13 JULI 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.
Art. 1-5
Artikel 1. Indien de overeenkomst voor onbepaalde tijd werd gesloten, is de partij die de overeenkomst verbreekt zonder dringende reden of zonder de bepalingen van het eerste lid van artikel 5 van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars in acht te nemen, gehouden de andere partij een vergoeding te betalen gelijk aan het lopend loon en de voordelen verworven krachtens overeenkomst, overeenstemmend met :
1° indien het jaarlijks loon niet hoger is dan 15.106,00 euro :
- vier en een halve maand indien de overeenkomst wordt verbroken tijdens de eerste twee jaren na de aanvang van deze overeenkomst;
- drie maanden indien de overeenkomst wordt verbroken vanaf het derde jaar na de aanvang van deze overeenkomst;
2° indien het jaarlijks loon hoger is dan 15.106,00 euro zonder 24.631,52 euro te overschrijden :
- zes maanden indien de overeenkomst wordt verbroken tijdens de eerste twee jaren na de aanvang van deze overeenkomst;
- drie maanden indien de overeenkomst wordt verbroken vanaf het derde jaar na de aanvang van deze overeenkomst;
3° zes maanden indien het jaarlijks loon hoger is dan 24.631,52 euro zonder 32.842,03 euro te overschrijden;
4° twaalf maanden indien het jaarlijks loon hoger is dan 32.842,03 euro zonder 98.526,10 euro te overschrijden;
5° achttien maanden indien het jaarlijks loon 98.526,10 euro overschrijdt.
Art.2. De in artikel 1 vermelde bedragen worden aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen.
Art.3. Het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, wordt opgeheven.
Art.4. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2004.
Art. 5. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juli 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
F. VANDENBROUCKE.