Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

11 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS [(2)] (ERRATUM, zie B.St. 19-12-2013, p. 99702)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Algemene bepalingen en definities
Art. 1
TITEL II. - Wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven
Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art. 2-5
Afdeling II. - De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
Art. 6-27
Afdeling III. - Infrabel
Art. 28-43
Afdeling 4. - Opheffing van titel IX
Art. 44
TITEL III. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Afdeling 1. - Wetswijzigingen
Art. 45-52
Afdeling 2. - Reglementaire wijzigingen
Art. 53-59
TITEL IV. - Overgangsbepalingen
Art. 60-68
TITEL V. - Gemeenschappelijke bepalingen
Afdeling I. - Fiscale bepalingen
Art. 69
Afdeling II. - Diverse bepalingen
Art. 70-75





Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

TITEL I. - Algemene bepalingen en definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit koninklijk besluit wordt verstaan onder :
  1° Infrabel : de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel;
  2° Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, afgekort "NMBS" : de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS, vanaf het ogenblik dat de fusie bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 7 november 2013 tot hervorming van de structuren van NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I) uitwerking heeft;
  3° NMBS Holding : de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS Holding voor het ogenblik waarop de fusie bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 7 november 2013 tot hervorming van de structuren van NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I) uitwerking heeft;
  4° HR Rail : de naamloze vennootschap van publiek recht bedoeld in artikel 7 van de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen;
  5° wet van 21 maart 1991 : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

TITEL II. - Wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven
Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art.2. Artikel 1, § 4, 2°, van de wet van 21 maart 1991, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt vervangen door "de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, afgekort NMBS, en Infrabel.".

Art.3. In artikel 2, § 2, 2°, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de woorden "N.M.B.S. Holding" vervangen door de woorden "de NMBS".

Art.4. In artikel 27, §§ 4 en 5, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "de NMBS-Holding" vervangen door de woorden "de NMBS" en worden de woorden "de NMBS" opgeheven.

Art.5. In artikel 43, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 28 april 2010 en van 13 december 2010, worden de woorden "NMBS-Holding, Infrabel en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen" vervangen door de woorden "de NMBS en Infrabel".

Afdeling II. - De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
Art.6. Het opschrift van titel V van de wet van 21 maart 1991, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt vervangen als volgt : "De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen".

Art.7. In titel V van dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk I vervangen als volgt : "Definities en maatschappelijk doel".

Art.8. In titel V, hoofdstuk I, van dezelfde wet, worden de artikelen 154quater en 154quinquies ingevoegd, luidende :
  "Art. 154quater. Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder :
  1° Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer : de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal, bedoeld in het koninklijk besluit van 25 oktober 2004 tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal, tot vaststelling van zijn samenstelling en het administratief en geldelijk statuut dat van toepassing is op zijn leden;
  2° HR Rail : de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail, bedoeld in de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen.
  Art. 154quinquies. De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, afgekort NMBS, is een autonoom overheidsbedrijf met de rechtsvorm van een naamloze vennootschap van publiek recht. Zij ressorteert onder de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven.".

Art.9. Artikel 155 van dezelfde wet, opgeheven bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt hersteld als volgt :
  "Art. 155. De NMBS heeft tot doel :
  1° het vervoer per spoor van reizigers en goederen, met inbegrip van het onthaal van en de informatie aan haar klanten;
  2° het vervoer van goederen in het algemeen en de logistieke diensten die daarmee verband houden;
  3° de verwerving, het onderhoud, het beheer en de financiering van rollend spoorwegmaterieel;
  4° de veiligheid en de bewaking op het gebied van de spoorwegen;
  5° het verwerven, het ontwerpen, de bouw, de vernieuwing, het onderhoud en het beheer van de spoorwegstations, de onbemande stopplaatsen en hun aanhorigheden alsook hun directe omgeving, met inbegrip van het ontwerp, de ontwikkeling, de modernisering en de valorisatie van de stedelijke centra;
  6° de ontwikkeling van commerciële of andere activiteiten die bestemd zijn om rechtstreeks of indirect haar diensten te bevorderen of het gebruik van haar goederen te optimaliseren.
  De NMBS kan, zelf of via deelneming in bestaande of op te richten Belgische, buitenlandse of internationale instellingen en rechtspersonen, alle commerciële, industriële of financiële verrichtingen doen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of ten dele, verband houden met haar doel of de verwezenlijking of ontwikkeling ervan kunnen vergemakkelijken of bevorderen, met inbegrip van het stellen van zekerheden voor schulden van verbonden vennootschappen of vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat.
  De fabricage en de verkoop van goederen of diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de spoorwegactiviteit, worden inzonderheid geacht de verwezenlijking of ontwikkeling van het doel te kunnen bevorderen.
  De NMBS kan eveneens optreden als bestuurder, volmachtdrager, mandataris of vereffenaar in andere vennootschappen of ondernemingen.".

Art.10. Artikel 156 van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 156. De opdrachten van openbare dienst van de NMBS omvatten :
  1° het binnenlands vervoer van reizigers met treinen van de gewone dienst, met inbegrip van het onthaal van en de informatie aan haar klanten alsook het aandoen van binnenlandse bestemmingen door hogesnelheidstreinen;
  2° het grensoverschrijdende vervoer van reizigers, dit wil zeggen het vervoer met treinen van de gewone dienst voor het deel van het nationale traject dat niet gedekt is door 1° en tot de stations gelegen op de naburige netwerken bepaald in het beheerscontract;
  3° de verwerving, het onderhoud, het beheer en de financiering van rollend spoorwegmaterieel bestemd voor de uitvoering van de taken bedoeld in 1° en 2° ;
  4° de prestaties die de spoorwegonderneming moet leveren voor de behoeften van de Natie;
  5° het verwerven, het ontwerpen, de bouw, de vernieuwing, het onderhoud en het beheer van de spoorwegstations, de onbemande stopplaatsen en hun aanhorigheden;
  6° de instandhouding van het historisch patrimonium betreffende de spoorwegexploitatie;
  7° de veiligheidsactiviteiten in de stations, in de onbemande stopplaatsen, in de treinen, op de sporen, met inbegrip van de reizigers- en goederenbundels, op de andere voor het publiek toegankelijke plaatsen van het spoorwegdomein en op alle plaatsen die beheerd worden door de NMBS;
  8° de bewakingsactiviteiten van de inrichtingen waarvan zij eigenaar is of waarvan zij het beheer waarneemt;
  9° de andere opdrachten van openbare dienst waarmee zij belast is door of krachtens de wet.

Art.11. In titel V, hoofdstuk II, van dezelfde wet, worden de artikelen 156bis tot 156sexies ingevoegd, luidende :
  "Art. 156bis. De opdracht van openbare dienst bedoeld in artikel 156, 7° omvat de volgende activiteiten :
  1° het controleren van de naleving van de wetgeving betreffende de spoorwegpolitie binnen de grenzen bepaald door het beheerscontract;
  2° het waken over de veiligheid, inzonderheid door de aanwezigheid en de tussenkomsten van de veiligheidsdienst;
  3° het coördineren van alle activiteiten die de strijd tegen fraude beogen te verbeteren;
  4° het beheer van de camera's die zich bevinden in de voor het publiek toegankelijke plaatsen, de treinen en de andere inrichtingen beheerd door de NMBS;
  5° het behandelen van noodoproepen in verband met veiligheidsproblemen;
  6° het deelnemen op verzoek van de politiediensten of van de douane, aan de organisatie van hun controles, alsmede aan de uitvoering van de veiligheidscontroles van de reizigers en hun bagage die via de Kanaaltunnel reizen;
  7° de verrichtingen inzake veiligheid afstemmen met de gerechtelijke overheden evenals de politiediensten en de Staatsveiligheid;
  8° het toezicht houden op de sporen met inbegrip van de reizigers- en goederenbundels, inzonderheid met het oog op de bestrijding van kabeldiefstallen.
  Art.156ter. § 1. De NMBS sluit met Infrabel een samenwerkingsovereenkomst die tot doel heeft de gezamenlijke uitoefening van hun opdrachten van openbare dienst in verband met veiligheid te verzekeren.
  Deze overeenkomst bepaalt de gemeenschappelijke strategie van de NMBS en van Infrabel, inzonderheid wat betreft de wijze en de omvang van de samenwerking, haar financiële modaliteiten, de wederzijdse verplichtingen van de partijen en opvolging van de overeenkomst.
  § 2. De NMBS en Infrabel nemen alle noodzakelijke maatregelen om de instandhouding van de veiligheidsketen en de samenhang van het beleid op vlak van veiligheid te verzekeren.
  Art. 156quater. § 1. De NMBS is de houder van een eeuwigdurende erfdienstbaarheid ten kosteloze titel op de perrons, op de doorgangen onder de sporen en op alle toegangswegen tot de perrons die eigendom zijn van Infrabel en zich bevinden in de stations en de onbemande stopplaatsen die door de NMBS worden beheerd, evenals op gelijksoortige nieuwe inrichtingen, opgericht door of voor rekening van Infrabel, vanaf hun inwerkingstelling, en dit uitsluitend met het oog op de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst bedoeld in artikel 156, 1° en 5°.
  § 2. De NMBS voert, met vrijstelling van Infrabel, op de goederen die het voorwerp uitmaken van de erfdienstbaarheid de volgende werken uit :
  1° de onderhoudswerken;
  2° de kleine en grote herstellingen;
  3° de inrichting, de verbetering en de renovatie.
  De NMBS heeft het recht om verankeringen aan te brengen aan de structuur van de perrons, de doorgangen onder de sporen en andere toegangswegen tot de perrons die toebehoren aan Infrabel voor zover deze verankeringen noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken bedoeld in het vorige lid.
  Indien de werken de grenzen van de grondslag van de erfdienstbaarheid wijzigen of in staat zijn deze grenzen te wijzigen, is het voorafgaande akkoord van Infrabel vereist.
  § 3. De erfdienstbaarheid heeft geen betrekking op de aanleg van de perrons, hun hoogte, hun structuur, hun nuttige lengte en breedte, hun afstand in verhouding tot de as van het spoor, hun tracé, hun bescherming tegen elektrische schokken, de plaatsing van beveiligingselementen op de perrons zoals signalisatie, elektrische en relaisdozen en dragers van bovenleidingen of elementen die deel uitmaken van de vertrekprocedure van de treinen. De uitoefening van de erfdienstbaarheid mag deze beveiligingselementen niet aantasten, noch de werking ervan hinderen.
  In haar hoedanigheid van eigenaar behoudt Infrabel het recht om alle elementen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst van spoorweginfrastructuurbeheer op te richten.
  § 4. Infrabel verzaakt aan de natrekking op de bouwwerken, uitrustingen en inrichtingen opgericht door de NMBS in het kader van de erfdienstbaarheid bedoeld in paragraaf 1.
  § 5. De NMBS is aansprakelijk ten aanzien van derden voor de schade veroorzaakt aan de personen en de goederen op of in de inrichtingen bedoeld in paragraaf 1 in haar hoedanigheid van bewaarder van de goederen op basis van artikel 1384, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek alsook ten gevolge van haar fout of haar onzorgvuldigheid.
  § 6. De erfdienstbaarheid heeft niet voor gevolg dat aan de NMBS de hoedanigheid van infrastructuurbeheerder wordt toegekend in de zin van artikel 3, 2°, van de Richtlijn 2012/34/EU van 21 november 2012 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot instelling van één Europese spoorwegruimte.
  § 7. De NMBS en Infrabel hebben de verplichting om zich op elkaar af te stemmen, volgens onderling te bepalen modaliteiten, inzonderheid voor de toepassing van de wet van 25 juli 1891 houdende herziening van de wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen en voor de organisatie van werken op de perrons, de doorgangen onder de sporen en andere toegangswegen tot de perrons om de doorstroming op de perrons, in de doorgangen onder de sporen en op andere toegangswegen tot de perrons evenals het treinverkeer, zo weinig mogelijk te verstoren.
  Art. 156quinquies. § 1. Indien de NMBS het voornemen opvat om in een station dat gelegen is in een verstedelijkt gebied een onroerend ontwikkelingsproject tot stand te brengen dat geheel of gedeeltelijk zal worden uitgevoerd in het gebied dat zich boven of onder het domein van Infrabel bevindt, kent deze laatste aan de NMBS de noodzakelijke zakelijke rechten toe om dit project uit te voeren. In de hypothese dat technische problemen worden ingeroepen door Infrabel, overleggen partijen om een oplossing te vinden die de uitvoering van het project toch mogelijk maakt.
  § 2. De NMBS neemt met betrekking tot genoemd project alle bijkomende kosten ten laste die Infrabel oploopt in het kader van de ontwerp- en bouwfase en die betrekking hebben op de spoorweginfrastructuur, evenals, nadat het project werd uitgevoerd, alle eventuele bijkomende exploitatiekosten die voortvloeien uit het gerealiseerde project.
  § 3. Voor het gedeelte van de zakelijke rechten, toegekend in het kader van genoemd project, dat niet behoort tot de opdrachten van openbare dienst van de NMBS, wordt voorzien in een eenmalige vergoeding ten gunste van Infrabel of één van haar dochtervennootschappen, die is overeen te komen tussen de twee partijen, op basis van een voorstel geformuleerd door het comité tot aankoop van onroerende goederen van de Staat, bedoeld in artikel 10, § 2, rekening houdend met de boekwaarde van de oppervlakte van de gronden waarop de voormelde zakelijke rechten zijn toegekend. Deze eenmalige vergoeding is beperkt tot maximum de boekwaarde van de oppervlakte van de gronden waarop de voornoemde zakelijke rechten zijn toegekend, zoals uitgedrukt in de boeken van Infrabel op het ogenblik van de toekennen van de zakelijke rechten.
  § 4. Een tussen Infrabel en de NMBS te sluiten overeenkomst vermeldt de lijst van de stations, bedoeld in paragraaf 1, en de wijze van de eventuele herziening ervan, evenals de overlegprocedures die ertoe strekken de eventuele technische problemen waarmee partijen worden geconfronteerd op te lossen, en bepaalt de modaliteiten van de vergoeding bedoeld in paragraaf 3.
  Art. 156sexies. In afwijking van artikel 5, § 2, wordt het beheerscontract tussen de NMBS en de Staat gesloten voor een duur van ten minste vijf en ten hoogste tien jaar.".

Art.12. Artikel 159 van dezelfde wet, opgeheven bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt in de volgende bewoordingen opnieuw ingevoegd :
  " De onroerende goederen die eigendom zijn van de NMBS mogen niet worden onteigend. Op voordracht van de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven, en na advies van de raad van bestuur van de NMBS, dat wordt verleend binnen de twee maanden volgend op de ontvangst van het verzoek daartoe, mag de Koning echter de onteigening toestaan van een onroerend goed dat niet langer nuttig zou zijn voor de spoorwegexploitatie. De opbrengst van de vervreemding van elk onroerend goed komt toe aan de NMBS.".

Art.13. In titel V, hoofdstuk III, van dezelfde wet, wordt een artikel 159bis ingevoegd luidende :
  "Art. 159bis. Voorafgaand aan de vervreemding van een onroerend goed dat niet noodzakelijk is voor de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst, informeert de NMBS Infrabel over de voorwaarden van de vervreemding met inbegrip van de overdrachtsprijs.
  Indien de voorwaarden van de NMBS door Infrabel zonder voorbehoud en onvoorwaardelijk worden aanvaard, wordt de overdracht aan Infrabel geacht tot stand te zijn gekomen.
  Indien Infrabel het recht bedoeld in het eerste lid niet uitoefent en vervolgens de voorwaarden van het aanbod door de NMBS substantieel worden gewijzigd, herleeft dit recht.
  De modaliteiten van de uitoefening van dit recht worden geregeld in een overeenkomst te sluiten tussen de NMBS en Infrabel. In de tussentijd oefenen de partijen dit recht uit als een goede huisvader.".

Art.14. In artikel 161ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen ingevoegd :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
  "De raad van bestuur richt in zijn schoot een auditcomité en een benoemings- en bezoldigingscomité op.";
  2° de paragrafen 5 tot 7 worden opgeheven.

Art.15. In titel V van dezelfde wet, wordt hoofdstuk IIIbis, dat de artikelen 161quater en 161quinquies bevat, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en opgeheven bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 september 2004, hersteld als volgt :
  "HOOFDSTUK IIIbis - Het oriënteringscomité binnen de NMBS.
  Art. 161quater. Binnen de NMBS wordt een comité opgericht dat hierna het oriënteringscomité wordt genoemd.
  Art. 161quinquies. § 1. Het oriënteringscomité is samengesteld uit :
  1° zes vertegenwoordigers van de NMBS;
  2° zes vertegenwoordigers, leden van de gewestelijke vervoermaatschappijen, die worden benoemd volgens de modaliteiten bepaald in een samenwerkingsakkoord met de Gewesten.
  § 2. Het oriënteringscomité geeft, op eigen initiatief of op verzoek van de raad van bestuur, advies over elke maatregel die de samenwerking met de gewestelijke vervoermaatschappijen kan beïnvloeden. Indien de raad van bestuur wenst af te wijken van het advies van het comité, motiveert het zijn standpunt.".

Art.16. Artikel 162 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 september 2004, wordt vervangen als volgt :
  "De artikelen 18 tot 23 zijn niet van toepassing op de NMBS."

Art.17. In artikel 162bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
  " § 1. De raad van bestuur is samengesteld uit maximum veertien leden, met inbegrip van de gedelegeerd bestuurder. Het aantal bestuurders wordt bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Ten minste een derde van zijn leden moet van het andere geslacht zijn.";
  2° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
  "De Koning benoemt de bestuurders, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.";
  3° in paragraaf 2 wordt het derde lid opgeheven;
  4° de woorden "N.M.B.S. Holding" worden vervangen door het woord "NMBS";
  5° in paragraaf 2 wordt het vierde lid vervangen als volgt :
  "De bestuurders kunnen slechts door de Koning worden ontslagen, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.".

Art.18. In titel V, hoofdstuk IV, van dezelfde wet, wordt een artikel 162bis/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 162bis/1. De gedelegeerd bestuurder van de NMBS behoort tot een andere taalrol dan deze waartoe de gedelegeerd bestuurder van Infrabel behoort.".

Art.19. Artikel 162ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 162ter. Het dagelijks bestuur en de vertegenwoordiging wat dat bestuur aangaat, alsmede de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur worden opgedragen aan het directiecomité.
  De leden van het directiecomité vormen een college.
  Zij kunnen hun taken onder elkaar verdelen. Onder voorbehoud van de bevoegdheden die hem door deze wet zijn opgedragen als college, kan het directiecomité sommige van zijn bevoegdheden delegeren aan één of meer van zijn leden of aan personeelsleden. Hij kan de subdelegatie ervan toestaan. Hij stelt de raad van bestuur in kennis van de bevoegdheidsdelegaties krachtens dit lid."

Art.20. In artikel 162quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  "Het directiecomité van de NMBS is samengesteld uit de gedelegeerd bestuurder en de leden van het directiecomité. Het aantal leden van het directiecomité wordt bepaald door de raad van bestuur. Dit aantal mag de helft van het aantal leden van de raad van bestuur niet overtreffen. Het directiecomité wordt voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder.";
  2° de woorden "N.M.B.S. Holding" worden vervangen door het woord "NMBS";
  3° de woorden "directeur-generaal" worden in het derde tot het vijfde lid in de Nederlandstalige versie vervangen door de woorden "algemeen directeur".

Art.21. In artikel 162quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "161ter, § 4" vervangen door de woorden "161ter, § 4, tweede lid";
  2° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "N.M.B.S. Holding" vervangen door het woord "NMBS";
  3° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
  "De algemene vergadering stelt de bezoldiging vast van de leden van de raad van bestuur op voorstel van het benoemings- en bezoldigingscomité. Zij houdt hierbij rekening met de prestaties van de mandatarissen, in acht genomen onder andere hun lidmaatschap van de bij wet bepaalde comités en de doelstellingen van de onderneming.";
  4° in paragraaf 3, worden de woorden "N.M.B.S. Holding" vervangen door het woord "NMBS".

Art.22. In artikel 162sexies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "N.M.B.S. Holding" worden vervangen door het woord "NMBS";
  2° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "van het strategisch comité," opgeheven;
  3° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 6° opgeheven;
  4° in paragraaf 1, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
  "Geen andere bestuurders dan de gedelegeerd bestuurder mogen personeelsleden zijn van de NMBS in de zin van artikel 163bis.".

Art.23. In artikel 162octies, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002, worden de woorden "het strategisch comité" opgeheven.

Art.24. In artikel 162nonies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "N.M.B.S. Holding" worden vervangen door het woord "NMBS";
  2° de woorden "minister onder wie de spoorwegen ressorteren" worden vervangen door de woorden "minister bevoegd voor de overheidsbedrijven";
  3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "van het organieke statuut" vervangen door de woorden "van de statuten";
  4° de woorden "van het strategisch comité" worden opgeheven;
  5° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "of van het oriëntatiecomité" opgeheven;
  6° in paragraaf 3, worden de woorden "van het oriënteringscomité" opgeheven;
  7° paragraaf 4, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
  "De Regeringscommissaris tekent binnen een termijn van vier werkdagen beroep aan bij de bovengenoemde minister tegen elke beslissing die strijdig is met de wet, de statuten, het beheerscontract of waarvan hij oordeelt dat zij nadeel kan berokkenen aan de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van de NMBS.";
  8° in paragraaf 4 wordt het tweede lid opgeheven;
  9° in paragraaf 4 worden het vierde tot het zesde lid vervangen als volgt :
  "De minister kan de betrokken beslissing vernietigen binnen een termijn van veertien dagen ingaand op dezelfde dag als de in het eerste lid bedoelde termijn. Hij betekent de vernietiging aan het betrokken bestuursorgaan. Indien de minister de vernietiging niet heeft uitgesproken binnen voornoemde termijn, wordt de beslissing definitief, onverminderd de bepalingen van het laatste lid.
  In geval van weerslag op de algemene uitgavenbegroting van de Staat, vraagt de minister het akkoord van de minister van begroting. Indien deze beide ministers niet tot een akkoord komen binnen de in het vierde lid bedoelde termijn van veertien dagen, wordt over de aangelegenheid beslist binnen een termijn van dertig dagen ingaand op dezelfde dag als de in het eerste lid bedoelde termijn, overeenkomstig de door de Koning vastgestelde procedure.".

Art.25. Artikel 162decies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 162decies. § 1. In afwijking van artikel 26, eerste lid stelt de raad van bestuur van de NMBS het ondernemingsplan op voor de duur van het beheerscontract en past het jaarlijks aan. Dit plan geeft de doeleinden en de strategie van de onderneming aan rekening houdend met de mobiliteitsdoeleinden bepaald door de Ministerraad.
  § 2. Verplichte bestanddelen van het ondernemingsplan zijn :
  1° de structuur en de kenmerken van het transportaanbod op het spoorwegnet en de onthaalpunten;
  2° de noden die voortvloeien uit haar doel weergegeven in een meerjarig investeringsplan;
  3° de vooruitzichten inzake personeelsbehoeften;
  4° de evolutie van de exploitatierekeningen weergegeven in een financieel plan;
  5° de beschrijving van de algemene exploitatievoorwaarden betreffende de sectoren die niet tot de opdrachten van openbare dienst van de NMBS behoren.
  § 3. Het meerjarig investeringsplan bedoeld in paragraaf 2, 2°, bevat de planning over meerdere jaren van de investeringen betreffende de verwerving, het onderhoud, het beheer en de financiering van het rollend spoorwegmaterieel, evenals betreffende het verwerven, het ontwerpen, de bouw, de vernieuwing en het beheer van de spoorwegstations, van de onbemande stopplaatsen en hun aanhorigheden en betreffende de activiteiten inzake veiligheid en bewaking.
  § 4. Het meerjarig investeringsplan van de NMBS wordt afgestemd op het meerjarig investeringsplan van Infrabel, in de mate dat de planning van de werken van de NMBS die betrekking hebben op het ontwerpen, de bouw en de vernieuwing van de spoorwegstations, onbemande stopplaatsen en hun aanhorigheden, een invloed heeft op het meerjarig investeringsplan van Infrabel.
  § 5. Het ondernemingsplan en de jaarlijkse aanpassingen daaraan worden meegedeeld aan de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven. In afwijking van artikel 26, tweede lid, worden de elementen bedoeld in § 2, 1° en 2°, als noodzakelijk deel voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van de NMBS en van haar meerjarig investeringsplan, goedgekeurd door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad.
  § 6. Het ondernemingsplan is een voorafgaande voorwaarde voor het afsluiten van het beheerscontract. In geval van vernieuwing van het beheerscontract wordt het plan uiterlijk twaalf maanden vóór de vervaldag van het lopende beheerscontract opgesteld. Artikel 3, § 2, 9°, is niet van toepassing.
  § 7. De NMBS stelt een vervoersplan op in uitvoering van het beheerscontract. Elke significante wijziging aan dit plan behoeft de goedkeuring van de Ministerraad.".

Art.26. In titel V van dezelfde wet, wordt een hoofdstuk IVbis ingevoegd dat het artikel 162duodecies bevat, luidende :
  "HOOFDSTUK IVbis. - Financiële en boekhoudkundige bepalingen.
  Art. 162duodecies. § 1. Dit artikel zet artikel 6(3) om van de Richtlijn 2012/34/EU van 21 november 2012 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot instelling van één Europese spoorwegruimte.
  § 2. Onverminderd artikel 27, § 1, houdt de NMBS in haar interne boekhouding afzonderlijke rekeningen aan voor haar activiteiten met betrekking tot het goederenvervoer per spoor. De bijlage bij de jaarrekening van de NMBS bevat een afzonderlijke balans en resultatenrekening voor deze activiteiten.
  § 3. De bijdragen gestort voor de activiteiten met betrekking tot de verstrekking van vervoerdiensten voor reizigers in het kader van de opdrachten van openbare dienst, moeten afzonderlijk worden vermeld in de overeenkomstige rekeningen en mogen niet worden overgedragen naar de activiteiten met betrekking tot de verstrekking van andere vervoerdiensten of naar enige andere activiteit. ".

Art.27. In titel V van dezelfde wet wordt een hoofdstuk Vbis ingevoegd dat de artikelen 163quater tot 163septies bevat, luidende :
  "HOOFDSTUK Vbis. - De vervoersovereenkomst.
  Afdeling I. - Definitie en inhoud.
  Art. 163quater. § 1. De NMBS sluit met Infrabel een vervoersovereenkomst die de voorwaarden en nadere regels van de operationele samenwerking tussen de NMBS en Infrabel vastlegt, voor de in het kader van de opdrachten van openbare dienst te presteren diensten, onder andere met het oog op de stipte en kwalitatieve dienstverlening aan de reizigers.
  § 2. De vervoersovereenkomst regelt ten minste de volgende aangelegenheden :
  1° de stiptheid en het treinverkeer;
  2° het onthaal van en de informatie aan de reizigers;
  3° het beheer van incidenten, waaronder de spoedinterventieplannen;
  4° de coördinatie van de uitvoering van de investeringen van de NMBS en van Infrabel.
  § 3. Elke uitdrukkelijke ontbindende voorwaarde in de vervoersovereenkomst wordt voor niet geschreven gehouden. Artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op de vervoersovereenkomst.
  Afdeling II. - Sluiting, goedkeuring, einde en vernieuwing.
  Art. 163quinquies. § 1. Bij de onderhandeling en het sluiten van de vervoersovereenkomst worden de NMBS en Infrabel vertegenwoordigd door hun directiecomité. De vervoersovereenkomst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raden van bestuur die er bij meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen over beslist.
  § 2. De Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer geeft een advies over elk ontwerp van vervoersovereenkomst of over elk ontwerp van wijziging van de vervoersovereenkomst binnen een termijn van een maand nadat de NMBS en Infrabel haar een gemeenschappelijk ontwerp hebben overgemaakt.
  De NMBS en Infrabel mogen niet overgaan tot de sluiting of de wijziging van de vervoersovereenkomst voor het verstrijken van de bovenstaande termijn van een maand.
  § 3. De vervoersovereenkomst en haar opeenvolgende wijzigingen treden pas in werking na goedkeuring door de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, en vanaf de datum vastgesteld bij dat besluit.
  Art. 163sexies. § 1. De vervoersovereenkomst wordt gesloten voor een duur van vijf jaar.
  § 2. De vervoersovereenkomst wordt, overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 163quinquies, aangepast aan de wijzigingen van het beheerscontract van de NMBS en/of Infrabel, voor zover deze wijzigingen dit vereisen.
  In het geval van onenigheid omtrent de noodzaak om de vervoersovereenkomst te wijzigen of omtrent de wijzigingen zelf, bepaalt de Koning bij besluit genomen na overleg in de Ministerraad, de inhoud van de in voorkomend geval gewijzigde vervoersovereenkomst, na het advies te hebben ingewonnen van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer. Deze vervoersovereenkomst is bindend voor de NMBS en Infrabel. Het artikel 163quinquies, § 3, is niet van toepassing.
  § 3. De NMBS en Infrabel kunnen op elk moment in onderling akkoord de vervoersovereenkomst wijzigen overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 163quinquies.
  § 4. Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de vervoersovereenkomst, vatten de NMBS en Infrabel de onderhandelingen betreffende de inhoud van een nieuwe vervoersovereenkomst aan. Indien voor het verstrijken van deze periode geen nieuwe vervoersovereenkomst in werking is getreden, bepaalt de Koning, bij besluit genomen na overleg in de Ministerraad, voorlopig de inhoud van de vervoersovereenkomst na het advies van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer te hebben ingewonnen. Deze overeenkomst is bindend voor de NMBS en Infrabel tot op het ogenblik dat een nieuwe vervoersovereenkomst wordt gesloten, overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.
  Art. 163septies. De Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer neemt een beslissing inzake de geschillen met betrekking tot de uitvoering van de vervoersovereenkomst binnen een termijn van dertig dagen."

Afdeling III. - Infrabel
Art.28. In artikel 197 van de wet van 21 maart 1991, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder 3° wordt opgeheven;
  2° de opsomming wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende :
  "5° Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer : de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de Exploitatie van de Luchthaven Brussel-Nationaal bedoeld in het koninklijk besluit van 25 oktober 2004 tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal, tot vaststelling van zijn samenstelling en het administratief en geldelijk statuut dat van toepassing is op zijn leden;
  6° HR Rail : de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail bedoeld in de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen.".

Art.29. Artikel 199 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 december 2006, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 199. § 1. Infrabel heeft tot doel, met betrekking tot het volledige Belgische net :
  1° het verwerven, het ontwerpen, de bouw, de vernieuwing, het onderhoud en het beheer van de spoorweginfrastructuur;
  2° het beheer van de regelings- en veiligheidssystemen van deze infrastructuur;
  3° het leveren aan de spoorwegondernemingen van de hen overeenkomstig de wet te leveren diensten;
  4° de toewijzing van de beschikbare spoorweginfrastructuurcapaciteit;
  5° de tarifering, de facturering en de inning van heffingen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur en voor de diensten bedoeld in 3° ;
  6° de verwerving, de ontwikkeling, het onderhoud, het beheer, de uitbating en de commercialisering van informaticasystemen en telecommunicatienetwerken.
  Infrabel kan deelnemen in elke vennootschap of vereniging, van publiek of privaat recht, in België en in het buitenland, die rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen tot haar doel. Zij kan eveneens zekerheden stellen voor de schulden van verbonden vennootschappen.
  Infrabel kan eveneens optreden als bestuurder, volmachtdrager, mandataris of vereffenaar in andere vennootschappen of ondernemingen.
  Zij mag, in België en in het buitenland, alle handelingen stellen en verrichtingen doen die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van haar doel.
  § 2. De opdrachten van openbare dienst van de infrastructuurbeheerder omvatten de taken bedoeld in paragraaf 1, 1° tot 5°, evenals de andere opdrachten van openbare dienst waarmee hij door of krachtens de wet wordt belast."

Art.30. Artikel 199ter, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 december 2008, wordt vervangen als volgt :
  "De personeelsleden die behoren tot de in artikel 199bis, § 1, bedoelde gespecialiseerde dienst en er een directiefunctie of een functie als lid van het hogere kaderpersoneel uitoefenen, mogen noch persoonlijk, noch via tussenkomst van een rechtspersoon, een andere, al dan niet bezoldigde, functie, mandaat of activiteit uitoefenen, ten dienste van een spoorwegonderneming, ten dienste van HR Rail of ten dienste van een vennootschap die, in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, verbonden is met één ervan.".

Art.31. In titel VIII, hoofdstuk I van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de artikelen 199quater en 199quinquies ingevoegd luidende :
  "Art. 199quater. Infrabel sluit met de NMBS de samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 156ter.
  Art. 199quinquies. In afwijking van artikel 5, § 2, wordt het beheerscontract tussen Infrabel en de Staat gesloten voor een duur van ten minste vijf en ten hoogste tien jaar.".

Art.32. In artikel 200 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : "In afwijking van artikel 26, eerste lid, stelt de raad van bestuur van Infrabel een ondernemingsplan vast voor de duur van het beheerscontract en past het dit jaarlijks aan. Dit plan geeft de doeleinden en de strategie van de onderneming aan, rekening houdend met de mobiliteitsdoeleinden bepaald door de Ministerraad."
  2° paragraaf 3, eerste lid wordt vervangen als volgt :
  "Het meerjarig investeringsplan bedoeld in paragraaf 2, 1°, bevat de planning over meerdere jaren van de investeringen betreffende het verwerven, het ontwerpen, de bouw, de vernieuwing en het beheer van de spoorweginfrastructuur."
  3° in paragraaf 3 wordt een lid ingevoegd tussen de huidige leden 1 en 2, luidende :
  "Het meerjarig investeringsplan van Infrabel wordt afgestemd op het meerjarig investeringsplan van NMBS in de mate dat de planning van de werken van Infrabel die betrekking hebben op het ontwerpen, de bouw en de vernieuwing van de spoorweginfrastructuur een invloed heeft op het gedeelte van het meerjarig investeringsplan van de NMBS met betrekking tot het ontwerpen, de bouw en de vernieuwing van de spoorwegstations, de onbemande stopplaatsen en hun aanhorigheden.";
  4° in paragraaf 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 2008 bekrachtigd door de wet van 21 augustus 2008 worden de woorden "na raadpleging van N.M.B.S. Holding" opgeheven.

Art.33. In titel VIII, hoofdstuk II, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004 worden de artikelen 202bis en 202ter ingevoegd luidende :
  "Art. 202bis. De onroerende goederen die eigendom zijn van Infrabel mogen niet worden onteigend. Op voordracht van de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven, en na advies van de raad van bestuur van Infrabel, dat wordt verleend binnen de twee maanden volgend op de ontvangst van het verzoek daartoe, mag de Koning echter de onteigening toestaan van een onroerend goed dat niet langer nuttig zou zijn voor het beheer van de spoorweginfrastructuur. De opbrengst van de vervreemding van elk onroerend goed komt toe aan Infrabel.
  Art. 202ter. Voorafgaand aan de vervreemding van een onroerend goed dat niet noodzakelijk is voor de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst, informeert Infrabel de NMBS over de voorwaarden van de vervreemding met inbegrip van de overdrachtsprijs.
  Indien de voorwaarden van Infrabel door de NMBS zonder voorbehoud en onvoorwaardelijk worden aanvaard, wordt de overdracht aan de NMBS geacht tot stand te zijn gekomen.
  Indien de NMBS het recht bedoeld in het eerste lid niet uitoefent en vervolgens de voorwaarden van het aanbod door Infrabel substantieel worden gewijzigd, herleeft dit recht.
  De modaliteiten van de uitoefening van dit recht worden geregeld in een overeenkomst te sluiten tussen Infrabel en de NMBS. In de tussentijd oefenen de partijen dit recht uit als een goede huisvader."

Art.34. Artikel 205 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt opgeheven.

Art.35. In artikel 207 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, lid 1, wordt het woord "tien" vervangen door het woord "veertien";
  2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt :
  "De Koning benoemt de bestuurders bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.";
  3° in paragraaf 2, lid 3, wordt de laatste zin vervangen als volgt :
  "De bestuurders kunnen slechts door de Koning worden ontslagen, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad."

Art.36. In titel VIII, hoofdstuk III, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt een artikel 207bis ingevoegd, luidende :
  "Art. 207bis. De gedelegeerd bestuurder van Infrabel behoort tot een andere taalrol dan deze waartoe de gedelegeerd bestuurder van de NMBS behoort."

Art.37. In artikel 208, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd door de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In paragraaf 2 wordt lid 1 aangevuld met de volgende zin :
  "Het aantal leden van het directiecomité mag de helft van het aantal leden van de raad van bestuur niet overtreffen.";
  2° de vierde paragraaf wordt vervangen door wat volgt :
  "Infrabel wordt geldig vertegenwoordigd jegens derden en in rechte door de gedelegeerd bestuurder en het daartoe aangewezen lid van het directiecomité, die gezamenlijk optreden.
  Alle akten van bestuur of akten die de vennootschap verbinden worden gezamenlijk ondertekend door de gedelegeerd bestuurder en het daartoe door de raad van bestuur aangewezen lid van het directiecomité. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de akten waarvan de goedkeuringswijze afwijkt van deze paragraaf.
  De gedelegeerd bestuurder behoort tot een andere taalrol dan deze van het lid van het directiecomité aangewezen overeenkomstig het eerste lid.".

Art.38. In artikel 209, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  "Onverminderd artikel 211, § 2, tweede lid, worden de rechten, met inbegrip van de bezoldiging, en plichten van de gedelegeerd bestuurder en van de andere leden van het directiecomité, enerzijds, en van Infrabel, anderzijds, geregeld door een bijzondere overeenkomst tussen de partijen. Bij de onderhandelingen over deze overeenkomst wordt Infrabel vertegenwoordigd door haar raad van bestuur met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder.
  De gedelegeerd bestuurder kan geen andere emolumenten ontvangen dan zijn vergoeding.";
  2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art.39. Artikel 210, § 2, van dezelfde wet, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
  "De algemene vergadering kan, op voorstel van de raad van bestuur, een extern auditeur aanduiden opdat hij eveneens met raadgevende stem zou deelnemen aan de vergaderingen van dit comité."

Art.40. In artikel 212 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt :
  "Het mandaat van lid van de raad van bestuur of van het directiecomité, is onverenigbaar met elke al dan niet bezoldigde functie, mandaat of activiteit, die hetzij persoonlijk, hetzij via tussenkomst van een rechtspersoon uitgeoefend wordt ten dienste van een spoorwegonderneming, ten dienste van HR Rail of ten dienste van een vennootschap die, in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, verbonden is met één ervan.";
  2° in paragraaf 2 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
  "Het verbod vermeld in het eerste lid is niet van toepassing op de mandaten bedoeld in de artikelen 34, § 1, 2° en 45, § 1, derde streepje van de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen."

Art.41. In artikel 213 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 4 worden in het derde lid de woorden "acht vrije dagen" vervangen door de woorden "veertien dagen";
  2° in paragraaf 4 worden in het vierde lid de woorden "acht vrije dagen" vervangen door de woorden "veertien dagen" en worden de woorden "dertig vrije dagen" vervangen door de woorden "dertig dagen".

Art.42. In titel VIII, hoofdstuk III, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 24 december 2004, wordt een artikel 213bis ingevoegd, luidende :
  "Art. 213bis. Infrabel sluit met de NMBS de overeenkomst bedoeld in artikel 163quater, § 1.".

Art.43. In titel VIII van dezelfde wet, wordt een hoofdstuk V ingevoegd, dat de artikelen 215bis tot 215quater bevat, luidende :
  "HOOFDSTUK V. Diverse bepalingen.
  Art. 215bis. Infrabel is de houder van een eeuwigdurende erfdienstbaarheid ten kosteloze titel op de stations en op de terreinen die eigendom zijn van de NMBS om een doorgang te verlenen aan alle hoogspanningskabels, aan de kabels die verbonden zijn met de elementen die deel uitmaken van de vertrekprocedure van de treinen, met de signalisatie of met de geluidsinstallaties, die nodig zijn voor de uitvoering door Infrabel van haar opdrachten van openbare dienst.
  Art. 215ter. § 1. Infrabel mag daarenboven eeuwig en ten kosteloze titel gebruik maken van het stationsdomein voor de plaatsing en de instandhouding van de kabels en de verbonden uitrustingen die verband houden met communicatie- en informaticasystemen, en voor de uitvoering van de daarmee verbonden werken.
  § 2. Onder de werken bedoeld in paragraaf 1 worden deze begrepen die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de instandhouding, de wijziging, de herstelling, de verwijdering en de controle van de kabels en verbonden uitrustingen.
  Voorafgaand aan de plaatsing van de kabels en verbonden uitrustingen op het stationsdomein, dient Infrabel het voorafgaand akkoord van de NMBS in te winnen over het liggingsplan en de inrichtingskenmerken.
  § 3. Infrabel heeft toegang tot genoemde uitrustingen om te kunnen overgaan tot hun onderhoud, hun instandhouding, hun wijziging, hun herstelling, hun verwijdering of hun controle.
  § 4. De werken worden uitgevoerd als een goed huisvader en op een wijze die zo weinig mogelijk hinder veroorzaakt.
  Art. 215quater. § 1. De NMBS heeft het recht wijzigingen te laten aanbrengen aan de ligging van de kabels en van de verbonden uitrustingen bedoeld in artikel 215ter ter gelegenheid van werken die zij wenst uit te voeren in een station.
  De NMBS en Infrabel hebben de verplichting om elkaar te informeren en zich op elkaar af te stemmen voor de organisatie van de werken.
  § 2. De kosten verbonden aan de wijziging van de kabels en verbonden uitrustingen uitgevoerd op vraag van de NMBS in het kader van haar taken van openbare dienst zijn ten laste van Infrabel.
  § 3. Als de werken die de NMBS uitvoert echter kaderen in haar commerciële activiteiten met betrekking tot vastgoedontwikkeling, blijven de kosten van de verplaatsing van de kabels en verbonden uitrustingen ten haren laste.".

Afdeling 4. - Opheffing van titel IX
Art.44. Titel IX van de wet van 21 maart 1991, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt opgeheven.

TITEL III. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Afdeling 1. - Wetswijzigingen
Art.45. § 1. In artikel 10 van de wet van 25 juli 1891 houdende herziening der wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen, vervangen bij de wet van 23 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
  " § 1. Onverminderd de bevoegdheden van de personeelsleden van de politiediensten, zien de door de Koning aangewezen en te dien einde beëdigde personeelsleden van HR Rail, die ter beschikking zijn gesteld van de NMBS en van Infrabel en de ambtenaren van het Bestuur dat bevoegd is voor het spoorwegvervoer toe op de naleving van deze wet, van de wet van 12 april 1835 rakende de tolrechten en de reglementen van politie nopens de ijzeren weg en van hun uitvoeringsbesluiten.
  Zij stellen de misdrijven omschreven in de voornoemde wetten en uitvoeringsbesluiten vast bij processen-verbaal die gelden tot het bewijs van het tegendeel.";
  2° paragraaf 2 wordt opgeheven;
  3° paragraaf 6 wordt opgeheven.
  § 2. Artikel 12 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd door de programmawet van 27 december 2004, wordt vervangen als volgt :
  "De reizigers en het publiek in het algemeen zijn gehouden, in de stations en de onbemande stopplaatsen, op de perrons, in de treinen en langs de sporen, om zich in overeenstemming te gedragen met de instructies van de personeelsleden van de NMBS en de personeelsleden van de spoorwegondernemingen die makkelijk als zodanig herkenbaar zijn door hun uniform of anderszins, wanneer die instructies erop gericht zijn te waarschuwen voor gevaarlijke situaties, voor exploitatieongevallen of ongevallen met personen, voor zichzelf of voor anderen."
  § 3. In artikel 15 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de woorden "N.M.B.S. Holding" vervangen door het woord "NMBS".

Art.46. § 1. Artikel 1bis van de wet van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden vennootschappen, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt opgeheven.
  § 2. Artikel 2, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, wordt vervangen als volgt :
  "De vennootschap draagt de naam de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, afgekort NMBS.".
  § 3. In artikel 4, zesde lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de woorden "N.M.B.S. Holding" vervangen door de woorden "de NMBS".
  § 4. In artikel 14, lid 1, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de woorden "NMBS Holding" vervangen door het woord "NMBS".

Art.47. In artikel 10, § 1, lid 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bekrachtigd bij de programmawet van 27 december 2004, worden de woorden "N.M.B.S. Holding" opgeheven.

Art.48. § 1. Artikel 1, § 10, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Infrabel als beheerder van de spoorweginfrastructuur evenals de spoorwegondernemingen worden voor de toepassing van dit artikel niet beschouwd als derden ten aanzien van de NMBS."
  § 2. Artikel 1, § 11, eerste lid, van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt :
  "In de zin van deze wet wordt als een veiligheidsdienst beschouwd :
  a) elke dienst die in de schoot van een openbare vervoersmaatschappij is georganiseerd met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet publiek toegankelijke plaatsen, die door de openbare vervoersmaatschappij worden uitgebaat;
  b) voor wat betreft de NMBS, elke dienst die in haar schoot is georganiseerd met het oog op het verzekeren van de veiligheid van de goederen en personen op de plaatsen bedoeld in artikel 13.1., § 2.".
  § 3. Artikel 13.1., § 1, 2°, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : "op de plaatsen bedoeld in dit artikel".
  § 4. Artikel 13.1., § 2, van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt :
  "Voor wat betreft de veiligheidsdienst behorend tot de NMBS, kunnen de in § 1, 1°, bedoelde veiligheidsagenten de bevoegdheden zoals voorzien in dit hoofdstuk uitoefenen in de stations, de onbemande stopplaatsen, de treinen die toebehoren aan de spoorwegondernemingen, de sporen, met inbegrip van de reizigers- en goederenbundels, de andere plaatsen van het spoorwegdomein die toegankelijk zijn voor het publiek en alle plaatsen die beheerd worden door de NMBS, met uitzondering van :
  a) de infrastructuur die aan derden als concessie wordt gegeven, behalve in geval van samenwerkingsakkoord met de concessiehouder en volgens de modaliteiten die door voornoemd akkoord zijn bepaald;
  b) de wegen die een openbare weg vormen, met uitzondering van de ondergrondse doorgangen en passerellen;
  c) de transportvoertuigen van andere spoorwegondernemingen dan de NMBS indien deze geen voorafgaandelijk verzoek hebben geformuleerd aan de voornoemde veiligheidsdienst.".
  § 5. In artikel 13.3 van dezelfde wet worden de woorden " de NMBS-Holding N.V. en" opgeheven.

Art.49. In de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in artikel 355, laatstelijk gewijzigd door de wet van 22 juni 2012, worden de woorden "een naamloze vennootschap van publiek recht van de NMBS-groep" vervangen door de woorden "de NMBS, Infrabel of HR Rail";
  2° de artikelen 357 tot en met 359bis worden opgeheven.

Art.50. In artikel 16, § 1, c), van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, worden de woorden "NMBS-Holding" vervangen door het woord "NMBS".

Art.51. In de wet van 12 december 2006 betreffende GSM-R, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° artikel 2, 3°, wordt vervangen als volgt :
  "3° HR Rail : de naamloze vennootschap van publiek recht bedoeld in de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgsiche Spoorwegen";
  2° in artikel 6, 1°, worden de woorden "de NMBS-Holding" vervangen de woorden "HR Rail";

Art.52. In de programmawet van 23 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in artikel 202 worden de woorden "NMBS-Holding" vervangen door het woord "NMBS";
  2° in artikel 203 worden de woorden "de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS-Holding" opgeheven.

Afdeling 2. - Reglementaire wijzigingen
Art.53. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004 tot oprichting van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal, tot vaststelling van zijn samenstelling en het administratief en geldelijk statuut dat van toepassing is op zijn leden, worden de woorden "N.M.B.S. Holding" vervangen door de woorden "NMBS, van HR Rail".

Art.54. In artikel 4, 9°, van het koninklijk besluit van 26 januari 2006 tot oprichting van een Federaal Comité voor de Beveiliging van het Spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de beveiliging van het intermodaal vervoer, worden de woorden "NMBS Holding" vervangen door het woord "NMBS".

Art.55. In het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende reglement van de politie op de spoorwegen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in artikel 1, 5°, worden de woorden "of NMBS Holding" opgeheven;
  2° in artikel 9, § 3, worden de woorden "NMBS Holding" vervangen door het woord "NMBS".

Art.56. In het koninklijk besluit van 4 juli 2008 tot vaststelling van de bezoldiging van de Regeringscommissaris bij de NMBS-Holding, de NMBS en Infrabel, worden de woorden "de NMBS-Holding" opgeheven.

Art.57. In artikel 14 van het koninklijk besluit van 22 juni 2011 tot aanwijzing van de veiligheidsinstantie van de spoorwegen, worden de woorden "NMBS-groep" vervangen door de woorden "NMBS, Infrabel of HR Rail".

Art.58. In artikel 2, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 11 juli 2011 betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen, worden de woorden "NMBS Holding" vervangen door de woorden "NMBS of Infrabel".

Art.59. In het koninklijk besluit van 23 mei 2013 tot aanduiding van de statutaire personeelsleden van de NMBS Holding die instaan voor de veiligheid en de bewaking van de spoorwegen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het opschrift wordt vervangen als volgt :
  "Koninklijk besluit tot aanduiding van de personeelsleden van HR Rail die instaan voor de veiligheid en de bewaking van de spoorwegen";
  2° in artikel 1, worden de woorden "De statutaire personeelsleden van de NMBS Holding" vervangen door de woorden "De personeelsleden van HR Rail";
  3° in artikel 2, worden de woorden "De statutaire personeelsleden van de NMBS Holding, opgenomen in bijlage 2, die ter beschikking van Infrabel zijn gesteld" vervangen door "De personeelsleden van HR Rail, opgenomen in bijlage 2";
  4° in artikel 3, worden de woorden "De statutaire personeelsleden van de NMBS Holding, opgenomen in bijlage 3, die ter beschikking van de NMBS zijn gesteld" vervangen door "De personeelsleden van HR Rail, opgenomen in bijlage 3";
  5° artikel 4 wordt opgeheven;
  6° het opschrift van de bijlagen 1, 2 en 3 wordt vervangen als volgt :
  "Koninklijk besluit tot aanduiding van de personeelsleden van HR Rail die instaan voor de veiligheid en de bewaking van de spoorwegen".

TITEL IV. - Overgangsbepalingen
Art.60. Indien de vervoersovereenkomst bedoeld in artikel 8 van de wet van 30 augustus 2013 niet gesloten wordt vóór 1 april 2014, bepaalt de Koning voorlopig de inhoud van de vervoersovereenkomst na het advies ingewonnen te hebben van de Dienst Regulering van het Spoorwegvervoer. Deze overeenkomst is bindend ten aanzien van de NMBS en Infrabel tot op het ogenblik dat een nieuwe vervoersovereenkomst overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk Vbis van titel V van de wet van 21 maart 1991, ingevoegd op grond van artikel 27 van dit besluit.

Art.61. Onverminderd artikel 3, § 4, van de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen, worden de lopende overeenkomsten tussen de NMBS Holding, Infrabel of de entiteit bedoeld in artikel 1, 2° van het koninklijk besluit van 7 november 2013 tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I) enerzijds en een of meerdere willekeurige derden anderzijds, gesplitst en/of overgedragen zonder schadeloosstelling of voorafgaand akkoord van een van de partijen in het kader van de verrichtingen bedoeld in artikel 3 van voornoemde wet van 30 augustus 2013 zodat zij van kracht blijven tussen de derde of de derden enerzijds en Infrabel, de NMBS en/of HR Rail anderzijds.

Art.62. De lopende dienstverlening tussen de NMBS Holding en Infrabel of tussen Infrabel en de entiteit bedoeld in artikel 1, 2° van het koninklijk besluit van 7 november 2013 tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I) kan worden verzekerd tot 30 juni 2014.

Art.63. Zolang de Koning het aantal bestuurders in de raad van bestuur van de NMBS niet heeft bepaald overeenkomstig artikel 17 van dit besluit dat een zin invoegt in artikel 162bis, § 1, van de wet van 21 maart 1991 dat voorziet dat de Koning het aantal bestuurders bepaalt, wordt het aantal bestuurders bepaald op tien.

Art.64. Zolang het aantal bestuurders in de raden van bestuur van de NMBS en Infrabel niet op veertien wordt gebracht, treden de artikelen 20, 1° en 37, 1° van dit besluit, in de mate dat zij in respectievelijk de artikelen 162quater, eerste lid, en 208, § 1, van de wet van 21 maart 1991 een zin invoegen die voorziet dat het aantal leden van het directiecomité de helft van het aantal leden van de raad van bestuur niet mag overtreffen, niet in werking.

Art.65. In afwijking van artikel 207 van de wet van 21 maart 1991, zoals gewijzigd bij dit besluit, oefenen de leden van de raad van bestuur van Infrabel, benoemd op grond van artikel 207, § 2, eerste lid, laatste zin, rechtsgeldig hun mandaat uit tot op het moment van hun benoeming of herroeping op basis van artikel 207 van de wet van 21 maart 1991, zoals gewijzigd bij dit besluit.

Art.66. Aan de NMBS en Infrabel wordt een overgangstermijn tot 30 juni 2014 toegekend om hun statuten in overeenstemming te brengen met de wijzigingen aan de wet van 21 maart 1991 op grond van dit besluit.

Art.67. De NMBS en Infrabel sluiten uiterlijk op 31 december 2014 de overeenkomst bedoeld in artikel 156quinquies van de wet van 21 maart 1991, zoals ingevoegd door artikel 11 van dit besluit.

Art.68. De NMBS en Infrabel sluiten uiterlijk op 31 december 2014 de overeenkomst bedoeld in artikel 159bis en artikel 202ter van de wet van 21 maart 1991, zoals ingevoegd door de artikelen 13 en 33 van dit besluit.

TITEL V. - Gemeenschappelijke bepalingen
Afdeling I. - Fiscale bepalingen
Art.69. Alle overdrachten van goederen die plaatsvinden in het kader van de verrichtingen bedoeld in het koninklijk besluit van 7 november 2013 tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I), met uitzondering van deze die plaatsvinden ingevolge de fusie zoals voorzien bij de artikelen 2 tot 4 van het voornoemde koninklijk besluit of ingevolge de partiële splitsing zoals voorzien bij de artikelen 5 tot 7 van voornoemd koninklijk besluit, vallen niet onder het toepassingsgebied van de artikelen 442bis Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, 93undeciesB van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, 41quinquies van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en 16ter van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.

Afdeling II. - Diverse bepalingen
Art.70. § 1. De gronden die respectievelijk toebehoren aan Infrabel en aan de NMBS worden overgedragen tussen de vennootschappen in meerdere loten, vóór 31 december 2014, met als doel hun respectieve vermogens te harmoniseren in functie van hun doel.
  § 2. De partijen stellen alles in het werk, opdat elke negatieve invloed op hun resultatenrekeningen marginaal is, door de marktwaardes van de overgedragen activa in evenwicht te brengen. Indien voor een bepaald lot de impact op het boekhoudkundig resultaat zich vertaalt in een verlies voor een van de partijen, dan moet de andere partij ten gunste van deze laatste partij een opleg betalen voor een bedrag gelijk aan dit verlies.
  § 3. De waarde van de niet-gesubsidieerde gronden die worden overgedragen in overeenstemming met de paragrafen 1 en 2 wordt bepaald met verwijzing naar hun marktwaarde, die moet worden begrepen als de netto boekwaarde van het actief waarvan het bedrag van de milieuvoorzieningen die er op het ogenblik van de ruil mee verbonden zijn, wordt afgetrokken.
  § 4. De gesubsidieerde gronden worden overgedragen aan hun marktwaarde, zonder rekening te houden met de kapitaalsubsidie die er betrekking op heeft.
  § 5. Wanneer afschrijfbare activa verbonden zijn met een grond die het voorwerp uitmaakt van de overdracht, worden de afschrijfbare activa volledig afgeschreven in hoofde van de overdragende vennootschap, voorafgaand aan de overdracht van genoemde grond. Indien kapitaalsubsidies aan deze activa verbonden zijn, worden deze eveneens volledig afgeschreven.
  § 6. Voor elk lot, keurt de Koning de lijst goed van de over te dragen goederen, opgesteld door de raden van bestuur van de overdragende vennootschappen.
  § 7. De lijsten worden neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, waar elke persoon er gratis kennis van kan nemen en er een volledige of gedeeltelijke kopie van kan nemen tegen betaling van de griffierechten. De publicatie van een bericht in het Belgisch Staatsblad dat de neerlegging op de griffie bevestigt brengt van rechtswege de overdracht aan Infrabel of aan de NMBS met zich mee van de goederen die erin worden vermeld. Deze overdracht is tegenstelbaar aan derden vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het bericht. Met uitzondering van de goederen die behoren tot het publieke spoorwegdomein, worden de lijsten overgeschreven in het daartoe bestemde register op elk kantoor van bewaring der hypotheken in wiens ambtsgebied de betrokken onroerende goederen zijn gelegen.

Art.71. De NMBS en Infrabel worden niet geacht een consortium te vormen in de zin van artikel 10 van het Wetboek van vennootschappen.

Art.72. De verrichtingen bedoeld in het koninklijk besluit van 7 november 2013 tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I) hebben geen invloed op de bestaande machtigingen aan de Koning om staatswaarborgen te verlenen ten gunste van de NMBS.

Art.73. § 1. Vanaf het ogenblik dat de partiële splitsing als bedoeld in de artikelen 5 tot 7 van het koninklijk besluit van 7 november 2013 tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I) uitwerking heeft, zal Infrabel in haar aandelenregister de Infrabel aandelen die zij uitgeeft ten voordele van de houders van bewijzen van deelgerechtigdheid aan toonder van de NMBS Holding die, op 31 december 2013, niet op naam zijn ingeschreven in het aandelenregister van de NMBS Holding, inschrijven in haar aandelenregister op naam van Infrabel, maar voor rekening van de genoemde houders van bewijzen van deelgerechtigdheid. Infrabel heeft het recht tussen 1 januari 2015 en 31 december 2015 om genoemde Infrabel aandelen in te kopen tegen fractiewaarde, indien deze aandelen op het ogenblik van de inkoop ervan nog steeds zijn ingeschreven in het aandelenregister op naam van Infrabel maar voor rekening van de houders van de bewijzen van deelgerechtigdheid.
  § 2. Artikel 620, § 1, 3° van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op de inkoop bedoeld in paragraaf 1.
  § 3. De opbrengsten die volgen uit de inkoop, bedoeld in paragraaf 1 worden, na aftrek van de boete bedoeld in paragraaf 4, gestort bij de Deposito- en Consignatiekas, totdat een persoon die op geldige wijze zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, de teruggave ervan vraagt.
  § 4. De persoon die de teruggave vraagt van de bedragen afkomstig van de inkoop bedoeld in paragraaf 1, die gedeponeerd zijn bij de Deposito- en Consignatiekas, is een boete verschuldigd, berekend per jaar achterstand vanaf 31 december 2015. Het bedrag van deze boete wordt berekend naar analogie met artikel 11, § 3 van de wet van 14 december 2005 houdende de afschaffing van de effecten aan toonder.

Art.74. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014, of op een latere door de Koning te bepalen datum, maar ten laatste op 1 april 2014.

Art. 75. De minister bevoegd voor overheidsbedrijven, de minister bevoegd voor binnenlandse zaken en de minister bevoegd voor financïen, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 11 december 2013.
  FILIP
  Van Koningswege :
  De Minister Van Binnenlandse Zaken,
  Mevr. J. MILQUET
  De Minister van Overheidsbedrijven,
  J.-P. LABILLE
  De Minister van Financiën,
  K. GEENS