Details





Titel:

18 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot aanvulling van de identificatieregels van onroerende goederen in een aan hypothecaire openbaarmaking onderworpen akte of stuk, en tot regeling van de voorafgaande neerlegging van een plan bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie en van de aflevering door die algemene administratie van een nieuwe identificatie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-12-2013 en tekstbijwerking tot 31-08-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1, 1/1, 2-3, 3/1, 4-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2013003401  2015003179  2015003180  2021031920  2021031921 



Artikels:

Artikel 1.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
   1° administratie: de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie;
   2° koninklijk besluit: het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende het aanleggen en bijhouden van de kadastrale documentatie en tot vaststelling van de modaliteiten voor het afleveren van kadastrale uittreksels;
   3° een kadastraal patrimoniumperceel: een kadastraal patrimoniumperceel zoals bedoeld in artikel 2, 3° van het koninklijk besluit;
   4° een kadastraal planperceel: een kadastraal planperceel zoals bedoeld in artikel 2, 4° van het koninklijk besluit;
   5° een kadastraal volume: een kadastraal volume zoals bedoeld in artikel 2, 13° van het koninklijk besluit;
   6° een akte: een akte of een stuk bedoeld in artikel 141 van de hypotheekwet van 16 december 1851;
   7° een plan van afbakening: een plan dat toelaat de grenzen te bepalen van een onroerend goed dat het voorwerp is van een akte;
   8° een gereserveerde perceelsidentificatie: een kadastrale perceelsidentificatie, zoals bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit, aangemaakt in de databank van de administratie voor een te creëren kadastraal patrimoniumperceel;
   9° kadastraal deelvolume: een kadastraal deelvolume zoals bedoeld in artikel 2, 14° van het koninklijk besluit ]1.
  ----------
  (1)<KB 2021-08-30/02, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 31-08-2021>

Art.1/1.[1 § 1. Voor de toepassing van dit besluit worden met een te creëren kadastraal patrimoniumperceel gelijkgesteld:
   1° een deel van een kadastraal planperceel;
   2° een kadastraal planperceel dat op het niet-gekadastreerde openbaar domein wordt gecreëerd of gewijzigd;
   3° een privatieve kavel te creëren of de afbakening van een privatieve kavel te wijzigen in het kader van de artikelen [2 artikelen 3.78, eerste lid, en 3.84]2 van het Burgerlijk Wetboek;
   4° een deel of het geheel van een gebouw of van de gebouwen van een kadastraal patrimoniumperceel;
   5° een kadastraal volume dat wordt gecreëerd of waarvan de afbakening gewijzigd wordt.
   § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt de vestiging, vaststelling, beëindiging, of vermelding van een erfdienstbaarheid niet gelijkgesteld met een nieuw te creëren kadastraal patrimoniumperceel. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2021-08-30/02, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 31-08-2021>
  (2)<KB 2021-08-30/02, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.2.[1 § 1. Wanneer een te creëren kadastraal patrimoniumperceel het voorwerp uitmaakt van een akte, wordt de identificatie ervan in de akte aangevuld met:
   1° de referte aan een plan van afbakening waarop dat perceel staat afgebeeld;
   2° de voor dat perceel gereserveerde perceelsidentificatie;
   3° in voorkomend geval? de volume-identificatie.
   § 2. Bij de akte kan een plan van afbakening gevoegd worden.
   Enkel de referte aan het plan, de gereserveerde perceelsidentificaties, de volume-identificaties en de handtekeningen van de partijen mogen aan dat plan worden toegevoegd.
   § 3. In geval van een verdeling van een kadastraal planperceel in kavels bevat het plan van afbakening het geheel van de kavels en is de omtrek ervan het resultaat van een opmeting.
   Bij de overdracht van een kavel waarvan de definitieve afbakening niet overeenstemt met die op het plan van het geheel, bevat de akte eveneens de referte aan een plan van afbakening eigen aan die kavel.
   § 4. Wanneer een akte de verdeling van een of meerdere kadastrale patrimoniumpercelen in kadastrale volumes vaststelt en het samen bestaan ervan regelt, bevat het plan de afbakening van die volumes ]1.
  ----------
  (1)<KB 2021-08-30/02, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 31-08-2021>

Art.3.[1 De neerlegging van het plan van afbakening bij de administratie geldt als een aanvraag tot aflevering van de in artikel 2 bedoelde referte.
   Binnen de twintig kalenderdagen vanaf de neerlegging van het plan levert de administratie de in artikel 2 bedoelde referte af indien het neergelegde plan voldoet aan de regels bepaald door de Minister van Financiën op grond van artikel 5, of licht ze de aanvrager in van de redenen van de niet-aflevering van die referte ]1.
  ----------
  (1)<KB 2021-08-30/02, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 31-08-2021>

Art.3/1.[1 Artikel 3 is ook van toepassing op de plannen van afbakening die vrijwillig worden neergelegd tot het bekomen van de in artikel 2 bedoelde referte. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2021-08-30/02, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 31-08-2021>

Art.4.[1 De gereserveerde perceelsidentificatie en, in voorkomend geval, de volume-identificatie worden aangevraagd bij de administratie.
   Op voorwaarde dat die aanvraag de nodige gegevens bevat en mits er overeenkomstig artikel 3 een plan van afbakening is neergelegd, maakt de administratie deze identificaties aan, uitsluitend op grond van de gegevens vermeld in de aanvraag en op het plan van afbakening en deelt ze deze mee binnen de twintig kalenderdagen te rekenen vanaf het indienen van de aanvraag ]1.
  ----------
  (1)<KB 2021-08-30/02, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 31-08-2021>

Art.5.[1 De Minister van Financiën bepaalt de inhoud evenals de nadere regels inzake de neerlegging van het in artikel 2 bedoelde plan.
   Hij bepaalt eveneens de nadere regels betreffende de aanvraag en de aflevering van de referte aan het plan, van de gereserveerde perceelsidentificaties en van de volume-identificaties.
   De minister van Financiën kan bepalen dat het plan van afbakening vergezeld moet gaan van een document dat geautomatiseerde verwerking mogelijk maak]1.
  ----------
  (1)<KB 2021-08-30/02, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 31-08-2021>

Art.6.De bepalingen van dit besluit die de voorafgaande neerlegging van een plan betreffen, treden in werking de 1ste januari 2014.
  De bepalingen die het gebruik van de gereserveerde perceelsidentificatie betreffen, treden in werking op een door de Minister van Financiën vast te stellen datum.

(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 2, §1, L1, 2° vastgesteld op 01-07-2015 door MB 2015-05-11/02, art. 8, §3)  (NOTA : Inwerkingtreding van artikel 4 vastgesteld op 19-05-2015 door MB 2015-05-11/02, art. 8, §4)

Art. 7.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.