Details





Titel:

24 FEBRUARI 1978. - Wet betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-08-2007 en tekstbijwerking tot 05-06-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-3, 3bis, 4-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. Deze wet vindt toepassing op de betaalde sportbeoefenaars en hun werkgevers.

Art.2.§ 1. Onder betaalde sportbeoefenaars worden verstaan de personen die de verplichting aangaan zich voor te bereiden op of deel te nemen aan een sportcompetitie of -exhibitie onder het gezag van een ander persoon tegen loon dat een bepaald bedrag overschrijdt.
  Het in het eerste lid bepaalde bedrag van het loon, zoals bedoeld in de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon van de werknemers, wordt jaarlijks door de Koning vastgesteld na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport [6 voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024 bepaald op 11.040 euro]6.
  § 2. De Koning kan, na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport, de bepalingen van deze wet zonodig onder door Hem te stellen voorwaarden geheel of gedeeltelijk toepasselijk verklaren op de personen die bij de voorbereiding op of de uitoefening van de sport betrokken zijn, of niet toepasselijk op de personen die onder die bepalingen vallen.
  § 3. Onder werkgevers worden verstaan de personen die de onder § 1 bedoelde sportbeoefenaars tewerkstellen of de personen waarop de bepalingen van deze wet toepasselijk werden verklaard bij toepassing van § 2.
  Met afwijking van het eerste lid kan de Koning evenwel, na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport, voor sommige sporttakken de personen aanwijzen die als werkgevers worden beschouwd.
  ----------
  (1)<KB 2016-05-13/08, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2016>
  (2)<KB 2017-05-17/02, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2017>
  (3)<KB 2018-05-25/05, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-07-2018>
  (4)<KB 2019-04-05/14, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-07-2019>
  (5)<KB 2020-04-16/16, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
  (6)<KB 2023-05-24/05, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-07-2023>

Art.3. Niettegenstaande elke uitdrukkelijke bepaling van de overeenkomst, wordt de tussen een werkgever en een betaalde sportbeoefenaar gesloten overeenkomst, welke titel daaraan ook wordt toegekend, aangezien als een arbeidsovereenkomst voor bedienden en geregeld door de bepalingen van de desbetreffende wetgeving en door de bepalingen van deze wet.

Art. 3bis.<Ingevoegd bij W 2007-06-03/81, art. 7; Inwerkingtreding : 02-08-2007> De arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars ondertekend met behulp van de elektronische handtekening die wordt gecreëerd door de elektronische identiteitskaart of door middel van een elektronische handtekening die voldoet aan dezelfde veiligheidswaarborgen als de elektronische handtekening die door de elektronische identiteitskaart wordt gecreëerd, wordt gelijkgesteld met de papieren arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars ondertekend door middel van een handgeschreven handtekening.
  De Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de Nationale Arbeidsraad bepalen aan welke veiligheidswaarborgen andere systemen van elektronische handtekening dan de elektronische handtekening die door de elektronische identiteitskaart wordt gecreëerd dienen te voldoen.
  Alle aanbieders van een systeem voor het gebruik van de elektronische handtekening kunnen door het Beheerscomité van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid laten vaststellen dat hun systeem beantwoordt aan de voorwaarden gesteld door het in het vorige lid genoemd koninklijk besluit. Een lijst van aanbieders van een systeem voor het gebruik van de elektronische handtekening die hun vrijwillige aangifte voor een opname op deze lijst hebben gedaan en wier aangifte aanvaard is wordt door het Beheerscomité van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid opgemaakt en ter bekrachtiging doorgestuurd naar de minister die Werk onder zijn bevoegdheid heeft. Indien de minister die Werk onder zijn bevoegdheid heeft, geen opmerkingen formuleert binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van het versturen van de lijst, wordt ze als bekrachtigd beschouwd. De lijst wordt bekendgemaakt op de website van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid.
  Voor de toepassing van dit artikel worden verstaan onder :
  1° " aanbieder van een systeem voor het gebruik van een elektronische handtekening " : elke natuurlijke of rechtspersoon die een systeem voor het gebruik van de elektronische handtekening aanbiedt, waarbij het gebruik van de elektronische handtekening een essentieel element vormt van de aangeboden dienst;
  2° " systeem voor het gebruik van een elektronische handtekening " : het geheel van middelen, gegevens, processen en technieken aan de hand waarvan een elektronische handtekening kan worden aangemaakt en geverifieerd.
  De werkgever kan niet worden verplicht om het elektronisch afsluiten van arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars in te voeren.
  De betaalde sportbeoefenaar kan niet worden verplicht om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars door middel van een elektronische handtekening aan te gaan.
  Een exemplaar van de door middel van een elektronische handtekening aangegane arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars wordt eveneens bij een verlener van een elektronische archiveringsdienst opgeslagen. Deze elektronische opslag is kosteloos in hoofde van de betaalde sportbeoefenaar en dient ten minste gewaarborgd te worden totdat een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf het eindigen van de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars is verstreken. De toegang van de betaalde sportbeoefenaar tot het bewaarde exemplaar is te allen tijde gewaarborgd. Drie maanden voor het verstrijken van deze periode vraagt de verlener van de elektronische archiveringsdienst aan de betaalde sportbeoefenaar, via aangetekende zending, wat er dient te gebeuren met het bij hem bewaarde exemplaar van de door middel van een elektronische handtekening aangegane arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars. Wanneer de betaalde sportbeoefenaar dit wenst, maakt de verlener van de elektronische archiveringsdienst dit document, in een leesbare en gebruiksklare vorm, over aan de vzw SIGeDIS, opgericht overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot uitvoering van Titel III, hoofdstuk II, van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, met het oog op een overname van de elektronische archiveringsdienst.
  Indien de door de Koning aangewezen ambtenaren erom verzoeken en de werkgever niet beschikt over een eigen elektronisch opgeslagen exemplaar van dezelfde arbeidsovereenkomst dat onmiddellijk kan worden voorgelegd, dan moet de werkgever onmiddellijk het exemplaar van de door middel van een elektronische handtekening aangegane arbeidsovereenkomst aan de door de Koning aangewezen ambtenaren kunnen voorleggen dat opgeslagen wordt bij de verlener van een elektronische archiveringsdienst die aangewezen is conform artikel 6, § 1, 17°, van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
  Voor de toepassing van dit artikel wordt onder " verlener van een elektronische archiveringsdienst " verstaan : elke natuurlijke of rechtspersoon die, op verzoek van de werkgever, een dienst verleent in verband met het bewaren van elektronische gegevens, waarbij het bewaren van die elektronische gegevens een essentieel element uitmaakt van de aangeboden dienst.
  De verlener van een elektronische archiveringsdienst dient te voldoen aan de voorwaarden inzake het verlenen van diensten [1 van gekwalificeerde elektronische archivering die gesteld worden door boek XII, titel 2, van het Wetboek van economisch recht]1.
  ----------
  (1)<W 2016-07-21/40, art. 37, 007; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB 2016-09-14/06, art. 1)>

Art.4. De arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars voor een bepaalde tijd gesloten, moet schriftelijk worden gesteld in evenveel exemplaren als er belanghebbenden zijn ondertekend door elke partij. Een exemplaar dient aan de sportbeoefenaar ter hand gesteld te worden.
  Is er geen geschrift dat beantwoordt aan de voorschriften van het voorgaande lid of is geen exemplaar ervan aan de sportbeoefenaar overhandigd, dan gelden voor deze overeenkomst de bepalingen van artikel 5.
  De duur van de arbeidsovereenkomst mag niet meer dan vijf jaar bedragen. Zij zijn hernieuwbaar.
  Werd de overeenkomst gesloten voor een bepaalde tijd dan heeft de benadeelde partij wegens het verbreken daar van zonder dringende reden voor het verstrijken van de termijn, recht op een vergoeding gelijk aan het bedrag van het tot het verstrijken van die termijn verschuldigd loon. Deze vergoeding mag echter niet meer belopen dan het dubbel van die bepaald in artikel 5, lid 2.

Art.5. Is de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars voor onbepaalde tijd gesloten, dan heeft elk der partijen het recht ze te beëindigen door middel van een ter post aangetekend schrijven, dat uitwerking heeft de derde werkdag na de dag van verzending. Het aangetekend schrijven moet betekend worden binnen een termijn die door de Koning wordt vastgesteld na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport.
  Indien de overeenkomst voor onbepaalde tijd werd gesloten, is de partij die de overeenkomst verbreekt zonder dringende reden of zonder de bepalingen van het eerste lid van dit artikel in acht te nemen gehouden tot de betaling van een vergoeding waarvan het bedrag door de Koning zal worden bepaald op advies van het bevoegd Nationaal Paritair Comité. Bij ontstentenis van een koninklijk besluit is het bedrag van die vergoeding gelijk aan het lopende loon overeenstemmend met de nog verschuldigde lonen tot het einde van het sportseizoen met een minimum van 25 pct. van het jaarloon.

Art.6. <W 1983-06-29/31, art. 11> De arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars kan slechts , en ten vroegste , geldig aangegaan worden vanaf het einde van de voltijdse leerplicht.
  Na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport kan de Koning voor de uitoefening van bepaalde sporttakken een hogere leeftijd vaststellen dan onmiddellijk na het beeindigen van de voltijdse leerplicht.

Art.7. Alle met de artikelen 4 en 5 en met de uitvoeringsbesluiten daarvan strijdige bedingen zijn van rechtswege nietig voor zover zij ertoe strekken de rechten van de sportbeoefenaar in te krimpen of zijn verplichtingen te verzwaren.

Art.8. Elk concurrentiebeding wordt als niet bestaande beschouwd.
  Evenwel, wanneer een einde wordt gemaakt aan de overeenkomst, hetzij door de werkgever om een dringende reden, hetzij door de sportbeoefenaar zonder dringende reden, zal de sportbeoefenaar niet mogen deelnemen aan een betaalde sportcompetitie of -exhibitie (in dezelfde reeks; categorie, afdeling, ... van dezelfde sporttak tijdens het lopende sportseizoen, alsook niet aan een eindrondecompetitie waarbij een ploeg deelneemt uit dezelfde reeks, categorie, afdeling, ... van dezelfde sporttak). <W 2007-05-15/63, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>

Art.9. De betaalde sportbeoefenaars en hun werkgevers mogen zich niet bij voorbaat verbinden om de geschillen die uit de toepassing van deze wet ontstaan aan scheidsrechters voor te leggen.

Art.10. De Koning kan, na advies van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport, bijzondere toepassingsregelen inzake de sociale zekerheid voor de betaalde sportbeoefenaars treffen.

Art.11. De Koning richt een Nationaal Paritair Comité voor de Sport op, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
  In de gevallen waarin het advies van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport is voorzien, wordt het advies medegedeeld binnen twee maanden nadat daartoe het verzoek is gedaan, zo niet wordt er geen rekening mede gehouden.

Art.12. <wijzigingsbepaling>

Art.13. De Koning kan de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten en de bepalingen van deze wet coordineren, met inachtneming van de uitdrukkelijke of impliciete wijzigingen die deze bepalingen op het tijdstip van de coordinatie hebben ondergaan.
  Te dien einde kan Hij, in de coordinatie:
  1° de volgorde, de nummering van de te coordineren bepalingen en, in het algemeen, de teksten naar de vorm wijzigen;
  2° de verwijzingen in de te coordineren bepalingen vernummeren en in overeenstemming brengen met de nieuwe nummering;
  3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen in de te coordineren bepalingen vervat, de redactie van die bepalingen wijzigen met het oog op hun overeenstemming en de eenheid in de terminologie.

Art. 14. Met uitzondering van artikel 11 treedt deze wet in werking vanaf de data die door de Koning worden bepaald.

  (NOTA : zie KB %1983-12-23/31%, art. 1)