19 MEI 2006. - Decreet betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-07-2006 en tekstbijwerking tot 30-04-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Oprichting, middelen en uitgaven.
Art. 3-9
HOOFDSTUK III. - Controle en sancties.
Art. 10-13
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 14-16
2007035013 2007035248 2008035688 2010206301 2011035095 2014036736 2014201121 2015035480 2017020427 2018012749 2023015095 2024001891 2024003403 2024006963 2024007762
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art.2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° dieren : de levende gewervelde en ongewervelde dieren van welke soort ook;
2° dierlijke producten : producten van dierlijke oorsprong die al dan niet een verwerking of bewerking hebben ondergaan;
3° planten : de levende planten en de levende delen van planten met inbegrip van de verse vruchten en de zaden;
4° plantaardige producten : producten van plantaardige oorsprong die al dan niet een verwerking of bewerking hebben ondergaan, voorzover het geen planten betreft;
5° visserijproducten : producten van de visvangst op zee en in de binnenwateren en van de aquacultuur die al dan niet een verwerking of bewerking hebben ondergaan;
6° [1 Vlaams Landbouwfonds : Vlaams Fonds voor Landbouw en Visserij;]1
7° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor [3 de landbouw]3.
[2 8° Vlaams Klimaatfonds: het Vlaams Klimaatfonds, vermeld in artikel 14 van het decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012, het laatst gewijzigd bij het decreet van 18 december 2020.]2
----------
(1)<DVR 2013-06-28/15, art. 31, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DVR 2022-07-08/05, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 12-08-2022>
(3)<DVR 2024-03-29/37, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
HOOFDSTUK II. - Oprichting, middelen en uitgaven.
Art.3.§ 1. Met toepassing van artikel 45 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, wordt bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor het beleidsdomein Landbouw en Visserij [1 een Vlaams Landbouwfonds opgericht]1.
§ 2. [1 ...]1
§ 3. [1 ...]1
----------
(1)<DVR 2013-06-28/15, art. 32, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.4.[1 Het Vlaams Landbouwfonds kan zijn middelen aanwenden voor de prefinanciering of financiering van :
1° de uitgaven ter uitvoering van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid en de uitvoeringsbesluiten ervan;
2° de kosten die verbonden zijn aan opdrachten, programma's of projecten die voor rekening van het Vlaams Landbouwfonds uitgevoerd worden;
3° de uitgaven van en voor de dataverzameling en de adviesverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid;
4° de uitgaven van het beleidsdomein Landbouw en Visserij ter uitvoering van het beleid voor plattelandsontwikkeling;
5° de uitgaven van het beleidsdomein Landbouw en Visserij om schade te vergoeden, zoals voor het delgen van kosten voor het vernietigen, het uit de handel nemen, het behandelen, het bewerken of verwerken, of het geven van een andere bestemming dan een normale bestemming aan de landbouw- en visserijproducten of grondstoffen, vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, en, in voorkomend geval, voor het delgen van het inkomensverlies dat daarmee gepaard gaat, als :
a) de schade voortvloeit uit een beslissing van de Europese Unie, van de federale of van de Vlaamse overheid, zonder dat de schade veroorzaakt is door de schadelijder;
b) de schade niet voortvloeit uit bestrijdingsprogramma's met betrekking tot de dieren- of plantengezondheid;
6° [2 ...]2]1
[3 7° uitgaven die betrekking hebben op de cofinanciering vanuit het Vlaams Klimaatfonds voor land- en tuinbouw gerelateerde initiatieven.]3
----------
(1)<DVR 2013-06-28/15, art. 33, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DVR 2018-07-06/20, art. 15, 007; Inwerkingtreding : 09-09-2018>
(3)<DVR 2022-07-08/05, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 12-08-2022>
Art.5.[1 De middelen van het Vlaams Landbouwfonds worden gevormd door :
1° de verplichte bijdragen, opgelegd met toepassing van het tweede lid, en artikel 8, § 1, ten laste van natuurlijke personen en rechtspersonen die activiteiten verrichten in de sectoren, vermeld in artikel 3 van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid;
2° [2 de vergoedingen, de rechten, de heffingen, de afhoudingen en de toeslagen, vermeld in artikel 4, 5°, van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, en de retributies, vermeld in artikel 4, 5° /1, van het voormelde decreet, tenzij de vergoedingen, rechten, heffingen of afhoudingen, toeslagen of retributies zonder tussenkomst van het Vlaams Landbouwfonds door de heffingsplichtige aan de dienstverlener worden betaald voor het verrichten van bepaalde diensten of voor het opzetten van bepaalde acties die verband houden met de vergoeding;]2
3° [3 ...]3;
4° [3 ...]3;
5° [3 ...]3;
6° de vrijwillige bijdragen, alsook de uitzonderlijke ontvangsten;
7° de ontvangsten voor de uitvoering van diensten voor derden, met inbegrip van overheidsinstellingen;
8° de ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Europese Unie in de uitgaven van het Vlaams Landbouwfonds;
9° de terugbetalingen van toelagen of voorschotten en ontvangen intresten die verbonden zijn aan uitgaven van het Vlaams Landbouwfonds;
10° de bijstand van de Europese Unie voor de uitvoering van de controleregeling die geldt in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid;
11° de verplichte bijdragen die opgelegd worden aan de bedrijven of personen die door de aard van hun activiteiten schade kunnen veroorzaken aan planten of dieren en aan plantaardige of dierlijke producten of visserijproducten;
12° andere middelen die hem bij decreet zijn toegewezen;
13° bij achterstal van betaling, de intresten op de bedragen, vermeld in punt 1° tot en met 12°.
[4 14° financiering uit het Vlaams Klimaatfonds.]4
De verplichte bijdragen, retributies, rechten en vergoedingen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kunnen worden geheven op planten of plantaardige producten, dieren of dierlijke producten of visserijproducten die worden voortgebracht, geoogst, aangeland, verhandeld, vervoerd, bewerkt of verwerkt. Ze kunnen ook worden geheven op de ondernemingen die planten of plantaardige producten, dieren of dierlijke producten of visserijproducten voortbrengen, verhandelen, vervoeren, bewerken of verwerken.]1
----------
(1)<DVR 2013-06-28/15, art. 34, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DVR 2017-06-30/08, art. 63, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(3)<DVR 2018-07-06/20, art. 16, 007; Inwerkingtreding : 09-09-2018>
(4)<DVR 2022-07-08/05, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 12-08-2022>
Art.6.[1 De Vlaamse Regering bepaalt :
1° de inhoud van het bijzonder reglement betreffende het beheer van het Vlaams Landbouwfonds;
2° de persoon of instantie die belast is met het beheer van het Vlaams Landbouwfonds en de bevoegdheden van die persoon of instantie;
3° de bevoegdheden van de rekenplichtige die de bedragen, vermeld in artikel 5, ontvangt.]1
----------
(1)<DVR 2013-06-28/15, art. 35, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.7.[1 § 1. Bij het Vlaams Landbouwfonds wordt een raad opgericht.
De Vlaamse Regering bepaalt de organisatie, samenstelling en werkwijze van die raad.
§ 2. Bij het vaststellen van de inkomsten en de uitgaven wordt rekening gehouden met het advies van de raad en met een evenredige verdeling tussen de sectoren en subsectoren.
De raad geeft advies over :
1° het programma van de uitgaven van het Vlaams Landbouwfonds, dat vastgelegd wordt door de minister;
2° alle vragen waarvan de minister de raad opdraagt ze te onderzoeken.
De raad kan aan de minister elk voorstel voorleggen voor het toepassingsdomein van het Vlaams Landbouwfonds.
§ 3. [2 ...]2]1
[3 § 4. De raad verleent geen advies over de middelen en uitgaven gerelateerd aan het Vlaams Klimaatfonds.]3
----------
(1)<DVR 2013-06-28/15, art. 36, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<DVR 2018-07-06/20, art. 17, 007; Inwerkingtreding : 09-09-2018>
(3)<DVR 2022-07-08/05, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 12-08-2022>
Art.8.[1 De Vlaamse Regering bepaalt, na advies van de raad, het bedrag van :
1° de verplichte bijdragen, vermeld in artikel 5, eerste lid, 1° en 11°, alsook de regels voor de inning ervan;
2° de vergoedingen, retributies, rechten, heffingen, afhoudingen en toeslagen, vermeld in artikel 5, eerste lid, 2°, alsook de regels voor de inning ervan.
Het besluit betreffende de verplichte bijdragen, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt van rechtswege opgeheven met terugwerkende kracht tot op de datum van de inwerkingtreding ervan als het niet binnen een maand na de goedkeuring door de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement ter bekrachtiging wordt voorgelegd. Het besluit wordt bekrachtigd bij decreet binnen zes maanden na de goedkeuring ervan. Die periodes worden opgeschort tijdens het parlementaire reces en bij de ontbinding van het parlement.]1
----------
(1)<DVR 2013-06-28/15, art. 37, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.9.
<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 80, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
HOOFDSTUK III. - Controle en sancties.
Art.10.[1 Als de verplichte bijdragen en retributies, vermeld in artikel 5, eerste lid, 1°, 2° en 11°, onbetaald blijven na de uiterste datum die is vastgesteld volgens de betalingsprocedure, wordt er eerst met een aangetekende brief een schriftelijke aanmaning gestuurd.
Vanaf de datum van verzending van de aanmaning kan de overheid beslissen dat er geen controles meer uitgevoerd worden en geen andere administratieve prestaties meer geleverd worden zolang de verschuldigde bedragen niet vereffend zijn. Bij niet-betaling binnen dertig kalenderdagen vanaf de uiterste betaaldatum wordt de persoon of het bedrijf in kwestie met een aangetekende brief in gebreke gesteld, zelfs als de bijdrage het voorwerp uitmaakt van een betwisting voor de rechtbanken. Vanaf de datum van die aanmaning wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met de wettelijke intrest.
De ingebrekestelling bevat de volgende tekst :
" Na de ingebrekestelling kunnen de erkenningen, vergunningen of licenties met een aangetekende brief geschorst worden vanaf de dertigste werkdag na de kennisgeving van de ingebrekestelling, als er op die dag nog geen betaling werd ontvangen. Die maatregel neemt van rechtswege een einde op de eerste werkdag na de dag waarop de verschuldigde verplichte bijdragen of retributies effectief op de rekening van het Vlaams Landbouwfonds worden gecrediteerd.]1
----------
(1)<DVR 2013-06-28/15, art. 38, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.11.
<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 80, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.12.
<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 80, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.13.
<Opgeheven bij DVR 2013-06-28/15, art. 80, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.14. <DVR 2006-12-22/31, art. 88, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006> Artikel 2 met betrekking tot het Fonds voor de Kwaliteit van de Landbouwproductie van het decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de derde aanpassing van de begroting 2002 wordt opgeheven op 1 januari 2007.
Art.15. <DVR 2006-12-22/31, art. 88, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006> Het beschikbare saldo van het Fonds voor de Kwaliteit van de Landbouwproductie, vermeld in artikel 14, wordt op 1 januari 2007 overgedragen aan het Fonds voor Landbouw en Visserij.
Art. 16. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2006.