Details



Externe links:

Justel
Reflex

Overzicht pdf



Titel:

19 DECEMBER 1854. - BOSWETBOEK. (NOTA : de Nederlandse tekst van deze wet werd vastgesteld bij de wet van 8 april 1969) (NOTE : Opgeheven voor het Waalse Gewest, met uitzondering van art. 177, door DWG2008-07-15/44, art. 110, 002; Inwerkingtreding : 14-09-2009> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-02-1988 en tekstbijwerking tot 18-06-2014)



Inhoudstafel:

Titel 1. - Bosregeling. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest wordt Titel 1 opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 003; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Art. 1-1, 1bis, 1bis, 2-3
Titel 2. - Bosbeheer.
Art. 4-23
Titel 3. - Grensbepaling en afpaling. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest wordt Titel 3 met bijhorende artikelen opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 003; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Art. 24-30
Titel 4. - Bosbedrijfsregeling. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest wordt titel 4 en bijhorende artikelen opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 003; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Art. 31-35
Titel 5. - Veiling van te kappen hout. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest wordt titel 5 en bijhorende artikelen opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 003; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Afdeling 1. - Algemene bepalingen. <Zie nota onder TITEL 5>
Art. 36-44
Afdeling 2. - Bijzondere bepalingen betreffende onverdeelde bossen. <Zie nota onder TITEL 5>
Art. 45-46
Afdeling 3. - Bijzondere bepalingen betreffende bossen van gemeenten en openbare instellingen. <Zie nota onder TITEL 5>
Art. 47-50
Titel 6. - Exploitaties. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest wordt titel 6 en bijhorende artikelen opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 003; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Afdeling 1. - Algemene bepalingen. <Zie nota onder TITEL 6>
Art. 51-68
Afdeling 2. - Bepalingen die alleen op gemeentebossen van toepassing zijn. <Zie nota onder TITEL 6>
Art. 69
Titel 7. - Hermeting en schouwing. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest worden titel 7 en bijhorende artikelen opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 004; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Art. 70-78
Titel 8. - Veiling en terbeschikkingstelling, van eikeloogst, varkensweide, bosvoeder, windworp, delicthout en andere bosprodukten. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest worden titel 8 en bijhorende artikelen opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 004; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Art. 79-83
Titel 9. - Gebruiksrechten. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest worden TITEL 9 en bijhorende artikelen opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 004; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de gebruiksrechten in het algemeen. <Zie nota onder TITEL 9>
Art. 84-87
Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de gebruiksrechten op hout alleen. <Zie nota onder TITEL 9>
Art. 88-92
Afdeling 3. - Bepalingen van toepassing op de rechten van veeweide, eikeloogst en varkensweide. <Zie nota onder TITEL 9>
Art. 93-102
Titel 10. - Politie en instandhouding van de bossen. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest worden titel 10 en bijhorende artikelen opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 004; Inwerkingtreding : 08-10-1990>
Art. 103-119
Titel 11. - <Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij ORD 1999, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>. Rechtspleging inzake misdrijven gepleegd in bossen onder bosregeling.
Afdeling 1. - <Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015> Vervolging van misdrijven.
Art. 120-147
Afdeling 2. - <Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij ORD 199, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015> Tenuitvoerlegging van vonnissen.
Art. 148-153
Titel 12. Staffen en verrordelingen met betrekking tot alle bossen
Art. 154-176
Titel 12bis. Brussels Hoofdstedelijk Gewest - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Het verkeer in alle bossen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.Afdeling 1. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Activiteiten die verboden zijn.Art. 176bisAfdeling 2. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Activiteiten die buiten de voor het publiek toegankelijke wegen verboden zijn.Art. 176ter, 176quater, 176quinquies, 176sexiesAfdeling 3. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Activiteiten die buiten de speciale paden verboden zijn.Art. 176septiesAfdeling 4. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Activiteiten die in de gebieden met bijzondere bescherming verboden zijn.Art. 176octies, 176noviesAfdeling 5. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Diverse bepalingen.Art. 176decies, 176undeciesTitel 13. - Bossen van bijzondere personen.Art. 177-179, 179bis, 180-184TITEL XIV. - (WAALS GEWEST) (Verkeer in de bossen en wouden van het Waalse Gewest in het algemeen). <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996>Sectie 1. - Algemene bepalingen.Art. 185-186, 186bis, 187-189Sectie 2. - Bijzondere bepalingen voor sommige vervoerwijzen of activiteiten.Art. 190-195Sectie 3. - Bijzondere bepalingen voor de bebakening.Art. 196-199TITEL(XV). - (Toelagen van het Waalse Gewest.) <ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1992-12-17/49, art. 1; Inwerkingtreding : 26-02-1993> <DWG 1995-02-16/44, art. 4; Inwerkingtreding : 01-01-1996>Art. 200TITEL XVI. - (De permanente inventaris van het houtbestand in het Waalse Gewest.) <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995>Art. 201-208



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

[Opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>   Art. 129.(Federaal) Wanneer het proces-verbaal een inbeslagneming inhoudt, wordt binnen vierentwintig uren een uitgifte ervan neergelegd ter griffie (van de politierechtbank) om meegedeeld te kunnen worden aan hen die de in beslag genomen voorwerpen terugvorderen. <W 10-10-1967, art. 3>  Art. 129. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 129. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1   ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 130.(Federaal) [Op aanvraag van iedere belanghebbende kan de politierechtbank] voorlopige opheffing van het beslag verlenen, onder verplichting om de kosten van de inbewaringstelling te betalen en borg te stellen. Indien de gegoedheid van de borg betwist wordt, beslist de [politierechtbank]. <W 10-10-1967, art. 5>  Art. 130. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 130. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 131.(Federaal) Indien het in beslag genomen vee binnen vijf dagen na de inbewaringstelling niet wordt teruggevorderd of indien er geen borg gesteld wordt, beveelt (de politierechtbank) de veiling op de naastbijgelegen markt. Die veiling geschiedt door de zorg van de ontvanger der domeinen, die ze vierentwintig uren tevoren bekendmaakt. <W 10-10-1967, art. 3>  De kosten van de inbewaringstelling en van de veiling worden begroot door (de politierechtbank) en afgehouden van de opbrengst; het overschot blijft in handen van de ontvanger der domeinen. <W 10-10-1967, art. 3>  Indien de terugvordering van het in beslag genomen vee verworpen wordt bij gebreke van borgstelling of indien het vee eerst na de veiling teruggevorderd wordt, heeft de eigenaar recht op teruggave van de netto-opbrengst van de verkoop, na aftrek van alle kosten, ingeval het vonnis die teruggave beveelt. Van die prijs houdt de ontvanger het bedrag af van de veroordelingen, uitgesproken wegens het misdrijf dat tot het beslag aanleiding heeft gegeven. <W 10-10-1967, art. 3>  Art. 131. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 131. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 132. (Opgeheven) <W 08-04-1969, art. 1, 28°>  Art. 132. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [Opgeheven] <ORD 1999, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 133.(Federaal) De dagvaarding moet, op straffe van nietigheid, afschrift van het proces-verbaal [...] inhouden. <W 08-04-1969, art. 1, 29°>  Art. 133. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 133. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 134.(Federaal) Bij vervolging namens het bosbeheer kunnen de boswachters dagvaarden en exploten betekenen. Zij zijn niet bevoegd om beslag tot tenuitvoerlegging te doen.  De vergoeding wordt begroot zoals voor de akten van de (gerechtsdeurwaarders). <W 08-04-1969, art. 1, 30°>  Art. 134. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 134. (VLAAMSE GEWEST)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 135.(Federaal) De ambtenaren van het bosbeheer hebben het recht de zaak voor de rechtbank uiteen te zetten en worden gehoord tot staving van hun conclusie.  Art. 135. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 135. (VLAAMSE GEWEST)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 136.Wanbedrijven of overtreding in boszaken worden bewezen, hetzij door regelmatige en genoegzame processen-verbaal, hetzij door getuigen.  Art. 136. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 136. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 137.(Federaal) Een proces-verbaal, opgemaakt en getekend door twee ambtenaren van het bosbeheer of boswachters, geldt, indien het regelmatig is, als bewijs van de materiële feiten betreffende de daarin vastgestelde wanbedrijven en overtredingen, zolang het niet van valsheid beticht is.  Gevangenisstraf kan evenwel niet als hoofdstraf worden uitgesproken dan voor zover de beklaagde tot het leveren van het tegenbewijs is toegelaten.  Art. 137. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 137. (VLAAMSE GEWEST)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 138.(Federaal) Een regelmatig proces-verbaal, opgemaakt door één ambtenaar of één wachter, geldt eveneens als bewijs zolang het niet van valsheid beticht is, indien het wanbedrijf of de overtreding geen veroordeling tot meer dan honderd € geldboete of schadevergoeding kan meebrengen. Wanneer het misdrijf een zwaardere geldelijke veroordeling of een gevangenisstraf kan meebrengen, geldt het proces-verbaal zolang het tegendeel niet bewezen is.  Art. 138. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 138. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 139.(Federaal) Een proces-verbaal dat niet geldt als bewijs zolang het niet van valsheid beticht is kan door alle wettelijke bewijzen gestaafd en bestreden worden.  Art. 139. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 139. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 140.(Federaal) De beklaagde die het proces-verbaal van valsheid wil betichten, moet zulks op de griffie van de rechtbank verklaren vóór de in de dagvaarding bepaalde terechtzitting.  Die verklaring wordt gedaan en getekend door de beklaagde of door zijn gemachtigde, voorzien van een bijzondere en authentieke volmacht, en ontvangen door de griffier van de rechtbank; ingeval de persoon die verschijnt niet kan tekenen, wordt daarvan uitdrukkelijk melding gemaakt.  Op de voor de rechtzitting bepaalde dag verleent de rechtbank akte van de verklaring en stelt een termijn vast van ten minste drie dagen en ten hoogste acht dagen waarbinnen de beklaagde ter griffie opgave moet doen van zijn middelen tot bewijs van de valsheid, alsook van de naam, de hoedanigheid en de verblijfplaats van de getuigen die hij wil horen.  Na verloop van die termijn neemt de rechtbank, zonder dat een nieuwe dagvaarding nodig is, de middelen tot bewijs van de valsheid aan, indien zij de gevolgen van het proces-verbaal teniet kunnen doen en de valsheidsprocedure wordt voortgezet overeenkomstig de wet.  In het tegenovergestelde geval, of indien de beklaagde de hierboven voorgeschreven vormen niet in acht heeft genomen, verklaart de rechtbank dat er geen grond is om de middelen tot bewijs van de valsheid aan te nemen en beveelt dat tot berechting van de zaak zal worden overgegaan.  Art. 140. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 140. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 141.(Federaal) De beklaagde tegen wie een verstekvonnis is gewezen waartegen verzet aangetekend is, kan zijn verklaring tot betichting van valsheid nog doen gedurende de termijn die de wet hem verleent om ter terechtzitting te verschijnen.  Art. 141. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 141. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 142.(Federaal) Het proces-verbaal dat tegen verscheidene beklaagden opgemaakt en slechts door een van hen van valsheid beticht is, behoudt zijn bewijskracht ten opzichte van de anderen, tenzij het feit waarop de betichting van valsheid slaat, onsplitsbaar en aan de andere beklaagden gemeen is.  Art. 142. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 142. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 143.(Federaal) Indien de beklaagde zich beroept op een recht van eigendom of op een ander zakelijk recht, beslist de rechter bij wie de klacht aanhangig is, over het tussengeschil met inachtneming van de volgende regels : de prejudiciële exceptie wordt slechts aangenomen voor zover zij gegrond is op een deugdelijk schijnende titel of op welbepaalde feiten van bezit die de beklaagde eigen zijn. De overgelegde titels of de gestelde feiten moeten elk karakter van wanbedrijf of van overtreding ontnemen aan het feit waarop de vervolging berust.  Wanneer de zaak naar de burgerlijke rechter wordt verwezen, bepaalt het vonnis een termijn van ten hoogste twee maanden, waarbinnen de partij die het prejudicieel geschil heeft opgeworpen, de zaak bij de bevoegde rechter aanhangig moet maken en moet bewijzen dat zij het nodige heeft gedaan; anders wordt tot de berechting overgegaan.  In geval van veroordeling tot gevangenisstraf wordt de tenuitvoerlegging van die straf echter geschorst gedurende een nieuwe termijn van twee maanden. Indien de beklaagde binnen die termijn beweert dat hij het nodige heeft gedaan, blijft de schorsing duren tot na de beslissing over de zaak zelf.  De geldboeten, teruggaven, schadevergoedingen en kosten zijn opeisbaar na de veroordeling. Indien het prejudicieel geschil later ten voordele van de beklaagde wordt beslist, wordt het door hem betaalde teruggegeven.  Art. 143. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 143. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 144.(Federaal) De ambtenaren kunnen namens het bosbeheer hoger beroep of cassatieberoep instellen; zonder bijzondere machtiging kunnen zij er geen afstand van doen.  Het Openbaar Ministerie kan van het recht van hoger beroep en van cassatieberoep gebruikmaken, zelfs wanneer het beheer of zijn ambtenaren in de vonnissen en arresten hebben berust.  Art. 144. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 144. (VLAAMSE GEWEST)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>  Art. 145. De rechtsvorderingen tot herstel van wanbedrijven en overtredingen in boszaken verjaren door verloop van drie maanden, te rekenen van de dag waarop de wanbedrijven en overtredingen zijn vastgesteld, wanneer de beklaagden in de processen-verbaal worden aangewezen. In het tegenovergestelde geval is de verjaringstermijn zes maanden, te rekenen van dezelfde dag.  Art. 145. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [Opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>   Art. 145. (VLAAMSE GEWEST)  [Opgeheven] <DVR 1999-05-18/65, art. 78, Inwerkingtreding : 02-08-1999>)  Art. 146.(Federaal) De bepalingen van het vorige artikel zijn niet van toepassing op overtredingen, wanbedrijven en daden van ontrouw, door ambtenaren of aangestelden van het bosbeheer of boswachters begaan in de uitoefening van hun bediening. Te hunner opzichte gelden de verjaringstermijnen van de gewone wetten van strafvordering.  De rechtsvordering tot schadevergoeding die krachtens de artikelen 17 en 18 voor de correctionele rechtbanken wordt ingesteld tegen ambtenaren of aangestelden, is echter niet meer ontvankelijk een jaar nadat de strafvordering tegen de schuldige zelf door verjaring vervallen is.  Art. 146. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1999-03-25/53, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Art. 146. (VLAAMSE GEWEST)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 147. De gewone regels van de strafvordering zijn van toepassing op de vervolging van de in deze wet omschreven wanbedrijven en overtredingen, behoudens de afwijkingen die uit deze titel   Art. 147. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [Opgeheven] <ORD 1999, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015>  Afdeling 2. - <Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij ORD 199, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999, art. 43, 011; Inwerkingtreding : 04-07-1999 en bevestigd bij VARIA 2014-04-25/A3, art. 59,1°, 018; Inwerkingtreding : 01-01-2015> Tenuitvoerlegging van vonnissen.  Art. 148.(Federaal) De vonnissen, bij verstek gewezen op verzoek van het bosbeheer of op vervolging van het Openbaar Ministerie, worden betekend bij een eenvoudig uittreksel, dat de naam van de partijen en het beschikkende gedeelte van het vonnis inhoudt.  Die betekening doet de termijnen van verzet en van hoger beroep ingaan.  Art. 148. (VLAAMSE GEWEST)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 149.(Federaal) De invordering van de geldboeten wegens bosmisdrijven wordt opgedragen aan de ontvangers der registratie en der domeinen.  Die ontvangers zijn eveneens belast met de invordering van de teruggaven, kosten en schadevergoedingen die voortvloeien uit de vonnissen gewezen wegens wanbedrijven en overtredingen in boszaken.  Art. 149. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 150.(Federaal) Vonnissen houdende veroordeling tot geldboete, teruggave, schadevergoeding en kosten worden ten uitvoer gelegd zoals in correctionele zaken.  Art. 150. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 151.(Federaal) <W 08-04-1969, art. 1, 31°> Wanneer de hoven en rechtbanken een geldboete opleggen kunnen zij bevelen dat deze, bij gebreke van betaling, zal worden vervangen door een gevangenisstraf, die drie maanden niet zal te boven gaan voor (hen) die wegens wanbedrijf, en drie dagen voor [hen] die wegens overtreding zijn veroordeeld. <W 10-11-1972, art. 2, 15°>  Art. 151. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 152.[Opgeheven] <L 08-04-1969, art. 1, 32°>  Art. 153. (Opgeheven)<W 08-04-1969, art. 1, 32°>  Titel 12. Staffen en verrordelingen met betrekking tot alle bossen  Art. 154.Het kappen of het weghalen van bomen van twee decimeter omtrek of meer wordt gestraft met geldboeten, die bepaald worden naar de volgende maatstaven :  De bomen worden in drie klassen gerangschikt;  De eerste klasse omvat : eik, kastanje, noteboom, iep, es, lariks en acacia;  De tweede : beuk, haagbeuk, esdoorn, plataan, ander naaldhout dan lariks, linde, populier, berk, meelbes, kers, vogelkers en andere vruchtbomen;  De derde : esp, els, wilg, lijsterbes en alle andere boomsoorten die niet tot een van de twee vorige klassen behoren.  Voor bomen van de eerste klasse die twee decimeter omtrek hebben, bedraagt de geldboete een [euro] per decimeter. Vervolgens stijgt zij trapsgewijze, te weten :  Met vijf centiemen per decimeter, tot en met vijf decimeter;  Met tien centiemen voor elk van de volgende vijf decimeter;  Met vijftien centiemen per decimeter, voor bomen van meer dan een meter tot vijftien decimeter;  Met twintig centiemen per decimeter, voor bomen van meer dan vijftien decimeter.  (Voor bomen van de tweede klasse wordt de geldboete gesteld op de helft van de hierboven bepaalde bedragen, voor bomen van de derde klasse op het vierde.  Een en ander overeenkomstig de hierbij gevoegde tabel.  De omtrek wordt gemeten op een meter van de grond.) W 10-11-1972, art. 2, 17°>  Bomen van de 1e klasseBomen van de 2e klasseBomen van de 3e klasseomtrekgeldboete per decimetergeldboete per boomgeldboete per boomgeldboete per boomDecimeterFFFF1----21,002,001,000,5031,053,151,570,7841,104,402,201,1051,155,752,871,4361,257,503,751,8771,359,454,722,3681,4511,605,802,9091,5513,956,973,48101,6516,508,254,12111,8019,809,904,95121,9523,4011,705,85132,1027,3013,656,82142,2531,5015,757,87152,4036,0018,009,00162,6041,6020,8010,40172,8047,6023,8011,90183,0054,0027,0013,50193,2060,8030,4015,20203,4068,0034,0017,00213,6075,6037,8018,90223,8083,6041,8020,90234,0092,0046,0023,00244,20100,8050,4025,20254,40110,0055,0027,50  En zo vervolgens met dezelfde verhoging van twintig centiemen voor elke decimeter meer.  De rechter kan naar gelang van de omstandigheden de geldboete tot ten hoogste het dubbele vermeerderen.  Hij kan bovendien de schuldigen veroordelen tot gevangenisstraf van ten hoogste een maand indien de geldboete honderd vijftig [euro] of minder bedraagt, van ten hoogste zes maanden indien zij meer bedraagt.   Art. 154. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 154. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [1 Het kappen of het weghalen van bomen of bossen, ongeacht hun omtrek, wordt gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid.   Het feit dat de kruin en wortels van de desbetreffende bomen volkomen verdord zijn, vormt een verzachtende omstandigheid.   Telkens als de soort en de omtrek van de bomen kunnen worden vastgesteld, wordt het minimale bedrag van de geldboete wegens het vellen of het ontbreken van spaartelgen, hoekbomen, grensbomen en andere te sparen bomen, zowel in de kappen in exploitatie of in de kappen van de twee vorige jaren, verdubbeld.]1  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 101, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 155.Indien de bomen waarop het in het vorige artikel vastgestelde tarief toepasselijk is, weggehaald en bewerkt zijn, wordt de omtrek op de boomstronk gemeten; indien ook de stronk weggehaald is, wordt de omtrek berekend door de som van de afmetingen der vier zijden van de gekanthouwde boom te vermeerderen met een vijfde van die som.  Indien boom en stronk verdwenen zijn, wordt de geldboete berekend volgens de dikte, zoals de rechtbank die op grond van de processtukken heeft geschat, en de duur van de gevangenisstraf wordt bepaald overeenkomstig de in het vorige artikel gestelde regels.   Art. 155. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 155. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [Opgeheven] <ORD 2014-05-08/54, art. 102, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>  Art. 156.De in artikel 154 bepaalde straffen worden tot op de helft verminderd ten aanzien van bomen die volkomen droog zijn van kruin tot wortel.  Art. 156. (VLAAMSE GEWEST)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 156. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [Opgeheven] <ORD 2014-05-08/54, art. 102, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>  Art. 157.De geldboeten wegens het vellen of wegens het ontbreken van spaartelgen, hoekbomen, grensbomen en andere te sparen bomen in de kappen in exploitatie of in de kappen van de twee vorige jaren, worden met een derde verhoogd telkens als de soort en de omtrek van de bomen kunnen worden vastgesteld.  Indien het onmogelijk is de soort en de omtrek van de bomen vast te stellen omdat zij met hun stronk weggehaald zijn of om enige andere reden, is de geldboete tien [euro] tot dertig [euro] voor een spaartelg van dezelfde leeftijd als het hakhout, dertig [euro] tot zestig [euro] voor een spaartelg van middelbare leeftijd, zestig [euro] tot tweehonderd [euro] voor een oudere spaartelg.  De schuldige kan bovendien worden veroordeeld tot de in artikel 154 bepaalde gevangenisstraf.  Art. 157. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 157. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [Opgeheven] <ORD 2014-05-08/54, art. 102, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>  Art. 158.Voor het kappen, uitrukken of kneuzen van alleenstaande jonge eiken of beuken van minder dan twee decimeter omtrek in hooghoutkappen, waar dergelijke bomen, hoewel niet gemerkt, van rechtswege moeten worden gespaard, bedraagt de geldboete vijf centiemen per centimeter omtrek.  De schuldige kan bovendien worden veroordeeld tot gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen.   Art. 158. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 158. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [Opgeheven] <ORD 2014-05-08/54, art. 102, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>  Art. 159. Hij die in een bos een boom topt, ontschorst of verminkt of de hoofdtakken ervan afsnijdt, wordt gestraft alsof hij de boom had geveld.  Hetzelfde geldt ten aanzien van hem die een naaldboom (topt) of het hars ervan wegneemt. <W 10-11-1972, art. 2, 18°>   Art. 159. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 160. <W 10-11-1972, art. 1, 4°> Hij die windworp of delicthout weghaalt, wordt gestraft alsof hij dat hout had gekapt.   Art. 160. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 161.De geldboete voor het kappen of weghalen van hout van minder dan twee decimeter omtrek bedraagt, voor elke karrevracht, acht [euro] tot zestien [euro] per voorgespannen dier, vier [euro] tot acht [euro] per lastdiervracht, en anderhalve [euro] tot drie [euro] per mutsaard, takkenbos of mansvracht.  De geldboete wordt verdriedubbeld voor gezaaide of geplante bomen van minder dan twee decimeter omtrek.  De schuldige kan bovendien worden veroordeeld tot gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen.   Art. 161. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 161. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [Opgeheven] <ORD 2014-05-08/54, art. 102, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>  Art. 162.Hij die in een bos jong hout uitrukt of weghaalt, wordt gestraft met een geldboete viermaal zo groot als die welke in het vorige artikel bepaald is.  Indien dat misdrijf gepleegd wordt in een zaaiplaats of aanplant, door mensenhand aangelegd, wordt bovendien gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee maanden uitgesproken.   Art. 162. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 162. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [1 Het uitrukken of weghalen van jong hout in bossen wordt gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid.   Indien dat misdrijf gepleegd wordt in een zaaiplaats of aanplant, door mensenhand aangelegd, wordt het minimale bedrag van de geldboete verdubbeld.]1  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 103, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 163.Hij die stronken van hakhout uitrukt, breekt, kneust of door branding of op enige andere wijze beschadigt, wordt gestraft met geldboete van vijftien centiemen voor iedere geschonden stronk.  De schuldige kan bovendien worden veroordeeld tot gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen.   Art. 163. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] < Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 163. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  Hij die stronken van hakhout uitrukt, breekt, kneust of door branding of op enige andere wijze beschadigt, wordt gestraft [1 door de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1.  [1 ...]1  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 104, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 164.Elke onrechtmatige toeëigening van bosterrein wordt gestraft met geldboete van tien [euro] tot honderd [euro], onverminderd de gewone straffen voor het uitrukken of kappen van hout.  Art. 164. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 164. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  Elke onrechtmatige toeëigening van bosterrein wordt gestraft [1 door de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid.]1  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 105, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 165. Hij die zonder wettige redenen in een bos buiten de gewone wegen wordt aangetroffen met een hakmes, aks, bijl, zaag of ander soortgelijk gereedschap, wordt veroordeeld tot geldboete van vijf [euro].  Heeft de overtreder geen gereedschap bij zich, dan kan hij naar gelang van de omstandigheden veroordeeld worden tot geldboete van twee [euro]; wordt het feit vastgesteld in het bos van een bijzonder persoon, dan heeft de vervolging alleen plaats op klacht van de eigenaar.  Art. 165. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 165. (WAALSE GEWEST)  [opgeheven] <DWG 1995-02-16/44, art. 3, § 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1996>  Art. 165. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1995-03-30/63, art. 6; Inwerkingtreding : 03-07-1995>  Art. 166. Hij die in een bos zijn voertuig, zijn trek-, last-, of rijdieren buiten de gewone wegen doet of laat komen, wordt gestraft met geldboete van vijf [euro] per voertuig of per last-, trek- of rijdier, onverminderd de toepassing van artikel 168.  Art. 166. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 166. (WAALSE GEWEST)  [opgeheven] <DWG 1995-02-16/44, art. 3, § 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1996>  Art. 166. (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)  [opgeheven] <ORD 1995-03-30/63, art. 6; Inwerkingtreding : 03-07-1995>  Art. 167.Het is verboden in een bos of binnen honderd meter ervan vuur te dragen of aan te steken, op straffe van geldboete van tien [euro] tot honderd [euro].   }Art. 167. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 167. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  Het is verboden in een bos of binnen honderd meter ervan vuur te dragen of aan te steken. [1 De inbreuken op deze bepaling worden gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid.]1  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 106, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 168.De eigenaar van dieren die overdag in een bos van tien jaar en meer in overtreding worden aangetroffen, wordt gestraft met geldboete van vijftig centiemen per varken, van twee [euro] per woldragend dier, van drie [euro] per bok, geit, paard of lastdier, van vier [euro] per stier, os, koe of kalf.  De geldboete wordt tot op de helft verminderd wanneer het gaat om kalveren en veulens beneden een jaar.  De geldboete wordt verdubbeld, indien het misdrijf in een bos van minder dan tien jaar of in aanwezigheid van de bewaker gepleegd is.  Zij wordt verdriedubbeld wanneer die twee omstandigheden verenigd zijn.   Art. 168. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 168. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [1 De eigenaars van dieren die overdag in een bos in overtreding worden aangetroffen, worden gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid.   Het minimale bedrag van de geldboete wordt verdubbeld indien het bos minder dan tien jaar oud is of indien het misdrijf is gepleegd in de aanwezigheid van de bewaker.   Het feit dat de dieren minder dan een jaar oud zijn, vormt een verzachtende omstandigheid.]1  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 107, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 169.(Federaal)   De straffen wegens wanbedrijven en overtredingen in boszaken worden verdubbeld :  1° Indien er herhaling is binnen een jaar, te rekenen van het eerste vonnis tegen de schuldige gewezen;  2° Indien de overtredingen of wanbedrijven bij nacht zijn gepleegd;  3° Indien de schuldigen gebruik hebben gemaakt van een zaag of van vuur om bomen te vellen;  4° Indien de misdrijven in bende of in vereniging zijn begaan.  4Art. 169. (WAALS GEWEST)  De straffen wegens wanbedrijven en overtredingen in boszaken worden verdubbeld :  1° Indien er herhaling is binnen een jaar, te rekenen van het eerste vonnis tegen de schuldige gewezen;  2° Indien de overtredingen of wanbedrijven bij nacht zijn gepleegd;  3° Indien de schuldigen gebruik hebben gemaakt van een zaag of van vuur om bomen te vellen;  4° Indien de misdrijven in bende of in vereniging zijn begaan.  [5° Voor de in titel XIV bedoelde overtredingen, als de overtreder een kap- of uitdelvingswerktuig of een wapen bij zich heeft, of als de overtreding tusse 1 maart en 30 juni wordt begaan.] <DWG 1995-02-16/44, art. 3, § 2, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1996>  Art. 169. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 169. (BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST)  [1 Het minimale bedrag van de geldboete]1 wegens wanbedrijven [1 ...]1 in boszaken [1 wordt verdubbeld]1 :  1° [1 ...]1  2° Indien de [1 ...]1 wanbedrijven bij nacht zijn gepleegd;  3° Indien de schuldigen gebruik hebben gemaakt van een zaag of van vuur om bomen te vellen;  4° Indien de misdrijven in bende of in vereniging zijn begaan.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 108, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 170.(Federaal) De zagen, bijlen, hakmessen, aksen en andere soortgelijke gereedschappen waarvan de schuldigen voorzien zijn, worden in beslag genomen en verbeurd verklaard.  Art. 170. (Waalse Gewest)  [opgeheven] <DWG 1995-02-16/44, art. 3, § 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1996>  Art. 170. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 171. (Opgeheven) <W 08-04-1969, art. 1, 34°>  Art. 172.(Federaal) In alle gevallen, in deze titel omschreven, mag de schadevergoeding, met inbegrip van de waarde van de in natura teruggegeven voorwerpen, niet minder bedragen dan de enkele geldboete bij het vonnis opgelegd.  Art. 172. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1}  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>  Art. 173. De (...) ouders, de voogden, de meesters en zij die anderen aanstellen, zijn aansprakelijk voor de geldboeten, teruggaven, schadevergoedingen en kosten die voortvloeien uit de veroordelingen, uitgesproken tegen (...) hun minderjarige kinderen en hun pupillen, die ongehuwd zijn en bij hen inwonen, hun werklieden, voerlieden en andere ondergeschikten, behoudens verhaal als naar recht. <W 14-07-1976, art. IV, 40>  Art. 173. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 174. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest wordt artikel 174 opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990> De gebruikers (...) zijn aansprakelijk voor de geldelijke veroordelingen die tegen hun hoeders en bewakers uitgesproken zijn wegens wanbedrijven of overtredingen in boszaken gepleegd gedurende de tijd en de uitoefening van de dienst. <W 08-04-1969, art. 1, 35°> <W 10-11-1972, art. 1, 7°>  Art. 174. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 175. De straffen die deze wet in enige bijzondere gevallen bepaalt ten aanzien van ambtenaren of beambten en aangestelden van het bosbeheer, zijn onafhankelijk van de straffen die tegen hen kunnen worden uitgesproken wegens ontrouw, knevelarij of machtsmisbruik.  Art. 175. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 176. Alle bepalingen van deze wet betreffende de bossen die deel uitmaken van het Staatsdomein, zijn mede van toepassing op de bossen waarop de Staat onverdeelde eigendomsrechten heeft, hetzij met gemeenten of openbare instellingen, hetzij met bijzondere personen.  Voor de bossen die onverdeeld zijn tussen gemeenten of openbare instellingen en bijzondere personen, geldt dezelfde regeling als voor de bossen die uitsluitend aan gemeenten of openbare instellingen toebehoren.   Art. 176. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Titel 12bis. BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Het verkeer in alle bossen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.  Afdeling 1. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Activiteiten die verboden zijn.  Art. 176bis.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> [1 Worden gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 :  1° hij die zijn hond niet in toom kan houden;  2° hij die zijn hond in de waterlopen en waterpartijen laat lopen;  3° hij die op onrechtmatige wijze door middel van apparatuur met elektronische geluidsversterker de rust van de bossen of van in het wild levende dieren verstoort;  4° hij die in de bossen aangetroffen wordt met een hakmes, een aks, een bijl, een zaag, een toestel voor het nemen van grondmonsters of ander soortgelijk gereedschap.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 109, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Afdeling 2. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Activiteiten die buiten de voor het publiek toegankelijke wegen verboden zijn.  Art. 176ter.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> [1 Worden gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1 van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 hij die in de bossen, bij een wedstrijd of een rally, een doortocht van voertuigen buiten de voor het publiek hiertoe toegankelijke wegen organiseert.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 110, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 176quater.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> [1 Wordt gestraft door de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 hij die in de bossen met een auto buiten de voor het publiek hiertoe toegankelijke wegen rijdt.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 111, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 176quinquies.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> [1 Wordt gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 hij die in de bossen met een bromfiets of een motorfiets buiten de voor het publiek hiertoe toegankelijke wegen rijdt.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 112, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 176sexies.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> [1 Wordt gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 hij die met een fiets rondrijdt buiten de voor het publiek hiertoe toegankelijke wegen.  Er kunnen echter beperkingen worden opgelegd voor het rijden met terreinfietsen op sommige voor het publiek toegankelijke wegen.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 113, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Afdeling 3. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Activiteiten die buiten de speciale paden verboden zijn.  Art. 176septies.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> [1 Wordt gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 hij die in de bossen, een trekdier, lastdier of rijdier buiten de ruiterpaden of buiten de hiertoe bestemde wegen laat lopen.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 114, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Afdeling 4. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Activiteiten die in de gebieden met bijzondere bescherming verboden zijn.  Art. 176octies.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> [1 Wordt gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 hij die in de gebieden met bijzondere bescherming zijn hond niet aan de lijn houdt.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 115, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Art. 176novies.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> [1 Wordt gestraft met de straf voorzien in artikel 31, § 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid]1 hij die zich te voet begeeft buiten de voor het publiek toegankelijke wegen gelegen in de gebieden met bijzondere bescherming.  ----------  (1)<ORD 2014-05-08/54, art. 116, 019; Inwerkingtreding : 01-01-2015; zie ook ORD 2014-05-08/54, art. 159>   Afdeling 5. - <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Diverse bepalingen.  Art. 176decies. <NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> De artikelen 176bis, 4°, 176quater, 176quinquies, 176sexies, 176septies en 176novies, zijn niet van toepassing op personen die op wettige wijze toezicht houden, het bos exploiteren of het bos beheren.  De artikelen 176bis, 4°, 176quater en 176novies, zijn niet van toepassing op personen die in het bezit zijn van een volgens de door de Regering vastgestelde regels afgegeven vergunning om vrij rond te lopen ten einde onderzoek te verrichten en de natuur te observeren.  De artikelen 176quater en 176novies zijn niet van toepassing op de personeelsleden van de Brusselse Intercommunale Watermaatschappij in de uitoefening van hun functie.  Art. 176undecies.<NOTA : Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ORD 1995-03-30/63, art. 5; Inwerkingtreding : 03-07-1995> Met inachtneming van de wetgeving betreffende de stedebouw en het leefmilieu, en overeenkomstig de voorschriften van de ontwikkelings- en bestemmingsplannen bepaalt de Regering :  1° de voor het publiek toegankelijke wegen en bepaalt voor elke weg welke categorie voertuigen en weggebruikers hiertoe toegang hebben;  2° de gebieden met bijzondere bescherming;  3° de ruiter- en fietspaden.  De Regering stelt een bewegwijzering vast waardoor, de weggebruiker kan vaststellen dat hij zich in die gebieden of op die paden begeeft.Titel 13. - Bossen van bijzondere personen.  Art. 177. Wachters van bossen van bijzondere personen kunnen hun ambt niet aanvaarden dan nadat zij, op advies van de ambtenaar van het bosbeheer in het betrokken gebied, door de provinciegouverneur erkend zijn en voor de rechtbank van eerste aanleg de eed hebben afgelegd.  Zij moeten volle vijfentwintig jaar oud zijn.   Zij kunnen door de gouverneur, op advies van de ambtenaar van het bosbeheer, van de leeftijdsvoorwaarde vrijgesteld worden binnen de bij artikel 10 bepaalde grenzen. <NOTA : voor het Vlaamse Gewest wordt artikel 177, derde lid opgeheven door DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 177. (VLAAMSE GEWEST)  Wachters van bossen van bijzondere personen kunnen hun ambt niet aanvaarden dan nadat zij, op advies van de ambtenaar van het (Agentschap) in het betrokken gebied, door de provinciegouverneur erkend zijn en voor de rechtbank van eerste aanleg de eed hebben afgelegd. <DVR 2007-12-07/51, art. 5, 015; Inwerkingtreding : 14-01-2008>  (Tweede lid opgeheven). <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  (Derde lid opgeheven). <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 178. De bepalingen van titel IX betreffende de gebruiksrechten zijn mede van toepassing op de bossen van bijzondere personen, met uitzondering van de artikelen 84, 89 en 102.   Art. 178. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 179. De bepalingen van de artikelen 107, 108, 109 (en 110, eerste en derde lid) zijn eveneens van toepassing op de bossen van bijzondere personen. <W 08-04-1969, art. 1, 36°>   Art. 179. (Vlaamse Gewest)  [opgeheven] <DVR 1990-06-13/32, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 08-10-1990>  Art. 179bis (NOTA : voor het Waalse Gewest wordt een artikel 179bis ingevoegd door DWG 16-09-1985, art. 3)  § 1. In het Waalse Gewest mag niemand zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke machtiging van de bosbeambte inspectie-chef enige uitkap noch vellen verrichten in de bossen en onbebouwde terreinen die bij toepassing van artikel 1 onder bosregeling vallen.  De vergunning kan vergezeld worden van voorwaarden met het oog op de bescherming van het goede beheer van de goederen. De beslissing om de vergunning te weigeren moet met redenen omkleed worden.  De rechtsgeldigheid van de vergunning bedraagt één jaar. Ze kan met een tweede periode van één jaar verlengd worden, zelfs indien zij op grond van een beroep verleend is.  § 2. De vergunningsaanvraag vergezeld van het dossier wordt bij ter post aangetekende brief bezorgd aan de bosbeambte inspectie-chef van het gebied waarbinnen de goederen liggen.  Het dossier omvat :  - het nauwkeurige en omstandige doel van de aanvraag;  - de kadastrale bestemming en de ligging van de percelen op een plan op een schaal van 10/000;  - de aard van de houtsoorten die voornamelijk op ieder perceel geplant zijn.  De bosbeambte inspectie-chef kan bovendien enige aanvullende toelichting vorderen om zijn beslissing te rechtvaardigen.  Onverminderd de bepalingen van het tweede lid kan de Executieve de vorm en de samenstelling van het dossier vaststellen.  Indien het dossier niet volledig is, zendt de bosbeambte inspectie-chef het aan de aanvrager per ter post aangetekende brief terug waarin vermeld wordt dat de procedure hervat moet worden.  § 3. Wordt de vergunning binnen 60 dagen niet bekendgemaakt of geweigerd dan kan de aanvrager binnen 30 dagen een beroep bij aangetekende zending bij de Bestendige Deputatie instellen. Een afschrift van het beroep wordt binnen vijf dagen na ontvangst ervan door de Bestendige Deputatie aan de bosbeambte inspectie-chef toegezonden. Zowel de aanvrager als de bosbeambte inspectie-chef of hun gemachtigden worden op hun verzoek door de Bestendige Deputatie verhoord. Vraagt een partij om verhoord te worden dan wordt de andere partij verzocht te verschijnen. De beslissing van de Bestendige Deputatie wordt ter kennis van de partijen gebracht binnen 60 dagen vanaf de dag waarop de aangetekende brief waarin het beroep is vermeld ter post afgegeven is. Worden de partijen verhoord dan wordt die termijn met 15 dagen verlengd. Wordt de beslissing binnen de voorgeschreven termijnen niet bekendgemaakt dan geldt de vergunning als zijnde geweigerd.  Zowel de aanvrager als de bosbeambte inspectie-chef kunnen bij de Executieve een beroep instellen binnen de dertig dagen na ontvangst van de beslissing van de Bestendige Deputatie of na het uitblijven van de bekendmaking. Dit beroep evenals de instellingstermijn ervan schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing. Het wordt per ter post aangetekende brief aan de Executieve gestuurd die binnen vijf dagen na ontvangst ervan een afschrift ervan aan de andere partij laat toekomen. Zowel de aanvrager als de bosbeambte inspectie-chef of hun gemachtigden worden op hun verzoek door de Executieve of door haar gemachtigde verhoord. Vraagt een partij om verhoord te worden dan wordt de andere partij verzocht te verschijnen. De beslissing van de Executieve wordt aan de partijen betekend binnen zestig dagen vanaf de dag waarop de aangetekende brief waarin het beroep is vermeld ter post afgegeven is.  Worden de partijen verhoord dan wordt die termijn met vijftien dagen verlengd. Wordt de beslissing binnen de voorgeschreven termijnen niet bekendgemaakt dan geldt de vergunning als zijnde geweigerd.  De beslissingen van de Bestendige Deputatie en van de Executieve zijn met redenen omkleed. De verleende vergunning kan van voorwaarden vergezeld zijn.   Art. 180. Processen-verbaal opgemaakt door wachters van bossen van bijzondere personen leveren bewijs op zolang het tegendeel niet bewezen is.  Art. 181.(Federaal) De bepalingen van de artikelen 122, 123, 124, 125, 126, 127, 129, 130, 131, 133, 136, 143, 145 en 147, zijn mede van toepassing op de vervolgingen die in naam en in het belang van bijzondere personen ingesteld worden wegens wanbedrijven en overtredingen in hun bossen gepleegd.  Wanneer echter, in het geval van artikel 131, het in beslag genomen vee moet worden verkocht, wordt de netto-opbrengst van de verkoop in de Deposito- en Consignatiekas gestort.  Art. 181. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 182. Processen-verbaal, opgemaakt door wachters van bossen van bijzondere personen, worden binnen een maand (...) overhandigd aan de procureur des Konings (...). <W 1991-07-18/36, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-1992>  Art. 183.(Federaal) Voor wanbedrijven en overtredingen gepleegd in bossen van bijzondere personen zijn de straffen, de schadevergoeding en de teruggave dezelfde als voor wanbedrijven en overtredingen gepleegd in bossen onder bosregeling.  Art. 183. (Vlaamse Gewest)  [1 opgeheven]1  ----------  (1)<DVR 2009-04-30/87, art. 44, 017; Inwerkingtreding : 25-06-2009>   Art. 184. <NOTA : voor het Waalse Gewest ingevoegd door DWG 16-09-1985, art. 4> Worden gestraft met een gevangenisstraf van acht tot vijftien dagen en met een geldboete van 26 tot 2.000 € of met één van die straffen degenen die de bepalingen van artikel 179bis hebben overtreden en degenen die de bepalingen en voorwaarden van de bij toepassing van dit artikel verleende machtiging niet zijn nagekomen.  Onverminderd die straffen zullen de in titel XII van dit Wetboek vermelde bepalingen van toepassing zijn op de in het Waalse Gewest gepleegde overtredingen.  De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, hoofdstuk VII met inbegrip van artikel 85, zijn van toepassing.  TITEL XIV. - (WAALS GEWEST) (Verkeer in de bossen en wouden van het Waalse Gewest in het algemeen). <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996>  Sectie 1. - Algemene bepalingen.  Art. 185. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> In de zin van deze titel wordt verstaan onder :  - voetganger : iedere persoon die zich te voet verplaatst, iedere persoon met beperkte beweeglijkheid die zich in een rolstoel verplaatst en wielrijders van minder dan 9 jaar oud;  - pad : smalle openbare weg waarvan de breedte de voor het voetgangersverkeer nodige breedte niet overschrijdt;  - weg : openbare weg die breder is dan een pad en die niet bestemd is voor het verkeer van voertuigen in het algemeen;  - baan : openbare weg waarvan de ondergrond aangelegd is voor het verkeer van voertuigen in het algemeen;  - plaats : afgebakend gebied bestemd voor de ontvangst van voetgangers, het tijdelijk parkeren van voertuigen, de uitoefening van sommige ontspanningsactiviteiten en het bivak;  - bivak : het tijdelijk kamperen in de open lucht;  - beheersactiviteiten : alle bestuurs-, exploitatie- of toezichtsverrichtingen i.v.m. bosbouw, landbouw, jacht, visserij of natuurbehoud;  - natuurbehoud : in de zin van artikel 1 van de wet op het natuurbehoud, de bescherming van de flora en de fauna, hun gemeenschappen en groeiplaatsen, evenals van de grond, de ondergrond, het water en de lucht.  Art. 186. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> Deze titel reglementeert het verkeer in de al dan niet aan de bosregeling onderworpen bossen en wouden, (met inbegrip van de bos- en woudgedeelten gelegen op het grondgebied van verschillende Gewesten,) met uitzondering van :  1° andere wegen dan de ruilverkavelingswegen, waarop twee motorvoertuigen over hun gehele lengte gemakkelijk naast elkaar voorbij kunnen;  2° de natuur- en bosreservaten, behalve wat de voor het publiek toegankelijke banen, wegen en paden betreft. <DWG 1998-06-25/34, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 13-07-1998>  Art. 186bis. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De Regering kan, hetzij per gemeente, hetzij per bosgroepering, een adviescommissie instellen die met name bestaat uit de eigenaars, de gebruikers en de verenigingen voor natuurbehoud.  De Regering bepaalt de wijze van instelling van de adviescommissie.  Art. 187. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> Behalve wettige redenen is elke verrichting verboden die de rust in het woud stoort, het gedrag van de wilde dieren in de war brengt of de interacties tussen levende wezens, dieren en planten en hun natuurlijk milieu schade berokkent.  Overtredingen van dit artikel worden gestraft met een geldboete van 5 tot 200 F.  Art. 188. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De Regering kan, volgens de door haar bepaalde modaliteiten, het verkeer in bossen en wouden beperken of verbieden om redenen van natuurbehoud, jacht, visserij, toerisme en bos- en woudbeheer.  Overtredingen van de uitvoeringsbesluiten van deze bepaling worden gestraft met een geldboete van 26 tot 100 F.  Art. 189. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> Wat de beheersactiviteiten betreft, kan de Regering, om redenen van natuurbehoud, de technische voorwaarden vaststellen die auto's en werktuigen moeten vervullen om in bossen en wouden buiten de openbare wegen te mogen rijden, alsook de voorwaarden voor het gebruik ervan.  Overtredingen van de uitvoeringsbesluiten van deze bepaling worden gestraft met een geldboete van 100 tot 200 F.  Sectie 2. - Bijzondere bepalingen voor sommige vervoerwijzen of activiteiten.  Art. 190. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> Honden en andere gezelschapsdieren moeten aan de lijn gehouden worden.  Overtredingen van dit artikel worden gestraft met een geldboete van 5 tot 25 F.  Art. 191. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> Het bivak is verboden buiten de daarvoor bestemde plaatsen.  Overtredingen van dit artikel worden gestraft met een geldboete van 26 tot 50 F.  Art. 192. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> Behalve wettige redenen is de toegang voor voetgangers verboden buiten de banen, wegen, paden of de daartoe afgebakende plaatsen.  Overtredingen van dit artikel worden gestraft met een geldboete van 5 tot 25 F.  De geldboete wordt van 100 tot 200 F verhoogd voor de organisator van een groepsactiviteit uitgeoefend in overtreding van dit artikel.  Art. 193. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De toegang voor wielrenners, skiërs en hoeders van trek-, last- of rijdieren is verboden buiten de banen, wegen, paden of de daartoe afgebakende plaatsen.  Onder de door haar bepaalde voorwaarden kan de Regering wielrenners, skiërs en hoeders van trek-, last- of rijdieren, toegang verlenen tot de paden en plaatsen die niet in het eerste lid vermeld zijn. Ze kan zulks doen om medische, pedagogische, wetenschappelijke, kulturele redenen, omwille van natuurbescherming of om toegang tot privé-eigendommen te verlenen.  Overtredingen van dit artikel worden gestraft met een geldboete van 26 tot 100 F.  De geldboete wordt van 200 tot 300 F verhoogd voor de organisator van een groepsactiviteit uitgeoefend in overtreding van dit artikel.  Art. 194. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De toegang voor motorvoertuigen is verboden buiten de banen of de daartoe afgebakende plaatsen.  Onder de door haar bepaalde voorwaarden kan de Regering motorvoertuigen toegang verlenen tot de wegen, paden en plaatsen die niet in het eerste lid vermeld zijn. Ze kan zulks doen om medische, pedagogische, wetenschappelijke, kulturele redenen, omwille van natuurbescherming of om toegang tot privé-eigendommen te verlenen.  Overtredingen van dit artikel worden gestraft met een geldboete van 50 tot 200 F.  De geldboete wordt van 500 tot 5 000 F verhoogd voor de organisator van een groepsactiviteit uitgeoefend in overtreding van dit artikel.  Art. 195. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De artikelen 190 tot 194 zijn niet van toepassing op de eigenaar, op zijn rechthebbenden en op personen die een beheersactiviteit mogen uitoefenen.  In de bossen en wouden waarvan de eigenaar een gemeente of een openbare instelling is, mogen de in de artikelen 193 en 194 bedoelde vrijstellingen pas na goedkeuring van de bestendige deputatie van de provincieraad verleend worden, het Bosbestuur gehoord.  In de bossen en wouden waarvan de eigenaar een provincie is, mogen de in de artikelen 193 en 194 bedoelde vrijstellingen pas na goedkeuring van de Waalse Regering verleend worden, het Bosbestuur gehoord.  Sectie 3. - Bijzondere bepalingen voor de bebakening.  Art. 196. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De Regering bepaalt de modaliteiten voor de (tijdelijke) bebakening van banen, wegen, paden en (bebakening van) plaatsen in bossen en wouden. <DWG 2004-04-01/72, art. 40, 014; Inwerkingtreding : 01-06-2007> <DWG 2004-04-01/72, art. 40, 014; Inwerkingtreding : 01-06-2007>  Art. 197. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De (...) tijdelijke bebakening van een pad waarop het verkeer van de in artikel 193 bedoelde gebruikers is toegelaten, is aan een machtiging onderworpen. <DWG 2004-04-01/72, art. 42, 014; Inwerkingtreding : 01-06-2007>  De bebakening van een weg of een pad waarop het verkeer van de in artikel 194 bedoelde gebruikers is toegelaten, is aan een machtiging onderworpen. Behalve om gebruiksredenen mag de machtiging slechts tijdelijk worden afgegeven.  De permanente of tijdelijke aanduiding van een plaats is aan een machtiging onderworpen.  De Regering bepaalt de machtigingsprocedures en wijst de bevoegde overheid aan die de machtiging moet verlenen.  Art. 198. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De in artikel 197 bedoelde machtigingen kunnen van bijzondere voorwaarden voorzien worden. Ze kunnen leder ogenblik door de bevoegde overheid of de eigenaar ingetrokken worden.  Art. 199. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/44, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996> Degene die zonder machtiging bakens plaatst of handhaaft, die ze op de één of ander manier opzettelijk vernielt of beschadigt, wordt gestraft met een geldboete van 50 F.  TITEL(XV). - (Toelagen van het Waalse Gewest.) <ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1992-12-17/49, art. 1; Inwerkingtreding : 26-02-1993> <DWG 1995-02-16/44, art. 4; Inwerkingtreding : 01-01-1996>  Art. 200. <ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1992-12-17/49, art. 1; Inwerkingtreding : 26-02-1993> <DWG 1995-02-16/44, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 01-01-1996> De Executieve kan onder de door haar vastgestelde voorwaarden toelagen toekennen aan de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen voor de aanmoediging in bosjes, bossen en wouden alsook de aangrenzende braakliggende gronden van :  1° boswerken met het oog op de verbetering van het patrimonium, zoals bebossing, herbebossing, omschakeling, wijziging en verrijking van de bestanden, opruiming, bescherming tegen het wild, fytosanitaire bestrijding, snoeiing, rooiing, aanleg en verbetering van de boswegen en de brandgangen;  2° werken voor de openstelling van de bossen voor het publiek en om hun recreatieve en toeristische ontwikkeling te bevorderen;  3° beschermings-, onderhouds- of herstelwerken;  4° activiteiten van vorming en bewustmaking van hun verschillende economische, sociale, educatieve, beschermings-, ecologische en wetenschappelijke functies.  TITEL XVI. - (De permanente inventaris van het houtbestand in het Waalse Gewest.) <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995>  Art. 201. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995> Een permanente inventaris wordt opgemaakt en bijgehouden zodat het Waalse Gewest beschikt over statistische gegevens betreffende de kwantitatieve en kwalitatieve toestand alsook de evolutie van enerzijds de bossen en wouden en anderzijds van het houtbestand buiten deze bossen.  Art. 202. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995> Er wordt een begeleidingscomité opgericht, dat :  1° voorstellen aan de Regering moet doen in verband met de in te zamelen gegevens en de wijze van deze inzameling, alsook de verschillende te behalen resultaten en de wijze van hun verspreiding;  2° de verspreiding van de resultaten moet control  3° voor de vertrouwelijke aard van de ingezamelde gegevens moet zorgen.  Dit comité bestaat uit vertegenwoordigers van de "houtfilière", van de in het Waalse Gewest gevestigde landbouwfakulteiten en van de betrokkene administraties.  De Regering is belast met de aanwijzing van de leden van dit comité.  Art. 203. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995> De Regering bepaalt de aard van de in te zamelen gegevens en de wijze van deze inzameling, alsook de te leveren resultaten en wijze van hun verspreiding.  Art. 204. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995> De Regering duidt de diensten aan, die belast zijn met de inwerkingstelling van deze inventaris.  Art. 205. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995> De door de Regering aangestelde ambtenaren en agenten de eigendommen van zowel de openbare als de privé-eigenaars te betreden om er over te gaan tot de verrichtingen voor het opmaken van de inventaris hoogstens één keer per jaar, van zonsopgang tot zonsondergang en na voorafgaande kennisgeving aan de eigenaar.  Deze verrichtingen bestaan uit topografische en dendrometrische metingen en uit pedologische, fytosociologische en fytosanitaire waarnemingen.  Art. 206. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995> De door de Regering aangestelde ambtenaren en agenten zijn gemachtigd een enquête te houden bij de eigenaars om inlichtingen van economische aard en betreffende de samenstelling van de eigendommen te verzamelen, die nodig zijn voor de doelstelling van deze titel.  De betrokkene eigenaars zijn ertoe gehouden de gevraagde inlichtingen te verstrekken.  Art. 207. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995> De overeenkomstig artikelen 205 en 206 ingezamelde inlichtingen mogen voor geen ander doeleinde gebruikt worden dan het aanleggen en bijhouden van de inventaris. Hij mag geen gegevens bevatten waarvan de verspreiding van aard zou zijn individuele gevallen te onthullen.  Art. 208. <Ingevoegd voor het Waalse Gewest door DWG 1995-02-16/40, art. 1; Inwerkingtreding : 17-04-1995> Een geldboete van 26 tot 100 € wordt als straf opgelegd aan : 1° hij die zich verzet tegen de inzameling van de in artikel 205 bedoelde gegevens;  2° hij die gehouden is inlichtingen te verstrekken overeenkomstig artikel 206 en die de hem opgelegde verplichtingen niet naleeft;  3° hij die de krachtens artikelen 205 en 206 verzamelde gegevens gebruikt voor doeleindes die niet gemachtigd zijn bij artikel 207;  4° hij die overgaat tot andere verrichtingen dan welke voorzien zijn in artikel 205 of die inlichtingen verzamelt die niet overeenstemmen met welke voorzien zijn bij artikel 206.