8 NOVEMBER 1988. - Besluit van de Executieve betreffende de toekenning van toelagen aan sommige instellingen die activiteiten uitoefenen gericht op maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en de ondernemingen voor het aanleren van een beroep (" entreprises d'apprentissage professionnel " " EAP "). <Vertaling> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-03-1989 en tekstbijwerking tot 16-03-2007) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2006-12-21/11, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008).
Art. 1-7
Artikel 1. Onder Minister, wordt de Minister verstaan tot wiens bevoegdheid de beroepsopleiding behoort.
Art.2. § 1. Binnen de perken van de beschikbare kredieten, kunnen toelagen door de Minister worden toegekend aan instellingen die erkende activiteiten uitoefenen gericht op maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces, of aan erkende ondernemingen voor het aanleren van een beroep, bij toepassing van artikel 2 van het decreet van 17 juli 1987 betreffende de erkenning en de betoelaging van instellingen voor maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces.
§ 2. Deze toelagen worden aan deze instellingen toegekend op grond van de volgende rangschikking :
- categorie A : die waarvan het aantal stagiairs lager is dan of gelijk is aan 10 eenheden;
- categorie B : die waarvan het aantal stagiairs hoger is dan 10 eenheden en lager is dan 20 eenheden;
- categorie C : die waarvan het aantal stagiairs gelijk is aan of hoger is dan 20 eenheden.
Art.3. De toelagen kunnen de volgende tegemoetkomingen inhouden :
1° een tegemoetkoming in de werkelijk betaalde werkingskosten; de Executieve stelt de nadere regels vast voor de toekenning van en het toezicht op deze tegemoetkoming;
2° een tegemoetkoming in de werkelijk betaalde personeelskosten voor de hierna volgende betrekkingen :
a) de instellingen of verenigingen voor integratie en inschakeling van categorie A :
- 1 persoon die de leiding en het beheer van het projekt waarneemt.
b) instellingen of verenigingen voor integratie en inschakeling van categorie B :
- 1 persoon die de leiding en het beheer van het projekt waarneemt;
- 1 persoon die de pedagogische coördinatie van het projekt waarneemt.
c) instellingen of verenigingen voor integratie en inschakeling van categorie C :
- 1 persoon die de leiding en het beheer waarneemt;
- 1 persoon die de pedagogische coördinatie van het projekt waarneemt;
- 1 persoon die het secretariaat waarneemt.
Art.4. De percentages van de tegemoetkoming in de personeelskosten van de instellingen voor integratie en inschakeling en van de ondernemingen voor het aanleren van een beroep, ongeacht de categorie waartoe ze behoren, worden vastgesteld als volgt :
- 75 % voor personen die de leiding en het beheer van het projekt waarnemen;
- 75 % voor personen die de pedagogische coördinatie van het projekt waarnemen;
- 80 % voor personen die het secretariaat waarnemen.
Art.5. De barema's die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de tegemoetkoming in de personeelskosten, worden, als minimaal bruto jaarloon, vastgesteld als volgt :
- 307 400 frank aan index 100, voor de personen die de leiding en het beheer van het projekt waarnemen;
- 307 400 frank aan index 100, voor de personen die de pedagogische coördinatie van het projekt waarnemen;
- 296 376 frank aan index 100, voor de personen die het secretariaat waarnemen.
(NOTA : Artikel 5 geldig voor het Waals Gewest :
Art. 5. De barema's die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de tegemoetkoming in de personeelskosten, worden, als minimaal bruto jaarloon, vastgesteld als volgt :
- (7 620,25 euro) aan index 100, voor de personen die de leiding en het beheer van het projekt waarnemen; <BWG 2002-01-24/43, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (7 620,25 euro) aan index 100, voor de personen die de pedagogische coördinatie van het projekt waarnemen; <BWG 2002-01-24/43, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (7 346,97 euro) aan index 100, voor de personen die het secretariaat waarnemen. <BWG 2002-01-24/43, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>)
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7. De Minister is belast met de toepassing van dit besluit.