2 MEI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende invoering van diverse wijzigingen op het vlak van de werkgelegenheidssteun
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden
Art. 2-11
HOOFDSTUK 3. - Opheffings-, slot- en overgangsbepalingen
Art. 12-17
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen
Artikel 1. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, wordt vervangen als volgt :
"Art. 6. e doelgroepvermindering, zoals bedoeld in artikel 339 van de programmawet van 24 december 2002, kan worden toegekend voor een forfaitair bedrag van G1 voor werknemers die op de laatste dag van het kwartaal tenminste de leeftijd van 61 jaar en ten hoogste de leeftijd van 66 jaar bereikt hebben en in zoverre het refertekwartaalloon de loongrens van 8.000 euro niet overschrijdt.
In afwijking van het eerste lid bedraagt de loongrens voor het vierde kwartaal 10.666,67 euro, behalve voor uitzendkrachten."
In afwijking van het eerste lid bedraagt de loongrens voor het eerste kwartaal 10.666,67 euro voor uitzendkrachten."
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden
Art.2. In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 3/1. De werknemer die op het ogenblik van zijn indiensttreding niet-werkende werkzoekende is, heeft recht op een werkuitkering voor een periode van zesendertig kalendermaanden, op voorwaarde dat hij tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoet:
1° ofwel jonger zijn dan 30 jaar op de datum van de aanvraag van de Activa-kaart of op de dag voor de indiensttreding en niet in het bezit zijn van een diploma of getuigschrift hoger dan dat van het lager secundair onderwijs, ofwel ten minste 57 jaar oud zijn op de datum van de aanvraag van de Activa-kaart of op de dag voor de indiensttreding;
2° hij wordt tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst, ten minste halftijds, voor onbepaalde duur of voor ten minste zes maanden, behalve in het geval van een aanwerving bedoeld in artikel 16 van de ordonnantie;
3° niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse of deeltijdse leerplicht, de wettelijke pensioenleeftijd nog niet hebben bereik of op pensioen is."
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Het bedrag van de werkuitkeringen bedoeld in artikel 3/1 bedraagt 750 euro per kalendermaand voor de eerste 12 maanden en 600 euro voor de volgende 24 maanden. De maand van indiensttreding wordt meegenomen in deze berekening."
Art.4. In artikel 5, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 8° wordt vervangen door wat volgt:
"8° de niet-werkende werkzoekende die met succes het volgende heeft gevolgd:
a) een beroepsopleiding in de zin van artikel 3, § 2, 1°, a) van het decreet van de Frans Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 over de oprichting van het Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle (Brussels Franstalig Instituut voor de Beroepsopleiding);
b) een beroepsopleiding in de zin van artikel 61, 1°, a), b) en d) van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;
c) een beroepsopleiding in de zin van artikel 3, § 1, 2°, a) van het Waalse decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi (Waalse Dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);
d) cursussen sociaal en volwassenenonderwijs;
e) een gecertificeerde opleiding die wordt georganiseerd of gesubsidieerd door:
- de opleidingsdienst voor kleine en middelgrote ondernemingen, beoogd door het decreet van 17 juli 2003 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het oprichten van een apart beheerde dienst belast met het beheer en de promotie van de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen te Brussel;
- het Vlaams Agentschap voor Ondernemingsvorming - Syntra Vlaanderen opgericht door het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen";
- het Waals Instituut voor alternerende opleidingen en zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, opgericht bij het decreet van het Waals Gewest van 17 juli 2003 tot oprichting van een Waals Instituut voor alternerende opleidingen en zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen;
- het Institut für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen, opgericht bij het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 16 december 1991 betreffende de opleiding en permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;
f) de niet-werkende werkzoekende die een kwalificatie heeft verworven via de validatie van competenties in het kader van het Samenwerkingsakkoord van 21 maart 2019 betreffende de erkenning van competenties gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, het Vlaams decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid of het Vlaams decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties";
2° er wordt een punt 13° ingevoegd dat luidt als volgt:
"13° de niet-werkende werkzoekende die ten minstens zes maanden een beroepsinlevingsovereenkomst geniet zoals bedoeld in de artikelen 104 en volgende van de Programmawet van 2 augustus 2002 of een beroepsinlevingsstage als bedoeld in de artikelen 111/0/21 en volgende van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding.
3° er wordt een punt 14° ingevoegd dat luidt als volgt:
"14° de werkzoekende die deel uitmaakt van een huishouden dat op de dag van de indiening van de aanvraag voor de Activa-kaart bestaat uit ten hoogste één volwassen persoon die niet als kind wordt meegeteld en ten minste één kind";
4° er wordt een punt 15° ingevoegd dat luidt als volgt:
"15° de niet-werkende werkzoekende die gedetineerd is in de zin van artikel 2, 4° van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden of die het niet meer is sinds een periode van maximum 12 maanden."
5° in het tweede lid wordt het getal "12° " vervangen door het getal "15°. "
Art.5. In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt 2° opgeheven.
Art.6. In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° 2° wordt vervangen als volgt:
"2° de werkzoekende die in het bezit is van een vergunning om te werken in een bedrijf voor aangepast werk of een 'advies collectief maatwerk';"
2° het eerste lid wordt aangevuld met 7° tot 9°, luidende:
"7° de niet-werkende werkzoekende die minder dan één jaar een tegemoetkoming met betrekking tot handicap ontvangt van het "Agence wallonne pour une vie de qualité" (AVIQ);
8° de niet-werkende werkzoekende van wie de handicap minder dan één jaar erkend is door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB);
9° de niet-werkende werkzoekende die minder dan één jaar een tegemoetkoming krijgt van de Dienststelle für Selbstbestimmtes Leben (DSL);
Art.7. In artikel 9, § 1, lid 1 van hetzelfde besluit, wordt 1° opgeheven.
Art.8. Het artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 11. De werkgever dient de aanvraag tot uitbetaling van de financiële tegemoetkoming uiterlijk twee maanden na de datum van inschrijving van de door de werknemer gevolgde opleiding in bij Actiris die, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld is van :
1° het naar behoren ingevulde, door Actiris opgestelde aanvraagformulier;
2° een kopie van de arbeidsovereenkomst van de werknemer;
3° de bewijsstukken van de betaling van de inschrijvingskosten van de opleiding, met inbegrip van de door de operator opgemaakte factuur;
4° een verklaring op eer waaruit blijkt dat de werkgever zich ertoe verbindt dat de werknemer de opleiding zal volgen en waaruit blijkt dat de voorwaarden, vermeld in artikel 9, § 1, zijn nageleefd.
Het bedrag van de financiële tegemoetkoming wordt betaald, uiterlijk twee maanden nadat de volledige betalingsaanvraag is ingediend".
Art.9. In de artikelen 9 en 17 van hetzelfde besluit worden de woorden "in de artikelen 3 en 7" telkens vervangen door de woorden "in de artikelen 3, 3/1 en 7."
Art.10. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.11. In de artikelen 13, 14, en 15 van hetzelfde besluit worden de woorden "in de artikelen 3, 7 en 9" telkens vervangen door de woorden "in de artikelen 3, 3/1, 7 en 9."
HOOFDSTUK 3. - Opheffings-, slot- en overgangsbepalingen
Art.12. Artikel 7ter van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen wordt opgeheven.
Art.13. In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de d) van artikel 8 wordt opgeheven;
2° artikel 28bis wordt opgeheven.
Art.14. De betaling van de premies voor de GESCO's, de zogenaamde inschakelingsgesco's beoogd in artikel 7ter van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen en in artikel 28bis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 november 2002 betreffende het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen, wordt toegekend voor de tot uiterlijk 15 december 2024 uitgevoerde prestaties.
Art.15. Op de datum van inwerkingtreding van het besluit ontvangen werkzoekenden die jonger zijn dan 30 jaar op de datum van ondertekening van de arbeidsovereenkomst en die geen diploma of getuigschrift hoger dan dat van lager secundair onderwijs hebben of die minstens 57 jaar zijn op de datum van ondertekening van de arbeidsovereenkomst en die in het bezit zijn van een geldige Activa-kaart, een voorlopig attest voor de resterende geldigheidsduur van de Activa-kaart met vermelding van het bedrag van de werkuitkeringen en de toekenningsperiode bedoeld in artikel 4, tweede lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen voor werkzoekenden.
Art.16. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024.
Art. 17. De minister bevoegd voor Werk wordt belast met de uitvoering van dit besluit.