17 JULI 1987. - Decreet betreffende de erkenning en de betoelaging van sommige instellingen die activiteiten uitoefenen gericht op maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces of op voortgezette beroepsopleiding <Vertaling>. (opgeheven voor het Brussels Gewest bij DEC1995-04-27/46, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1996) (Opgeheven voor het Waals Gewest bij DWG2004-04-01/93, art. 20; Inwerkingtreding : onbepaald ) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-09-1987 en tekstbijwerking tot 01-06-2004.)
Art. 1-9
1987027976 1989027313 1992029765 1994027328 1995027365 1995031299 1996027387 1997027125 1999027797 2002027191 2005202480
Artikel 1. De Franse Gemeenschapsexecutieve kan instellingen erkennen die activiteiten uitoefenen gericht op maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en op voortgezette beroepsopleiding; ten behoeve van personen die niet meer leerplichtig zijn.
Art.2. Om erkend te kunnen worden, moeten de instellingen, volgens door de Executieve te bepalen criteria, activiteiten uitoefenen die bestaan in onderzoek, experimenten of acties die gericht zijn op :1° hetzij het bevorderen van de maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces van personen die in moeilijkheden verkeren en die geen toegang tot bestaande vormingsactiviteiten hebben;2° hetzij het uitwerken van bijzondere pedagogische methodes voor voortgezette beroepsopleiding die geschikt zijn voor een specifiek publiek of een specifiek domein;3° hetzij het voorzien in nieuwe behoeften aan vorming, die nog niet of onvoldoende zijn vervuld, met het oog op arbeidsvoorziening of op aanmoediging van economische activiteiten.
Art.3. § 1 . De in artikel 2 bedoelde activiteiten mogen niet samenvallen met de activiteiten :- van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening die hem toegewezen zijn bij toepassing van artikel 7, § 1, c, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;- die georganiseerd worden bij toepassing van het koninklijk besluit van 4 oktober 1976 betreffende de voortdurende vorming in de Middenstand;- van de onderwijsinstellingen, inzonderheid de instellingen voor onderwijs voor sociale promotie;- van het afstandsonderwijs van de Franse Gemeenschap.§ 2 . De Executieve oordeelt wanneer dit eventuele samenvallen geschiedt, na het advies van de Hoge Raad voor de opleiders van de Franse Gemeenschap te hebben ingewonnen. De Executieve stelt de procedure voor de raadpleging van die Raad vast.§ 3 . De erkende instellingen en de in § 1 bepaalde instellingen kunnen gezamenlijk activiteiten tot stand brengen die bij dit decreet bedoeld zijn.
Art.4. § 1. De erkenning kan verleend worden met voorrang voor ontwerpen die duurzame activiteiten gericht op maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces of op voortgezette beroepsopleiding tot doel hebben, en die beantwoorden aan behoeften inzake maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces in verband met de bevordering van de tewerkstelling.Als ontwerpen die de voorrang hebben, worden inzonderheid beschouwd de ontwerpen die gericht zijn op :1° de maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces van jongeren die tussen 18 jaar en 25 jaar oud zijn en die in moeilijkheden verkeren;2° de hulp voor de inschakeling in het arbeidsproces door alfabetisering;3° het voorbereiden voor het opnieuw inschakelen in het arbeidsproces van personen die opgesloten zijn geweest;4° het onthalen en het opnieuw aanpassen aan het arbeidsproces van onvoldoende opgeleide werkzoekenden;5° het op afstand verstrekken van voortgezette beroepsopleiding;6° het voorbereiden voor het arbeidsproces met het oog op arbeidsvoorziening;7° het verstrekken van informatie over de verschillende opleidingsmogelijkheden en tewerkstelling;8° de voortgezette opleiding van de opleiders met het oog op de in dit decreet bedoelde acties.§ 2. Om erkend te kunnen worden, moeten de instellingen bovendien de volgende voorwaarden vervullen :1° een zetel hebben in het Franse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en daar activiteiten uitoefenen;2° opgericht zijn in de vorm van een openbare instelling, een vereniging zonder winstoogmerk, een coöperatieve vennootschap of een beroepsvereniging;3° hun activiteit sedert een jaar op de datum van de aanvraag om erkenning uitoefenen;4° een voldoende aantal personen ten laste nemen volgens door de Executieve te bepalen criteria;5° zich ertoe verbinden zich te onderwerpen aan de administratieve , pedagogische en budgettaire controle van de Franse Gemeenschap, volgens door de Executieve nader te bepalen regels;6° de aanvullende voorwaarden vervullen die de Executieve zou vaststellen.§ 3. De aanvraag om erkenning wordt samen ingediend met een programma houdende vermelding van de doelstellingen en de inhoud van de opleidingsactiviteiten, van de beoogde werkwijzen, van de algemene organisatie en van een beschrijving van de materiële middelen en van de personeelssterkte waarover beschikt kan worden voor de verwezenlijking van het ontwerp.De erkenning wordt voor een periode van maximaal drie jaar verleend en is hernieuwbaar.§ 4. De Executieve kan de erkenning van een instelling intrekken wanneer deze niet meer voldoet aan de in dit decreet opgesomde voorwaarden.
Art.5. De erkende instellingen zijn ertoe gehouden :1° jaarlijks activiteitenverslagen uit te brengen;2° elk jaar een begroting en rekeningen voor te leggen.
Art.6. Binnen de perken van de begrotingskredieten, kunnen de erkende instellingen, voor elk programma, toelagen krijgen volgens door de Executieve te bepalen criteria.
Art.7. De Executieve kan ook overeenkomsten sluiten met instellingen die de in artikel 4, § 2, 1° en 2° , vastgestelde voorwaarden vervullen, voor in artikel 2 bepaalde opdrachten die een tijdelijk of experimenteel karakter hebben en die het beleid inzake inschakeling in het arbeidsproces en beroepsopleiding kunnen verbeteren.Die overeenkomsten duren één jaar en zijn één keer hernieuwbaar.De eventuele financiële tegemoetkoming en de nadere regelen voor de administratieve, pedagogische en budgettaire controle op die overeenkomsten worden door de Executieve vastgesteld.
Art.8. De Executieve is belast met de uitvoering van dit decreet.
Art. 9. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1985.