Details





Titel:

23 NOVEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten betreffende de overdracht van de bevoegdheid inzake de inning en de invordering van verschillende rechten en retributies van de Algemene administratie van de Patrimoniumdocumentatie aan de Algemene administratie van de inning en de invordering; tot uitbreiding van het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 28 november 2008 tot uitvoering van artikel 8bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten wat de exploten en processen-verbaal van de gerechtsdeurwaarders betreft; en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2019 tot vaststelling van de openingsuren van de kantoren van de Administratie Rechtszekerheid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-12-2021 en tekstbijwerking tot 13-10-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen
Art. 1-6
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten
Art. 7
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten
Art. 8
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 9-11
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 2008 tot uitvoering van artikel 8bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten wat de exploten en processen-verbaal van de gerechtsdeurwaarders betreft
Art. 12-15
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 2016 tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften
Art. 16
HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 januari 2019 betreffende de uitvoering van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en het houden van de registers in de griffies van de hoven en rechtbanken
Art. 17-23
HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2019 tot vaststelling van de openingsuren van de kantoren van de Administratie Rechtszekerheid
Art. 24
HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling
Art. 25-26



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1927030350  1936033150  1940011150  2008003483  2016003313  2019010590  2019013745 



Uitvoeringsbesluit(en):

2022042194 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 oktober 2018, wordt vervangen als volgt:
  " § 1. De betaling van het recht op geschriften, de eventuele boeten en interesten kan gebeuren op volgende wijzen:
  1° door storting of overschrijving op de financiële rekening van het bevoegde kantoor;
  2° door middel van een elektronisch betaalmiddel dat door de minister van Financiën of zijn gemachtigde is toegelaten;
  3° in handen van een gerechtsdeurwaarder, wanneer deze vervolgingen instelt in opdracht van de ontvanger;
  § 2. Tenzij de voorwaarden voorzien in Titel IV van dit Boek vervuld zijn, dient het als recht verschuldigde bedrag uiterlijk op de vijfde werkdag volgend op de datum waarop het recht verschuldigd wordt gecrediteerd te zijn op de financiële rekening van het bevoegde kantoor.
  § 3. De betaling heeft uitwerking:
  1° in geval van storting of overschrijving op de valutadatum van de creditering op de financiële rekening van het bevoegde kantoor;
  2° in geval van betaling door middel van een door de minister van Financiën of zijn gemachtigde toegelaten elektronisch betaalmiddel, op de dag van de verrichting;
  3° bij een betaling na vervolgingen ingesteld door een gerechtsdeurwaarder in opdracht van de ontvanger, op de datum van de overhandiging der betaalmiddelen in handen van de gerechtsdeurwaarder;
  § 4. De minister van Financiën of zijn gemachtigde kan, onder de voorwaarden die hij vaststelt, afwijkingen van de bepalingen van dit uitvoeringsbesluit toestaan."

Art.2. In artikel 2, § 1, 4° van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de woorden "artikelen 9 en 10 van het Wetboek, door de administratie, de openbare organismen of andere personen voor de akten of geschriften die zij opmaken en ondertekenen of paraferen" vervangen door de woorden "artikel 10 van het Wetboek, door de administratie".

Art.3. In artikel 5, eerste lid, 3° van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "bedoeld in artikel 1, tweede lid" worden opgeheven;
  2° de woorden "postcheckrekening van het voormeld" worden vervangen door de woorden "financiële rekening van het bevoegde".

Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, worden de woorden "het openbare organisme of andere personen" en het nummer "9" opgeheven;
  2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "bedoeld in artikel 1, tweede lid" opgeheven;
  3° in hetzelfde eerste lid, 2°, worden de woorden "postrekening van het voormeld" vervangen door de woorden "financiële rekening van het bevoegde".

Art.5. In artikel 8 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de woorden "bedoeld in artikel 1, tweede lid" opgeheven.

Art.6. Artikel 11 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten
Art.7.In artikel 8 van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 juli 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "bankrekening van het met de inning en de invordering belaste kantoor" vervangen door de woorden "financiële rekening van het bevoegde kantoor";
  b) in paragraaf 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:
  "2° door middel van een elektronisch betaalmiddel dat door de minister van Financiën of zijn gemachtigde is toegelaten;";
  c) paragraaf 1, eerste lid, 4° wordt vervangen als volgt:
  "4° met een debetkaart aan de betaalterminal van het bevoegde kantoor, behalve in geval van betaling van een retributie verricht via een bij de administratie gehouden provisierekening.";
  d) [1 ...]1
  e) in paragraaf 1, wordt het tweede lid opgeheven;
  f) in paragraaf 2, worden de bepalingen onder 1° en 2° vervangen als volgt:
  "1° in geval van storting of overschrijving op de valutadatum van de creditering op de financiële rekening van het bevoegde kantoor;
  2° in geval van betaling door middel van een door de minister van Financiën of zijn gemachtigde toegelaten elektronisch betaalmiddel, op de dag van de verrichting;";
  g) in paragraaf 2, wordt de bepaling onder 3° opgeheven;
  h) [1 ...]1
  i) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt:
  " § 3. De Minister van Financiën of zijn gemachtigde kan, in bijzondere omstandigheden, andere betaalwijzen toestaan en de datum bepalen waarop de betaling uitwerking heeft."
  ----------
  (1)<KB 2022-09-21/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-10-2022>

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten
Art.8.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 juli 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "bankrekening van het met de inning en de invordering belaste kantoor" vervangen door de woorden "financiële rekening van het bevoegde kantoor";
  b) in paragraaf 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:
  "2° door middel van een elektronisch betaalmiddel dat door de minister van Financiën of zijn gemachtigde is toegelaten;";
  c) in paragraaf 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt:
  "4° met een debetkaart aan de betaalterminal van het bevoegde kantoor, behalve in geval van betaling van een retributie verricht via een bij de administratie gehouden provisierekening";
  d) [1 ...]1
  e) in paragraaf 1, wordt het tweede lid opgeheven;
  f) een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende:
  " § 1/1. In geval van voorafgaandelijke betaling van het recht en van de bijhorende boeten en interesten, evenals, in voorkomend geval van retributies, zijn de betalingswijzen bedoeld in § 1, 4° en 5° evenwel niet van toepassing wanneer het gaat om:
  1° het recht bedoeld in artikel 83, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek, verschuldigd op de akten bedoeld in artikel 19, eerste lid, 3° van het Wetboek;
  2° het recht verschuldigd op de bijlagen van de akten bedoeld in 1° ;
  3° het recht bedoeld in artikel 259 van het Wetboek.";
  g) paragraaf 1/1, ingevoegd bij artikel 8, f), wordt aangevuld met een bepaling onder 4° luidende:
  "4° de sommen verschuldigd op de akten bedoeld in artikel 19, eerste lid, 1°, van het Wetboek."
  h) paragraaf 1/1, ingevoegd bij artikel 8, f) en aangevuld bij artikel 8, g), wordt aangevuld met een bepaling onder 5° luidende:
  "5° de sommen verschuldigd op het repertorium van de notarissen en van de gerechtsdeurwaarders.";
  i) [1 ...]1
  j) [1 ...]1
  k) [1 ...]1
  l) [1 ...]1
  m) in paragraaf 2, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
  "3° in geval van betaling door middel van een door de minister van Financiën of zijn gemachtigde toegelaten elektronisch betaalmiddel, op de dag van de verrichting;";
  n) er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende:
  " § 2/1. In afwijking van paragraaf 2 heeft de betaling van de sommen bedoeld in paragraaf 1/1 uitwerking in geval van storting of overschrijving, op de valutadatum van de creditering op de financiële rekening van het bevoegde kantoor.";
  o) [1 ...]1
  p) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt:
  " § 3. De Minister van Financiën of zijn gemachtigde kan, in bijzondere omstandigheden, andere betaalwijzen toestaan en de datum bepalen waarop de betaling uitwerking heeft."
  ----------
  (1)<KB 2022-09-21/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-10-2022>

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art.9. In hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt het opschrift van afdeling VII vervangen als volgt:
  "Afdeling VII.- Vestiging en invordering van de belasting van niet-inwoners op meerwaarden op onroerende goederen"

Art.10. In artikel 177 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 mei 1997 en 9 december 2019 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "op het in artikel 39 of 40 van dat Wetboek vermelde kantoor" vervangen door de woorden "op de financiële rekening van de bevoegde dienst";
  b) in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "Artikel 5" vervangen door de woorden "Artikel 169ter";
  c) in paragraaf 2, vierde lid worden de woorden "De ontvanger" en de woorden "administratie der directe belastingen" respectievelijk vervangen door de woorden "Het registratiekantoor" en de woorden "administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen";
  d) in paragraaf 3 worden de woorden "ten kantore belast met de registratie van de akte of van de verklaring waarbij de overdracht is vastgesteld, of wanneer het als gezegde belasting aan de ontvanger van de registratie" vervangen door de woorden "overeenkomstig paragraaf 1, of wanneer het als gezegde belasting overeenkomstig paragraaf 1";
  e) in paragraaf 4 worden de woorden "door de ontvanger van de registratie" opgeheven.

Art.11. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling XIIIbis vervangen als volgt:
  "Afdeling XIIIbis.- Inning door de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering van de bedrijfsvoorheffing op meerwaarden verwezenlijkt op onroerende goederen door niet-inwoners"

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 2008 tot uitvoering van artikel 8bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten wat de exploten en processen-verbaal van de gerechtsdeurwaarders betreft
Art.12. In het koninklijk besluit van 28 november 2008 tot uitvoering van artikel 8bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten wat de exploten en processen-verbaal van de gerechtsdeurwaarders betreft, wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 2/1. De akten en geschriften die worden gehecht aan een gerechtsdeurwaardersakte die is vrijgesteld van de formaliteit van de registratie, zijn daarvan ook vrijgesteld indien ze voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 2."

Art.13. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 3. De registratierechten die verschuldigd zijn op de bij toepassing van de artikelen 1 en 2/1 van de registratieformaliteit vrijgestelde akten en geschriften, worden vastgesteld bij de voorlegging van het repertorium zoals bepaald in artikel 180 van hetzelfde Wetboek en middels een bijkomende inschrijving er in."

Art.14. Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 oktober 2018, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 5. Het volledige bedrag van de rechten die verschuldigd zijn op de akten en geschriften die bij dit besluit van de formaliteit van de registratie vrijgesteld zijn, wordt de eerste werkdag na de datum van de afsluiting van elk trimester betaald op de financiële rekening van het bevoegde kantoor."

Art.15. In artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "en geschriften" worden ingevoegd tussen het woord "akten" en de woorden ", in voorkomend geval";
  2° de woorden "en van de referte aan de in ontvangst boeking ervan" worden opgeheven.

HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 2016 tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften
Art.16. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 14 september 2016 tot vaststelling van de retributies voor de uitvoering van de hypothecaire formaliteiten en voor de aflevering van de afschriften en getuigschriften, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 juli 2019, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 5. § 1. De hypothecaire formaliteiten worden verricht en de inlichtingen worden verstrekt na betaling van het bedrag dat nodig is om de verschuldigde rechten en retributies te dekken, zoals vastgesteld door het bevoegde kantoor.
  In afwijking van het eerste lid wordt, in geval van ambtshalve vernieuwing van de inschrijving van een wettelijke hypotheek, de retributie in debet geboekt. De ontvanger vordert ze in ten laste van de schuldenaar.
  De bepalingen van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, betreffende de verjaring en de vervolgingen, zijn toepasselijk inzake voormelde retributies.
  § 2. De betaling kan als volgt worden verricht:
  1° door storting of overschrijving op de financiële rekening van het bevoegde kantoor;
  2° door middel van een elektronisch betaalmiddel dat door de minister van Financiën of zijn gemachtigde is toegelaten;
  3° in handen van een gerechtsdeurwaarder, wanneer deze vervolgingen instelt in opdracht van de ontvanger;
  § 3. De in paragraaf 2 bedoelde betaling heeft uitwerking:
  1° in geval van storting of overschrijving, op de valutadatum van de creditering op de financiële rekening van het bevoegde kantoor;
  2° in geval van betaling door middel van een door de minister van Financiën of zijn gemachtigde toegelaten elektronisch betaalmiddel, op de dag van de verrichting;
  3° bij een betaling na vervolgingen ingesteld door een gerechtsdeurwaarder in opdracht van de ontvanger, op de datum van de overhandiging der betaalmiddelen in handen van de gerechtsdeurwaarder;
  § 4. De Minister van Financiën of zijn gemachtigde kan, in bijzondere omstandigheden, andere betaalwijzen toestaan en de datum bepalen waarop de betaling uitwerking heeft."

HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 januari 2019 betreffende de uitvoering van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en het houden van de registers in de griffies van de hoven en rechtbanken
Art.17. In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 28 januari 2019 betreffende de uitvoering van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en het houden van de registers in de griffies van de hoven en rechtbanken, worden de woorden "de ontvanger van het bevoegde kantoor Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie" vervangen door de woorden "het bevoegde kantoor".

Art.18. In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bankrekening van het bevoegde kantoor Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie" vervangen door de woorden "financiële rekening van het bevoegde kantoor".

Art.19.
  <Opgeheven bij KB 2022-09-21/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-10-2022>

Art.20. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.21.
  <Opgeheven bij KB 2022-09-21/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-10-2022>

Art.22.
  <Opgeheven bij KB 2022-09-21/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-10-2022>

Art.23.
  <Opgeheven bij KB 2022-09-21/02, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-10-2022>

HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2019 tot vaststelling van de openingsuren van de kantoren van de Administratie Rechtszekerheid
Art.24. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 juli 2019 tot vaststelling van de openingsuren van de kantoren van de Administratie Rechtszekerheid, worden de woorden ", op afspraak," ingevoegd tussen het woord "zijn" en het woord "open".

HOOFDSTUK 9. - Inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling
Art.25. Dit besluit treedt in werking op 1 december 2021 met uitzondering van:
  1° artikelen 8, g), en 11, die in werking treden op 1 april 2022;
  2° artikel 8, h), dat in werking treedt op 1 juli 2022;
  3° artikelen 7, c), en 8, c), die in werking treden op 1 augustus 2022;
  4° artikel 8, i), dat in werking treedt op 1 november 2022;
  5° artikelen 7, d) en h), 8, d), j), k), l) en o), 19, 21, 22 en 23, die in werking treden op 1 december 2022.

Art. 26. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.