22 DECEMBER 1949. - Domaniale wet (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-05-2016 en tekstbijwerking tot 28-12-2021)
Art. 1-15
Artikel 1. Worden goedgekeurd, de navolgende overeenkomsten :
1° De overeenkomsten verwezenlijkt bij akten van 10 Januari 1933 en van 25 October 1933, waarbij de Staat afstaat aan de heer Van Overbeke percelen bos te Nethen en Haasrode, ener inhoudsgrootte van 2 ha 81 a 13 ca, in ruil voor gronden te Oud-Heverlee en Haasrode ener inhoudsgrootte van 3 ha 80 a 80 ca, mits betaling aan de Staat van een opleg van 13 820 fr. 90 c.;
2° a) De akte van 25 Februari 1933, houdende afstand door de Staat aan de heer Joseph Schmitz van verschillende percelen grond ener totale oppervlakte van 5 ha 80 a 70 ca, in ruil voor verschillende beboste gronden, ener oppervlakte van 5 ha 80 a 10 ca, alle gelegen te Beho, en mits betaling van een opleg van 9 532 fr. 50 c. ten voordele van de Staat;
b) De akte van 31 Mei 1933, houdende afstand door de Staat aan de heer Alfred Paquay van een bebost perceel gelegen te Beho, groot 6 ha 10 a 62 ca, in ruil voor 6 ha 78 a 10 ca gronden te Petit-Thier, mits betaling van een opleg van 16 690 fr. 80 c. ten voordele van de Staat;
3° De akte van 5 September 1933, houdende afstand door de Staat aan de heer Delahaut, handelaar, te Flawinne, van een grond van 18 a 19 ca, aldaar, in ruil voor een perceel van 4 a 76 ca, gelegen ter zelfde gemeente, en mits betaling door de heer Delahaut van een opleg van 12 807 frank ten voordele van de Staat;
4° De akte van 2 October 1934, houdende :
a) Afstand door de Staat aan de vennootschap " La Prévoyance sociale ", samenwerkende verzekeringsvennootschap, 31, Luchtscheepvaartsquare, te Brussel, mits de prijs van 110 750 frank, van het recht van gebruik op een grond van 369 m2 15 dm2, de bedding uitmakende van het gedeelte der Zenne begrepen tussen de Zelfregeringsstraat en de Lambert Crickxstraat, te Anderlecht, ten einde er een gewelf over te plaatsen en daarop gebouwen op te richten;
b) Verbintenis door de Staat om aan deze vennootschap, die zich verbindt aan te kopen, de hierboven beschreven grond af te staan mits de prijs van 55 400 frank. Deze afstand is ondergeschikt aan de voorwaarde dat de rivier buiten gebruik gesteld worde;
5° De akte van 26 Juni 1934 waarbij de Staat heeft afgestaan aan de stad Brugge een perceel grond van 675 m2 48 dm2, gelegen te Brugge, gekadastreerd sectie A, nr 659c/ex, in ruil van 103 m2 64 dm2 grond gelegen te Brugge, gekadastreerd sectie A, nr 662E/2/ex, mits betaling, door de stad, van een opleg van 28 000 frank;
6° De akte van 3 October 1934, houdende afstand door de Staat aan de gemeente Gentbrugge, van het overblijvend deel van een oude Scheldearm te Gentbrugge, ter plaatse " De Zwarte Fles ", groot 4 ha 83 a, mits telasteneming door de gemeente van zekere onderhouds- en verbeteringswerken;
7° De overeenkomst van 1 Februari 1935, houdende pacht door de Staat aan de maatschappij " Les Bateaux belges " van een grond van 27 773,90 m2, gelegen op het eiland Monsin, grondgebied der stad Luik, voor een duur van dertig jaar, mits een jaarlijkse pachtprijs van 55 550 frank;
8° De volgende verkopingen gedaan aan de " Association intercommunale pour le démergement des communes en amont de Liège ", samenwerkende vennootschap, met maatschappelijke zetel te Jemeppe-sur-Meuse :
a) Bij akte van 18 Maart 1935, van een huis gelegen te Jemeppe-sur-Meuse, rue Haut-Vinâve, nr 13, mits de prijs van 150 000 frank;
b) Bij akte van 16 Mei 1935 van een huis gelegen te Jemeppe-sur-Meuse, quai de la Croix-Rouge, nr 3, mits de prijs van 42 000 frank;
c) Bij akte van 16 September 1936 van een grond, groot 30 a 50 ca, gelegen langs het jaagpad te Flémalie-Grande en Jemeppe-sur-Meuse, mits de prijs van 47 750 frank;
9° De akte van 22 November 1935, behelzende kosteloze afstand door de Staat aan de provincie Namen van een baanvak, ener oppervlakte van 43 a 84 ca, gelegen te Lustin, tussen de overweg van de spoorweg nabij de brug over de Maas en het station van Lustin, wegvak dat ingesloten ligt in de provinciale baan van Namen naar Dinant;
10° De akte van 21 October 1936, houdende afstand door de Staat aan de gemeente Chaudfontaine, mits de prijs van 225 000 frank, van 1 ha 83 a 73 ca 83 dm2 grond gelegen te Chaudfontaine, dienende tot bouwplaats van de gemeentelijke kursaal;
11° De overeenkomst van 15 Maart 1937, houdende afstand door de Staat aan de stad Gent van een gedeelte der Oude Schelde, genaamd arm der " Vijf Windgaten ";
12° De akte van 28 Mei 1937, houdende verkoop door de Belgische Staat aan de stad Meenen van 89 a 69 ca weide gelegen te Meenen, sectie E, nrs 961b4, 963u3, 961h1 en 960b, mits de prijs van 45 000 frank;
13° De akte van 28 Juni 1937 waarbij de Staat aan de naamloze vennootschap " Phénix Works ", te Flémalle-Haute, afstaat een grond van 1 ha 08 a, gelegen onder deze gemeente, zijnde een in onbruik gevallen gedeelte der Maas, in ruil voor gronden gelegen onder de gemeente Ramet-Ivoz, hebbende een oppervlakte van 1 ha 40 a 31 ca, en mits betaling van een opleg van 200 000 frank ten voordele van de Staat;
14° De akte van 27 November 1937 waarbij de Staat afstaat aan de heer F. Delepierre, te Kain, een grond van 92 a, gelegen te Doornik, baan naar Rongwy, gekend ten kadaster, sectie I, nr 453g51, in ruil voor gronden gelegen onder dezelfde stad, ener oppervlakte van 98 a 84 ca, gekend ten kadaster sectie I, nrs 453L, 453m/ex, 595/ex en 594B/ex, en mits betaling door de heer Delepierre van een opleg van 30 120 frank;
15° De akte van 28 April 1938 waarbij de Staat afstaat aan de gemeente Schaarbeek :
a) Een perceel van 8 a 65 ca 38 dm2 en een ander van 3a 22 ca, beide ingelijfd in het gemeentelijk wegennet;
b) Twee bouwgronden van 1 a 43 ca en 12 a 28 ca 14 dm2, gelegen te Schaarbeek, E. Plaskylaan en V. Hugostraat, in ruil voor een bouwgrond van 1 a 38 ca gelegen in dezelfde gemeente, Spaanse Klaverstraat, en mits betaling door de gemeente van een opleg van 186 092 frank;
16° De akte van 30 Mei 1938, houdende overeenkomst tussen de Belgische Staat en de stad Charleroi, betreffende de verbeteringswerken aan de Samber in de doortocht dier stad en de aanpassing van het wegennet als gevolg van de aan de rivier uitgevoerde werken;
17° De akte van 24 Juni 1938 krachtens welke de Staat aan de heer Peltzer afstaat : een oppervlakte van 69 a 26 ca, te nemen uit een bebost perceel gelegen te Sart-lez-Spa, in ruil voor verschillende percelen met een totale oppervlakte van 3 ha 53 a 46 ca, gelegen te Spa en Sart-lez-Spa, en mits de betaling door de heer Peltzer van een opleg van 8 703 frank;
18° De akte van 26 Juli 1938, houdende verkoop door de Staat aan de stad Malmédy van een grond aldaar gelegen, groot 5 a 24 ca, mits de hoofdprijs van 31 000 frank;
19° De akte van 28 October 1938, waarbij de Staat aan de Samenwerkende Maatschappij voor Goedkope Woningen " Ons Dorp ", te Meenen, een blok bouwgronden te Meenen verkoopt, groot 4 ha 74 a 70 ca, gelegen ter plaatse Vanderschuerenwijk, sectie F, nrs 20m2, 23x3, 23y3, 24iklwx, 25s6, b2, c2, d2, e2, f2, v, l2, m2, n2, o2, p6, x2, h6, a3, f6, b3, c6, i6, k6, a2, z, y, q6, d6, 30w, y en z, daarin begrepen 40 bouwvalige huisjes en de aangelegde wegen, mits de prijs van 1 000 000 frank en op last van met de stad Meenen alle hangende quaesties nopens de wegen te regelen;
20° De akte van 6 April 1939 waardoor de Belgische Staat afstaat aan de gemeente Mortsel zes hectaren elf aren en twee en zestig centiaren (6 ha 11 a 62 ca) gronden en gebouwen te Mortsel, zijnde een gedeelte van de buiten dienst gestelde tweede verdedigingslinie van Antwerpen, mits de prijs van zevenhonderd zeven en vijftig duizend zevenhonderd vier en negentig frank (757 794 fr.) betaald;
21° De akte van 11 April 1939 waardoor de Belgische Staat afstaat aan de gemeente Etterbeek :
a) Een strook grond van 9 meter breedte langs de Ruiterijlaan, te Etterbeek, op een lengte van 466m20;
b) Een strook grond in de verlenging van de vorige, met zelfde breedte en een lengte van 64m33;
c) Een grond van 14 a 11 ca 66 dm2, te Etterbeek, aan de verlengde Nieuwe laan, gekadastreerd sectie B, nr 492a2/deel, in vergelding van de vrijstelling van zekere lasten die hij opgenomen heeft door de overeenkomst van 9 Mei 1923 betreffende wegwerken;
22° De akte van 13 December 1939, houdende afstand, bij wijze van ruiling, door de Belgische Staat aan de " Société anonyme des Ciments de Visé ", te Brussel, van 1 555 m2 85 dm2 grond, te Lixhe, begrijpende de percelen gekadastreerd onder nrs 900f, 900c; 901a, 902a en 903a van de sectie B, alsmede een deel overschot van een jaagpad, tegen een grond van 504 m2 65 dm2, gelegen te Lixhe, deel der percelen gekadastreerd sectie B, nrs 896d en 895i, en mits betaling aan de Staat van een opleg van 7 410 fr 41 c.;
23° De akte van 30 December 1939 :
a) Waarbij het gedeelte van de arm der Leie genaamd " van Akkergem ", te Gent, van het veer van Akkergem tot aan zijn stroomafwaarts uiteinde nabij de stedelijke schietbaan onbevaarbaar verklaard wordt, en
b) Houdende kosteloze afstand aan de stad Gent van gezegde buitengebruikgestelde arm " van Akkergem ";
24° De akte van 2 Mei 1947, houdende afstand, bij wijze van ruiling, door de Staat aan de gemeente Pâturages :
1. Van de middelbare school voor jongens te Pâturages, gekadastreerd sectie A, nrs 539R en 553B, met een totale grootte van 21 a 24 ca;
2. De middelbare school voor meisjes in zelfde gemeente, gekadastreerd sectie A, nrs 1138E en 1138K, met een totale grootte van 28 a 20 ca,
Tegen een eigendom gelegen in zelfde gemeente, gekadastreerd sectie B, nrs 1086i, 1086K, 1085h en 1088w, groot 55 a 80 ca, en mits betaling aan de Staat van een opleg van 125 000 frank;
25° De akte van 2 October 1947 houdende afstand door de Belgische Staat, bij wijze van ruiling, aan de stad Namen van 1 485 m2 grond te Namen, te nemen in het perceel gekadastreerd sectie G, nr 177L, tegen 101 m2 grond te Namen, te nemen in een talud langsheen het jaagpad van de Samber, en mits betaling aan de Staat van een opleg van 27 680 frank;
26° De regeling die het voorwerp is van het schrijven van de minister van financiën van 11 November 1920 en van het schrijven van 13 November 1920 van de " Société anonyme des Services publics de Spa et Extensions ", welke regeling ten doel heeft de overeenkomst van 8 September 1910 betreffende de verkoop van gronden gelegen in de bossen van " Commune Poule " en " Dans le Sart ", te Spa en Theux, waarop die maatschappij een recht van erfpacht heeft, tot 31 Mei 1975 te verlengen en de grondslagen van de verdeling der verkoopprijzen tussen de Staat en de maatschappij te wijzigen.
Art.2. a) In de derde alinea van artikel 1 der wet van 31 Mei 1923, betreffende de vervreemding van onroerende domeingoederen, wordt het bedrag van 20 000 frank op 100 000 frank gebracht;
b) De eerste alinea van artikel 2 van zelfde wet wordt vervangen door volgende beschikking :
" De minister van financiën is gemachtigd de onroerende domeingoederen van alle aard, daarin begrepen de beboste eigendommen, bij wijze van ruiling te vervreemden, voor zover de waarde der afgestane domaniale goederen niet meer bedraagt dan 1 000 000 frank en dat zij de waarde der in ruil verkregen eigendommen niet met meer dan 10 000 frank overtreft. "
Art.3.[1 § 1. Elke som, verschuldigd aan de Staat of aan Staatsinstellingen, waarvan de invordering wordt verzekerd door de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen, kan, overeenkomstig het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, worden ingevorderd op basis van een uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister of van een in kracht van gewijsde getreden rechterlijke beslissing houdende veroordeling tot betaling van deze som.
Voor de toepassing van de hiernavolgende bepalingen wordt verstaan onder "niet-fiscale schuldvordering" elke som van niet-fiscale aard verschuldigd aan de Staat of aan Staatsinstellingen, in hoofdsom, interesten en bijbehoren, waarvan de invordering wordt verzekerd door de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen.
§ 2. Behalve wanneer de niet-fiscale schuldvordering het voorwerp uitmaakt van een in kracht van gewijsde getreden rechterlijke beslissing houdende veroordeling tot betaling ervan, wordt de niet-fiscale schuldvordering, in geval van niet-betaling, opgenomen in een innings- en invorderingsregister, dat de uitvoerbare titel vormt waardoor de niet-fiscale schuldvordering kan ingevorderd worden. Een innings- en invorderingsregister vermeldt, voor iedere schuldenaar erin opgenomen:
- zijn identificatiegegevens;
- de belastingschuld verschuldigd door hem, zoals opgenomen in het innings- en invorderingsregister;
De niet-fiscale schuldvordering kan het voorwerp uitmaken van verbeterende innings- en invorderingsregisters, in geval van latere wijziging, om welke reden dan ook, van de bedragen opgenomen in het innings- en invorderingsregister overeenkomstig het eerste lid.
De gegevens opgenomen in de innings- en invorderingsregisters bedoeld in het eerste en tweede lid zijn dezelfde ongeacht of deze registers op elektronische wijze zijn opgemaakt of niet.
Ingeval de innings- en invorderingsregisters bedoeld in het eerste en tweede lid op elektronische wijze worden opgemaakt, wordt de oorsprong en de integriteit van de inhoud van deze innings- en invorderingsregisters verzekerd door middel van geschikte beveiligingstechnieken.
§ 3. De innings- en invorderingsregisters worden opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door de bevoegde adviseur-generaal van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen of door een door hem gemachtigde ambtenaar.
Wanneer het innings- en invorderingsregister uitvoerbaar wordt verklaard op elektronische wijze, wordt [2 het]2 ondertekend door de administrateur-generaal van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van deze niet-fiscale schuldvorderingen of door de door hem gemachtigde ambtenaar door middel van:
- een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.11. van de Verordening (EU) n° 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG, of
- een gekwalificeerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.12. van deze Verordening.
De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de Voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG, en in overeenstemming met de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst [2 Financiën]2 in het kader van zijn opdrachten, voor de verwerking van persoonsgegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen van dit Wetboek.
Onverminderd de noodzakelijke bewaring voor de latere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/ EG, worden de innings- en invorderingsregisters niet langer bewaard dan nodig voor de doeleinden waarvoor zij zijn opgemaakt met een maximale bewaartermijn die verstrijkt op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de verjaring plaatsvindt van alle handelingen die tot de bevoegdheid van de [2 verwerkingsverantwoordelijke]2 bedoeld in het derde lid behoren en, in voorkomend geval, waarin de volledige betaling van alle ermee verbonden bedragen, evenals de definitieve beëindiging van de ermee verbonden procedures en administratieve en gerechtelijke beroepen, is geschied.
§ 4. Van zodra het innings- en invorderingsregister uitvoerbaar verklaard is, wordt de opname van de niet-fiscale schuldvordering in dit register ter kennis gebracht van de schuldenaar door de verzending, onder gesloten omslag, van een innings- en invorderingsbericht, dat een uittreksel is van het innings- en invorderingsregister met betrekking tot de betrokken schuldenaar en hem informeert dat de niet-fiscale schuldvordering die hij verschuldigd is in een innings- en invorderingsregister werden opgenomen met het oog op zijn invordering. Het innings- en invorderingsbericht vermeldt:
- de identificatiegegevens van de schuldenaar;
- de niet-fiscale schuldvordering verschuldigd door hem, zoals opgenomen in het innings- en invorderingsregister;
- de datum van uitvoerbaarverklaring van het innings- en invorderingsregister waaraan het innings- en invorderingsbericht is verbonden;
- de adviseur-generaal van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van deze niet-fiscale schuldvorderingen of door de door hem gemachtigde ambtenaar die het innings- en invorderingsregister waaraan het innings- en invorderingsbericht is verbonden uitvoerbaar heeft verklaard.
In afwijking van het eerste lid kan de schuldenaar, middels een uitdrukkelijke verklaring in die zin, ervoor opteren innings- en invorderingsberichten uitsluitend op elektronische wijze te ontvangen. In dit geval geldt de aanbieding op elektronische wijze als rechtsgeldige verzending van het innings- en invorderingsbericht.
De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van de in het tweede lid bedoelde procedure.]1
----------
(1)<W 2019-04-13/09, art. 112, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(2)<W 2021-12-20/04, art. 29, 008; Inwerkingtreding : 07-01-2022>
Art.4.[1 Met het oog op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen door de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van deze schuldvorderingen, kan de bevoegde adviseur-generaal van deze administratie of een door hem gemachtigde ambtenaar met hem dadingen treffen, in de gevallen waarin de situatie van de schuldenaar te goeder trouw het rechtvaardigt, zonder dat de schuldeiser hiermee moet instemmen.]1
----------
(1)<W 2019-04-13/09, art. 113, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.4. (Vlaamse Gemeenschap)
(Met het oog op de invordering van niet-fiscale schuldvordering door de diensten, daartoe door de regering aangeduid in toepassing van de wet van 18 december 1986 en de decreten van 23 december 1986, kan de (regering) onder de door haar te bepalen voorwaarden, in elk specifiek geval, uitstel van betaling toestaan voor de hoofdsom, gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de schuld in interesten verlenen en ermee instemmen dat de gedeeltelijke betalingen vooreerst op het kapitaal worden ingerekend. In de gevallen waarin de toestand van de schuldenaar te goeder trouw dat wettigt, gaat de (regering) met hem dadingen aan.)
<DVR 26-06-1991, art. 9, BS 09-10-1991, Inwerkingtreding : 01-01-1991>
<DVR 23-10-1991, art. 6, BS 05-12-1991, Inwerkingtreding : 01-01-1992>
<Opgeheven bij DVR 1995-02-22/46, art. 4, § 1, 1°, onverminderd hetgeen bepaald wordt in § 2, Inwerkingtreding : 31-05-2005>
<Opgeheven bij DVR 1995-02-22/47, art. 4, § 1, 1°, onverminderd hetgeen bepaald wordt in § 2, Inwerkingtreding : 31-05-2005>
Art.5.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 114, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.6.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 115, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.7.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 116, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.8.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 117, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.9.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 118, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.10.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 119, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.11.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 120, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.12.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 121, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.13.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 122, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.14.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 123, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 15.
<Opgeheven bij W 2019-04-13/09, art. 124, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>