11 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is, het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 houdende bezoldigingsregeling van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is en het koninklijk besluit van 26 januari 2018 betreffende de overgang van het operationeel personeel van de hulpverleningszones van het brandweerpersoneel naar het ambulancepersoneel en vice versa
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is
Art. 1-11, 39/1, 39/2, 12-16
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 houdende bezoldigingsregeling van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is
Art. 17-23
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 26 januari 2018 betreffende de overgang van het operationeel personeel van de hulpverleningszones van het brandweerpersoneel naar het ambulancepersoneel en vice versa
Art. 24-29
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 30-32
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is
Artikel 1. Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is, wordt aangevuld als volgt :
"10° elke drager met bewijskracht en vaste datum: hetzij verzending langs elektronische weg waarbij de ontvangst ervan door het personeelslid wordt bevestigd; hetzij overhandiging aan het personeelslid in ruil voor een door hem ondertekend ontvangstbewijs dat de datum van ontvangst vermeldt;".
Art.2. In artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016 en 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1°. in het eerste lid worden de woorden "en die een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking gebaseerd op een uittreksel uit het strafregister afgeleverd binnen een termijn van drie maanden voorafgaand aan de datum van toelating tot de stage" ingevoegd tussen de woorden "ondergaan hebben" en het woord "worden";
2°. in het negende lid worden de woorden " § 2" vervangen door de woorden " §§ 2 en 3".
Art.3. Artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018, wordt aangevuld met een paragraaf drie, luidende:
" § 3. Ingeval van ziekte van minimum twee weken van de stagiair vrijwilliger tijdens de aanwervingsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de ziekte, die aangetoond wordt met een geneeskundig getuigschrift.
Ingeval van zwangerschap van de stagiair vrijwilliger tijdens de aanwervingsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de zwangerschap en de moederschapsrust, die aangetoond worden met een geneeskundig getuigschrift."
Art.4. In Boek 2, Titel 2, Hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel 14/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 14/1. De raad kan beslissen dat de stagiair tijdens zijn aanwervingsstage zijn rijbewijs C of C1 moet behalen en vermeldt dit desgevallend in de oproep tot kandidaten.
De raad neemt de kosten voor het behalen van het rijbewijs C of C1 voor zijn rekening."
Art.5. In artikel 23 van hetzelfde besluit, wordt het woord "stagiair" vervangen door het woord "beroepsstagiair".
Art.6. Artikel 24, vijfde lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Als de commandant voorstelt de benoeming niet te verlengen, wordt het voorstel, ten laatste drie maanden voor het verstrijken van de duur van zes jaar, tegelijk ter kennis gebracht aan de raad en aan de betrokkene. De betrokkene kan, per aangetekende brief of via elke andere drager met bewijskracht en vaste datum binnen één maand na de kennisname van het voorstel, verzoeken verhoord te worden door de raad. De raad organiseert het verhoor en beslist voor het einde van de benoeming. Betrokkene kan zich tijdens het verhoor laten bijstaan door een persoon naar keuze."
Art.7. In artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018, worden de woorden "die voldoen aan de bevorderingsvoorwaarde met betrekking tot de graad" ingevoegd tussen de woorden "van de personeelsleden" en de woorden "via de website van de zone".
Art.8. In artikel 29, a), van hetzelfde besluit wordt in de Nederlandse tekst het woord "verpleger" vervangen door het woord "verpleegkundige".
Art.9. In artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1°. in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "geschiktheidstesten" vervangen door het woord "geschiktheidsproeven";
2°. in paragraaf 1, vierde lid, worden de woorden "samengesteld als volgt" vervangen door de woorden "ten minste samengesteld uit".
Art.10. Artikel 32 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3. Ingeval van ziekte van minimum twee weken van de stagiair vrijwilliger tijdens de bevorderingsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de ziekte, die aangetoond wordt met een geneeskundig getuigschrift.
Ingeval van zwangerschap van de stagiair vrijwilliger tijdens de bevorderingssstage, wordt de stage verlengd met de duur van de zwangerschap en de moederschapsrust, die aangetoond worden met een geneeskundig getuigschrift."
Art.11. In Boek 3 van hetzelfde besluit wordt een titel 4 ingevoegd, die de artikelen 39/1 tot en met 39/2 bevat, luidende:
"Titel 4. - DE VRIJWILLIGE TERUGZETTING IN GRAAD
Art. 39/1. Op verzoek van het personeelslid kan de raad hem terugzetten in graad.
De vrijwillige terugzetting in graad houdt een nieuwe benoeming in van het personeelslid in een lagere graad.
Art. 39/2. § 1. Het verzoek tot terugzetting in graad wordt ingediend bij de raad door middel van een met redenen omkleed verzoek van het personeelslid.
Het verzoek wordt bij aangetekende brief verzonden of via elke andere drager met bewijskracht en vaste datum en preciseert de gevraagde graad.
§ 2. De raad neemt zijn besluit binnen drie maanden na de indiening van het verzoek.
In het besluit wordt de prestatievergoedingsschaal of de weddeschaal voor de nieuwe graad vastgesteld.
Het besluit wordt ter kennis van de betrokkene gebracht bij aangetekende brief of via elke andere drager met bewijskracht en vaste datum."
Art.12. In artikel 42, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 januari 2018, worden de woorden "voor de beroepspersoneelsleden" opgeheven.
Art.13. Artikel 43, 6° van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden "van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones".
Art.14. Artikel 45, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" 1° niet langer voldoet aan:
a) een aanwervingsvoorwaarde die is vastgelegd in artikel 11;
b) of een toelatingsvoorwaarde tot de stage als vermeld in artikel 12, eerste lid, onverminderd de artikelen 111, 1° ; 112, tweede lid en 117, tweede lid, van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones;
c) of een benoemingsvoorwaarde zoals bedoeld in artikel 10 of 14;
d) of een benoemingsvoorwaarde als vermeld in artikel 14/1 voor zover deze benoemingsvoorwaarde nog steeds noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie;"
Art.15. Artikel 46, § 5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 26 januari 2018, wordt aangevuld met een vierde lid, luidende:
"Ingeval van zwangerschap van de stagiair vrijwilliger tijdens de stage, wordt de stage verlengd met de duur van de zwangerschap en de moederschapsrust, die aangetoond worden met een geneeskundig getuigschrift."
Art.16. Artikel 48, 1°, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden " in dezelfde of verschillende zones, desgevallend gedurende onderbroken periodes;".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 houdende bezoldigingsregeling van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is
Art.17. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 houdende bezoldigingsregeling van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is wordt vervangen als volgt:
"Art. 6. Het beroepspersoneelslid geniet de volgende toelagen volgens dezelfde voorwaarden als het personeel van de federale overheidsdiensten :
1° een haard- en standplaatstoelage;
2° een eindejaarstoelage;
3° een vakantiegeld."
Art.18. In boek 2, titel 1, van hetzelfde besluit wordt een artikel 6/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 6/1. § 1. Tijdens de tijdelijke ongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval overkomen of een beroepsziekte vastgesteld na de datum van inwerkingtreding van dit artikel, behoudt het personeelslid zijn wedde, het vakantiegeld en de toelagen bedoeld in artikel 6, en, tot aan zijn vervanging, de toelage voor het uitoefenen van een hogere functie.
§ 2. Het personeelslid heeft ook recht op de premie voor onregelmatige prestaties. Om het bedrag per dag of per maand van deze premie te bepalen, wordt het gemiddelde per dag of per maand berekend van de aan het personeelslid toegekende toelagen voor de dienstprestaties die hij effectief geleverd heeft in de twaalf maanden voorafgaand aan het ongeval.
Wanneer deze referentieperiode korter is dan twaalf maanden wordt het dag- of maandgemiddelde berekend op basis van het aantal maanden waarin het personeelslid effectief de functies uitgeoefend heeft die hem toegekend waren op het moment van het ongeval. "
Art.19. In de artikelen 11 en 12 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 1° aangevuld als volgt: "De perioden van voltijdse loopbaanonderbreking in het algemeen stelsel worden niet in rekening gebracht. Worden eveneens uitgesloten, de perioden tijdens dewelke het personeelslid niet minstens de vermelding `voldoende' heeft behaald."
Art.20. In artikel 14, § 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1°. de woorden "van de paragrafen 2 en 3" worden vervangen door de woorden "van paragraaf 3";
2°. de woorden "als vrijwillig personeelslid " worden vervangen door de woorden "als vrijwillig lid van het ambulancepersoneel".
Art.21. In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt de eerste paragraaf vervangen als volgt: " § 1. Het beroepspersoneelslid wordt beschouwd aanneembare diensten te verrichten voor de berekening van de geldelijke anciënniteit wanneer hij in dienstactiviteit of in disponibiliteit is."
Art.22. In artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1°. het eerste lid wordt aangevuld als volgt: "Er wordt eveneens rekening gehouden met de diensten die voorheen werden uitgevoerd in dezelfde graad als beroepspersoneelslid van dezelfde hulpverleningszone. Bij een aanwerving of een mobiliteit binnen dezelfde graad of naar een lagere graad behoudt het vrijwillige personeelslid zijn geldelijke anciënniteit, voor zover het geen vrijwillig ambulancierspersoneelslid blijft van de zone waarin hij deze geldelijke anciënniteit verworven heeft."
2°. in het derde lid worden in de eerste zin de woorden "bij aanwerving" ingevoegd tussen het woord "stagiair" en het woord "is".
Art.23. Het tweede lid van artikel 36 van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 9 mei 2016, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 26 januari 2018 betreffende de overgang van het operationeel personeel van de hulpverleningszones van het brandweerpersoneel naar het ambulancepersoneel en vice versa
Art.24. Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 26 januari 2018 betreffende de overgang van het operationeel personeel van de hulpverleningszones van het brandweerpersoneel naar het ambulancepersoneel en vice versa, wordt aangevuld als volgt :
"14° elke drager met bewijskracht en vaste datum: hetzij verzending langs elektronische weg waarbij de ontvangst ervan door het personeelslid wordt bevestigd; hetzij overhandiging aan het personeelslid in ruil voor een door hem ondertekend ontvangstbewijs dat de datum van ontvangst vermeldt.".
Art.25. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1°. in paragraaf 1 worden de woorden "die een gedrag heeft dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking gebaseerd op een uittreksel uit het strafregister afgeleverd binnen een termijn van drie maanden voorafgaand aan de datum van toelating tot de stage," ingevoegd tussen de woorden "De geselecteerde kandidaat" en het woord "begint";
2°. in paragraaf 2, zesde lid worden de woorden " § 2" vervangen door de woorden " §§ 2 en 3".
Art.26. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3. Ingeval van ziekte van minimum twee weken van de stagiair vrijwilliger tijdens de overgangsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de ziekte, die aangetoond wordt met een geneeskundig getuigschrift.
Ingeval van zwangerschap van de stagiair vrijwilliger tijdens de overgangsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de zwangerschap en de moederschapsrust, die aangetoond worden met een geneeskundig getuigschrift."
Art.27. In Hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt een artikel 10/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 10/1. De raad kan beslissen dat de stagiair tijdens zijn overgangsstage zijn rijbewijs C of C1 moet behalen en vermeldt dit desgevallend in de oproep tot kandidaten.
De raad neemt de kosten voor het behalen van het rijbewijs C of C1 voor zijn rekening."
Art.28. In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1°. in paragraaf 1 worden de woorden "die een gedrag heeft dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking gebaseerd op een uittreksel uit het strafregister afgeleverd binnen een termijn van drie maanden voorafgaand aan de datum van toelating tot de stage," ingevoegd tussen de woorden "De geselecteerde kandidaat" en het woord "begint";
2°. in paragraaf 2, vierde lid worden de woorden " § 2" vervangen door de woorden " §§ 2 en 3".
Art.29. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
" § 3. Ingeval van ziekte van minimum twee weken van de stagiair vrijwilliger tijdens de overgangsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de ziekte, die aangetoond wordt met een geneeskundig getuigschrift.
Ingeval van zwangerschap van de stagiair vrijwilliger tijdens de overgangsstage, wordt de stage verlengd met de duur van de zwangerschap en de moederschapsrust, die aangetoond worden met een geneeskundig getuigschrift."
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.30. Artikel 11 is van toepassing op de aanvragen die ingediend worden na de inwerkingtreding van deze bepaling.
Art.31. De artikelen 6 en 17 tot en met 23 treden in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 32. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.