18 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de uitoefening van bepaalde sporttakken, van de minimumleeftijd die vereist is om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen aangaan(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-08-2001 en tekstbijwerking tot 06-06-2018)
Art. 1-4
Artikel 1.De in artikel 6 van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars bedoelde leeftijd vanaf welke de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars slechts, en ten vroegste, geldig kan worden aangegaan, wordt, voor de uitoefening van de sporttakken van het basketbal, [1 ...]1 het volleybal en het wielrennen, als volgt vastgesteld :
- voor een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars gesloten voor deeltijdse arbeid welke voorziet in een arbeidsregeling waarbij de betaalde sportbeoefenaar maximaal 80 uren per maand ter beschikking is van de werkgever : 16 jaar, onverminderd de bepalingen die de leerplicht regelen en de bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 die van toepassing zijn op jeugdige werknemers;
- voor een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars gesloten voor deeltijdse arbeid welke voorziet in een arbeidsregeling waarbij de betaalde sportbeoefenaar meer dan 80 uren per maand ter beschikking is van de werkgever evenals voor een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars gesloten voor voltijdse arbeid : 18 jaar.
----------
(1)<KB 2018-05-25/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-06-2018>
Art.2. Het koninklijk besluit van 26 juni 2000 tot vaststelling, voor de uitoefening van bepaalde sporttakken, van de minimumleeftijd die vereist is om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen aangaan, wordt opgeheven.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.