14 MAART 2014. - Koninklijk besluit houdende regeling van de aanbieding van akten van bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-03-2014 en tekstbijwerking tot 23-03-2023)
Art. 1-8, 8/1, 9-10
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° [1 de instrumenterende ambtenaar:
a) een notaris;
b) een van de volgende personen die een authentieke akte heeft verleden:
- een ambtenaar van het Federaal aankoopcomité van de Federale Overheidsdienst Financiën;
- elke persoon bevoegd om akten te authenticeren, aangeduid krachtens artikel 6quinquies van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;]1
[2 - een ambtenaar bedoeld in artikel 4.59, § 2, vierde of vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek;]2
2° een uitgifte van de akte : een eensluidend verklaard afschrift van de authentieke akte van de instrumenterende ambtenaar, met inbegrip van de eventueel aan de voet van de akte aangebrachte vermeldingen, doch zonder de aan de akte gehechte stukken;
3° de hypotheekwet : de hypotheekwet van 16 december 1851;
4° [1 ...]1
----------
(1)<KB 2021-04-29/01, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2021>
(2)<KB 2023-03-16/02, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-04-2023>
Art.2.De instrumenterende ambtenaar biedt zijn akte en de bijlagen ervan ter registratie aan op gedematerialiseerde wijze. De akte wordt vergezeld van de stukken die terzelfdertijd moeten worden aangeboden.
Daartoe worden een uitgifte van de akte, [1 met vermelding van het repertoriumnummer,]1 een afzonderlijke kopie van elke bijlage en van elk van de overige voor te leggen stukken elektronisch verzonden.
----------
(1)<KB 2016-08-03/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.3. Om de uitvoering van de hypothecaire openbaarmaking te bekomen biedt de instrumenterende ambtenaar zijn akte en de bijlagen ervan, op gedematerialiseerde wijze aan. De akte wordt vergezeld van de stukken die terzelfdertijd moeten worden aangeboden.
De elektronische verzending omvat :
1° wanneer de overschrijving wordt gevraagd :
a) [4 een uitgifte van de akte, of, voor het geval bepaald bij artikel 1287, laatste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, een letterlijk uittreksel van de akte. In het geval bepaald bij artikel 4.59, § 4, vierde lid van het Burgerlijk Wetboek, kan de uitgifte van de akte vervangen worden door een letterlijk uittreksel. De uitgifte of het uittreksel vermeldt het repertoriumnummer;]4
b) een kopie van de aan de akte gehechte stukken met uitzondering van de plannen waarvan om de overschrijving wordt verzocht en die bij toepassing van [3 artikel 3.30, § 3 van het Burgerlijk Wetboek]3 van aanbieding zijn vrijgesteld;
c) een uitgifte van de andere authentieke akten, verleden voor dezelfde instrumenterende ambtenaar of waarvan hij de houder of bewaarder van de minuten is, die ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling bij de aanbieding ter overschrijving moeten worden gevoegd met daarbij een kopie van de aan deze akten gehechte bijlagen;
d) een kopie van de andere dan onder c) bedoelde authentieke akten die ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling bij de aanbieding ter overschrijving moeten worden gevoegd met daarbij een kopie van de aan deze akten gehechte bijlagen;
e) een kopie van elk van de andere voor te leggen stukken;
2° wanneer de inschrijving wordt gevraagd :
a) [2 een uitgifte van de akte van hypotheekvestiging of van de akte waaruit het onroerend voorrecht ontstaat, telkens met vermelding van het repertoriumnummer;]2
b) een kopie van de aan de akte gehechte stukken;
c) een uitgifte van de andere authentieke akten verleden voor dezelfde instrumenterende ambtenaar of waarvan hij de houder of bewaarder van de minuten is, die ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling bij de aanbieding ter inschrijving moeten worden gevoegd met daarbij een kopie van de aan deze akten gehechte bijlagen;
d) een kopie van de andere dan onder c) bedoelde authentieke akten die ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling bij de aanbieding ter inschrijving moeten worden gevoegd met daarbij een kopie van de aan deze akten gehechte bijlagen;
e) [2 in afwijking van artikel 83 van de hypotheekwet, één inschrijvingsborderel waarin alle onroerende goederen worden vermeld waarvoor een inschrijving wordt genomen, zelfs wanneer de inschrijving betrekking heeft op onroerende goederen die in het ambtsgebied van verschillende kantoren zijn gelegen;]2
f) een kopie van elk van de andere voor te leggen stukken;
3° wanneer de doorhaling van een inschrijving wordt gevraagd:
a) een uitgifte van de akte van doorhaling [1 , of, voor het geval bepaald bij artikel 93, tweede lid, van de hypotheekwet, een woordelijk uittreksel uit de akte, wanneer de notaris die het heeft afgegeven, daarin verklaart dat de akte noch voorwaarde, noch voorbehoud bevat, telkens met vermelding van het repertoriumnummer]1;
b) een kopie van de aan de akte gehechte stukken;
c) een uitgifte van de andere authentieke akten verleden voor dezelfde instrumenterende ambtenaar of waarvan hij de houder of bewaarder van de minuten is, die ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling bij de vraag tot doorhaling moeten worden gevoegd met daarbij een kopie van de aan deze akten gehechte bijlagen;
d) een kopie van de andere dan onder c) bedoelde authentieke akten die ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling bij de vraag tot doorhaling moeten worden gevoegd met daarbij een kopie van de aan deze akten gehechte bijlagen;
e) een kopie van elk van de andere voor te leggen stukken;
4° wanneer de kantmelding wordt gevraagd :
a) een uitgifte van de akte die tot de kantmelding aanleiding geeft [1 , of, voor het geval bepaald bij artikel 84, tweede lid, 1°, van de hypotheekwet, een uittreksel bevattende de bij dit artikel vereiste gegevens, telkens met vermelding van het repertoriumnummer]1;
b) een kopie van de aan de akte gehechte stukken;
c) een uitgifte van de andere authentieke akten verleden voor dezelfde instrumenterende ambtenaar of waarvan hij de houder of bewaarder van de minuten is, die ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling bij de vraag tot kantmelding moeten worden gevoegd met daarbij een kopie van de aan deze akten gehechte bijlagen;
d) een kopie van de andere dan onder c) bedoelde authentieke akten die ingevolge een wettelijke of reglementaire bepaling bij de vraag tot kantmelding moeten worden gevoegd met daarbij een kopie van de aan deze akten gehechte bijlagen;
e) in afwijking van artikel 84, eerste lid, 3° en tweede lid, 1°, van de hypotheekwet, één uittreksel;
f) een kopie van elk van de andere voor te leggen stukken.
----------
(1)<KB 2016-08-03/34, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2021-04-29/01, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2021>
(3)<KB 2021-04-29/01, art. 2,3°, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
(4)<KB 2023-03-16/02, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-04-2023>
Art.4. De elektronische verzending moet vergezeld gaan van de metagegevens vermeld in [1 de bijlage bij]1 dit besluit.
Indien een te registreren en, krachtens [4 artikel 3.30 van het Burgerlijk Wetboek]4, over te schrijven akte onroerende goederen betreft die alle gelegen zijn buiten het ambtsgebied van het [2 voor de registratie bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie bepaald op grond van de standplaats]2 van de instrumenterende ambtenaar [3 of de zetel van zijn functie,]3 moet het goed dat als eerste in de akte is vermeld ook als eerste worden vermeld in de metagegevens.
Indien een inschrijvingsborderel van de hypotheek of van het voorrecht meerdere onroerende goederen betreft, moet het onroerend goed dat als eerste is vermeld in het borderel, ook als eerste worden vermeld in de metagegevens.
De elektronische verzending van de stukken en van de metagegevens gebeurt overeenkomstig de technische voorschriften vastgesteld door de [3 Minister van Financiën of zijn gedelegeerde]3.
----------
(1)<KB 2016-08-03/34, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
(2)<KB 2018-10-03/06, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 29-10-2018>
(3)<KB 2021-04-29/01, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
(4)<KB 2021-04-29/01, art. 3,1°, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art.5.[1 § 1. De vermelding van de registratie van een op gedematerialiseerde wijze aangeboden stuk wordt samen met het geregistreerde stuk en op dezelfde wijze verzonden aan de instrumenterende ambtenaar.
De vermelding van de registratie van een notariële akte en van haar bijlagen wordt ook verzonden aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat of haar gedelegeerde met het oog op de bewaring bedoeld in artikel 180bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en artikel 18ter, eerste lid, 2° van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt.
§ 2. De vermelding van de hypothecaire openbaarmaking van op gedematerialiseerde wijze aangeboden stukken wordt samen met de stukken en op dezelfde wijze verzonden aan de instrumenterende ambtenaar.
De vermelding van de hypothecaire openbaarmaking van een notariële akte, van haar bijlagen en van de in artikel 3, tweede lid bepaalde stukken wordt ook verzonden aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat met het oog op de bewaring bedoeld in artikel 18ter, eerste lid, 3° van de wet van 25ventôse jaar XI op het notarisambt.
§ 3. De in dit artikel beoogde verzendingen gebeuren overeenkomstig de technische voorschriften vastgesteld door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde.]1
----------
(1)<KB 2021-04-29/01, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2021>
Art.6.[2 § 1.]2 Indien door overmacht of technische storing een akte niet op elektronische wijze kan worden verzonden, wordt :
1° ) in afwijking van artikel 2, de formaliteit van de registratie uitgevoerd op voorlegging van de in artikel 2, tweede lid bepaalde stukken op papier;
2° ) in afwijking van artikel 3, de hypothecaire openbaarmaking uitgevoerd op voorlegging van de in artikel 3, tweede lid bepaalde stukken op papier. Voor het inschrijvingsborderel en de stukken betreffende de kantmelding wordt verwezen naar de artikelen 83 en 84 van de hypotheekwet [2 ...]2.
Indien de hypothecaire openbaarmaking op meerdere kantoren wordt gevraagd, moeten de stukken worden voorgelegd op elk van de kantoren.
Indien de registratieformaliteit en de hypothecaire openbaarmaking worden gevraagd, worden de in artikel 2, tweede lid en de in artikel 3, tweede lid bepaalde stukken voorgelegd zowel op het [1 voor de registratie als voor de hypothecaire openbaarmaking bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie]1, onverminderd het bepaalde in het tweede lid.
[2 § 2. De vermelding van de registratie van de op papier aangeboden stukken wordt aan de instrumenterende ambtenaar samen met deze stukken ofwel op papier, ofwel via een beveiligde elektronische brievenbus verzonden.
Indien de vermelding via een beveiligde elektronische brievenbus wordt verzonden wordt deze voor het geval het een notariële akte en haar bijlagen betreft, ook verzonden aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat of haar gedelegeerde met het oog op de bewaring bedoeld in artikel 180bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en in artikel 18ter, eerste lid, 2° van de wet van 25ventôse jaar XI op het notarisambt.
§ 3. De vermelding van de hypothecaire openbaarmaking van de op papier aangeboden stukken wordt aan de instrumenterende ambtenaar samen met deze stukken ofwel op papier, ofwel via een beveiligde elektronische brievenbus verzonden.
Indien de vermelding via een beveiligde elektronische brievenbus wordt verzonden, wordt deze voor het geval het een notariële akte, haar bijlagen en de in artikel 3, tweede lid bepaalde stukken betreft, ook verzonden aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat met het oog op de bewaring bedoeld in artikel 18ter, eerste lid, 3° van de wet van 25ventôse jaar XI op het notarisambt.]2
----------
(1)<KB 2018-10-03/06, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 29-10-2018>
(2)<KB 2021-04-29/01, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2021>
Art.7. In afwijking van de artikelen 2 en 3 kunnen de akten tot 31 december 2014 op de in artikel 6 bepaalde wijze tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking worden aangeboden.
Art.8. De artikelen 171 en 172 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten zijn niet van toepassing wanneer een uitgifte van een akte wordt gemaakt met het oog op de aanbieding ervan ter formaliteit van de registratie.
Art. 8/1.[1 Artikel 171 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten is niet van toepassing op :
1° de in artikel 2, tweede lid, bedoelde kopieën van authentieke akten die vooraf op gedematerialiseerde wijze ter registratie werden aangeboden;
2° de in artikel 3, tweede lid, 1°, c) en d), 2°, c) en d), 3°, c) en d) en 4°, c) en d) bedoelde uitgiften of kopieën van authentieke akten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2016-08-03/34, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2014 .
Art.10. .De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit
BIJLAGE.
Art. N. [1 Lijst opgemaakt in uitvoering van artikel 2 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en artikel 144 van de Hypotheekwet van 16 december 1851
Bij gedematerialiseerde aanbieding dienen de volgende metagegevens te worden mee verzonden:
I. wat betreft alle akten:
A. wat betreft de instrumenterende ambtenaar
a) notaris:
1° de naam en voornaam;
2° de standplaats;
3° het identificatienummer van de notaris bij de Nationale Kamer der Notarissen;
4° het ondernemingsnummer (van de vennootschap, de associatie of de notaris);
b) de persoon bedoeld in artikel 1, 1°, b) van dit besluit:
1° de naam en voornaam;
2° het identificatienummer dat hem werd toegekend door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie;
B. wat betreft de akte:
a) haar datum;
b) haar repertoriumnummer;
c) haar type;
C. wat betreft de partijen bij de rechtshandeling:
a) natuurlijke personen:
1° de naam en voornamen;
2° het rijksregisternummer of het nummer bisregister;
b) rechtspersonen:
1° de naam;
2° de rechtsvorm;
3° het ondernemingsnummer;
c) de hoedanigheid waarin zij optreden;
d) worden ook beschouwd als een partij :
1° indien ze zijn onbeheerde nalatenschap betreft, de overledene;
2° wat betreft een verkrijging van een onroerend goed als vervroegde wederbelegging, de tussenkomende echtgenoot;
II. wat betreft een akte van erfopvolging of een akte van neerlegging van een eigenhandig of internationaal testament:
A. de naam en voornamen van de overledene;
B. het rijksregisternummer/nummer bisregister van de overledene;
III. A. wat betreft een oprichtingsakte van een rechtspersoon, zijn naam, zijn rechtsvorm en het adres van zijn zetel;
B. wat betreft fusie- en splitsingsakten van rechtspersonen:
a) wordt als partij beschouwd:
1° bij de akte van een in het kader van de fusie of splitsing overgenomen rechtspersoon: deze rechtspersoon en elke hem overnemende bestaande of nieuw opgerichte rechtspersoon;
2° bij de akte van een in het kader van de fusie of splitsing overnemende of opgerichte rechtspersoon: deze rechtspersoon en elke door hem overgenomen rechtspersoon;
3° bij de verzending naar het kantoor bevoegd voor de hypothecaire openbaarmaking: alle bij de verrichting betrokken bestaande rechtspersonen en de nieuwe rechtspersonen die bij de verrichting worden opgericht;
b) van de onder a) bedoelde rechtspersonen worden mee verzonden de metagegevens vermeld onder:
1° I.C.b) en c) voor de bestaande rechtspersonen;
2° I.C.c) en III.A. voor de nieuw opgerichte rechtspersonen;
IV. wat betreft een akte houdende overdracht, aanwijzing [3 , vestiging, vaststelling of afstand]3 van onroerende zakelijke rechten, voor elke rechtshandeling tot overdracht, aanwijzing [3 , vestiging, vaststelling of afstand]3 van een onroerende zakelijke recht:
A. de aanduiding van de onroerende goederen door:
a) de NIS-code van de kadastrale afdeling;
b) de kadastrale sectie;
c) het nummer van het kadastraal patrimoniumperceel met de status "gekadastreerd" zoals bedoeld in artikel 12, § 1, 2° van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende het aanleggen en bijhouden van de kadastrale documentatie en tot vaststelling van de modaliteiten voor het afleveren van kadastrale uittreksels en, indien het onroerend goed tevens het voorwerp uitmaakt van een kadastraal patrimoniumperceel met de status "gereserveerd" zoals bedoeld in artikel 12, § 1, 1° van hetzelfde koninklijk besluit, de gereserveerde perceelsidentificatie;
d) de eigendomstoestand van het kadastraal patrimoniumperceel, zoals gedefinieerd in artikel 2, 7° van het onder c) vermelde koninklijk besluit.
B. wat betreft de verkregen [3 zakelijke]3 rechten, behoudens in geval de complexiteit van de verrichting een uitzondering verantwoordt:
a) het type van rechten;
b) de quotiteit van de door iedere partij verkregen rechten;
c) zo de rechten worden verkregen door gehuwden, vermelding of deze rechten tot het eigen vermogen van een echtgenoot of tot het gemeenschappelijk vermogen behoren.
C. indien de akte een verwijzing bevat naar een of meerdere aan de akte gehechte plannen die vooraf werden neergelegd in de databank van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, de referentie van elk plan in de bedoelde databank;
[3 D. wat betreft de langstlevende echtgenoot, de erfgenamen en legatarissen ten bijzondere titel die vermeld worden in een akte bedoeld in artikel 3.30, § 1, 7° van het Burgerlijk Wetboek, de gegevens bepaald onder punt I. C. a) of b), en, behoudens in geval de complexiteit van de nalatenschap een uitzondering verantwoordt, de quotiteit van de onroerende zakelijke rechten die zij verkrijgen, met inbegrip van de rechten verkregen door de ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel.]3
V. Wat betreft de akten bedoeld in [2 de [3 artikelen 3.30, § 1, 5° en 6°,]3 3.84, eerste lid en 3.85, § 1]2 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 107 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, artikel 5.2.3, § 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel D.IV.101 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, wordt het onroerend goed geïdentificeerd zoals bepaald onder punt IV, A en C;
VI. [3 ...]3
VII. wat betreft de akten verzonden bij een vraag om een hypothecaire inschrijving:
A. de aanduiding van de onroerende goederen waarop inschrijving wordt genomen zoals hiervoor vermeld onder IV, A;
B. de vermelding van de in het borderel opgenomen bedragen voor:
a) het gewaarborgd bedrag in hoofdsom;
b) het gewaarborgd bedrag in bijhorigheden;
VIII. wat betreft de stukken verzonden met het oog op een doorhaling of een kantmelding:
A. het kantoor bevoegd voor de hypothecaire openbaarmaking;
B. de referte van de geheel of gedeeltelijk door te halen inschrijving of van de formaliteit die het voorwerp van een kantmelding uitmaakt.
Wanneer een metagegeven een bedrag betreft, moeten de aard en de munteenheid van dat bedrag vermeld worden.]1
----------
(1)<KB 2021-04-29/01, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2021>
(2)<KB 2021-04-29/01, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
(3)<KB 2023-03-16/02, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-04-2023>