante activiteiten die niet aan het toepassingsgebied van de wet onderworpen zijn.
Art.6. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van goederen die aan de verkoper toebehoren is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, in zoverre deze occasioneel blijft en betrekking heeft op goederen die de verkoper niet heeft aangekocht, gefabriceerd of geproduceerd met het oog op de verkoop en zij het normaal beheer van een privaat vermogen niet te buiten gaat.
  Wanneer ze plaats vindt tijdens een manifestatie die verschillende niet-professionele verkopers verenigt, dient deze vooraf toegestaan te worden door de burgemeester van de gemeente van de plaats waar ze doorgaat of zijn afgevaardigde. Deze kan ze voorbehouden aan niet-professionele verkopers of ze uitbreiden tot professionelen. Hij kan het thema ervan ook specialiseren.
  Tijdens de manifestatie, moet elke professionele verkoper, gedurende de hele duur ervan, zijn hoedanigheid kunnen bewijzen door middel van een leesbaar identificatiebord dat op een zichtbare wijze op de standplaats is aangebracht. Dit identificatiebord draagt de aanduidingen voorzien in artikel 21, § 2.

Art. 6_VLAAMS_GEWEST.    De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van goederen die aan de verkoper toebehoren is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, in zoverre deze occasioneel blijft en betrekking heeft op goederen die de verkoper niet heeft aangekocht, gefabriceerd of geproduceerd met het oog op de verkoop en zij het normaal beheer van een privaat vermogen niet te buiten gaat. [1 De gemeente kan in haar gemeentelijk reglement het occasionele karakter definiëren.]1  Wanneer ze plaats vindt tijdens een manifestatie die verschillende niet-professionele verkopers verenigt, dient deze vooraf toegestaan te worden door de burgemeester van de gemeente van de plaats waar ze doorgaat of zijn afgevaardigde. Deze kan ze voorbehouden aan niet-professionele verkopers of ze uitbreiden tot professionelen. Hij kan het thema ervan ook specialiseren.  Tijdens de manifestatie, moet elke professionele verkoper, gedurende de hele duur ervan, zijn hoedanigheid kunnen bewijzen door middel van een leesbaar identificatiebord dat op een zichtbare wijze op de standplaats is aangebracht. Dit identificatiebord draagt de aanduidingen voorzien in artikel 21, § 2.  [1 De gemeente kan individuele particuliere verkopen onderwerpen aan een voorafgaande toestemming.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.7. § 1. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten met een niet-commercieel karakter is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet wanneer zij aan volgende voorwaarden voldoet :
  1° plaatsvindt met een menslievend, sociaal, cultureel, educatief, sportief doel of wanneer zij als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld of de ambacht of streekproducten heeft;
  2° occasioneel blijft;
  3° wanneer ze zich beperkt tot de grenzen van een gemeente, zij voorafgaand toegelaten is door de burgemeester of zijn afgevaardigde;
  4° wanneer zij de grenzen van een gemeente overschrijdt, zij voorafgaand toegelaten is door de Minister of de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd.
  Voor de verenigingen en instellingen van openbaar nut en andere instellingen erkend door de Minister van Financiën, met toepassing van artikel 104, 3°, a), b), en d) tot l), 4°, en 4°bis, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, wordt de aanvraag tot machtiging vervangen door een verklaring die moet ingediend worden bij de Overheid bedoeld in het eerste lid, 3° of 4°, al naar gelang, door de verantwoordelijke van de actie, tenminste drie werkdagen vóór de aanvang ervan.
  Wanneer de verkoop betrekking heeft op voedingswaren bedoeld in een reglementering inzake volksgezondheid, moeten deze waren bereid, bewaard, vervoerd en behandeld worden overeenkomstig de bepalingen vastgelegd door deze reglementering.
  Tijdens de verkoop dient elke verkoper herkenbaar te zijn door middel van een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren.
  Na afloop van de activiteit moet de verantwoordelijke aan de overheid die hem de toelating heeft verleend, het bewijs van de bestemming van de fondsen tot het realiseren van het aangegeven doel, overhandigen. Deze verplichting moet nageleefd zijn binnen de dertig dagen volgend op het verstrijken van de geldigheid van de toelating.
  De verenigingen, de instellingen van openbaar nut en de andere instellingen bedoeld in het tweede lid zijn vrijgesteld van de verplichting bedoeld in het vorig lid.
  De jeugdverenigingen, erkend en gesubsidieerd door de Overheden bevoegd voor jeugdaangelegenheden, zijn vrijgesteld van de verplichtingen bedoeld in het eerste lid, 3° en 4°, in het tweede, in het vijfde, in het zesde lid en in het derde paragraaf.
  § 2. De aanvraag van een toelating of de verklaring dient, afhankelijk van de situatie, aan de burgemeester of aan zijn afgevaardigde of aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd gericht te zijn op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs. Zij bepaalt de verantwoordelijke van de actie, het doel ervan, de plaats of plaatsen alsook de periode of periodes van verkoop, de te koop aangeboden producten of diensten en een schatting van hun hoeveelheid.
  De toelating is beperkt tot één jaar. Zij is hernieuwbaar. Zij bevat de vermeldingen overgenomen van de aanvraag. De verklaring kan meerdere acties beogen; deze mogen een periode van één jaar niet overschrijden. Zij is eveneens hernieuwbaar.
  De Minister of de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd informeert de burgemeester over de toelatingen en verklaringen betreffende zijn bevoegdheid en omgekeerd informeert deze laatste of zijn afgevaardigde de Minister over alle toelatingen die hij verleent en verklaringen die hij ontvangt. Deze kennisgevingen gebeuren voor de realisatie van de actie.
  § 3. In geval van humanitaire catastrofe, ramp of belangrijke schade kan de Minister bij algemene toelating, geldig voor een vastgestelde periode, elke verkoopsmanifestatie gericht op het verlenen van hulp aan de slachtoffers van deze gebeurtenissen dekken. Binnen dit kader zijn de verantwoordelijken van deze manifestaties gehouden, afhankelijk van de situatie, ofwel de burgemeester of zijn afgevaardigde of de Minister of de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd van de werkwijze van de manifestatie onverwijld op de hoogte te brengen, zoals voorzien in het eerste lid. Deze algemene toelating verleent geen vrijstelling inzake de naleving van de andere bepalingen van dit artikel.
  § 4. De toelating kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden indien hun doelstelling niet overeenstemt met de doelstellingen opgesomd in § 1, eerste lid, of indien de voorgestelde verkopen een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of rust.
  Indien de overheid bevoegd voor de aflevering van de toelating of voor de ontvangst van de verklaring argwaan heeft betreffende de reële doelstellingen van de actie of betreffende de moraliteit van de verantwoordelijke(n), kan zij een voorafgaand onderzoek laten uitvoeren door de diensten bedoeld in artikel 11, § 1, van de wet en 45 van het besluit. Zij kan ook van een of meerdere verantwoordelijken eisen een bewijs van goed gedrag en zeden voor te leggen.
  De toelating kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden, indien de voorgestelde verkopen geacht worden ernstige schade toe te brengen aan de handel.
  De toelating kan ingetrokken worden of de actie verboden worden, tijdens de manifestatie, door de bevoegde overheid als vastgesteld wordt dat de voorwaarden van de toelating of van de verklaring of de voorschriften vermeld in dit artikel niet worden nageleefd.
  Iedere nieuwe actie kan verboden worden voor een natuurlijke of rechtspersoon of de vereniging, die de bepalingen van dit artikel niet naleeft, gedurende een periode van één jaar, te rekenen vanaf de vaststelling van de niet-naleving. In geval van recidive kan de duur van de voornoemde periode op drie jaar worden gebracht.
  De weigering, het verbod of de intrekking wordt betekend hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, hetzij op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Art. 7_VLAAMS_GEWEST.    [1 § 1. Producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet als die activiteiten aan al de volgende voorwaarden voldoen:   1° ze vinden plaats met een menslievend, sociaal, cultureel, educatief, sportief doel of met als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld, een ambacht of streekproducten, of bij een humanitaire catastrofe, een ramp of belangrijke schade;   2° ze blijven occasioneel;   3° de betrokken burgemeester of zijn afgevaardigde heeft vooraf toestemming verleend;   4° voorafgaand toegelaten zijn door de Minister of de personeelsleden aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd als ze de grenzen van de gemeente overschrijdt en geen bijkomende toelating van de gemeente vereist is.   De voorwaarde vermeld in het eerste lid, 3°, geldt niet ingeval toepassing wordt gemaakt van het eerste lid, 4°.   De gemeente kan in haar gemeentelijk reglement het occasionele karakter, vermeld in het eerste lid, 2°, definiëren.   Tijdens de verkoop, te-koop-aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten als vermeld in het eerste lid, is elke verkoper herkenbaar via een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren.   Op verzoek van de overheid die de toestemming heeft verleend, overhandigt de verantwoordelijke, binnen dertig dagen, het bewijs van de bestemming van de fondsen om het aangegeven doel te realiseren.   § 2. De aanvraag van een toestemming als vermeld in paragraaf 1, is, afhankelijk van de situatie, aan de burgemeester(s) of aan zijn afgevaardigde(n) of aan de Minister of aan de personeelsleden aan wie hij die bevoegdheid heeft gedelegeerd, gericht op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs. Ze bepaalt de verantwoordelijke van de actie, het doel ervan, de plaats of plaatsen, alsook de periode of periodes van verkoop, de te koop aangeboden producten of diensten en een schatting van de hoeveelheid.   De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, is beperkt tot één jaar. Ze is hernieuwbaar. Ze bevat de vermeldingen uit de aanvraag.   § 3. De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden als de doelstelling niet overeenstemt met de doelstellingen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, of als de voorgestelde verkopen een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of rust.   Als de overheid die ervoor bevoegd is de toestemming te verlenen, argwaan heeft over de reële doelstellingen van de actie of over de moraliteit van de verantwoordelijke(n), kan ze een voorafgaand onderzoek laten uitvoeren door de personen, vermeld in artikel 11, § 1, van de wet, en artikel 45 van dit besluit. Ze kan ook van een of meer verantwoordelijken eisen dat ze een uittreksel uit het strafregister voorleggen.   De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, kan ingetrokken worden of de actie kan verboden worden, tijdens de manifestatie, door de bevoegde overheid als vastgesteld wordt dat de voorwaarden van de toestemming of van de verklaring of de voorschriften, vermeld in dit artikel, niet worden nageleefd.   Iedere nieuwe actie kan verboden worden voor een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging die de bepalingen van dit artikel niet naleeft, gedurende een periode van één jaar vanaf de vaststelling van de niet-naleving. In geval van recidive kan de duur van de voormelde periode op drie jaar worden gebracht.   De weigering, het verbod of de intrekking wordt betekend met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.8. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten in het kader van handels-, landbouw- of ambachtsbeurzen en tentoonstellingen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, in zoverre dat :
  1° zij een promotioneel karakter heeft;
  2° zij voorbehouden is aan handelaars, ambachtslui, landbouwers, producenten en kwekers van de activiteitssector of van de streek die door het thema van de manifestatie gedekt wordt, aan de vertegenwoordigers van verenigingen en private of publieke instellingen die sectoriële of geografische economische belangen verdedigen alsook aan de professionele verkopers van goederen of diensten noodzakelijk voor het onthaal van de bezoekers;
  3° de manifestatie een uitzonderlijk en tijdelijk karakter heeft.
  Ook de verkopers die handelen binnen de overeenkomstig artikel 7 van dit besluit toegestane verkopen kunnen tot de manifestatie toegelaten worden.
  Iedere deelnemer moet zich kunnen identificeren aan de hand van een uithangbord voorzien in artikel 21, § 2, wat de professionele verkopers betreft en voor de verenigingen en instellingen aan de hand van een gelijkaardig uithangbord met vermelding van hun benaming en het adres van hun zetel. Deze uithangborden moeten op een zichtbare wijze op de standplaats aangebracht zijn.

Art.8_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten in het kader van handels-, landbouw- of ambachtsbeurzen en tentoonstellingen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, in zoverre dat :  1° zij een promotioneel karakter heeft;  2° zij voorbehouden is aan [1 ondernemingen]1 van de activiteitssector of van de streek die door het thema van de manifestatie gedekt wordt, aan de vertegenwoordigers van verenigingen en private of publieke instellingen die sectoriële of geografische economische belangen verdedigen alsook aan de professionele verkopers van goederen of diensten noodzakelijk voor het onthaal van de bezoekers;  3° de manifestatie een uitzonderlijk en tijdelijk karakter heeft.  Ook de verkopers die handelen binnen de overeenkomstig artikel 7 van dit besluit toegestane verkopen kunnen tot de manifestatie toegelaten worden.  Iedere deelnemer moet zich kunnen identificeren aan de hand van een uithangbord voorzien in artikel 21, § 2, wat de professionele verkopers betreft en voor de verenigingen en instellingen aan de hand van een gelijkaardig uithangbord met vermelding van hun benaming en het adres van hun zetel. Deze uithangborden moeten op een zichtbare wijze op de standplaats aangebracht zijn.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.9. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van goederen en diensten binnen het kader van manifestaties ter bevordering van de lokale handel of het lokale gemeenschapsleven, bedoeld in artikel 5, 2°, van de wet, is niet onderworpen aan de bepalingen hiervan wanneer deze plaats heeft binnen het kader van een manifestatie toegestaan door de burgemeester of zijn afgevaardigde en ze voorbehouden is aan plaatselijke handelaars, ambachtslui, landbouwers, kwekers of producenten of deze die uitgenodigd zijn door de burgemeester of zijn afgevaardigde. De verenigingen en instellingen die de belangen van deze professionele groepen verdedigen mogen eveneens toegelaten worden om aan deze manifestaties deel te nemen.
  Tijdens deze manifestaties moeten de professionele verkopers zich kunnen identificeren door middel van het uithangbord voorzien in artikel 21, § 2, en de verenigingen en instellingen bedoeld in het vorig lid door middel van een gelijkaardig uithangbord met vermelding van de benaming en het adres van hun zetel. Deze uithangborden moeten op een zichtbare wijze op de standplaats aangebracht zijn.
  De verplichting zich te identificeren zoals bedoeld in het vorig lid is niet van toepassing voor handelaars die verkopen voor hun winkel.
  Kunnen eveneens tot deze manifestaties toegelaten worden, de verkopers die handelen binnen de overeenkomstig artikel 7 van dit besluit toegestane verkopen.

Art.9_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van goederen en diensten binnen het kader van manifestaties ter bevordering van de lokale handel of het lokale gemeenschapsleven, bedoeld in artikel 5, 2°, van de wet, is niet onderworpen aan de bepalingen hiervan wanneer deze plaats heeft binnen het kader van een manifestatie toegestaan door de burgemeester of zijn afgevaardigde en ze voorbehouden is aan plaatselijke [1 ondernemingen]1 of deze die uitgenodigd zijn door de burgemeester of zijn afgevaardigde. De verenigingen en instellingen die de belangen van deze professionele groepen verdedigen mogen eveneens toegelaten worden om aan deze manifestaties deel te nemen.  Tijdens deze manifestaties moeten de professionele verkopers zich kunnen identificeren door middel van het uithangbord voorzien in artikel 21, § 2, en de verenigingen en instellingen bedoeld in het vorig lid door middel van een gelijkaardig uithangbord met vermelding van de benaming en het adres van hun zetel. Deze uithangborden moeten op een zichtbare wijze op de standplaats aangebracht zijn.  De verplichting zich te identificeren zoals bedoeld in het vorig lid is niet van toepassing voor [1 ondernemingen]1 die verkopen voor hun winkel.  Kunnen eveneens tot deze manifestaties toegelaten worden, de verkopers die handelen binnen de overeenkomstig artikel 7 van dit besluit toegestane verkopen.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.10.De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door een handelaar voor zijn winkel is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet wanneer de aangeboden producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze die in de winkel verkocht worden.

Art.10_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door een [1 onderneming voor haar]1 winkel is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet wanneer de aangeboden producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze die in de winkel verkocht worden.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.11. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door een handelaar in de lokalen van een andere handelaar, tijdens de normale openingsuren van de onthalende vestiging, is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, indien de producten en diensten aangeboden door de uitgenodigde handelaar aanvullend zijn aan deze verkocht in de winkel die hem ontvangt.
  De verrichtingen van de uitgenodigde handelaar blijven periodiek of tijdelijk en bijkomstig aan deze van de onthalende handelaar.
  De uitgenodigde handelaar dient zich te identificeren aan de hand van een uithangbord voorzien in artikel 21, § 2.

Art.11_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door een [1 onderneming]1 in de lokalen van een andere [1 onderneming]1, tijdens de normale openingsuren van de onthalende vestiging, is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet, indien de producten en diensten aangeboden door de uitgenodigde [1 onderneming]1 aanvullend zijn aan deze verkocht in de winkel die hem ontvangt.  De verrichtingen van de uitgenodigde [1 onderneming]1 blijven periodiek of tijdelijk en bijkomstig aan deze van de onthalende [1 onderneming]1.  De uitgenodigde [1 onderneming]1 dient zich te identificeren aan de hand van een uithangbord voorzien in artikel 21, § 2.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.12. § 1. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten met een promotioneel doel, door een handelaar, een ambachtsman, een landbouwer, een kweker of een producent, buiten zijn vestigingen vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen en buiten het kader van de manifestaties voorzien in artikel 5, 2°, van de wet, is niet onderworpen aan de bepalingen van deze laatste wanneer zij uitzonderlijk en tijdelijk is, zij voorafgaand kenbaar gemaakt wordt aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd en de verkochte producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de vestigingen van de verkoper, vermeld in de Kruispuntbank van Ondernemingen.
  Deze verklaring dient te gebeuren ten minste 30 dagen voorafgaand aan de actie, bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs. Zij vermeldt, in voorkomend geval, het aantal soortgelijke transacties die werden verricht gedurende de laatste twaalf maanden voorafgaand aan de dag waarop de verklaring werd verzonden. Ze specifieert de plaats en de duur van verkoop, de producten en diensten die te koop aangeboden worden en motiveert de keuze van de plaats waar ze plaats heeft.
  § 2. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van een stock van goederen, in uitverkoop, door een handelaar buiten de voor zijn activiteiten bestemde vestigingen, in de gevallen bedoeld in artikel 48, § 2, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, is niet onderworpen aan de bepalingen van deze wet in zoverre zij de voorwaarden vastgelegd in vermeld artikel 48, § 2, bovengenoemd, naleeft.
  § 3. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van artistieke producten door hun auteur of van artistieke diensten is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.
  § 4. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door " plaatsaanwijzers " in bioscopen, theaters en andere plaatsen waar voorstellingen worden gegeven, is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.
  § 5. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop door de openbare overheden, door deze laatste erkende instellingen en personen van publiek recht, van gestolen en gevonden voorwerpen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.
  § 6. De verkoop, te koop aanbieding en uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door de OCMW en de liefdadigheidsinstellingen erkend door de gemeente aan personen die ze helpen of ten bate van hen, is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.
  § 7. De verkoop, te koop aanbieding of de uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten ten huize van een consument ander dan de koper is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet op voorwaarde dat :
  1° de verkoper voldoet aan de bepalingen van het Wetboek van de Belasting op de Toegevoegde Waarde;
  2° de handeling op generlei wijze permanent is en in één keer en op één dag plaats heeft;
  3° de verkoop vooraf en persoonlijk wordt aangekondigd aan allen voor wie hij bestemd is, met vermelding van de producten en diensten waarop ze betrekking heeft;
  4° de verkoop plaats heeft in het bewoonde gedeelte van een woning dat uitsluitend voor privé doeleinden gebruikt wordt.

Art.12_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    § 1. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten met een promotioneel doel, door een [1 onderneming buiten haar vestigingseenheden ingeschreven]1 in de Kruispuntbank van Ondernemingen en buiten het kader van de manifestaties voorzien in artikel 5, 2°, van de wet, is niet onderworpen aan de bepalingen van deze laatste wanneer zij uitzonderlijk en tijdelijk is [1 ...]1 en de verkochte producten en diensten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de [1 vestigingseenheden van de onderneming ingeschreven]1 in de Kruispuntbank van Ondernemingen.  [1 ...]1.  § 2. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van een stock van goederen, in uitverkoop, door een [1 onderneming buiten de voor haar activiteiten bestemde vestigingseenheden, in de gevallen bedoeld in artikel VI.23, § 2, van het Wetboek Economisch Recht, voor de voorwaarden bepaald in dat artikel worden nageleefd]1, naleeft.  § 3. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van artistieke producten door hun auteur of van artistieke diensten is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.  § 4. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door " plaatsaanwijzers " in bioscopen, theaters en andere plaatsen waar voorstellingen worden gegeven, is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.  § 5. De verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop door de openbare overheden, door deze laatste erkende instellingen en personen van publiek recht, van gestolen en gevonden voorwerpen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.  § 6. De verkoop, te koop aanbieding en uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten door de OCMW en de liefdadigheidsinstellingen erkend door de gemeente aan personen die ze helpen of ten bate van hen, is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet.  § 7. De verkoop, te koop aanbieding of de uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten ten huize van een consument ander dan de koper is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet op voorwaarde dat :  1° de verkoper voldoet aan de bepalingen van het Wetboek van de Belasting op de Toegevoegde Waarde;  2° de handeling op generlei wijze permanent is en in één keer en op één dag plaats heeft;  3° de verkoop vooraf en persoonlijk wordt aangekondigd aan allen voor wie hij bestemd is, met vermelding van de producten en diensten waarop ze betrekking heeft;  4° de verkoop plaats heeft in het bewoonde gedeelte van een woning dat uitsluitend voor privé doeleinden gebruikt wordt.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


HOOFDSTUK IV. - Betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten.
Afdeling I. - Betreffende de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten.
Afdeling I. BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 - Vergunning voor ambulante activiteiten ten huize van de consument]1.   ----------   (1)
Art.13. De persoon die voor eigen rekening of als verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon een ambulante activiteit uitoefent, moet over een machtiging beschikken, voorzien in Bijlage Ia van dit besluit. Deze machtiging, " machtiging als werkgever "genoemd, is persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij is geldig voor de duur van de activiteit zolang de natuurlijke persoon of rechtspersoon voldoet aan de voorwaarden tot uitoefening van deze activiteit.
  Zij wordt toegekend aan de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon voor rekening van deze.

Art.13_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De onderneming vraagt de vergunning voor ambulante activiteiten ten huize van de consument aan bij een erkend ondernemingsloket.   De onderneming voegt een uittreksel uit het strafregister bestemd voor een overheidsdienst toe, minder dan drie maanden geleden afgegeven op naam van de onderneming natuurlijke persoon of, in het geval een rechtspersoon, de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur van de onderneming.   Indien de betrokkene als meerderjarige zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad in het buitenland, voegt de onderneming elk document toe uit de betrokken landen dat een gelijkwaardig doel heeft of waaruit blijkt dat aan de voorwaarde bedoeld in artikel 3, Ї 2, tweede lid, van de wet is voldaan.   De onderneming betaalt bij de vergunningsaanvraag 150 euro aan het ondernemingsloket.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. 13_VLAAMS_GEWEST.    De persoon die voor eigen rekening of als verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon een ambulante activiteit uitoefent, moet over een machtiging beschikken, voorzien in Bijlage Ia van dit besluit. Deze machtiging, " machtiging als werkgever "genoemd, is persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij is geldig voor de duur van de activiteit zolang de natuurlijke persoon of rechtspersoon voldoet aan de voorwaarden [1 voor het verkrijgen van de machtiging en]1 tot uitoefening van deze activiteit.  Zij wordt toegekend aan de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon voor rekening van deze.
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.14. § 1. De persoon die een ambulante activiteit uitoefent voor rekening of in dienst van een persoon bedoeld in artikel 13 moet in het bezit zijn van een machtiging voorzien in Bijlage Ib van dit besluit. Deze machtiging wordt " machtiging als aangestelde A " genoemd. Zij wordt uitgereikt op naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst de " aangestelde " werkzaam is. Haar geldigheidsduur komt overeen met deze van de " machtiging als werkgever " waaraan zij verbonden is.
  § 2. Wanneer de ambulante activiteit echter uitgeoefend wordt ten huize van de consument moet de aangestelde over een machtiging beschikken voorzien in Bijlage Ic van dit besluit. Deze machtiging, " machtiging als aangestelde B " genoemd, is persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij wordt, afhankelijk van de noden van de onderneming in ambulante activiteiten, hetzij voor een periode van onbepaalde duur hetzij voor een periode van bepaalde duur uitgereikt. In het laatste geval is zij moduleerbaar, per volledige maand, van een tot twaalf maanden. Zij is verlengbaar voor een periode van bepaalde of onbepaalde duur.
  De machtiging blijft geldig voor de duur van de activiteit van de aangestelde zolang deze aan de voorwaarden tot uitoefening van de activiteit voldoet. Zij mag noch de machtiging als werkgever, met dewelke zij verbonden is, noch desgevallend deze waarvoor ze is uitgereikt, overschrijden.

Art.14_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 Het erkende ondernemingsloket beslist over de vergunningsaanvraag binnen 30 dagen van de ontvangst van het volledig dossier en de betaling.   Als het ondernemingsloket niet beslist binnen die termijn wordt de vergunning geacht afgeleverd te zijn.   Het ondernemingsloket brengt de onderneming en Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel op de hoogte van de beslissing.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. 14_VLAAMS_GEWEST.    § 1. De persoon die een ambulante activiteit uitoefent voor rekening of in dienst van een persoon bedoeld in artikel 13 moet in het bezit zijn van een machtiging voorzien in Bijlage Ib van dit besluit. Deze machtiging wordt " machtiging als aangestelde A " genoemd. Zij wordt uitgereikt op naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst de " aangestelde " werkzaam is. Haar geldigheidsduur komt overeen met deze van de " machtiging als werkgever " waaraan zij verbonden is.  § 2. Wanneer de ambulante activiteit echter uitgeoefend wordt ten huize van de consument moet de aangestelde over een machtiging beschikken voorzien in Bijlage Ic van dit besluit. Deze machtiging, " machtiging als aangestelde B " genoemd, is persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij wordt, afhankelijk van de noden van de onderneming in ambulante activiteiten, hetzij voor een periode van onbepaalde duur hetzij voor een periode van bepaalde duur uitgereikt. In het laatste geval is zij moduleerbaar, per volledige maand, van een tot twaalf maanden. Zij is verlengbaar voor een periode van bepaalde of onbepaalde duur.  De machtiging blijft geldig voor de duur van de activiteit van de aangestelde zolang deze aan de voorwaarden [1 voor het verkrijgen van de machtiging en]1 tot uitoefening van de activiteit voldoet. Zij mag noch de machtiging als werkgever, met dewelke zij verbonden is, noch desgevallend deze waarvoor ze is uitgereikt, overschrijden.
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art. 14/1. [1 De machtigingen ambulante activiteiten bedoeld in de artikelen 13 en 14 hebben de vorm van een kaart met ID1-formaat. Behalve de gegevens bedoeld in de bijlagen Ia, Ib en Ic, bevatten ze eveneens een QR-code die toegang verleent tot de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-03-11/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2013>

Art.14/1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De vergunde onderneming brengt, binnen 30 dagen van het voorval, een erkend ondernemingsloket op de hoogte van elke wijziging van haar situatie die een invloed heeft op de vergunning.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.15. De machtiging is slechts geldig wanneer zij van het identiteitsbewijs vergezeld is. Zij moet voorgelegd worden op elk verzoek van de personen bedoeld in artikel 11, § 1, van de wet en 44 en 45 van het besluit.

Art.15_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 Ї 1. De directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of de ambtenaar die hij aanduidt is bevoegd voor de behandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 3, Ї 2, vijfde lid, 4А, van de wet.   Ї 2. De onderneming kan binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de weigering tot vergunning het met redenen omkleed verzoek indienen bij de ambtenaar bedoeld in paragraaf 1.   Het verzoek is gedagtekend en ondertekend en wordt neergelegd op een van de volgende wijzen:   1А een ter post aangetekend schrijven;   2А een e-mail, gericht aan het e-mailadres dat Brussel Economie en Werkgelegenheid daarvoor op zijn website aangeeft;   3А de digitale applicatie die Brussel Economie en Werkgelegenheid daartoe ter beschikking stelt.   Het verzoek bevat in elk geval de beoordeling van de onderneming ten aanzien van de weigering. Het verzoek is in voorkomend geval vergezeld van rechtvaardigingstukken.   Ї 3. Het recht van beroep geldt eenmalig per beslissing tot weigering. Een beslissing die wordt gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van artikel 18 kan geen aanleiding geven tot een nieuw beroep.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. 15_VLAAMS_GEWEST.    [1 De machtiging is alleen geldig als de volgende documenten erbij gevoegd zijn:   1° het identiteitsbewijs van haar houder of, voor de niet-ingezeten en de buitenlandse onderdanen, een identiteitsbewijs dat dat vervangt;   2° een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en desgevallend tegen brandrisico's;   3° het bewijs dat bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, voldaan wordt aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.   De machtiging en documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, worden voorgelegd op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, § 1, van de wet, en artikel 44 en 45 van dit besluit.   De gemeente of de concessionaris zal de machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren.]1
  ----------
  (1)<AGF 2017-04-21/13, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>

Art.16. Het verkrijgen van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten is aan volgende voorwaarden onderworpen :
  1° onverminderd de bepalingen van internationale verdragen en overeenkomsten :
  - of Belg zijn of echtgenoot van een Belg of, op voorwaarde dat zij zich met een van hen vestigen of komen vestigen :
  a) de bloedverwanten in nederdalende lijn, of die van hun echtgenoot, beneden de 21 jaar of die te hunnen laste zijn;
  b) de bloedverwanten in opgaande lijn of die van hun echtgenoot, die te hunnen laste zijn;
  c) de echtgenoot van de personen bedoeld in a en b ;
  - of onderdaan van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn of op voorwaarde dat ze zich met hen vestigen of komen vestigen :
  a) zijn echtgenoot;
  b) zijn bloedverwanten in nederdalende lijn, of die van hun echtgenoot, beneden 21 jaar of die te hunnen laste zijn;
  c) zijn bloedverwanten in opgaande lijn of die van zijn echtgenoot, die te hunnen laste zijn met uitzondering van de bloedverwanten in opgaande lijn van studenten of die van hun echtgenoot;
  d) de echtgenoot van de personen bedoeld in b en c ;
  - of gemachtigd of toegelaten zijn tot onbeperkt verblijf of vestiging;
  - of erkend vluchteling in België zijn;
  2° indien de ambulante activiteit uitgeoefend wordt in een gereglementeerd gebied, voorafgaand aan deze bepalingen voldoen, tenzij een andere wettelijke of specifieke reglementaire bepaling er anders over beslist;
  3° indien de ambulante activiteit uitgeoefend wordt ten huize van de consument, van goed gedrag en zeden zijn.
  De machtiging kan enkel toegekend worden aan een persoon die niet aan deze voorwaarde voldoet dan na het akkoord van het Openbaar Ministerie betreffende de uitoefening van de geplande activiteit. In voorkomend geval wordt dit akkoord voor een proefperiode gegeven. Dit akkoord wordt door de aanvrager gevraagd.
  In geval van verlenging van een aanvraag tot machtiging, moet het getuigschrift van goed zedelijk gedrag of het document dat dit vervangt enkel afgeleverd worden wanneer het voorgaande attest dateert van meer dan een jaar terug.

Art.16_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 Ї 1. De termijn bedoeld in artikel 15, Ї 2, eerste lid, gaat in daags na ontvangst van de per ter post aangetekend schrijven verstuurde beslissing.   Behoudens bewijs van het tegendeel door de bestemmeling, wordt het aangetekend schrijven geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na de datum van verzending.   Ї 2. De vervaldag wordt in de termijn meegerekend. Indien deze dag echter op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt, wordt hij naar de eerstvolgende werkdag verschoven.   Ї 3. De ontvangstbevestiging bedoeld in artikel 17 en de beslissing bedoeld in artikel 18 worden betekend op dezelfde wijze als het beroep van de onderneming, tenzij de onderneming het gebruik aanvaardt van een ander middel als bedoeld in artikel 15, Ї 2, tweede lid.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.17. § 1. De aanvraag tot verkrijging van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten, wijziging van de gegevens die erop vermeld zijn en vervanging ervan, wordt door middel van het formulier weergegeven in Bijlage II van dit besluit, ingediend bij van één van de ondernemingsloketten ingesteld door de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. Ze wordt vergezeld van een bewijs van goed gedrag en zeden van de persoon voor wie de machtiging is gevraagd of van het akkoord van het Openbaar Ministerie betreffende de uitoefening van de geplande ambulante activiteit door de betrokkene.
  Na nazicht van de voorwaarden tot het uitoefenen van de gevraagde ambulante activiteit, levert het ondernemingsloket de machtiging of een document, dat de motivering in feite en in rechte bevat van de weigering tot toekenning van de machtiging, af.
  § 2. De weigering van de aflevering van de machtiging of de ongegronde afwezigheid van een beslissing binnen een termijn van tien dagen volgend op het verstrijken van de termijn van drie maanden bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de wet, is vatbaar voor beroep bij de Minister.
  Wordt beschouwd als ongegronde afwezigheid van beslissing, het gebrek aan een beslissing binnen de termijn bedoeld in het vorige lid in het kader van een aanvraag van machtiging die alle nodige stukken bevat om een beslissing te kunnen nemen.
  Het beroep moet ingediend worden bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs, binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag die volgt op de kennisneming door de aanvrager van de beslissing ter weigering afgeleverd door het ondernemingsloket of bij afwezigheid van een beslissing, de dag volgend op het verstrijken van de termijn voorzien in het eerste lid.
  De Minister of de ambtenaar aan wie hij zijn bevoegdheid heeft gedelegeerd, maakt aan de aanvrager zijn beslissing bekend, bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag volgend op de ontvangst van het beroep. Hij licht daarover eveneens het ondernemingsloket in dat zich naar zijn beslissing moet richten.
  Indien de termijnen bedoeld in deze paragraaf verstrijken op een zaterdag of een zondag worden deze verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
  § 3. Indien de machtiging onderworpen is aan de moraliteitsvereiste bedoeld in artikel 16, eerste lid, 3°, en zij gericht is op de indienstneming van een " aangestelde ", kan het bewijs van goed gedrag en zeden of het document dat dit vervangt voor niet-residenten, vervangen worden door een schriftelijke verklaring op eer van de " aangestelde " die verklaart dat hij van goed gedrag en zeden is.
  Als van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt de machtiging toegekend op straffe van nietigheid op voorwaarde dat het bewijs van goed gedrag en zeden of het document dat dit vervangt, afgeleverd wordt binnen de dertig dagen volgend op de dag van de aflevering van de machtiging.
  § 4. Bij een aanvraag tot vervanging van een machtiging levert het ondernemingsloket aan de aanvrager een verklaring af voorzien in Bijlage III van het besluit. Dit document laat een voortzetting van de activiteit toe tot aan de verkrijging van de vervangen machtiging.
  § 5. Bij ontvangst van een machtiging als gevolg van een aanvraag tot wijziging, moet de voorgaande machtiging teruggegeven worden aan het ondernemingsloket.
  Bij stopzetting van de ambulante activiteiten of bij het einde van de geldigheidsduur van een machtiging moet deze terugbezorgd worden aan het ondernemingsloket.
  § 6. Het ondernemingsloket informeert de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie over de machtigingen die ze aflevert.

Art.17_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De in artikel 15, § 1, bedoelde ambtenaar bezorgt binnen de 10 dagen na ontvangst van het verzoek een ontvangstmelding aan de onderneming.   Hij licht de onderneming in over het al dan niet ontvankelijk karakter van het verzoek.   Elk verzoek dat in een andere vorm of buiten de bepaalde termijn wordt ingediend, of niet beantwoordt aan de voorwaarden als bedoeld in de artikelen 15 en 16, is niet-ontvankelijk.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. 17_VLAAMS_GEWEST.    § 1. De aanvraag tot verkrijging van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten, wijziging van de gegevens die erop vermeld zijn en vervanging ervan, wordt door middel van het formulier weergegeven in Bijlage II van dit besluit, ingediend bij van één van de ondernemingsloketten ingesteld door de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. [1 Voor de persoon die de ambulante activiteit ten huize van de consument zal uitoefenen, wordt bij de aanvraag van een machtiging een uittreksel uit het strafregister gevoegd of het akkoord van het Openbaar Ministerie over de uitoefening van de geplande ambulante activiteit door de betrokkene.]1.  Na nazicht van de voorwaarden tot het uitoefenen van de gevraagde ambulante activiteit, levert het ondernemingsloket de machtiging of een document, dat de motivering in feite en in rechte bevat van de weigering tot toekenning van de machtiging, af.  § 2. De weigering van de aflevering van de machtiging of de ongegronde afwezigheid van een beslissing binnen een termijn van tien dagen volgend op het verstrijken van de termijn van drie maanden bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de wet, is vatbaar voor beroep bij de Minister.  Wordt beschouwd als ongegronde afwezigheid van beslissing, het gebrek aan een beslissing binnen de termijn bedoeld in het vorige lid in het kader van een aanvraag van machtiging die alle nodige stukken bevat om een beslissing te kunnen nemen.  Het beroep moet ingediend worden bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs, binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag die volgt op de kennisneming door de aanvrager van de beslissing ter weigering afgeleverd door het ondernemingsloket of bij afwezigheid van een beslissing, de dag volgend op het verstrijken van de termijn voorzien in het eerste lid.  De Minister of de ambtenaar aan wie hij zijn bevoegdheid heeft gedelegeerd, maakt aan de aanvrager zijn beslissing bekend, bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag volgend op de ontvangst van het beroep. Hij licht daarover eveneens het ondernemingsloket in dat zich naar zijn beslissing moet richten.  Indien de termijnen bedoeld in deze paragraaf verstrijken op een zaterdag of een zondag worden deze verlengd tot de eerstvolgende werkdag.  § 3. Indien de machtiging onderworpen is aan de moraliteitsvereiste bedoeld in artikel 16, eerste lid, 3°, en zij gericht is op de indienstneming van een " aangestelde ", kan het bewijs van goed gedrag en zeden of het document dat dit vervangt voor niet-residenten, vervangen worden door een schriftelijke verklaring op eer van de " aangestelde " die verklaart dat hij van goed gedrag en zeden is.  Als van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt de machtiging toegekend op straffe van nietigheid op voorwaarde dat het bewijs van goed gedrag en zeden of het document dat dit vervangt, afgeleverd wordt binnen de dertig dagen volgend op de dag van de aflevering van de machtiging.  § 4. Bij een aanvraag tot vervanging van een machtiging levert het ondernemingsloket aan de aanvrager een verklaring af voorzien in Bijlage III van het besluit. Dit document laat een voortzetting van de activiteit toe tot aan de verkrijging van de vervangen machtiging.  § 5. Bij ontvangst van een machtiging als gevolg van een aanvraag tot wijziging, moet de voorgaande machtiging teruggegeven worden aan het ondernemingsloket.  Bij stopzetting van de ambulante activiteiten of bij het einde van de geldigheidsduur van een machtiging moet deze terugbezorgd worden aan het ondernemingsloket.  § 6. Het ondernemingsloket informeert [1 het Agentschap Innoveren en Ondernemen]1 over de machtigingen die ze aflevert.
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.18. Bij aanvraag van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten ontvangt het ondernemingsloket een recht waarvan het bedrag als volgt vastgelegd is :
  1° voor de " machtiging als werkgever ", bedoeld in artikel 13 : 150 euro;
  2°.voor de " machtiging als aangestelde A of B " van onbepaalde duur, bedoeld in artikel 14, § 1 en § 2 : 100 euro;
  3° voor de " machtiging als aangestelde B " van bepaalde duur, bedoeld in artikel 14, § 2 : 50 euro.
  Bij aanvraag van een wijziging of vervanging van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten ontvangt het ondernemingsloket een recht waarvan het bedrag als volgt is samengesteld :
  1° voor de " machtiging als werkgever ", bedoeld in artikel 13, en deze als " aangestelde B ", bedoeld in artikel 14, § 2 : 50 euro;
  2° voor deze als " aangestelde A ", bedoeld in artikel 14, § 1 : 100 euro.
  Deze rechten worden ontvangen tegen ontvangstbewijs door het ondernemingsloket.

Art.18_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 Binnen 60 dagen die ingaan daags na ontvangst van het verzoek, beslist de in artikel 15, § 1, bedoelde ambtenaar om de eerdere beslissing te bevestigen dan wel te wijzigen, en geeft hij de onderneming hier kennis van.   De termijn bedoeld in het eerste lid wordt verlengd met 20 dagen wanneer het verzoek wordt ontvangen tussen 15 juni en 15 augustus.   Indien de in artikel 15, § 1, bedoelde ambtenaar geen uitspraak doet binnen de termijn bedoeld in het eerste lid, wordt de vergunning geacht afgeleverd te zijn.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.18/1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De directeur-diensthoofd van de Dienst Economie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel mag de vergunning intrekken in de gevallen bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet.   Hij bezorgt, voordat hij de vergunning intrekt, een ingebrekestelling aan de onderneming, waarin de reden voor de overwogen intrekking wordt meegedeeld.   Vanaf de ingebrekestelling beschikt de onderneming over een termijn van 15 dagen om zijn opmerkingen aan de ambtenaar bedoeld in het eerste lid te bezorgen.   Binnen 45 dagen na het verstrijken van de termijn van 15 dagen voor het bezorgen van opmerkingen wordt de intrekkingsbeslissing aan de onderneming en de erkende ondernemingsloketten betekend.   Als de ambtenaar bedoeld in het eerste lid beslist om, overeenkomstig artikel 14, tweede lid, van de wet, de onderneming en de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur ervan uit te sluiten van een nieuwe vergunning, deelt hij terzelfdertijd de uitsluitingsperiode mee aan de onderneming en de erkende ondernemingsloketten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2024-02-22/27, art. 8, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Afdeling II. - Betreffende de voorwaarden tot uitoefening van ambulante activiteiten.
Art.19. De uitoefening van ambulante activiteiten ten huize van de consument is niet toegelaten voor 8 uur en na 20 uur. Niettemin kan elke verkoopsactie begonnen voor 20 uur, mits akkoord van de consument, na dit uur afgesloten worden.

Art.20. Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent moet, naargelang het geval, in het bezit zijn van zijn machtiging of van een machtiging op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon waarvoor hij een ambulante activiteit uitoefent of desgevallend van het document die de machtiging vervangt, bedoeld in artikel 17, § 4.
  De machtiging dient samen met de identiteitskaart of, voor niet-residenten en buitenlandse onderdanen van een identiteitsbewijs die dit vervangt, op elk verzoek van één van de personen belast, bij wet of door dit besluit, met de controle van de ambulante activiteiten voorgelegd te worden.

Art.20_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    [1 ...]1  [1 Het bewijs van de vergunning]1 dient samen met de identiteitskaart of, voor niet-residenten en buitenlandse onderdanen van een identiteitsbewijs die dit vervangt, op elk verzoek van één van de personen belast, bij wet of door dit besluit, met de controle van de ambulante activiteiten voorgelegd te worden.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 9, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. 20_VLAAMS_GEWEST.    [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.21. § 1. Elke persoon, die een ambulante activiteit uitoefent ten huize van de consument, dient zijn machtiging aan de consument voor te leggen voorafgaand aan elk verkoopaanbod.
  § 2. Elke persoon, die een ambulante activiteit uitoefent op elke andere plaats dan ten huize van de consument, dient zich te identificeren hetzij aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit hiervandaan uitoefent, hetzij door het voorleggen van zijn machtiging aan de consument voorafgaand aan elk verkoop aanbod, indien hij de activiteit op een rondtrekkende wijze uitoefent.
  Dit bord bevat de volgende vermeldingen :
  1° hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;
  2° de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;
  3° al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;
  4° het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat.

Art.21_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    § 1. Elke persoon, die een ambulante activiteit uitoefent ten huize van de consument, dient [1 het bewijs van de vergunning van de onderneming]1 aan de consument voor te leggen voorafgaand aan elk verkoopaanbod.  § 2. Elke persoon, die een ambulante activiteit uitoefent op elke andere plaats dan ten huize van de consument, dient zich te identificeren hetzij aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit hiervandaan uitoefent, hetzij door het voorleggen van [1 het bewijs van de inschrijving van de onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen]1 aan de consument voorafgaand aan elk verkoop aanbod, indien hij de activiteit op een rondtrekkende wijze uitoefent.  Dit bord bevat de volgende vermeldingen :  1° hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;  2° de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;  3° al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel; en indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;  4° het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen of een identificatie die deze vervangt, indien het om een buitenlands bedrijf gaat.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 10, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.22. Voor de toepassing van de wet wordt met " tweedehandse goederen " bedoeld : goederen die niet nieuw zijn, namelijk tweedehandse voorwerpen, gesleten door het gebruik of verbleekt.

Art.22_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 11, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. 22_VLAAMS_GEWEST.    [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


HOOFDSTUK V. - Betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en het openbaar domein.
Afdeling I. - Betreffende de organisatie van openbare markten.
Onderafdeling I. - Algemeenheden.
Art.23. De standplaatsen op de openbare markten worden toegewezen hetzij per abonnement, hetzij van dag tot dag.
  Wanneer de bijdrage voor het gebruiksrecht van een standplaats van hand tot hand wordt betaald, moet er verplicht en onmiddellijk een ontvangstbewijs worden afgegeven die het geïnde bedrag vermeldt.

Art. 23_VLAAMS_GEWEST.    De standplaatsen op de openbare markten worden toegewezen hetzij per abonnement, hetzij van dag tot dag.  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.24. § 1. Het aantal standplaatsen toegekend van dag tot dag mag niet lager zijn dan 5 % van het totale aantal standplaatsen van de markt.
  Bij de standplaatsen die per abonnement worden toegewezen, wordt voorrang gegeven aan de standwerkers tot 5 % van het totaal aantal standplaatsen op de markt.
  Wordt als standwerker beschouwd, de persoon van wie de activiteit uitsluitend bestaat in de verkoop, op verschillende markten, van producten of diensten waarvan hij de kwaliteit aanprijst en/of het gebruik uitlegt, door middel van argumenten en/of demonstraties gericht op een betere bekendheid bij het publiek en zodoende de verkoop ervan te promoten.
  § 2. Wanneer het cijfer dat resulteert na toepassing van de percentageregeling een decimaal getal is, wordt dit opgetrokken tot het hoger volgende geheel getal.

Art. 24_VLAAMS_GEWEST.    [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Onderafdeling II. - Betreffende de personen aan wie de standplaatsen op de openbare markten kunnen toegewezen worden alsook zij die deze kunnen innemen.
Art.25. De standplaatsen op de openbare markten worden toegewezen hetzij aan de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen, houders van een " machtiging als werkgever ", hetzij aan rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden aan deze laatsten toegekend door tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap en die houder is van de " machtiging als werkgever ".
  De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan de verantwoordelijken van verkoopsacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten overeenkomstig artikel 7.

Art.25_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    De standplaatsen op de openbare markten worden toegewezen [1 aan ondernemingen die ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen]1.  De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan de verantwoordelijken van verkoopsacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten overeenkomstig artikel 7.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 12, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.26. § 1. De standplaatsen toegewezen aan de personen bedoeld in artikel 25, eerste lid, kunnen ingenomen worden :
  1° door de natuurlijk persoon, houder van een " machtiging als werkgever ", aan wie de standplaats is toegewezen;
  2° door de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder(s) van een " machtiging als werkgever ";
  3° door de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijk persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van een " machtiging als werkgever " voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;
  4° door de echtgeno(o)t(e) en wettelijk samenwonende van de natuurlijk persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een " machtiging als werkgever " voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;
  5° door de standwerker, houder van een " machtiging als werkgever " aan wie het tijdelijk gebruiksrecht van de standplaats werd onderverhuurd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 alsook aan de standwerker, houder van een " machtiging als aangestelde A en B " voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor rekening of in dienst van de persoon aan wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd.
  6° door de personen die beschikken over een " machtiging als aangestelde A " of een " machtiging als aangestelde B ", die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijk persoon of rechtspersoon bedoeld in 1° tot en met 4°;
  De personen opgesomd in het eerste lid, 2° tot 6°, kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen of onderverhuurd aan de natuurlijk persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd.
  § 2. De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7, kunnen een standplaats innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.

Art.26_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    § 1. [1 De standplaatsen kunnen worden ingenomen door de natuurlijke personen die de ambulante activiteit voor rekening van de onderneming uitoefenen.   De standplaats toegewezen aan een standwerker kan bovendien worden ingenomen door de standwerker aan wie het tijdelijk gebruiksrecht op de standplaats is onderverhuurd overeenkomstig artikel 36 en door de natuurlijke personen die de ambulante activiteit voor rekening van die laatste uitoefenen]1.  § 2. De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7, kunnen een standplaats innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 13, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. 26_VLAAMS_GEWEST.    § 1. De standplaatsen toegewezen aan de personen bedoeld in artikel 25, eerste lid, kunnen ingenomen worden :  1° door de natuurlijk persoon, houder van een " machtiging als werkgever ", aan wie de standplaats is toegewezen;  2° door de verantwoordelijke(n) van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen, houder(s) van een " machtiging als werkgever ";  3° door de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijk persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van een " machtiging als werkgever " voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;  4° door de echtgeno(o)t(e) en wettelijk samenwonende van de natuurlijk persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van een " machtiging als werkgever " voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;  5° [1 ...]1  6° door de personen die beschikken over een " machtiging als aangestelde A " of een " machtiging als aangestelde B ", die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijk persoon of rechtspersoon bedoeld in 1° tot en met 4°;  De personen opgesomd in het eerste lid, 2° tot 6°, kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen of onderverhuurd aan de natuurlijk persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats werd toegewezen of onderverhuurd.  § 2. De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7, kunnen een standplaats innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Onderafdeling III. - Betreffende de toewijzingsregels inzake losse standplaatsen op de openbare markten.
Art.27. De losse standplaatsen worden toegewezen, in voorkomend geval per specialisatie, hetzij bij chronologische volgorde van aankomst op de markt, hetzij bij loting.
  Wanneer de volgorde van aankomst op de markt tussen twee of meerdere kandidaten niet kan uitgemaakt worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting.

Art.27_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 § 1. De losse standplaatsen kunnen worden toegewezen, in voorkomend geval per specialisatie, hetzij bij chronologische volgorde van aankomst op de markt, hetzij bij loting.   Wanneer de volgorde van aankomst op de markt van meerdere kandidaten niet uitgemaakt kan worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting.   § 2. De gemeente of de concessiehouder kan met voorafgaande inschrijvingen op de losse standplaatsen werken.   Kandidaturen kunnen ingediend worden overeenkomstig artikel 30.   De losse standplaatsen worden toegewezen in chronologische volgorde van ontvangst van de aanvragen en, indien van toepassing, op basis van de gevraagde standplaats en specialisatie. Als meerdere aanvragen gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald.   De gemeente of de concessiehouder maakt de toewijzing van een standplaats bekend aan de aanvrager hetzij:   1А bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;   2А door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs;   3А op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.   De gemeente of concessiehouder houdt een register bij met alle inschrijvingen, alsook de toewijzing van de standplaatsen.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 14, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.27_WAALS_GEWEST.   [1 § 1. De losse standplaatsen kunnen worden toegewezen, in voorkomend geval per specialisatie, hetzij bij chronologische volgorde van aankomst op de markt, hetzij bij loting.   Wanneer de volgorde van aankomst op de markt van meerdere kandidaten niet uitgemaakt kan worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting.   § 2. De gemeente of de concessiehouder kan met voorafgaande inschrijvingen op de losse standplaatsen werken.   Kandidaturen kunnen ingediend worden overeenkomstig artikel 30.   De losse standplaatsen worden toegewezen in chronologische volgorde van ontvangst van de aanvragen en, indien van toepassing, op basis van de gevraagde standplaats en specialisatie. Als meerdere aanvragen gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald.   De gemeente of de concessiehouder maakt de toewijzing van een standplaats bekend aan de aanvrager hetzij :   1° bij aangetekend schrijven met ontvangstbericht;   2° bij overhandiging tegen ontvangstbewijs;   3° langs de elektronische weg met ontvangstbericht.   De gemeente of concessiehouder houdt een register bij met alle inschrijvingen, alsook de toewijzing van de standplaatsen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-11-08/16, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 20-12-2018>


Art. 27_VLAAMS_GEWEST.    [1 § 1.]1 De losse standplaatsen [1 kunnen]1 worden toegewezen, in voorkomend geval per specialisatie, hetzij bij chronologische volgorde van aankomst op de markt, hetzij bij loting.  Wanneer de volgorde van aankomst op de markt tussen twee of meerdere kandidaten niet kan uitgemaakt worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting.  [1 § 2. De gemeente kan met voorafgaande inschrijvingen op de losse standplaatsen werken. Voor de voorafgaande inschrijving en de toewijzing houdt ze een openbaar register bij.   Kandidaturen kunnen ingediend worden conform artikel 30.   Tenzij het gemeentereglement in een afwijkende regeling voorziet, worden de aanvragen van losse standplaatsen volgens de chronologische volgorde van hun indiening toegewezen en, in voorkomend geval, op basis van de gevraagde plaats en specialisatie. Als twee of meer aanvragen gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald. De gemeente of de concessionaris maakt de toewijzing van de standplaats bekend aan de aanvrager met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs, door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.   In het gemeentereglement kunnen bijkomende modaliteiten worden vastgelegd.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Onderafdeling IV. - Betreffende de toewijzingsregels inzake standplaatsen per abonnement op de openbare markten.
Art.28. Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, maakt de gemeente of de concessionaris de vacature bekend door publicatie van een kennisgeving.
  De modaliteiten inzake openbaarheid worden vastgelegd in het gemeentereglement.

Art. 28_VLAAMS_GEWEST.    Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, [1 gaat de gemeente na of er een geschikte kandidaat is in het register, vermeld in artikel 31. Als het register geen geschikte kandidaat bevat,]1 maakt de gemeente of de concessionaris de vacature bekend door publicatie van een kennisgeving.  De modaliteiten inzake openbaarheid worden vastgelegd in het gemeentereglement.
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.29. Met het oog op de toewijzing van de standplaatsen per abonnement, kan het gemeentereglement tussen de volgende categorieën van kandidaten, een volgorde bij voorrang bepalen alsook onderling per categorie een volgorde opstellen :
  1° personen die een uitbreiding van hun standplaats vragen;
  2° personen die een wijziging van hun standplaats vragen;
  3° personen die een standplaats vragen als gevolg van de opheffing ervan die ze op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven voorzien in artikel 8, § 2, van de wet;
  4° de externe kandidaten.
  Indien in het reglement hierover niets bepaald is, wordt de voorrang gegeven aan de kandidaten bedoeld in het eerste lid, 3°.
  De standplaatsen worden binnen elke groep, in voorkomend geval per specialisatie, toegewezen volgens chronologische volgorde van indiening van de aanvragen, zoals bepaald in artikel 31.

Art.30. § 1. De kandidaturen kunnen ingediend worden na een melding van vacature of op elk ander tijdstip.
  Zij worden hetzij bij brief neergelegd tegen ontvangstmelding hetzij bij ter post aangetekend schrijven tevens met ontvangstbewijs, hetzij op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs gericht aan de gemeente of de concessionaris.
  § 2. Om geldig te zijn moeten de kandidaturen ingediend worden volgens de voorschriften bedoeld in § 1, tweede lid, en in voorkomend geval binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature en de gegevens en documenten bevatten die door deze kennisgeving of gemeentereglement vereist worden.

Art. 30_VLAAMS_GEWEST.    [1 De gemeente bepaalt in haar gemeentelijk reglement de modaliteiten voor de indiening van kandidaturen voor een standplaats. Ze hanteert een transparant systeem met duidelijke registratie van het tijdstip van de indiening van de kandidatuur.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 13, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.31. § 1. Met het oog op de toewijzing van standplaatsen per abonnement houdt de gemeente of de concessionaris een register bij. Alle kandidaturen, worden naargelang hun ontvangst, hierin bijgehouden. Zij zijn er geklasseerd, eerst volgens categorie bepaald in artikel 29 en dan, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie, en tenslotte volgens datum. De datum is, naargelang het geval, deze van de overhandiging van de kandidatuur aan de gemeente of aan de concessionaris of deze van de indiening bij de post of nog deze van ontvangst op een duurzame drager.
  Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven :
  1° voorrang wordt gegeven voor de categorieën bedoeld in artikel 29, eerste lid, 1°, 2° en 3°, aan de aanvrager die de hoogste anciënniteit op de markten van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteiten niet kunnen vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;
  2° voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting;
  Bij ontvangst van de kandidatuur volgt de onmiddellijke afgifte van een ontvangstbewijs door de gemeente of de concessionaris aan de kandidaat met vermelding van de datum van de volgorde van zijn kandidatuur en hem informeert over zijn recht om het register van de kandidaturen te raadplegen. De afgifte verloopt hetzij bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, hetzij bij overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.
  § 2. De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.
  Om het register te actualiseren, kan de gemeente of de concessionaris de kandidaat op gezette tijden vragen om zijn kandidatuur te bevestigen. Het gemeentereglement omschrijft de modaliteiten van deze actualisering.
  § 3. Het register kan geraadpleegd worden overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.

Art. 31_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Met het oog op de toewijzing van standplaatsen per abonnement houdt de gemeente of de concessionaris een register bij. Alle kandidaturen, worden naargelang hun ontvangst, hierin bijgehouden. Zij zijn er geklasseerd, eerst volgens categorie bepaald in artikel 29 en dan, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie, en tenslotte volgens datum. De datum is, naargelang het geval, deze van de overhandiging van de kandidatuur aan de gemeente of aan de concessionaris of deze van de indiening bij de post of nog deze van ontvangst op een duurzame drager.  Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven :  1° voorrang wordt gegeven voor de categorieën bedoeld in artikel 29, eerste lid, 1°, 2° en 3°, aan de aanvrager die de hoogste anciënniteit op de markten van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteiten niet kunnen vergeleken worden, wordt de voorrang bepaald bij loting;  2° voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting;  Bij ontvangst van de kandidatuur volgt de onmiddellijke afgifte van een ontvangstbewijs door de gemeente of de concessionaris aan de kandidaat met vermelding van de datum van de volgorde van zijn kandidatuur en hem informeert over zijn recht om het register van de kandidaturen te raadplegen. De afgifte verloopt hetzij bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, hetzij bij overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.  § 2. De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.  Om het register te actualiseren, kan de gemeente of de concessionaris de kandidaat op gezette tijden vragen om zijn kandidatuur te bevestigen. Het gemeentereglement omschrijft de modaliteiten van deze actualisering.  § 3. Het register kan geraadpleegd worden overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.  [1 § 4. Met uitzondering van de verplichting om een register bij te houden, vermeld in paragraaf 1, is dit artikel alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.32. De duur van de abonnementen wordt vastgelegd in het gemeentelijk reglement. Na verloop ervan worden zij stilzwijgend verlengd.
  De houder van een abonnement die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefent of de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon door wie het abonnement werd toegewezen kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand, wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen, hetzij door ziekte of ongeval, op grond van een medisch attest, hetzij in geval van overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente of de concessionaris op de hoogte gebracht worden van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. De houder van het abonnement kan eveneens een opschorting ervan krijgen in de gevallen of volgens de wijze vermeld in het gemeentelijk reglement.
  De opschorting van het abonnement impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit het contract voortkomen.
  De persoon bedoeld in het tweede lid kan bij de vervaldag van het abonnement hiervan afstand doen mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen. Hij kan er ook afstand van doen mits eenzelfde opzegtermijn bij stopzetting, naar gelang het geval, van de ambulante activiteiten als natuurlijke persoon of als rechtspersoon voor wiens rekening hij de activiteit uitoefent. Hij kan ook, zonder vooropzeg, van het abonnement afstand doen, indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen, hetzij in geval van ziekte of ongeval op grond van een medisch attest, hetzij in geval van overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. Tenslotte kan hij van het abonnement afstand doen in de gevallen en volgens de wijze bepaald in het gemeentelijk reglement.
  De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.
  De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van het abonnement worden betekend hetzij bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, hetzij bij overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij op duurzame drager tegen ontvangstbewijs.
  De gemeente of de concessionaris kan het abonnement schorsen of intrekken in de gevallen voorzien in het reglement. Deze beslissing wordt aan de houder van het abonnement betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Art. 32_VLAAMS_GEWEST.    De duur van de abonnementen wordt vastgelegd in het gemeentelijk reglement. Na verloop ervan worden zij stilzwijgend verlengd.  De houder van een abonnement die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefent of de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon door wie het abonnement werd toegewezen kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste een maand, wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen, hetzij door ziekte of ongeval, op grond van een medisch attest, hetzij in geval van overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente of de concessionaris op de hoogte gebracht worden van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. De houder van het abonnement kan eveneens een opschorting ervan krijgen in de gevallen of volgens de wijze vermeld in het gemeentelijk reglement.  De opschorting van het abonnement impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit het contract voortkomen.  De persoon bedoeld in het tweede lid kan bij de vervaldag van het abonnement hiervan afstand doen mits een opzegtermijn van tenminste 30 dagen. Hij kan er ook afstand van doen mits eenzelfde opzegtermijn bij stopzetting, naar gelang het geval, van de ambulante activiteiten als natuurlijke persoon of als rechtspersoon voor wiens rekening hij de activiteit uitoefent. Hij kan ook, zonder vooropzeg, van het abonnement afstand doen, indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen, hetzij in geval van ziekte of ongeval op grond van een medisch attest, hetzij in geval van overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond. Tenslotte kan hij van het abonnement afstand doen in de gevallen en volgens de wijze bepaald in het gemeentelijk reglement.  De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.  De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van het abonnement worden betekend hetzij bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, hetzij bij overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij op duurzame drager tegen ontvangstbewijs.  De gemeente of de concessionaris kan het abonnement schorsen of intrekken in de gevallen voorzien in het reglement. Deze beslissing wordt aan de houder van het abonnement betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.  [1 Met uitzondering van het eerste lid is dit artikel alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.33. De gemeente of de concessionaris maakt de toewijzing van de standplaats bekend aan de aanvrager hetzij bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Art.34. De gemeente of de concessionaris houdt een plan of een register bij waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement minstens vermeld staat :
  - de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de standplaats werd toegekend;
  - in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;
  - het ondernemingsnummer;
  - de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden;
  - in voorkomend geval, de hoedanigheid van standwerker;
  - de datum van de toewijzing van de standplaats en de duur van het gebruiksrecht;
  - indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;
  - de prijs van de standplaats, behalve indien deze op een uniforme wijze vastgelegd is;
  - desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.
  Buiten de identiteit van de houder van de standplaats of van de persoon door wiens tussenkomst de standplaats toegekend is, de eventuele specialisatie, de hoedanigheid van standwerker en het seizoensgebonden karakter van de standplaats, mag het plan of het register verwijzen naar een bestand dat de andere inlichtingen overneemt.
  Het plan of het register en, desgevallend het bijhorend bestand, kunnen geraadpleegd worden overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.

Art. 34_VLAAMS_GEWEST.    De gemeente of de concessionaris houdt een plan of een register bij waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement minstens vermeld staat :  - de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de standplaats werd toegekend;  - in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;  - het ondernemingsnummer;  - de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden;  - [1 ...]1  - de datum van de toewijzing van de standplaats en de duur van het gebruiksrecht;  - indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;  - de prijs van de standplaats, behalve indien deze op een uniforme wijze vastgelegd is;  - desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.  Buiten de identiteit van de houder van de standplaats of van de persoon door wiens tussenkomst de standplaats toegekend is, de eventuele specialisatie [1 ...]1 en het seizoensgebonden karakter van de standplaats, mag het plan of het register verwijzen naar een bestand dat de andere inlichtingen overneemt.  [1 Het eerste en het tweede lid zijn alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.]1  Het plan of het register en, desgevallend het bijhorend bestand, kunnen geraadpleegd worden overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Onderafdeling V. - Betreffende de onderverhuring van standplaatsen, hun overdracht alsook de opschorting van abonnementen.
Onderafdeling V. VLAAMS_GEWEST. - [1 De overdracht van standplaatsen en de opschorting van abonnementen]1.   ----------   (1)
Art.35. § 1. De overdracht van standplaatsen is toegelaten onder de volgende voorwaarden :
  1° wanneer de houder van de standplaats(en) zijn ambulante activiteiten als natuurlijk persoon stopzet of overlijdt of wanneer de rechtspersoon haar ambulante activiteiten stopzet;
  2° en indien de overnemer(s) houder(s) zijn van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever en de specialisatie van de overlater voortzetten op elke overgedragen standplaats behalve indien de gemeente een wijziging van specialisatie toestaat.
  De inname van de overgedragen standplaats(en) door de overnemer is pas toegelaten wanneer de gemeente of de concessionaris heeft vastgesteld dat :
  1° de overlater is overgegaan tot schrapping van zijn ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen of zijn rechthebbenden deze formaliteit hebben vervuld;
  2° de overnemer beschikt over een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten om dezelfde specialisatie(s) als de overlater of deze toegelaten door de gemeente uit te oefenen;
  3° wanneer het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dit aantal niet overschrijdt.
  § 2. In afwijking op § 1, wordt de overdracht van standplaatsen toegelaten tussen echtgenoten bij hun feitelijke scheiding, hun scheiding van tafel en bed en van goederen of bij hun echtscheiding en tussen wettelijke samenwonenden bij hun stopzetting van de wettelijke samenwoning, indien de overnemer houder is van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever en de specialisatie van de overlater voortzet op elke overgedragen standplaats behalve indien de gemeente een wijziging van specialisatie toestaat.
  De inname van de overgedragen standplaats(en) door de overnemer is pas toegelaten :
  1° wanneer de overlater of de overnemer aan de gemeente een document voorlegt als bewijs van hun feitelijke scheiding, hun scheiding van tafel en bed en van goederen, hun echtscheiding of hun stopzetting van de wettelijke samenwoning;
  2° wanneer de gemeente of de concessionaris heeft vastgesteld dat de overnemer beschikt over een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten in de specialisatie(s) van de overlater of in deze die de gemeente toestaat;
  3° wanneer het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de gemeente of de concessionaris onderzocht heeft of de onderneming van de overnemer dit aantal niet overschrijdt.

Art.35_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De overdracht van een per abonnement toegewezen standplaats is toegelaten wanneer de overnemer:   1А ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen;   2А en de specialisatie van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats, behalve als de gemeente of concessiehouder een wijziging van specialisatie toestaat.   De standplaats mag ten vroegste щщn jaar na de overdracht opnieuw worden overgedragen, behalve na de uitdrukkelijke goedkeuring van de gemeente of concessiehouder.   De overnemer mag de overgedragen standplaats alleen innemen wanneer de gemeente of de concessiehouder heeft vastgesteld dat:   1А aan de in het eerste en tweede lid bedoelde voorwaarden is voldaan;   2А en, als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 15, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.35_WAALS_GEWEST.   [1 De overdracht van een via abonnement toegewezen standplaats is toegelaten wanneer de overnemer :   1° houder is van een werkgeversmachtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten;   2 en de specialisatie van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats, behalve als de gemeente of concessiehouder een wijziging van specialisatie toestaat.   De standplaats mag ten vroegste één jaar na de overdracht opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente of concessiehouder.   De overnemer mag de overgedragen standplaats alleen gebruiken wanneer de gemeente of de concessiehouder heeft vastgesteld dat :   1° aan de in de eerste twee leden bedoelde voorwaarden is voldaan;   2° en, als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt.]1
  ----------
  (1)<BWG 2018-11-08/16, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 20-12-2018>


Art. 35_VLAAMS_GEWEST.    [1 De overdracht van standplaatsen met abonnement is toegelaten als de overnemer houder is van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever en de specialisatie van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats, behalve als de gemeente een wijziging van specialisatie toestaat.   Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente.   De inname van de overgedragen standplaatsen door de overnemer is pas toegelaten als de gemeente of de concessionaris heeft vastgesteld dat:   1° de overnemer beschikt over een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten om dezelfde specialisaties als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen;   2° als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 18, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.36. De standwerkers, zoals omschreven in artikel 24, § 1, derde lid, die een abonnement voor een standplaats verkregen hebben, kunnen hun tijdelijk gebruiksrecht op deze standplaats onderverhuren aan andere standwerkers. Deze onderverhuring kan rechtstreeks of langs een vereniging die voor alle standwerkers zonder discriminatie openstaat om, gebeuren.
  Al naargelang, deelt de standwerker of de vereniging aan de betrokken gemeenten of concessionarissen de lijst van standwerkers mee, aan wie het tijdelijk gebruiksrecht van de standplaats werd onderverhuurd.
  De prijs van de onderverhuring mag niet hoger zijn dan het deel van de abonnementprijs voor de duur van de onderverhuring.

Art. 36_VLAAMS_GEWEST.    [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 19, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.37. De abonnementen die toegekend werden voor de uitoefening van een seizoensgebonden ambulante activiteit, worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit.
  Het contract aangaande het abonnement of het reglement bepaalt deze periodes en regelt de modaliteiten inzake inname van de standplaats tengevolge van de periode van non-activiteit.
  Wordt als seizoensgebonden ambulante activiteit beschouwd de activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.

Art. 37_VLAAMS_GEWEST.    De abonnementen die toegekend werden voor de uitoefening van een seizoensgebonden ambulante activiteit, worden geschorst gedurende de periode van non-activiteit.  Het contract aangaande het abonnement of het reglement bepaalt deze periodes en regelt de modaliteiten inzake inname van de standplaats tengevolge van de periode van non-activiteit.  Wordt als seizoensgebonden ambulante activiteit beschouwd de activiteit die betrekking heeft op producten of diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.  [1 Dit artikel is alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 20, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Afdeling II. - Betreffende de organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein.
Onderafdeling I. - Algemeenheden.
Art.38. De inname van een standplaats op het openbaar domein is onderworpen aan de voorafgaande machtiging van de gemeente of de concessionaris. Deze wordt toegewezen hetzij van dag tot dag, hetzij per abonnement.

Art.39. Wanneer de bijdrage voor het gebruiksrecht van een standplaats van hand tot hand wordt betaald, moet er verplicht en onmiddellijk een ontvangstbewijs worden afgegeven dat het geïnde bedrag vermeldt.

Art. 39_VLAAMS_GEWEST.    [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 21, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Onderafdeling II. - Betreffende de personen aan wie de standplaatsen op het openbaar domein kunnen toegewezen worden alsook zij die deze kunnen innemen.
Art.40. De standplaatsen op het openbaar domein worden aan de personen bedoeld in artikel 25 toegewezen.

Art.41. De standplaatsen toegewezen aan de personen bedoeld in artikel 40 kunnen ingenomen worden door de personen bedoeld in artikel 26, § 1, eerste lid.
  De bepalingen van artikel 26, §§ 1, tweede lid, en 2 zijn op hen van toepassing.

Onderafdeling III. - Betreffende de toewijzingsregels inzake de standplaatsen op het openbaar domein.
Art.42. § 1. Indien, overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, § 2, van de wet, het reglement de plaatsen bepaalt die het voorwerp kunnen zijn van een ambulante activiteit, wijst de gemeente of de concessionaris de standplaatsen toe die zich op deze plaatsen situeren, overeenkomstig de bepalingen in §§ 2 en 3.
  § 2. De losse standplaatsen worden toegewezen volgens chronologische volgorde van aanvragen en, desgevallend, in functie van de gevraagde plaats en specialisatie.
  Wanneer twee of meerdere aanvragen voor standplaats(en) gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald.
  De persoon aan wie een standplaats toegewezen is, ontvangt van de gemeente of van de concessionaris een document dat zijn identiteit, de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen, de plaats, de datum en de duur van de verkoop vermeldt.
  § 3. De standplaatsen per abonnement worden toegekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 28 tot 37.
  Voor de toepassing van het eerste lid, worden in artikel 29, eerste lid, 3°, de woorden " op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven voorzien in artikel 8, § 2, van de wet " vervangen door de woorden " op het openbaar domein " en in artikel 31, § 1, tweede lid, 1°, de woorden " op de markten van de gemeente " vervangen door de woorden " op het openbaar domein van de gemeente ".

Art. 42_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Indien, overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, § 2, van de wet, het reglement de plaatsen bepaalt die het voorwerp kunnen zijn van een ambulante activiteit, wijst de gemeente of de concessionaris de standplaatsen toe die zich op deze plaatsen situeren, overeenkomstig de bepalingen in §§ 2 en 3.  § 2. De losse standplaatsen worden toegewezen volgens chronologische volgorde van aanvragen en, desgevallend, in functie van de gevraagde plaats en specialisatie.  Wanneer twee of meerdere aanvragen voor standplaats(en) gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald.  De persoon aan wie een standplaats toegewezen is, ontvangt van de gemeente of van de concessionaris een document dat zijn identiteit, de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen, de plaats, de datum en de duur van de verkoop vermeldt.  § 3. De standplaatsen per abonnement worden toegekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 28 tot 37.  Voor de toepassing van het eerste lid, worden in artikel 29, eerste lid, 3°, de woorden " op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven voorzien in artikel 8, § 2, van de wet " vervangen door de woorden " op het openbaar domein " en in artikel 31, § 1, tweede lid, 1°, de woorden " op de markten van de gemeente " vervangen door de woorden " op het openbaar domein van de gemeente ".  [1 § 4. Dit artikel is alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Art.43. § 1. Indien het reglement niet de plaatsen bepaalt, die het voorwerp kunnen uitmaken van een ambulante activiteit, wijst de gemeente of de concessionaris de standplaatsen toe overeenkomstig de bepalingen van de §§ 2 en 3.
  § 2. De aanvragen van losse standplaatsen worden volgens de chronologische volgorde van hun indiening toegewezen en desgevallend in functie van de gevraagde plaats en specialisatie.
  Wanneer twee of meerdere aanvragen gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald.
  De beslissing van de gemeente of de concessionaris om een standplaats al dan niet toe te wijzen, wordt onmiddellijk aan de aanvrager meegedeeld. Indien ze positief is, vermeldt ze de aard van de producten of de diensten die hij gemachtigd is te verkopen, de plaats, de datum en de duur van de verkoop. Indien ze negatief is, duidt ze het motief van de afwijzing van de aanvraag aan.
  § 3. De standplaatsen toegewezen per abonnement zijn dit overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 29 tot 37, met uitzondering van artikel 30, § 1, eerste lid.
  Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in artikel 29, eerste lid, 3°, worden de woorden " op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven voorzien in artikel 8, § 2, van de wet " vervangen door de woorden " op het openbaar domein ";
  2° in artikel 31, § 1, tweede lid, 1°, worden de woorden " op de markten van de gemeente " vervangen door de woorden " op het openbaar domein van de gemeente ";
  3° in artikel 33 worden tussen de woorden " toewijzing " en " van de standplaats " de woorden " of de beslissing tot weigering van de toewijzing " geplaatst;
  4° in artikel 33 wordt een tweede lid opgesteld als volgt toegevoegd : " In geval van toewijzing van de standplaats vermeldt de bekendmaking de plaats(en), de dagen en de uren van verkoop alsook de aard van de toegelaten producten en diensten. In geval van weigering van de toewijzing duidt ze het motief van de afwijzing van de aanvraag aan ".

Art. 43_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Indien het reglement niet de plaatsen bepaalt, die het voorwerp kunnen uitmaken van een ambulante activiteit, wijst de gemeente of de concessionaris de standplaatsen toe overeenkomstig de bepalingen van de §§ 2 en 3.  § 2. De aanvragen van losse standplaatsen worden volgens de chronologische volgorde van hun indiening toegewezen en desgevallend in functie van de gevraagde plaats en specialisatie.  Wanneer twee of meerdere aanvragen gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald.  De beslissing van de gemeente of de concessionaris om een standplaats al dan niet toe te wijzen, wordt onmiddellijk aan de aanvrager meegedeeld. Indien ze positief is, vermeldt ze de aard van de producten of de diensten die hij gemachtigd is te verkopen, de plaats, de datum en de duur van de verkoop. Indien ze negatief is, duidt ze het motief van de afwijzing van de aanvraag aan.  § 3. De standplaatsen toegewezen per abonnement zijn dit overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 29 tot 37 [1 ...]1.  Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht :  1° in artikel 29, eerste lid, 3°, worden de woorden " op één van de markten van de gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven voorzien in artikel 8, § 2, van de wet " vervangen door de woorden " op het openbaar domein ";  2° in artikel 31, § 1, tweede lid, 1°, worden de woorden " op de markten van de gemeente " vervangen door de woorden " op het openbaar domein van de gemeente ";  3° in artikel 33 worden tussen de woorden " toewijzing " en " van de standplaats " de woorden " of de beslissing tot weigering van de toewijzing " geplaatst;  4° in artikel 33 wordt een tweede lid opgesteld als volgt toegevoegd : " In geval van toewijzing van de standplaats vermeldt de bekendmaking de plaats(en), de dagen en de uren van verkoop alsook de aard van de toegelaten producten en diensten. In geval van weigering van de toewijzing duidt ze het motief van de afwijzing van de aanvraag aan ".  [1 § 4. Dit artikel is alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.]1
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 23, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


Afdeling III. - De personen belast met de praktische organisatie van de openbare markten en de uitoefening van ambulante activiteiten op het openbaar domein.
Art.44. De personen belast met de organisatie van de openbare markten en de uitoefening ambulante activiteiten op het openbaar domein, volgens de regels door de burgemeester of zijn afgevaardigde aangesteld, zijn in de uitoefening van hun opdracht bevoegd om de documenten, voorzien in de artikelen 15 en 20, welke de identiteit en de hoedanigheid van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen op het grondgebied van de gemeente aantonen, te controleren.

Art. 44_VLAAMS_GEWEST.    De personen belast met de organisatie van de openbare markten en de uitoefening ambulante activiteiten op het openbaar domein, volgens de regels door de burgemeester of zijn afgevaardigde aangesteld, zijn in de uitoefening van hun opdracht bevoegd om de documenten, voorzien in [1 artikel 15]1, welke de identiteit en de hoedanigheid van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen op het grondgebied van de gemeente aantonen, te controleren.
  ----------
  (1)<BVR 2017-04-21/13, art. 24, 006; Inwerkingtreding : 08-06-2017>


HOOFDSTUK VI. - Betreffende het onderzoek en de vaststelling van overtredingen.
Art.45.De ambtenaren en de beambten aangesteld door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie worden belast met het onderzoek en de vaststelling van de overtredingen van de wet en haar uitvoeringsbesluiten.

Art. 45. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [1 De ambtenaren van de Directie Economische Inspectie en de Directie Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aangesteld worden voor de uitvoering van inspectieopdrachten]1 worden belast met het onderzoek en de vaststelling van de overtredingen van de wet en haar uitvoeringsbesluiten.
  ----------
  (1)<BESL 2015-03-19/21, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art. 45_VLAAMS_GEWEST.    [1 De ambtenaren van de dienst Inspectie van het Agentschap Innoveren en Ondernemen]1 worden belast met het onderzoek en de vaststelling van de overtredingen van de wet en haar uitvoeringsbesluiten.
  ----------
  (1)<BVR 2015-12-18/42, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>


HOOFDSTUK VII. - Betreffende de minnelijke schikking.
Art.46. De processen-verbaal houdende vaststelling van de overtredingen bedoeld in artikel 13, § 1, 1° tot 5°, van de wet, opgemaakt door de ambtenaren bedoeld in artikel 11, § 1, van de wet, worden doorgestuurd naar de ambtenaren die daartoe aangewezen zijn door de Minister bevoegd voor de middenstand.

Art.47. De bedragen, die aan de overtreder ter betaling worden voorgesteld bij wijze van minnelijke schikking in de zin van artikel 13, § 3, van de wet, mogen niet lager zijn dan 65 euro en niet hoger dan 5.000 euro.
  In geval van samenloop van verscheidene overtredingen worden de bedragen opgeteld, waarbij 12.500 euro als maximum niet mag worden overschreden.

Art.48. Geen voorstel van betaling kan worden gedaan dan nadat een afschrift van het proces-verbaal waarbij de overtreding wordt vastgesteld, bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, aan de overtreder ter kennis is gebracht.

Art.49.Elk voorstel tot betaling wordt samen met een stortings- of overschrijvingsformulier aan de overtreder toegestuurd bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, binnen een termijn van zes maand, gerekend vanaf de datum van het proces-verbaal.
  In dit voorstel staat de termijn vermeld waarbinnen de betaling moet worden gedaan. Deze termijn is minimum vijftien dagen en maximum drie maanden.
  De betaling moet worden gedaan aan de Administratie van de belastingen op de toegevoegde waarde, registratie en domeinen die de ambtenaren die daartoe door de Minister zijn aangesteld, informeert.

Art. 49. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  Elk voorstel tot betaling wordt samen met een stortings- of overschrijvingsformulier aan de overtreder toegestuurd bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, binnen een termijn van zes maand, gerekend vanaf de datum van het proces-verbaal.  In dit voorstel staat de termijn vermeld waarbinnen de betaling moet worden gedaan. Deze termijn is minimum vijftien dagen en maximum drie maanden.  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BESL 2015-03-19/21, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art. 49_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.   Elk voorstel tot betaling wordt samen met een stortings- of overschrijvingsformulier aan de overtreder toegestuurd bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, binnen een termijn van zes maand, gerekend vanaf de datum van het proces-verbaal.  In dit voorstel staat de termijn vermeld waarbinnen de betaling moet worden gedaan. Deze termijn is minimum vijftien dagen en maximum drie maanden.  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BESL 2015-03-19/21, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2015>


Art. 49_VLAAMS_GEWEST.    Elk voorstel tot betaling wordt samen met een stortings- of overschrijvingsformulier aan de overtreder toegestuurd bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, binnen een termijn van zes maand, gerekend vanaf de datum van het proces-verbaal.  In dit voorstel staat de termijn vermeld waarbinnen de betaling moet worden gedaan. Deze termijn is minimum vijftien dagen en maximum drie maanden.  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BVR 2015-12-18/42, art. 45, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>


Art.50. Indien geen voorstel tot betaling wordt gedaan binnen de termijn bepaald in artikel 49, eerste lid, wordt het proces-verbaal uiterlijk bij het verstrijken van die termijn doorgestuurd naar de Procureur des Konings.

Art.51. In geval van niet-betaling binnen de in het betalingsvoorstel vermelde termijn, wordt het proces-verbaal naar de procureur des Konings gestuurd.

HOOFDSTUK VIII. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.52. Het koninklijk besluit van 3 april 1995 tot uitvoering van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 29 april 1996, 30 april 1999, 23 mei 2000, 20 juli 2000 en 17 november 2003, wordt opgeheven.

Art.53. Treden in werking op 1 oktober 2006 :
  1° de bepalingen betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten bedoeld in de artikelen 1 tot en met 24 van de wet van 4 juli 2005 tot wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd door de wet van 20 juli 2006;
  2° het huidig besluit.

Art.54. Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, en Onze Minister van Economie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. BIJLAGE Ia. - Machtiging ambulante activiteiten als werkgever.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-09-2006, p. 50525).

Art.N1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    BIJLAGE Ia. - [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. N2. BIJLAGE Ib. - Machtiging ambulante activiteiten als aangestelde A (geldig op alle plaatsen, uitgezonderd ten huize van de consument.)
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-09-2006, p. 50527).

Art.N2_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    BIJLAGE Ib. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. N3. BIJLAGE Ic. - Machtiging ambulante activiteiten als aangestelde B (geldig op alle plaatsen, met inbegrip van ten huize van de consument.)
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-09-2006, p. 50529).

Art.N3_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    BIJLAGE Ic. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. N4. Bijlage II. - Aanvraag Machtiging ambulante activiteit.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-09-2006, p. 50531-50532).

Art.N4_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    Bijlage II. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art. N5. Bijlage III. - Attest ter Voorlopige vervanging van de machtiging van Ambulante activiteiten.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-09-2006, p. 50535).


Art. N5_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.   Bijlage III. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BESL 2024-02-22/27, art. 16, 009; Inwerkingtreding : 01-04-2024>