16 DECEMBER 1851. - Wet tot herzienning van het hypothecair stelsel
Art. 1-2
2013003400 2013003401 2014003089 2015003179 2015003180 2016003436 2016003439 2019042506 2021034085 2021041350
Artikel 1. De hierna volgende bepalingen vervangen in het Burgerlijk Wetboek - Titel XVIII van Boek III : <Zie hypothecaire Wet onder CN:1851-12-16/01>
Art. 2. De vreemde minderjarige heeft, zelfs indien de voogdij in het buitenland is opgedragen, een wettelijke hypotheek op de in België gelegen goederen van zijn voogd, in het geval van en overeenkomstig de bepalingen van § 1, afdeling I, hoofdstuk III van deze wet.
Ook de vreemde vrouw heeft, zelfs indien zij in het buitenland getrouwd is, een wettelijke hypotheek op de in België gelegen goederen van haar man, in het geval van en overeenkomstig § 2, afdeling I van hetzelfde hoofdstuk.
Indien de inschrijving steunt op akten in het buitenland verleden, kan zij eerst genomen worden nadat die akten, overeenkomstig artikel 77 van deze wet, geviseerd zijn door de voorzitter van de rechtbank van de plaats waar de goederen zijn gelegen.