Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 JULI 1989. - Programmawet.



Inhoudstafel:

TITEL I. - BEPALINGEN IN SOCIALE ZAKEN.
HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE WETGEVING VAN TOEPASSING OP DE BESTUREN AANGESLOTEN BIJ DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID VAN DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN.
Art. 6-9
HOOFDSTUK III. - WIJZIGINGEN VAN HET KONINKLIJK BESLUIT Nr 143 VAN 30 DECEMBER 1982 TOT VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN WAARAAN DE LABORATORIA MOETEN VOLDOEN VOOR DE TEGEMOETKOMING VAN DE ZIEKTEVERZEKERING VOOR VERSTREKKINGEN VAN KLINISCHE BIOLOGIE.
Art. 10-12
HOOFDSTUK IV. - WIJZIGINGEN VAN DE WET VAN 9 AUGUSTUS 1963 TOT INSTELLING EN ORGANISATIE VAN EEN REGELING VOOR VERPLICHTE ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING.
Art. 13-18
HOOFDSTUK V. - MAATREGELEN TEGEN DE ACTIVITEITEN VAN DE KOPPELBAZEN.
Art. 19-27
HOOFDSTUK VI. - WIJZIGING VAN ARTIKEL 21 VAN DE WET VAN 27 JUNI 1969 TOT HERZIENING VAN DE BESLUITWET VAN 28 DECEMBER 1944 BETREFFENDE DE MAATSCHAPPELIJKE ZEKERHEID DER ARBEIDERS.
Art. 28
TITEL II. - TEWERKSTELLING EN ARBEID.
HOOFDSTUK I. - BEPALINGEN TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT NR 5 VAN 23 OKTOBER 1978 BETREFFENDE HET BIJHOUDEN VAN SOCIALE DOCUMENTEN.
Art. 29-33
HOOFDSTUK II. - WIJZIGING VAN DE WETGEVING BETREFFENDE DE VERGOEDING VAN DE IN GEVAL VAN SLUITING VAN ONDERNEMINGEN ONTSLAGEN WERKNEMERS.
Art. 34-39
HOOFDSTUK III. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE MAATREGELEN TER BEVORDERING VAN DE TEWERKSTELLING.
Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit nr 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces.
Art. 40
Afdeling 2. - Wijziging inzake de tijdelijke vermindering van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid ter bevordering van de tewerkstelling.
Art. 41-42
HOOFDSTUK IV. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN.
Art. 43-44
HOOFDSTUK V. - DIVERSE BEPALINGEN.
Afdeling 1. - Financiering van het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen.
Art. 45-46
Afdeling 2. - Wijziging van artikel 628 van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 47-48
TITEL III. - PENSIOENEN.
HOOFDSTUK I. - RIJKSTOELAGE AAN DE PENSIOENREGELING VAN DE ZELFSTANDIGEN.
Art. 49
HOOFDSTUK II. - RIJKSTOELAGE AAN DE PENSIOENREGELING VOOR WERKNEMERS.
Art. 50
HOOFDSTUK III. - VERSOEPELING VAN DE REGELING INZAKE DE CUMULATIE VAN EEN OVERLEVINGSPENSIOEN MET EEN RUSTPENSIOEN.
Art. 51-53
TITEL IV. - FINANCIELE EN FISCALE BEPALINGEN.
HOOFDSTUK I. - KOPPELBAZEN.
Art. 54-56
HOOFDSTUK II. - FINANCIELE BEPALINGEN.
Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet van 31 mei 1923 betreffende de vervreemding van onroerende domeingoederen en van de domaniale wet van 22 december 1949.
Art. 57-60
Afdeling 2. - Bevoegdheid van de Comités tot aankoop van onroerende goederen.
Art. 61
Afdeling 3. - Hulpfonds voor het financieel herstel van gemeenten.
Art. 62
TITEL V. - DIVERSE BEPALINGEN.
HOOFDSTUK I. - REGIE VAN TELEGRAFIE EN TELEFONIE.
Art. 63-66





Uitvoeringsbesluit(en):

1990022126  1995000575  2002031217  2014003319 



Artikels:

TITEL I. - BEPALINGEN IN SOCIALE ZAKEN.
HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN.
Artikel 1. <wijzigingsbepaling van art. 4 van W 1988-12-30/31>

Art.2. <wijzigingsbepaling van art. 36 van W 1981-06-29/02>

Art.3. <wijzigingsbepaling van art. 39bis van W 1981-06-29/02>

Art.4. <wijzigingsbepaling van art. 59sexies van W 1971-04-10/01>

Art.5. De bepalingen van de artikelen 2 en 3 treden in werking op 1 januari 1990.

HOOFDSTUK II. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE WETGEVING VAN TOEPASSING OP DE BESTUREN AANGESLOTEN BIJ DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID VAN DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN.
Art.6. <wijzigingsbepaling van art. 38 van W 1981-06-29/02>

Art.7. <wijzigingsbepaling van art. 7 van KB474 1986-10-28/30>

Art.8. <wijzigingsbepaling van art. 3 van W 1933-04-25/01>

Art.9. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1987.

HOOFDSTUK III. - WIJZIGINGEN VAN HET KONINKLIJK BESLUIT Nr 143 VAN 30 DECEMBER 1982 TOT VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN WAARAAN DE LABORATORIA MOETEN VOLDOEN VOOR DE TEGEMOETKOMING VAN DE ZIEKTEVERZEKERING VOOR VERSTREKKINGEN VAN KLINISCHE BIOLOGIE.
Art.10. <wijzigingsbepaling van art. 3 van KB143 1982-12-30/47>

Art.11. <wijzigingsbepaling van art. 6 van KB143 1982-12-30/47>

Art.12. Aan het bepaalde in artikel 3 van het voormelde koninklijk besluit, zoals het wordt gewijzigd door deze wet, moet zijn voldaan uiterlijk de eerste dag van de zesde maand volgend op die gedurende welke deze wet in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

HOOFDSTUK IV. - WIJZIGINGEN VAN DE WET VAN 9 AUGUSTUS 1963 TOT INSTELLING EN ORGANISATIE VAN EEN REGELING VOOR VERPLICHTE ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING.
Art.13. <wijzigingsbepaling van art. 12 van W 1963-08-09/01>

Art.14. <wijzigingsbepaling van art. 23 van W 1963-08-09/01>

Art.15. <wijzigingsbepaling van art. 15 van W 1963-08-09/01>

Art.16. <wijzigingsbepaling van art. 26 van W 1963-08-09/01>

Art.17. <wijzigingsbepaling van art. 70bis van W 1963-08-09/01>

Art.18. <wijzigingsbepaling van art. 34quaterdecies van W 1963-08-09/01>

HOOFDSTUK V. - MAATREGELEN TEGEN DE ACTIVITEITEN VAN DE KOPPELBAZEN.
Art.19. <wijzigingsbepaling van art. 22bis van W 1969-06-27/04>

Art.20. <wijzigingsbepaling van art. 23 van W 1969-06-27/04>

Art.21. <wijzigingsbepaling van art. 30bis van W 1969-06-27/04>

Art.22. <wijzigingsbepaling van art. 30ter van W 1969-06-27/04>

Art.23. <wijzigingsbepaling van art. 32 van W 1969-06-27/04>

Art.24. <wijzigingsbepaling van art. 35 van W 1969-06-27/04>

Art.25. <wijzigingsbepaling van art. 8 van W 1976-07-14/30>

Art.26. <wijzigingsbepaling van art. 1 van B 1947-02-03/31>

Art.27. <W 1989-12-22/31, art. 126, 002; Inwerkingtreding : 09-01-1990> De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van het geheel of van een gedeelte van dit hoofdstuk.

HOOFDSTUK VI. - WIJZIGING VAN ARTIKEL 21 VAN DE WET VAN 27 JUNI 1969 TOT HERZIENING VAN DE BESLUITWET VAN 28 DECEMBER 1944 BETREFFENDE DE MAATSCHAPPELIJKE ZEKERHEID DER ARBEIDERS.
Art.28. <wijzigingsbepaling van art. 21 van W 1969-06-27/04>

TITEL II. - TEWERKSTELLING EN ARBEID.
HOOFDSTUK I. - BEPALINGEN TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT NR 5 VAN 23 OKTOBER 1978 BETREFFENDE HET BIJHOUDEN VAN SOCIALE DOCUMENTEN.
Art.29. <wijzigingsbepaling van art. 4 van KB5 1978-10-23/01>

Art.30. <wijzigingsbepaling van art. 11bis van KB5 1978-10-23/01>

Art.31. <wijzigingsbepaling van art. 12bis van KB5 1978-10-23/01>

Art.32. <wijzigingsbepaling van art. 15bis van KB5 1978-10-23/01>

Art.33. <wijzigingsbepaling van art. 15ter van KB5 1978-10-23/01>

HOOFDSTUK II. - WIJZIGING VAN DE WETGEVING BETREFFENDE DE VERGOEDING VAN DE IN GEVAL VAN SLUITING VAN ONDERNEMINGEN ONTSLAGEN WERKNEMERS.
Art.34. <wijzigingsbepaling van art. 5bis van W 1966-06-28/01>

Art.35. <wijzigingsbepaling van art. 1 van W 1967-06-30/01>

Art.36. <wijzigingsbepaling van art. 4 van W 1967-06-30/01>

Art.37. <wijzigingsbepaling van art. 6 van W 1967-06-30/01>

Art.38. <wijzigingsbepaling van art. 1 van W 1975-05-12/03>

Art.39. Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 april 1989, met uitzondering van artikel 1, § 1, derde lid van de voormelde wet van 12 mei 1975, ingevoegd door artikel 38 van deze wet, waarvan de datum van inwerkingtreding door de Koning wordt bepaald.

HOOFDSTUK III. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE MAATREGELEN TER BEVORDERING VAN DE TEWERKSTELLING.
Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit nr 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces.
Art.40. <wijzigingsbepaling van art. 14bis van het KB230 1983-12-21/30>

Afdeling 2. - Wijziging inzake de tijdelijke vermindering van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid ter bevordering van de tewerkstelling.
Art.41. <wijzigingsbepaling van art. 126 van W 1988-12-30/31>

Art.42. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 juli 1989.

HOOFDSTUK IV. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN.
Art.43. De bijdragevoet, voorzien in artikel 38, § 3, 3°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, wordt vastgesteld op 1,43 % voor het derde kwartaal 1989.

Art.44. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 juli 1989.

HOOFDSTUK V. - DIVERSE BEPALINGEN.
Afdeling 1. - Financiering van het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen.
Art.45. <wijzigingsbepaling van art. 24 van W 1963-04-16/01>

Art.46. <wijzigingsbepaling van art. 24 van W 1963-04-16/01>

Afdeling 2. - Wijziging van artikel 628 van het Gerechtelijk Wetboek.
Art.47. <wijzigingsbepaling van art. 628 van het Gerechtelijk Wetboek 1967-10-10/03>

Art.48. § 1. De door artikel 45 aangebrachte wijzigingen hebben uitwerking met ingang van 1 januari 1988.
  § 2. De door artikel 47 aangebrachte wijziging treedt in werking op 1 juni 1989.

TITEL III. - PENSIOENEN.
HOOFDSTUK I. - RIJKSTOELAGE AAN DE PENSIOENREGELING VAN DE ZELFSTANDIGEN.
Art.49. <wijzigingsbepaling van art. 147 van W 1988-12-30/31>

HOOFDSTUK II. - RIJKSTOELAGE AAN DE PENSIOENREGELING VOOR WERKNEMERS.
Art.50. In afwijking van de bepalingen van artikel 26 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, van de bepalingen van artikel 10 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985, de wet van 23 december 1985, het koninklijk besluit nr 479 van 5 december 1986 en de programmawet van 30 december 1988 en van de bepalingen van artikel 6, tweede en vierde lid, van het koninklijk besluit nr 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, worden de bedragen van de Rijkstoelagen bestemd voor de pensioenregeling voor werknemers, voor 1989 vervangen door een enig en vast bedrag van 59 495,2 miljoen frank.

HOOFDSTUK III. - VERSOEPELING VAN DE REGELING INZAKE DE CUMULATIE VAN EEN OVERLEVINGSPENSIOEN MET EEN RUSTPENSIOEN.
Art.51. <wijzigingsbepaling van art. 40bis van W 1978-08-05/01>

Art.52. <wijzigingsbepaling van art. 40bis van W 1978-08-05/01>

Art.53. Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 september 1989 en is van toepassing op de cumulaties die op die datum bestaan.

TITEL IV. - FINANCIELE EN FISCALE BEPALINGEN.
HOOFDSTUK I. - KOPPELBAZEN.
Art.54. <wijzigingsbepaling van art. 299bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen>

Art.55. <wijzigingsbepaling van art. 299ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen>

Art.56. De Koning bepaalt de datum waarop de bepalingen van de artikelen 54 en 55 in werking treden.

HOOFDSTUK II. - FINANCIELE BEPALINGEN.
Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet van 31 mei 1923 betreffende de vervreemding van onroerende domeingoederen en van de domaniale wet van 22 december 1949.
Art.57. <wijzigingsbepaling van art. 1 van W 1923-05-31>

Art.58. <wijzigingsbepaling van art. 2 van W 1923-05-31>

Art.59. <wijzigingsbepaling van art. 4 van L 1949-12-22/30>

Art.60. Worden opgeheven :
  1° artikel 2 van Titel I van het decreet van 28 oktober - 5 november 1970 " relatif à la vente et à l'administration des biens nationaux, aux créanciers particuliers des différentes maisons et à l'indemnité de la dîme inféodée ";
  2° de artikelen 8 en 9 van het decreet van 22 november - 1 december 1970 " relatif aux domaines nationaux, aux échanges et concessions et aux apanages ";
  3° het decreet van 16-27 maart 1791 " qui déclare nulle toute vente des ci-devant droits de chauffage, pâturage et usage qui s'exercaient dans les domaines nationaux ";
  4° het decreet van 9 april 1811 " portant concession gratuite aux départements, arrondissements et communes, de la pleine propriété des édifices et bâtiments nationaux actuellement occupés par le service de l'administration, des cours et tribunaux et de l'instruction publique. "

Afdeling 2. - Bevoegdheid van de Comités tot aankoop van onroerende goederen.
Art.61. § 1. Onverminderd de toepassing van de wet van 18 december 1986 houdende bevoegdverklaring van de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen tot het uitvoeren van bepaalde vermogensrechtelijke verrichtingen voor rekening van de gemeenschaps- en gewestinstellingen, kunnen de ambtenaren van de Comités tot aankoop van onroerende goederen die afhangen van voornoemde Administratie, op verzoek van iedere openbare macht of instelling die gemachtigd is te onteigenen ten algemenen nutte, alle bevoegdheden uitoefenen met onroerend karakter die zij op zich nemen in naam en voor rekening van de Staat krachtens de wetten en de ter uitvoering ervan genomen besluiten.
  § 2. In de uitoefening van hun bevoegdheden, zijn de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren gemachtigd om akten te verlijden, er authenticiteit aan te verlenen en er uitgiften van af te geven.
  Te dien einde zijn zij gerechtigd om over te gaan tot minnelijke aanwervingen of tot openbare vervreemdingen of vervreemdingen uit de hand, om vervolgingen in te stellen en de onteigeningsprocedures te leiden.
  Bij het uitoefenen van de bevoegdheden die hen worden toegekend, dienen de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren tegenover derden niet te doen blijken van een bijzondere lastgeving.
  § 3. Bij het uitoefenen van de bevoegdheden die hen worden toegekend, voeren de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren alle taken uit die de verrichtingen inhouden volgens de onderrichtingen van de macht of de instelling die op hun diensten een beroep doet.
  De medewerking van de onder paragraaf 1 bedoelde ambtenaren geschiedt kosteloos, welke onroerende verrichting ook moge worden beoogd, mits alle kosten, verbonden aan deze verrichtingen, worden gedragen door de aanvragende macht of instelling.
  In geval van belangenconflict tussen machten of instellingen die bevoegd zijn te onteigenen, houden de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren zich buiten de regeling van dat conflict.

Afdeling 3. - Hulpfonds voor het financieel herstel van gemeenten.
Art.62. <Nota : de bepalingen van dit artikel worden verlengd tot de vereffening van het Hulpfonds tot financieel Herstel van de Gemeenten, zie KB 1996-12-19/33, art. 2, Inwerkingtreding : 1996-12-25> Het Hulpfonds tot financieel herstel van de gemeenten, opgericht bij het koninklijk besluit nr 208 van 23 september 1983, wordt gemachtigd tijdens elk der jaren 1989 tot 1996 het deficit ontstaan door de financiële dienst van de in het raam van zijn opdracht aangegane leningen te financieren.
  Deze jaarlijkse financieringen worden vóór het einde van het volgende jaar omgezet in een geconsolideerde lening van het Fonds.
  Deze geconsolideerde leningen, waarvan de tenlasteneming door de Staat wordt bepaald in artikel 75, § 3, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, worden door de Schatkist vóór hun eerste intrestvervaldag overgenomen.
  De verrichtingen van indeplaatsstelling van de schuldenaar met betrekking tot elke jaarlijkse overname worden op een daartoe geopend artikel in Titel IV - Afzonderlijke sectie van de Rijksschuldbegroting aangerekend.

TITEL V. - DIVERSE BEPALINGEN.
HOOFDSTUK I. - REGIE VAN TELEGRAFIE EN TELEFONIE.
Art.63. <wijzigingsbepaling van art. 27 van W 1930-07-19/30>

Art.64. <wijzigingsbepaling van art. 28 van W 1930-07-19/30>

Art.65. <wijzigingsbepaling van art. 166 van W 1988-12-30/31>

Art. 66. <wijzigingsbepaling van art. 94 van W 1988-12-30/31>