Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 NOVEMBER 2014. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid en handtekening inzake de toepassing van de normen betreffende de toegang tot het beroep aan de ambtenaren-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de Algemene Directie, alsook op de Dienst Economie van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met de uitvoering van de bevoegdheden inzake de economie, als bedoeld in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, zoals tot op heden gewijzigd.

Art.2. Delegatie van bevoegdheid en handtekening wordt verleend aan de Directeur-generaal van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna "de Directeur-generaal" genoemd, voor :
  1° de mededeling van de opmerkingen inzake de overeenstemming van de ontwerpen van gemeentelijk reglement met de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, ter uitvoering en met toepassing van artikel 10, § 2, van dezelfde wet;
  2° de toelating, inclusief de algemene toelating, tot de verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten met een niet-commercieel karakter, ter uitvoering en met toepassing van artikel 7 van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten;
  3° de ontvangst van de voorafgaande verklaring van de verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten en diensten met een promotioneel doel, ter uitvoering en met toepassing van artikel 12 van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten;
  4° de bevestiging dat het leerplan van een akte overeenstemt met het programma van de basiskennis van het bedrijfsbeheer, ter uitvoering en met toepassing van artikel 7, § 3, van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap;
  5° de erkenning van een vreemde akte die niet gelijkwaardig werd verklaard volgens internationale verdragen of door de bevoegde instantie, ter uitvoering en met toepassing van artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 houdende maatregelen ter omzetting in de interne rechtsorde van Richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties;
  6° de vaststelling dat de bevestigde opleiding van een akte overeenstemt met de vereisten inzake beroepsbekwaamheid, ter uitvoering en met toepassing van de volgende bepalingen :
  a) artikel 33 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen;
  b) artikel 3, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten op het gebied van lichaamsverzorging, van opticien, dentaaltechnicus en begrafenisondernemer;
  c) artikel 4, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten met betrekking tot fietsen en motorvoertuigen;
  d) artikel 6, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming.
  De delegaties bedoeld in het eerste lid houden ook de voorbereiding en de briefwisseling aangaande de betrokken verrichtingen in.

Art.3. De Directeur-generaal die gebruik maakt van de bij dit besluit gedelegeerde bevoegdheden, plaatst boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule "Namens de Minister".

Art.4. De bij dit besluit aan de Directeur-generaal verleende delegaties worden tevens verleend aan de ambtenaar die met de waarneming van het ambt van de titularis is belast of die hem vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst de betrokken ambtenaar, boven de vermelding van zijn graad en handtekening, de formule "voor de Directeur-generaal, afwezig".

Art.5. De bij dit besluit gedelegeerde bevoegdheden worden eveneens verleend aan alle hiërarchische meerderen van de Directeur-generaal.

Art.6. De Directeur-generaal is gemachtigd om de bij dit besluit aan hem verleende delegaties volledig of gedeeltelijk te delegeren.
  De delegatie gebeurt door middel van een geschreven akte die door de Directeur-generaal onverwijld aan de Minister bevoegd voor Economie en de Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken wordt meegedeeld.

Art.7. De gedelegeerde bevoegdheden als bedoeld in dit besluit worden toegekend onder voorbehoud van het evocatierecht van de Minister bevoegd voor Economie.

Art.8. De Directeur-generaal maakt onverwijld dit besluit aan de Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken over.

Art. 9. Dit besluit treedt in werking op 15 december 2014, met uitzondering van de bepalingen onder 2° tot en met 6° van artikel 2, eerste lid, die in werking treden op 1 januari 2015.