10 JULI 1997. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van artikel 21 van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek (VERTALING).
Art. 1-4
Artikel 1. De directeur-generaal van de Algemene Directie Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu bepaalt het door elke eigenaar verschuldigde bedrag van de jaarlijkse belasting bedoeld in artikel 21 van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek en geeft de opdracht voor de inning ervan.
De gegevens die noodzakelijk zijn voor de berekening van de belasting worden jaarlijks uiterlijk 30 juni door de eigenaars aan de houtvesters van de Afdeling Natuur en Bossen verstrekt. Bij gebrek aan gegevens wordt de belasting op basis van het bruto-inkomen berekend.
Art.2. In de gebieden waarin de water- en bodembescherming voorrang heeft is de in artikel 21, § 3, 1°, van dezelfde wet bedoelde vrijstelling van toepassing op :
1° de sector die gelegen is in een straal van 100 meter rondom de winningsputten;
2° de sector die gelegen is in een straal van 100 meter rondom de stuwmeren;
3° de sector die gelegen is in een strook van 25 meter aan weerszijden van de waterwegen tot aan hun bron;
4° de sectoren die veenachtige en paraveenachtige bodems bevatten, alsook hydromorfe bodems met vaste plassen water.
Art.3. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de in artikel 21, § 3, 2°, van dezelfde wet bedoelde vrijstelling worden vermeld in de artikelen 4, 5 en 8, §§ 2 en 3, van het besluit van de Waalse Regering van 15 december 1994 betreffende de toekenning van toelagen aan de ondergeschikte besturen inzake bosbeleid.
Art. 4. De Minister tot wiens bevoegdheden de bossen behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 10 juli 1997.
De Minister-President van de Waalse Regering,
belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
R. COLLIGNON
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN