Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

2 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende de werving, de vorming en de bevordering van de officieren.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militair van het actief kader.
Art. 3-9
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School.
Art. 10-12
HOOFDSTUK V. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen.
Art. 13-18
HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders.
Art. 19
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en eindbepalingen.
Art. 20-23
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1959040702  1978090201  1994007217  2002007241  2003007270  2004007085 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren.
Artikel 1. In artikel 21 van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 maart 2002, 5 november 2002 en 23 september 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "4 jaar" vervangen door de woorden "3 jaar";
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
  " Voor de beroepsofficieren van het varend personeel van de luchtmacht gelden de minimum anciënniteiten vastgesteld in het eerste lid, 1° en 3° tot 8°. Voor de bevordering in de graad van kapitein is de minimum anciënniteit voor de graad van luitenant 2 jaar. ";
  3° het derde lid wordt vervangen als volgt :
  " Voor de beroepsofficieren van het technisch medisch korps gelden de minimum anciënniteiten vastgesteld in het eerste lid, 4° tot 7°. Voor de bevordering in de onmiddellijk hogere graad worden voor de andere graden volgende minimum anciënniteiten vastgesteld :
  1° onderluitenant : 4 jaar;
  2° luitenant : 2 jaar;
  3° kapitein : 7 jaar. ";
  4° in het vijfde lid worden de woorden "Behalve voor het geval waarin het tweede lid, 3°, voorziet mag die afwijking" vervangen door de woorden "Die afwijking mag".

HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten.
Art.2. In artikel 5, § 1, eerste lid, 4°, van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 mei 2004, wordt het woord "vierentwintigste" vervangen door het woord "zevenendertigste".

HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militair van het actief kader.
Art.3. In artikel 28, 2°, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militair van het actief kader, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 september 2002, wordt het woord "vier" vervangen door het woord "vijf".

Art.4. In artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 april 2002 en 26 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :
  " 3° voor de kandidaat van het medisch technisch korps, de cursussen en de examens aan een Belgische universiteit of aan een daarmee gelijkgestelde inrichting, met het oog op het behalen van de master in de, naargelang het geval, geneeskunde, diergeneeskunde, farmaceutische zorg of tandheelkunde, of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift, evenals de bijkomende cursussen en examens waarvan het programma bepaald wordt in een reglement uitgevaardigd door de minister; ";
  2° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt :
  " 4° voor de kandidaat van een industriële hogeschool, de cursussen en de examens met het oog op het behalen van de master in de industriële wetenschappen of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift, evenals de bijkomende cursussen en examens waarvan het programma bepaald wordt in een reglement uitgevaardigd door de minister; ";
  3° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt :
  " 5° voor de kandidaat van de hogere zeevaartschool, de cursussen en de examens met het oog op het behalen van de master in de nautische wetenschappen of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift, evenals de bijkomende cursussen en examens waarvan het programma bepaald wordt in een reglement uitgevaardigd door de minister. "

Art.5. In artikel 31 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 september 2002, wordt het woord "eindscriptie" vervangen door het woord "masterproef".

Art.6. In artikel 65, § 1, derde lid, 6°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 september 2002, wordt het woord "eindscriptie" vervangen door het woord "masterproef".

Art.7. Artikel 92, 4°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 september 2002, wordt vervangen als volgt :
  " 4° in de graad van onderluitenant, op 26 september van het vierde vormingsjaar, op voorwaarde dat hij houder is van het diploma van de eerste cyclus van zijn academische vorming. "

Art.8. In artikel 94 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 maart 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het woord "diploma" wordt vervangen door de woorden "master of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift";
  2° het woord "achtentwintigste" wordt vervangen door het woord "zesentwintigste".

Art.9. In artikel 97, eerste lid, 4°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 april 2002, wordt het woord "vierentwintigste" vervangen door het woord "zevenendertigste".

HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School.
Art.10. In artikel 3, 2°, van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, worden de woorden "een kandidatuur, een licentie" vervangen door de woorden "een academische bachelor, een master".

Art.11. In artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 mei 2003, wordt het woord "eindscriptie" vervangen door het woord "masterproef".

Art.12. De bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit, behalve voor de leerlingen die hun vormingsjaar, aangevangen in 2004, nog niet beëindigd hebben. Voor die leerlingen blijft de vorige bijlage van toepassing tot het einde van dat vormingsjaar.

HOOFDSTUK V. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen.
Art.13. In artikel 8, 2°, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, worden de woorden "van doctor in de genees-, heel- en verloskunde, van doctor in de veeartsenijkunde, van apotheker, van licentiaat in de tandheelkunde, van arts, van dierenarts of van tandarts" vervangen door de woorden "van arts, van dierenarts, van tandarts of van apotheker".

Art.14. Artikel 11, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " 1° hetzij van de vorming van arts, van dierenarts, van tandarts of van apotheker; ".

Art.15. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 12. Om de hoedanigheid van kandidaat-officier van de bijzondere werving te kunnen verwerven, moet de sollicitant houder zijn van een master of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift. "

Art.16. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 13. Om de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier van de bijzondere werving te kunnen verwerven, moet de sollicitant houder zijn van een professionele bachelor of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift. "

Art.17. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 14. Om de hoedanigheid van kandidaat-officier kapelmeester te kunnen verwerven, moet de sollicitant houder zijn van :
  1° hetzij een "master en écriture et théorie musicales (option direction d'orchestre)" erkend door de Franse Gemeenschap;
  2° hetzij een master in muziektheorie en -schriftuur (optie orkestdirectie of harmonie-, fanfare- & brassbanddirectie) erkend door de Vlaamse Gemeenschap;
  3° hetzij een diploma of getuigschrift gelijkwaardig aan dat bedoeld in 1° of 2°. "

Art.18. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 15. Om de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier muzikant te kunnen verwerven, moet de sollicitant houder zijn van bachelor in muziek in de gevraagde specialiteit of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift. "

HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders.
Art.19. In artikel 13, § 1, eerste lid, 4°, van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders, wordt het woord "vierentwintigste" vervangen door het woord "zevenendertigste".

HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en eindbepalingen.
Art.20. De bepalingen in de artikelen 3, 5, 6, 10 en 11 van dit besluit zijn niet toepasbaar op de leerlingen bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, die een vorming volgen waarvan het programma door de invoering van de bachelor-master structuur niet werd gewijzigd. Op deze leerlingen blijven toepasbaar, in de lezing vóór de wijziging door de artikelen van dit besluit, de bepalingen van :
  1° de artikelen 28, 2°, 31 en 65, § 1, derde lid, 6°, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militair van het actief kader;
  2° de artikelen 3, 2°, en 5, eerste lid, van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School.

Art.21. De bepaling van artikel 1, 1°, van dit besluit is niet toepasbaar op de officieren die niet aangesteld worden in de graad van onderluitenant overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2, 7, 9 en 19 van dit besluit. Op deze officieren blijven toepasbaar, in de lezing vóór de wijziging door artikel 1 van dit besluit, de bepalingen van artikel 21 van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 maart 2002, 5 november 2002 en 23 september 2004.

Art.22. Dit besluit treedt in werking op 25 augustus 2005, met uitzondering van artikel 12, dat uitwerking heeft met ingang van1 juli 2005.

Art.23. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Salina, 2 augustus 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Landsverdediging,
  A. FLAHAUT

BIJLAGE.
Art. N. Richtlijnen voor de organisatie van de Militaire Initiatiefase (MIF)
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 12-08-2005, p. 35776-35816).
  <Erratum, zie B.St. 28-11-2005, p. 50975>
  Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 augustus 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Landsverdediging,
  A. FLAHAUT.