23 DECEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de retributies voor de toelating of registratie van rassen van land- en tuinbouwgewassen, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal, voor de keuring en controle van dat materiaal en voor de keuring en controle bij de productie van hop en hopproducten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-02-2023 en tekstbijwerking tot 16-04-2024)
HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Retributies voor de toelating van rassen tot de rassenlijst van landbouw- en groentegewassen
Art. 3-9
HOOFDSTUK 3. - Retributies voor de registratie in het rassenregister van rassen van teeltmateriaal van fruitgewassen en voor de registratie in de rassenlijst van wijnstokrassen
Art. 10-11
HOOFDSTUK 3/1. [1 Aanmelding van biologisch heterogeen teeltmateriaal ]1
Art. 11/1
HOOFDSTUK 4. - Retributies voor de keurings-, certificerings- en controleactiviteiten met betrekking tot de plantengezondheid en de productie en handel van en op plantaardig teeltmateriaal en erkenningen tot uitoefening van bepaalde beroepen in de plantaardige sector en voor de keuring en controle bij de productie van hop en hopproducten
Art. 12-16
HOOFDSTUK 5. - Gegevensbescherming
Art. 17
HOOFDSTUK 6. - Betalingsprocedure en handhaving
Art. 18-19
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepaling
Art. 20
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art. 21-25
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.De definities die gelden voor de besluiten, vermeld in artikel 2, zijn ook van toepassing in dit besluit.
Naast de definities, vermeld in het eerste lid, zijn in dit besluit de volgende definities van toepassing:
1° aanvullende analyse: een analyse die op verzoek van de aanvrager wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoeksinstelling en waarmee een optioneel bijkomend specifiek raskenmerk bevestigd kan worden, dat dan als bijkomend element bij het CGW-onderzoek meegenomen kan worden in de beslissing tot toelating tot de rassenlijst;
2° aanvullende proef: een proef die op verzoek van de aanvrager wordt uitgevoerd en die optioneel is voor de betreffende plantensoort in de criteria voor het CGW-onderzoek, naast de verplichte criteria voor het CGW-onderzoek;
3° besluit van 26 september 2008: het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2008 betreffende de toelating van de rassen van landbouwgewassen en groentegewassen tot en het behoud ervan op de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen;
4° bevoegde entiteit: [1 het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie]1;
[2 4° /1 biologisch heterogeen materiaal: biologisch heterogeen materiaal als vermeld in artikel 2, 1), van gedelegeerde verordening (EU) 2021/1189 van de Commissie van 7 mei 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de productie en het in de handel brengen van plantaardig teeltmateriaal van biologisch heterogeen materiaal van bepaalde genera of soorten;]2
5° conformiteitstest: een vergelijkende test tussen enerzijds het zaadmonster van het OHB-onderzoek en anderzijds het zaadmonster van het CGW-onderzoek van hetzelfde ras, die uitgevoerd wordt om te bevestigen dat de rasidentiteit van beide zaadmonsters identiek is;
6° laboratorium: het laboratorium voor zaadontleding van de bevoegde entiteit;
7° onderzoeksinstelling: een wetenschappelijke instelling die door de bevoegde entiteit is aangewezen om een OHB- of een CGW-onderzoek uit te voeren;
8° rassenlijst: de rassenlijst van landbouwgewassen en groentegewassen, vermeld in artikel 1, 8° en 9°, van het besluit van 26 september 2008;
9° RNQP: een niet-quarantaineorganisme dat door de Europese Unie is gereguleerd als vermeld in artikel 36 van verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad.
----------
(1)<BVR 2024-01-26/31, art. 102, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
(2)<BVR 2024-03-08/07, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art.2. Dit besluit is van toepassing op de retributies die verschuldigd zijn in het kader van de volgende besluiten:
1° het besluit van de Vlaamse regering van 3 oktober 2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal;
2° het besluit van de Vlaamse regering van 3 oktober 2003 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen;
3° het besluit van de Vlaamse regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken;
4° het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad;
5° het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen;
6° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen;
7° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen;
8° het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en van de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie;
9° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2006 betreffende de loontriage van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen die bestemd zijn om te worden ingezaaid;
10° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen;
11° het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek;
12° het besluit van 26 september 2008;
13° het besluit van de Vlaamse Regering van 22 januari 2010 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt;
14° besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 2010 betreffende de certificering van hop en hopproducten;
15° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen;
16° het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2021 over de biologische productie en de etikettering van biologische producten;
17° het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2022 tot uitvoering van de Europese plantengezondheidsregels voor het plantaardig teeltmateriaal;
18° het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal;
19° het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen in de landbouw die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de lokale en regionale omstandigheden en die door genetische erosie worden bedreigd, en voor het in de handel brengen van zaaizaad en pootaardappelen van die landrassen en rassen;
20° het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de procedures voor de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen;
21° het ministerieel besluit van 2 december 2010 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen, maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen;
22° het ministerieel besluit van 8 juli 2016 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsook van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt;
23° het ministerieel besluit van 25 juli 2016 betreffende de registratie van leveranciers en van rassen;
24° het ministerieel besluit van 25 augustus 2016 betreffende de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voorschriften voor fruitgewassen, de specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en de nadere voorschriften voor officiële inspecties;
25° het ministerieel besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen;
26° het ministerieel besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen.
HOOFDSTUK 2. - Retributies voor de toelating van rassen tot de rassenlijst van landbouw- en groentegewassen
Art.3. De aanvrager van een toelating van een ras tot een rassenlijst van landbouw- en groentegewassen is een retributie verschuldigd voor de volgende aspecten:
1° de indiening van de aanvraag tot toelating;
2° de deelname aan het OHB-onderzoek, per proefjaar;
3° in voorkomend geval de deelname aan een conformiteitstest per proefjaar;
4° in voorkomend geval de deelname aan een of meer CGW-onderzoeken, per onderzoeksdoeleinde en per proefjaar;
5° in voorkomend geval de deelname aan een of meer aanvullende proeven;
6° in voorkomend geval de uitvoering van een of meer aanvullende analyses;
7° het jaarlijkse behoud van de toelating.
Het bedrag van de retributies, vermeld in het eerste lid, is afhankelijk van de klasse en de plantensoort waartoe het ras behoort. De plantensoorten zijn ingedeeld in de volgende tariefklassen:
1° tariefklasse 1: suikerbiet;
2° tariefklasse 2: maïs;
3° tariefklasse 3: tarwe, gerst, spelt, triticale, haver, rogge;
4° tariefklasse 4: aardappel, soja, voederbiet, cichorei voor de industrie;
5° tariefklasse 5: niet-doorlevende grassen;
6° tariefklasse 6: doorlevende grassen;
7° tariefklasse 7: alle groentesoorten met uitzondering van cichorei voor de industrie;
8° tariefklasse 8: alle landbouwsoorten die niet vermeld worden in tariefklasse 1 tot en met 7, vermeld in punt 1° tot en met 7°.
Art.4. De retributies voor de indiening van de aanvraag tot toelating tot de rassenlijst van landbouw- of groentegewassen zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Als een aanvraag na de uiterste indieningsdatum wordt ingetrokken of als de aanvraag niet ontvankelijk is, wordt de retributie voor de indiening van de aanvraag, vermeld in het eerste lid, toch aangerekend.
Art.5. Bij een OHB-onderzoek naar aanleiding van een aanvraag tot toelating van een ras tot een rassenlijst van landbouw- en groentegewassen, dat op verzoek van de bevoegde entiteit door een binnenlandse of buitenlandse onderzoeksinstelling wordt uitgevoerd of waarvoor het resultaat overgenomen wordt van een buitenlandse onderzoeksinstelling, worden de kosten van dat onderzoek of die overname aan de bevoegde entiteit gefactureerd. De bevoegde entiteit vordert die kosten op haar beurt, inclusief btw, terug van de aanvrager of in voorkomend geval van de aanvraaggemachtigde.
In geval van een hybride ras bevatten de kosten, vermeld in het eerste lid, in voorkomend geval ook de kosten van de OHB-onderzoeken van elke ouderlijn of component waarvoor geen officiële beschrijving voorhanden is en die moet worden onderzocht conform de testrichtsnoeren, vermeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouw- en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek.
Art.6. Als de zaadmonsters voor het OHB-onderzoek en het CGW-onderzoek in aparte verpakkingen aangeleverd worden, voert een binnenlandse of buitenlandse onderzoeksinstelling een conformiteitstest uit op verzoek van de bevoegde entiteit. De kosten van een conformiteitstest worden aan de bevoegde entiteit gefactureerd. De bevoegde entiteit vordert die kosten op haar beurt, inclusief btw, terug van de aanvrager of in voorkomend geval van de aanvraaggemachtigde.
Art.7. § 1. De retributie voor de deelname aan het CGW-onderzoek per proefjaar is opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Voor de soorten die vallen onder tariefklasse 8, vermeld in artikel 3, tweede lid, 8°, van dit besluit, wordt het bedrag van de retributie voor het CGW-onderzoek per proefjaar gelezen als een maximaal te innen bedrag. Als een aanvrager de intentie heeft om een aanvraag voor een nieuw ras voor een van die soorten in te dienen voor toelating tot de rassenlijst voor landbouwgewassen conform de procedure, vermeld in artikel 10 van het besluit van 26 september 2008, brengt hij de bevoegde entiteit daarvan op de hoogte uiterlijk twee maanden voor het einde van de termijn van indiening die voor die soort is vastgelegd. Binnen zes weken nadat de bevoegde entiteit die kennisgeving heeft ontvangen, bevestigt de bevoegde entiteit of het CGW-onderzoek in kwestie georganiseerd zal worden en legt in dat geval een bestek voor, dat het maximale vastgelegde bedrag, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, niet overschrijdt. Als de aanvrager het voorgelegde bestek aanvaardt, dient hij de aanvraag tot toelating tot de rassenlijst uiterlijk op de daarvoor vastgelegde termijn in conform de procedure, vermeld in artikel 10 van het besluit van 26 september 2008.
Voor soorten waarbij er in de criteria voor het CGW-onderzoek van de soort in kwestie voor verschillende onderzoeksdoeleinden afzonderlijke proeven worden aangelegd, wordt de retributie voor het CGW-onderzoek, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, per onderzoeksdoeleinde aangerekend.
§ 2. Een aanvrager kan een of meer aanvullende proeven bij het CGW-onderzoek aanvragen. Voor elke aanvullende proef wordt 20% van de retributie van het CGW-onderzoek van de soort in kwestie en de bijbehorende tariefklasse aangerekend.
§ 3. Een aanvrager kan een of meer aanvullende analyses aanvragen. De kosten voor elke aanvullende analyse die de onderzoeksinstelling die het onderzoek heeft uitgevoerd, aan de bevoegde entiteit gefactureerd heeft, inclusief btw, worden teruggevorderd van de aanvrager of in voorkomend geval van de aanvraaggemachtigde.
§ 4. De retributies voor het CGW-onderzoek, vermeld in paragraaf 1, worden niet aangerekend als de aanvraag tot toelating is ingetrokken vóór de uiterste datum waarop een onderzoeksinstelling het teeltmateriaal ontvangen moet hebben conform de procedure, vermeld in artikel 10 van het besluit van 26 september 2008.
Art.8. Als het een aanvraag voor een genetisch gemodificeerd ras betreft, betaalt de aanvrager voor de deelname aan de OHB- en CGW-onderzoeken, vermeld in artikel 5 en 6, bijkomend de reële aanvullende kosten en houdt de aanvrager rekening met de uiterste data en termijnen die voortvloeien uit de extra maatregelen die de onderzoeksinstelling moet treffen conform artikel 5 tot en met 8 van het decreet van 3 april 2009 houdende de organisatie van co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen. Uiterlijk zes weken na de indiening van de aanvraag legt de bevoegde entiteit een bestek voor.
Art.9. Vanaf het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin een ras is toegelaten op de rassenlijst, is een jaarlijkse retributie als vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd, verschuldigd voor een periode van twaalf maanden voor het behoud van de toelating van dat ras op de rassenlijst. De retributie wordt betaald bij de start van het jaar in kwestie waarin het behoud op de rassenlijst wordt toegestaan. Als de retributie niet betaald is binnen dertig dagen nadat de aanvrager of in voorkomend geval de aanvraaggemachtigde het voorstel tot betaling heeft ontvangen, wordt het ras van de rassenlijst geschrapt met ingang van 1 januari van het jaar waarop de retributie betrekking heeft.
HOOFDSTUK 3. - Retributies voor de registratie in het rassenregister van rassen van teeltmateriaal van fruitgewassen en voor de registratie in de rassenlijst van wijnstokrassen
Art.10. De aanvrager van de registratie van een ras van een fruitgewas met een officiële beschrijving of een ras van een fruitgewas met een officieel erkende beschrijving in het rassenregister van rassen van teeltmateriaal van fruitgewassen is een retributie van 55 euro verschuldigd voor de indiening van de aanvraag tot registratie, vermeld in artikel 8 van het ministerieel besluit van 25 juli 2016 betreffende de registratie van leveranciers en van rassen.
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° ras van een fruitgewas met een officieel erkende beschrijving: een ras van teeltmateriaal van fruitgewassen met een beschrijving die de bevoegde entiteit heeft erkend, die de specifieke kenmerken van het ras bevat, die het ras identificeerbaar maakt en die is verkregen op een andere wijze dan met een onderzoek naar zijn onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid;
2° Ras van een fruitgewas met een officiële beschrijving: een ras van teeltmateriaal van fruitgewassen dat voldoet aan de eisen, vermeld in artikel 7, eerste lid, van het ministerieel besluit van 25 juli 2016 betreffende de registratie van leveranciers en van rassen.
Als een aanvraag wordt teruggetrokken of niet ontvankelijk is, wordt de retributie voor de indiening van de aanvraag tot registratie, vermeld in het eerste lid, toch aangerekend.
Art.11. De aanvrager van de registratie van een ras in de rassenlijst van wijnstokrassen, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, is een retributie verschuldigd van 55 euro voor de indiening van de aanvraag tot registratie.
Als een aanvraag wordt teruggetrokken of niet ontvankelijk is, wordt de retributie voor de indiening van de aanvraag tot registratie, vermeld in het eerste lid, toch aangerekend.
HOOFDSTUK 3/1. [1 Aanmelding van biologisch heterogeen teeltmateriaal ]1
----------
(1)
Art.11/1.[1 De aanvrager van de aanmelding van biologisch heterogeen teeltmateriaal, is een retributie van 52,5 euro verschuldigd." ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2024-03-08/07, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
HOOFDSTUK 4. - Retributies voor de keurings-, certificerings- en controleactiviteiten met betrekking tot de plantengezondheid en de productie en handel van en op plantaardig teeltmateriaal en erkenningen tot uitoefening van bepaalde beroepen in de plantaardige sector en voor de keuring en controle bij de productie van hop en hopproducten
Art.12.In het kader van de keurings-, certificerings- en controleactiviteiten met betrekking tot de plantengezondheid en de productie en handel van en op plantaardig teeltmateriaal en voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de plantaardige sector is de professionele marktdeelnemer in voorkomend geval een van de volgende retributies verschuldigd voor de volgende activiteiten:
1° een retributie voor de jaarlijkse registratie en erkenning voor de uitoefening van het beroep of een activiteit als vermeld in bijlage 2, deel A.1, die bij dit besluit is gevoegd;
2° een retributie voor de deelname aan de opleidingen, examens en bijscholingen om activiteiten onder officieel toezicht uit te voeren als vermeld in bijlage 2, deel A.2, die bij dit besluit is gevoegd;
3° een retributie voor het opstellen en afgeven van certificaten en etiketten door de bevoegde entiteit als vermeld in bijlage 2, deel A.3, die bij dit besluit is gevoegd;
4° een retributie voor de uitreiking van ander materiaal door de bevoegde entiteit als vermeld in bijlage 2, deel A.4, die bij dit besluit is gevoegd;
5° een retributie voor het opstellen en afgeven van een fytosanitair certificaat voor uitvoer, van een fytosanitair certificaat voor wederuitvoer en van een pre-uitvoercertificaat als vermeld in bijlage 2, deel A.5, die bij dit besluit is gevoegd;
6° een retributie voor de activiteiten die niet gebonden zijn aan de keuring, de certificerings- en controleactiviteiten en de activiteiten in het kader van het opstellen en afgeven van fytosanitaire certificaten als vermeld in bijlage 2, deel A.6, die bij dit besluit is gevoegd;
7° een retributie voor de keurings-, certificerings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op zaaizaden, zoals de inschrijving ter keuring, de veldkeuring, de partijkeuringen, de partijbemonsteringen en de verplaatsingen in dat kader als vermeld in bijlage 2, deel B, die bij dit besluit is gevoegd;
8°[1 een retributie voor de keurings-, certificerings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op pootaardappelen, met name voor de stamselectie of in-vitrovermeerdering, de inschrijving voor de keuring, de bemonsteringen, de veldkeuringen, de partijkeuringen, andere controles, certificering en de verplaatsingen in dat kader, vermeld in bijlage 2, deel C, die bij dit besluit is gevoegd ]1;
9° een retributie voor de keurings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op bosbouwkundig teeltmateriaal als vermeld in bijlage 2, deel D, die bij dit besluit is gevoegd;
10° een retributie voor de keurings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op teeltmateriaal en plantgoed van fruitgewassen als vermeld in bijlage 2, deel E en F, die bij dit besluit is gevoegd;
11° een retributie voor de keurings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op teeltmateriaal voor wijnstokken als vermeld in bijlage 2, deel G, die bij dit besluit is gevoegd;
12° een retributie voor de keurings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op bloembollen als vermeld in bijlage 2, deel H, die bij dit besluit is gevoegd;
13° een retributie voor de keurings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op teeltmateriaal en plantgoed van siergewassen andere dan bloembollen als vermeld in bijlage 2, deel I, die bij dit besluit is gevoegd;
14° een retributie voor de keurings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen als vermeld in bijlage 2, deel J, die bij dit besluit is gevoegd;
15° een retributie voor de keurings- en controleactiviteiten die worden uitgevoerd op teeltmateriaal van hop als vermeld in bijlage 2, deel K, die bij dit besluit is gevoegd;
16° [1 een retributie voor de controles, overeenkomstig de verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) van zendingen van plantaardig teeltmateriaal op de aanwezigheid van RNQP's onder de drempelwaarden op het ogenblik van invoer in de Europese Unie als vermeld in bijlage 2, deel N, die bij dit besluit is gevoegd]1;
17° [1 een retributie voor de kosten van bemonsteringen en analyse die de bevoegde entiteit laat uitvoeren in geval van twijfel over de aanwezigheid van RNQP's tijdens de activiteiten, vermeld in punt 7° tot en met 16°, als uit de analyseresultaten blijkt dat er wel degelijk RNQP's zijn aangetroffen]1;
[1 18° een retributie voor de kennisgeving en controleactiviteiten die uitgevoerd worden op biologisch heterogeen materiaal als vermeld in bijlage 2, deel M, die bij dit besluit is gevoegd]1.
----------
(1)<BVR 2024-03-08/07, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art.13. In het kader van de keuring en controle bij de productie van hop en hopproducten is de professionele marktdeelnemer in voorkomend geval een van de volgende retributies verschuldigd voor de volgende activiteiten:
1° een retributie voor de jaarlijkse registratie en erkenning voor de uitoefening van het beroep of een activiteit als vermeld in bijlage 2, deel A.1, die bij dit besluit is gevoegd;
2° een retributie voor de controleactiviteiten die worden uitgevoerd op hop en hopproducten als vermeld in bijlage 2, deel L, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.14. § 1. De professionele marktdeelnemer betaalt maar één retributie voor de basisregistratie per jaar, ongeacht het aantal activiteiten dat hij uitvoert en waarvoor hij geregistreerd is bij de bevoegde entiteit.
Ongeacht het aantal sectoren waarin hij actief is, betaalt elke erkende professionele marktdeelnemer per jaar maar één keer de retributie voor de administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning van plantenpaspoorten en één keer de retributie voor het controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten.
§ 2. Een buitenlandse professionele marktdeelnemer die in het land waar hij gevestigd is, geregistreerd en of erkend is om een bepaald beroep in de plantaardige sector uit te oefenen conform artikel 12, 1°, van dit besluit, betaalt de jaarlijkse retributie voor de basisregistratie en, als dat van toepassing is, het supplement voor de erkenning om veldkeuringen onder officieel toezicht uit te voeren.
§ 3. De retributies voor de activiteiten, vermeld in artikel 12 en 13, zijn alleen verschuldigd als die activiteiten uitgevoerd worden door de bevoegde entiteit en niet door een erkend controleorgaan dat rechtstreeks zijn kosten factureert.
Art.15.
<Opgeheven bij BVR 2024-03-08/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
Art.16.[1 De betrokkene kan een tegencontrole van de activiteiten, vermeld in artikel 12, 7° tot en met 15°, en artikel 13, 2°, aanvragen.
De retributie die de betrokkene voor de tegencontrole, vermeld in het eerste lid, betaalt, is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Als de tegencontrole het gelijk van de betrokkene aantoont, hoeft de betrokkene de retributie niet te betalen. ]1
----------
(1)<BVR 2024-03-08/07, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2024>
HOOFDSTUK 5. - Gegevensbescherming
Art.17. De bevoegde entiteit is verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
De bevoegde entiteit neemt passende maatregelen om communicatie te voeren in verband met de verwerking van persoonsgegevens en dit in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal.
HOOFDSTUK 6. - Betalingsprocedure en handhaving
Art.18. Alle retributies, vermeld in dit besluit, worden binnen dertig dagen na de verzending van de debetnota of het voorstel tot betaling gestort op de rekening van het Vlaams Fonds voor Landbouw en Visserij, opgericht bij het decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij.
Als de retributies onbetaald blijven, wordt de procedure, vermeld in artikel 10 van het voormelde decreet toegepast.
Art.19. De naleving van de bepalingen van dit besluit wordt gecontroleerd en de niet-naleving ervan wordt bestraft conform artikel 56, § 2, van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid.
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepaling
Art.20. Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 2010 betreffende de certificering van hop en hopproducten, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2018, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art.21. De retributies, vermeld in dit besluit, worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand september voorafgaand aan het jaar van aanpassing ten opzichte van het basisindexcijfer van de maand september 2022. De volgende formule wordt toegepast: het basisbedrag vermenigvuldigd met het indexcijfer van de maand september en gedeeld door het basisindexcijfer.
Art.22. Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende vaststelling van de retributies voor de toelating van de rassen tot de rassenlijsten, voor de registratie van rassen van teeltmateriaal van fruitgewassen in het rassenregister, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal wordt opgeheven.
Art.23. Artikel 4 van dit besluit is vanaf 1 januari 2023 van toepassing op de retributies van de aanvragen die ingediend worden voor de gewassen die ingezaaid worden vanaf 1 januari 2023. Op aanvragen voor gewassen die ingezaaid zijn voor 1 januari 2023, is het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende vaststelling van de retributies voor de toelating van de rassen tot de rassenlijsten, voor de registratie van rassen van teeltmateriaal van fruitgewassen in het rassenregister, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal van toepassing zoals van kracht op 31 december 2022.
Artikel 7 is vanaf 1 januari 2023 van toepassing op de retributies van alle proefjaren van de CGW-onderzoeken, met uitzondering van de proefjaren die al voor 1 januari 2023 zijn opgestart. Voor de deelname aan proefjaren van het CGW-onderzoek die opgestart zijn voor 1 januari 2023, is het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende vaststelling van de retributies voor de toelating van de rassen tot de rassenlijsten, voor de registratie van rassen van teeltmateriaal van fruitgewassen in het rassenregister, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal van toepassing zoals van kracht op 31 december 2022.
Art.24. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Art.25. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Retributies voor de toelating van rassen tot de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen
retributie per ras (euro) | <td colspan="8" valign="top">tariefklasse||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | |
nieuw ras | 475 | 475 | 475 | 475 | 475 | 475 | 355 | 475 |
instandhoudingsras (1) (2) | 52,5 0 | 52,5 0 | 52,5 0 | 52,5 0 | 52,5 0 | 52,5 0 | 52,5 0 | 52,5 0 |
voor teelt onder bijzondere omstandigheden ontwikkeld ras (3) | / | / | / | / | / | / | 52,5 0 | / |
eerste en tweede proefjaar | 1750 | 2000 | 1525 | 1475 | 1575 | 1685 | / | 3000 (4) |
derde en vierde proefjaar | 1750 | 2000 | 1525 | 1475 | 1575 | 1010 | / | 3000 (4) |
eerste t.e.m. vijfde jaar | 475 | 475 | 475 | 450 | 450 | 450 | 315 | 450 |
vanaf zesde jaar | 375 | 375 | 375 | 375 | 375 | 375 | 250 | 375 |
(1) (2) (3) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
sector | activiteit | supplement registratie (euro) |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | handelaar-bereider | 504 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | bereider van mengsels | 168 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | verdeler in kleine verpakkingen | 168 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | verantwoordelijke voor standaardzaad | 168 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | repelaar-stockeerder | 168 |
pootaardappelen | producent-bereider | 168 |
pootaardappelen | bereider | 504 |
pootaardappelen | verdeler in kleine verpakkingen | 168 |
bosbouwkundig teeltmateriaal | leverancier | 168 |
Teeltmateriaal van fruitgewassen, ook van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt | leverancier van prebasis-, basis- of gecertificeerd teeltmateriaal | 168 |
teeltmateriaal voor wijnstokken | leverancier | 168 |
sector | activiteit | supplement erkenning (euro) |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | loontrieerder | 168 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | veldkeuring onder officieel toezicht | 168 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | staalname onder officieel toezicht | 168 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | zaadontleding onder officieel toezicht | 168 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning plantenpaspoorten (1) | 55 |
zaaizaden van landbouw- en groentegewassen | controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten (1) | 28 |
pootaardappelen | producent van in-vitromateriaal | 84 |
pootaardappelen | administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning plantenpaspoorten (1) | 55 |
pootaardappelen | controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten (1) | 28 |
hop en hopproducten | certificeringscentrum | 84 |
teeltmateriaal van hop | administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning plantenpaspoorten (1) | 55 |
teeltmateriaal van hop | controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten (1) | 28 |
bosbouwkundig teeltmateriaal | administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning plantenpaspoorten (1) | 55 |
bosbouwkundig teeltmateriaal | controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten (1) | 28 |
teeltmateriaal van fruitgewassen, ook van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt | administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning plantenpaspoorten (1) | 55 |
teeltmateriaal van fruitgewassen, ook van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt | controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten (1) | 28 |
teeltmateriaal van siergewassen | administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning plantenpaspoorten (1) | 55 |
teeltmateriaal van siergewassen | controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten (1) | 28 |
teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen | administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning plantenpaspoorten (1) | 55 |
teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen | controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten (1) | 28 |
teeltmateriaal voor wijnstokken | administratie voor de afgifte en het beheer van de erkenning plantenpaspoorten (1) | 55 |
teeltmateriaal voor wijnstokken | controleonderzoek op de erkenningsvoorwaarden voor de afgifte van plantenpaspoorten (1) | 28 |
activiteit | retributie (euro) per persoon |
opleiding erkende bedrijfskeurmeester | 210 |
opleiding erkende bedrijfsstaalnemer | 210 |
opleiding erkende bedrijfszaadanalist | 210 |
inschrijving voor examen voor erkenning | 70 |
bijscholing | 35 |
blanco exemplaren (per beginnende schijf van 10 stuks) (euro) (1)(2) | opgemaakt en ingevuld door de bevoegde entiteit (per beginnende schijf van 10 stuks) (euro) | voorgedrukt door de bevoegde entiteit, ingevuld door de professionele marktdeelnemer (per beginnende schijf van 10 stuks) (euro) (1)(2) | |
certificaten en etiketten voor zaaizaad en pootaardappelen | 0,2 | 1,6 | 0,63 |
vignetten voor kleine verpakkingen | 0,4 | 1,4 | - |
etiketten voor fruitgewassen | 0,8 | 1,8 | - |
etiketten voor teeltmateriaal voor wijnstokken | 0,8 | 1,8 | - |
etiketten voor bosbouwkundig teeltmateriaal | 0,8 | 1,8 | - |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
normale inschrijving ter keuring voor officiële veldkeuring | 11 | perceel |
laattijdige inschrijving ter keuring voor officiële veldkeuring | 18 | perceel |
normale inschrijving ter keuring voor veldkeuring onder officieel toezicht | 20 | perceel |
laattijdige inschrijving ter keuring voor veldkeuring onder officieel toezicht | 25 | perceel |
veldkeuring perceel ≤ 0,5 ha perceel > 0,5 ha | 17 3 | perceel per bezoek per 10 are of deel ervan per bezoek |
bijkomende controle veldkeuring op verzoek van de professionele marktdeelnemer | 84 | perceel |
tegencontrole veldkeuring op verzoek van de professionele marktdeelnemer | 84 | perceel |
verplaatsing op verzoek van de professionele marktdeelnemer (1) | 42 | verplaatsing |
onnodige verplaatsing te wijten aan de professionele marktdeelnemer | 84 | verplaatsing |
partijkeuring | 8 | partij |
partijbemonstering (ISTA/certificering/andere)(2) | 21 | partij |
verplaatsing voor de verplichte tegemoetkomingen (monstername en partijkeuringen) (3) | 84 | verplaatsing |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
normale inschrijving ter keuring voor officiële veldkeuring | 11 | perceel |
laattijdige inschrijving ter keuring voor officiële veldkeuring | 18 | perceel |
veldkeuring perceel ≤ 0,5 ha perceel > 0,5 ha | 17 3 | perceel per bezoek per 10 are of deel ervan per bezoek |
bijkomende controle veldkeuring op verzoek van de professionele marktdeelnemer | 84 | perceel |
tegencontrole veldkeuring op verzoek van de professionele marktdeelnemer | 84 | perceel |
verplaatsing op verzoek van de professionele marktdeelnemer (1) | 42 | verplaatsing |
onnodige verplaatsing te wijten aan de professionele marktdeelnemer | 84 | verplaatsing |
partijkeuring | 0,004 | per kg per partij |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
afleveren van basiscertificaat bij oogst | 8 | per basiscertificaat |
controlebijdrage (1) | 17 | per partij of lot op het veld |
controle op de fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 28 | per gepresteerd half uur |
tegencontrole op de fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 28 | per gepresteerd half uur |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
schattingen onderstammen | 0,6 | per begonnen are |
controle op de fytosanitaire toestand onderstammen voor de RNQP's | 0,5 | per begonnen are |
tegencontrole op de fytosanitaire toestand onderstammen voor de RNQP's | 0,5 | per begonnen are |
schattingen moederbomen | 0,5 | per begonnen are |
controle op de fytosanitaire toestand van moederbomen voor de RNQP's | 0,3 | per begonnen are |
tegencontrole op de fytosanitaire toestand van moederbomen voor de RNQP's | 0,3 | per begonnen are |
controle op de fytosanitaire toestand van fruitbomen voor de RNQP's | 2 | per 1000 bomen of een deel ervan |
tegencontrole op de fytosanitaire toestand van fruitbomen voor de RNQP's | 2 | per 1000 bomen of een deel ervan |
administratieve controle van gecertificeerde fruitbomen | 6 | per lot |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
controle op de fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 4 | per partij of lot op het veld |
tegencontrole op de fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 4 | per partij of lot op het veld |
controle op andere voorwaarden (1) | 13 | per partij of lot op het veld |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
bijdrage per partij of lot op het veld | 17 | per partij of lot op het veld |
tegencontrole fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 8 | per partij of lot op het veld |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
controle fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 4 | per partij of lot op het veld |
tegencontrole fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 4 | per partij of lot op het veld |
controle op andere voorwaarden (1) | 13 | per partij of lot op het veld |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
controle fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 28 | per gepresteerd half uur |
tegencontrole fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 28 | per gepresteerd half uur |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
controle fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 28 | per gepresteerd half uur |
tegencontrole fytosanitaire toestand voor de RNQP's | 28 | per gepresteerd half uur |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
controle fytosanitaire toestand van moederplanten | 2 | per 1000 planten of deel ervan |
controle fytosanitaire toestand van voor opplant bestemde planten | 0,5 | per 250 planten of deel ervan |
tegencontrole fytosanitaire toestand van moederplanten | 2 | per 1000 planten of deel ervan |
tegencontrole fytosanitaire toestand van voor opplant bestemde planten | 0,5 | per 250 planten of deel ervan |
partijbemonstering in het kader van fytosanitaire controle | 21 | partij |
activiteit | retributie (euro) | eenheid |
veldcontrole (1) | 0,2 | 10 are of deel ervan per perceel |
vochtbepaling | 5 | lot |
controle op en de afgifte van certificaat | 3 | certificaat |
type | hoeveelheid | retributie (euro) |
a) voor controles van de documenten | per zending | 9,52 |
b) voor controles van de identiteit | per zending | |
- tot één vrachtwagen, één treinwagon of één container van vergelijkbare grootte | 9,52 | |
- groter dan bij vorig streepje vermelde omvang | 19,05 | |
c) voor fytosanitaire controles overeenkomstig de volgende specificaties: | ||
- stekken, zaailingen (behalve bosbouwkundig teeltmateriaal) jonge planten van aardbeien of groenten | per zending | |
- tot 10 000 stuks | 23,81 | |
- voor iedere 1 000 stuks extra | 0,95 | |
- maximumbedrag | 190,50 | |
- heesters, bomen (andere dan kerstbomen zonder kluit), andere houtige boomkwekerijproducten, met inbegrip van bosbouwkundig teeltmateriaal (andere dan zaden) | per zending | |
- tot 1 000 stuks | 23,81 | |
- voor iedere 100 stuks extra | 0,60 | |
- maximumbedrag | 190,50 | |
- bollen, stengelknollen, wortelstokken, knollen bestemd voor opplant (andere dan aardappelen) | per zending | |
- tot 200 kg | 23,81 | |
- voor iedere 10 kg extra | 0,22 | |
- maximumbedrag | 190,50 | |
- zaden, plantenweefselculturen | per zending | |
- tot 100 kg | 23,81 | |
- voor iedere 10 kg extra | 0,24 | |
- maximumbedrag | 190,50 | |
- ander plantgoed bestemd voor opplant, niet elders in deze tabel genoemd | per zending | |
- tot 5 000 stuks | 23,81 | |
- voor iedere 100 stuks extra | 0,24 | |
- maximumbedrag | 190,50 | |
- kerstbomen zonder kluit | per zending | |
- tot 1 000 stuks | 23,81 | |
- voor iedere 100 stuks extra | 2,38 | |
- maximumbedrag | 190,50 | |
- aardappelen | per partij | |
- tot 25 000 kg | 71,44 | |
- voor iedere 25 000 kg extra | 71,44 | |
- graan | per zending | |
- tot 25 000 kg | 23,81 | |
- voor iedere 1 000 kg extra | 0,95 | |
- maximumbedrag | 952,48 | |
- andere planten of plantaardige materialen, niet elders in deze tabel genoemd | per zending | 23,81 |